VRIJDAG 3 JULI 1936 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Pauselijke encycliek over film en bioscoop VOORNAAMSTE NIEUWS 27ste Jaargang No. 8460 S)e £eid&elic(5oti/fca/iit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per weekf 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentien 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en varkoop: f 0.50 Door Z. H. Paus Pius XI is gister een Encycliek „Vigilante cura" gepubliceerd, handelende over de gevaren van film en bioscoop, waarvan hier het eerste gedeelte volgt, dat wij ons veroorlooven te ontleenen aan de „Tijd". EERBIEDWAARDIGE BROEDERS, HEIL EN APOSTOLISCHE ZEGEN. Terwijl Wij met waakzame zorgen, zoo als Ons herderlijk ambt dat vordert,de weldadige werkzaamheid van Onze broe ders in het Episcopaat en van het geloo- vige volk volgen, was het Ons een groote vreugde te ervaren, welke vruchten reeds bereikt zijn en welke vorderingen nog voortdurend gemaakt worden door die providentiëele actie, die sedert twee jaren als een Heilige Kruistocht is ondernomen tegen de misbruiken der bioscoopvoorstel lingen en in het bijzonder is toevertrouwd aan het Legion of Decency, dat zijn naam zoo goed verdient Deze ervaring biedt ons heden een geluk- dige aanleiding, om meer in den breede Onze gedachten te uiten over een onder werp, dat het zedelijk en godsdienstig le ven van het gansche Christelijke volk zoo van nabij aangaat. Op de eerste plaats dient Onze dankbaar heid te gaan tot de hiërarchie der Veree- nigde Staten en Haar trouwe medewerkers voor het belangrijke werk, dat het Legion of Decency onder haar leiding en schutse reeds heeft gewrocht; een dankbaarheid, die des te levendiger is, hoe meer Wij Ons bedrukt gevoelen, wanneer Wij dagelijks den bedroevenden vooruitgang constatee- ren groote schreden buiten den weg die de filmkunst en de filmindustrie maakt in de voorstellingen van zonde en kwaad. Zoo vaak de gelegenheid zich aanbood hebben Wij het als een plicht van Ons ver heven ambt beschouwd op dit punt niet alleen de aandacht te vestigen van het episcopaat en de geestelijkheid, maar ook van alle weldenkende voor het openbaar welzijn bezorgde menschen. Reeds in de encycliek „Divini illius ma- gistri" hebben Wij het betreurd dat „deze machtige verspreidingsmiddelen zooals de film die, zoo zij door gezonde beginselen geleid wordt, van groot nut kan zijn voor de opvoeding, integendeel al te vaak on dergeschikt gemaakt wordt aan de booze kunsten en gewinzucht". (1) En in Augus tus 1934, sprekende tot een afvaardiging van de Internationale Federatie der film pers, wezen Wij op de groote beteekenis, die deze voorstellingen in onze dagen heb ben gekregen en den wijden invloed, ten goede of ten kwade, die ervan uitgaat, om er tenslotte aan te herinneren, dat ook aan de film, zoo zij niet voortdurend de chris telijke of ook slechts de menschelijke ze denwet zal schenden, de hoogere normen moeten worden aangelegd, die de groote godsdienstgaven der kunst beheerschen en regelen. De Kunst immers heeft als wezenstaak en zelfs als bestaansgrond een element van zedelijke vervolmaking te zijn van het gansche wezen van den mensch en daarom moet zij zelf ook zedelijk zijn. Wij beslo ten onder duidelijke instemming van die uitgelezen personen, die Wy nog met vreugde herdenken, met de aanbeveling, dat het noodzakelijk is, de bioscoop „ze delijk, verzedelijkend en opvoedend te maken." Nog onlangs in April 1.1., toen Wij een groep van afgevaardigden van het Inter nationale Congres der filmpers, dat te Ro me gehouden werd, in een aangename audiëntie ontvingen, hebben Wij opnieuw den ernst van dit vraagstuk in het licht gesteld en alle menschen van goeden wil, niet alleen in naam van Jen godsdienst, maar ook in naam van het ware zedelijke en burgerlijke welzijn der volken, met warmte aangespoord, om met alle midde len te hunner beschikking, en vooral door middel van de pers, te werken om de filrr waarlijk tot een kostbaar instrument van onderricht en opvoeding en niet van ver nieling en ondergang der zielen te make Doch dit onderwerp is op zich zelf in den huidigen toestand der maatschappij zoo gewichtig, dat wij het noodig achten erop terug te komen, niet alleen met bijzondere aanbevelingen, zooals vroeger, maar met algemeene beschouwingen over de behoef ten, niet alleen van uw diocesen, eerbied waardige broeders, maar van alle Katho lieke broeders. Het is inderdaad noodzakelijk, ervoor te waken, dat ook op dit punt de vooruit gang van kunst en wetenschappen, tech niek en nijverheid, die ware geschenken Gods zijn, gericht zijn op de eer van God en het heil der zielen en praktisch nut brengen voor de uitbreiding van het rijk Gods op aarde, opdat wij allen, zooals de Heilige Kerk ons leert bidden, ze benutten zonder de eeuwige goederen te verliezen: „Laat ons zoodanig tusschen de aardsche goederen wandelen, dat wij de eeuwige goederen niet verliezen." (2). Het is nu zeker en een ieder heeft dat zonder moeite kunnen vaststellen, dat de vooruitgang van de filmkunst en de film industrie, hoe wonderbaarlijker zij was, zich ook des te verderfelijker toonde voor de zedelijkheid en den godsdienst, ja, voor de eerzaamheid der beschaving zelf. De leiders der industrie in de Vereenig- de Staten hebben het zelf erkend, toen zij hun eigen verantwoordelijkheid bekenden tegenover het publiek en de samenleving. In 1930 immers namen zij uit vrije bewe ging in onderling overleg de plechtige ver plichting op zich, door hun onderteeke- ning vastgelegd en door de pers gepubli ceerd, om in de toekomst de zedelijkheid der bioscoopbezoekers te beschermen. In deze verklaring vinden wij de be lofte, dat geen* film zal geproduceerd wor den, die het moreel der toeschouwers be- leedigt, de natuurlijke en menschelijke wetten niet aanvaardt of hun schending men sympathie beschouwt. Ondanks dit spontane en wijze besluit voelden de verantwoordelijke personen zich echter onmachtig het in de practijk om te zetten en de filmproducers bleken niet bereid zich te onderwerpen aan de beginselen, waartoe zij zich hadden ver plicht. Daar deze verplichting dus slechts een zwak effect had en de tentoonstelling van ondeugd in de film zich voortzette, schijnt de mogelijkheid van een eerbare ontspan ning door de film vrijwel geheel onbereik baar. In dezen critieken toestand, waarvan gij, broeders, (het Episcopaat in de Vereenig- de Staten), de eersten geweest zijt om te onderzoeken hoe de zielen, die aan uw zorgen waren toevertrouwd, beschermd konden worden, stichttet gij het Legion of Decency als een Kruistocht voor de open bare zedelijkheid gericht op de verleven diging van het ideaal van natuurlijke en Christelijke eerbaarheid. De gedachte om de filmindustrie te schaden lag U ver; Gij hebt haar integen deel bewaard voor den ondergang, waar aan de ontspanningsvormen, die in bederf der kunst overgaan, zijn blootgesteld. Uwe richtlijnen vonden de prompte en toegewijde instemming van de gelovigen, en millioenen Amerikaansche Katholieken hebben de verplichting van het Legion of Decency onderteekend, waarmede zij zich verplichtten, om geen bioscoopvoorstel lingen bij te wonen, die een krenking van de Katholieke moraal en de Christelijke levensregelen beteekenen. Met vreugde kunnen Wij zeggen, dat weinig problemen van onzen tijd bissH .oppen en volken zoo nauw tezamen brachten als de samenwer king tot dezen heiligen Kruistocht. En niet alleen de Katholieken, maar ook voorname protestanten, Israëlieten en vele anderen aanvaarden Uw initiatief, sloten zich aan bij Uwe pogingen om aan de film wijze rege'en van kunst er zedelijkheid te geven. Het is Ons een buitengewone vreugde, het merkwaardige succes van dezen Kruis tocht in het licht te stellen, want onder Uwe waakzaamheid en druk van de pu blieke opinie, hee^i de film zich in zede lijk opzicht verbeterd. Misdaad en ondeugd werden minder dikwijls voorgesteld, de zonde werd niet meer zoo openlijk goedgekeurd en toege juicht, en men heeft den impressionabelen geest van de jeugd niet meer op zoo fla grante wijze valsche levensnormen voor gehouden. Ofschoon in sommige milieux voorge steld werd, dat de artistieke waarde van de film door de eischen van 't Legion of Decency zouden worden geschaad, schijnt juist 't tegendeel het geval te zijn; want dit legioen heeft den krachtigen impuls gegeven aan de pogingen om de film meer en meer te brengen tot hooger aandeel in artistieke opvattingen door de productie van klassieke werken en oorspronkelijke creaties van buitengewone waarde. Ook de financieele inkomsten der film industrie hebben geenerlei schade geleden, zooals men zonder grond had gevreesd, want velen, die vroeger wegens de kwet sing der moraal uit de bioscoop wegbleven, gingen haar nu opnieuw bezoeken, toen zij op het doek tafreelen konden zien die de goedQ zeden niet krenken en de christelijke deugd niet in gevaar brengen. Bij het begin van den Kruistocht zeide men dikwijls, dat deze inspanning van korten duur zou zijn, en haar effect geheel voorbijgaand zou wezen, daar, wanneer de waakzaamheid der bisschoppen en geloo- vigen geleidelijk verminderdt, de produc ten weer tot him vroegere methoden zou den kunnen terugkeeren. Het is niet moeilijk te begrijpen, waarom sommigen wenschen te kunnen terugkee ren tot de dubbelzinnige industrie die de lagere hartstochten prikkelt en die Gij hebt uitgebannen. Terwijl immers de pro ducten van waarlijk kunstzinnige gestal ten, en van menschelijkheid en deugd ver vulde tafereelen, een intellectueele inspan ning waardig, een vaak aanzienlijke uit gave vergen, is het dikwijls betrekkelijk gemakkelijk bepaalde personen en groe pen naar de bioscoop te lokken met voor stellingen, die de hartstochten prikkelen en de lagere instincten opwekken, welke in het menschelijk hart schuilen. Onze onophoudelijke algemeene waak zaamheid daarentegen is, de producenten tot de overtuiging te brengen, dat het Le gion of Decency niet ondernomen is als een Kruistocht van korten duur, welke spoedig kan worden verwaarloosd en ver geten, maar dat de bisschoppen der Ver- eenigde Staten tot eiken prijs de zedelijk heid van de valsche ontspanning ten allen tijde en in eiken vorm willen beschermen. De wereld in vogelvlucht Verscheidene sprekers hebben gisteren in de Volkenbondsvergadering het woord gevoerd over den internationalen toestand en over de tokomst van den Volkenbond. Onder hen behoorde ook onze minister van buitenlandsche zaken jhr. de Graeff. Alle sprekers van gisteren waren het erover eens, dat de sancties dienden te worden op geheven; zij hadden thans geen nut meer. Maar het meeste werd gesproken over de kwestie van een eventueele hervorming van den Volkenbond. Het sanctie-systeem heeft gefaald; waar ligt de fout? Bij het systeem of bij de leden? Over het alge meen is men het erover eens, dat de hoofd oorzaak van het falen gezocht moet worden in het feit, dat de Volkenbondsstaten niet bereid zijn geweest het Volkenbondsver drag in vollen omvang toe te passen. De volken waren niet bereid oorlog te voeren zoolang die hun niet onmiddellijk recht streeks aanging. Een andere hoofdreden voor het falen was het gebrek aan univer saliteit van den Volkenbond. De Volken bond zal niet eenvoudig mogen wachten totdat over eenigen tyd de mentaliteit van de volken een andere zal zijn geworden. Dit zou te lang zijn. Uit de ervaring van den Volkenbond in het Italiaansch-Abessyni- sche geschil moeten reeds thans de noodige lessen worden getrokken, waarbij rekening zal moeten worden gehouden met de te genwoordige geestesgesteldheid der volken. Sterk was ook de aandrang van de spre kers, dat vooral naar de universaliteit van den Volkenbond zal moeten worden ge streefd. Vooral de sprekers der zeven klei ne staten en die uit Zuid-Amerika drongen aan op een krachtige actie in deze richting. De Fransche minister van buitenland sche zaken Delbos heeft een voorstel inge diend om over te gaan tot de instelling van een commissie, welke het vraagstuk van de reorganisatie van het Pact in studie zal V Niet meezeulen met den tijdgeest. Wij zien er in een groot belang voor de gemeente Leiden, als er is in onze stad, het geheele jaar door, een goede gelegenheid om te baden en te zwemmen. Een goede gelegenheid. Het streven van het z.g. Sportfondsen- bad heeft daarom van den aanvang af onze sympathie gehad. Deze sympathie staat echter nu eerlijk gezegd te wankelen! Wij hebben n.l. aanleiding, om te vree zen, dat bij de inrichting en exploitatie van het Sportfondsenbad niet zullen worden in acht genomen de regels, welker naleving wij krachtens onze beginselen en onze overtuiging moeten en willen eischen en verlangen. Van den anderen kant echter willen wij de hoop en de verwachting blijven koeste ren, dat de actieve en goed-gezinde be- stuurderen van het Sportfondsenbad hier ter stede zullen respecteeren onze bezwa ren de bezwaren van Katholieke en Protestan tsch- C hristelij ke zijde tegen wat wij beschouwen en afkeuren als exces sen, buitensporigheden, als ongewenschte toestanden bij het zwemmen en baden. En, als zij deze bezwaren weten te respectee reninderdaad: te respecteeren dan zullen zij er ongetwijfeld ook rekening mee houden. Wij hebben er verleden week al aan her innerd, dat zelfs de heidensche keizers ver boden, wat velen onder ons heel onschul dig en heel gewoon vinden. En onder die velen zijn ook personen in Overheids functie. Zijn ook b.v. Colleges van Ged. Staten en Colleges van B. en W., die lijden aan beginselloosheid of slapheid, of onder wier leden er zijn, die him houding laten be palen door de vrees voor spot, welke op dit punt zoo gemakkelijk is! Wij moeten niet meezeulen met den tijd geest! Over „de taak van de Overheid" ten deze schrijft drs. H. Fortmann in een boekje over „Gemengd zwemmen en zonnebaden en een gezonde opvoeding" het volgende: „Van het allergrootste belang is in deze kwestie zeer zeker ook de houding van de burgerlijke overheid, omdat deze mid delen ter verbetering in handen heeft, die voor particulieren niet ter beschikking staan. De burgerlijke overheid, hetzij dan de landsoverheid, hetzij de gemeentelijke overheid, heeft de zorg voor het algemeen belang. Dit algemeen belang omvat niet alleen de materieele goederen van een volk maar ook en nog meer de geestelijke goe deren. En onder die geestelijke goederen wordt een voorname plaats ingenomen door de zedelijke ongereptheid van de jeugd, omdat dit een goed is niet alleen voor heden maar ook voor de toekomst. Dan kan men echter ook niet ontkennen, dat die burgerlijke overheid het recht en den plicht heeft om in te gaan tegen alles, waardoor in het publiek die zedelijke on gereptheid uiteraard in gevaar wordt ge bracht dus ook tegen de gemengde zwem- en zonnebaden. Wanneer de burger lijke overheid in deze zaak maatregelen neemt, wordt de vrijheid van het individu besnoeid; maar deze wordt wel op andere wijzen besnoeid, zonder dat iemand er aan stoot aan neemt; bovendien, datgene, wat uiteraard tegen de gezonde volkszeden in gaat, is een kwaad en het kwaad heeft geen bestaansrecht. Verder zou een strengere houding dit voordeel bieden dat de overheid op die wijze ook meewerkte aan een verbetering van de volksmentaliteit. Er zijn zoovele menschen die over deze dingen eigenlijk bitter weinig nadenken en slechts meeloo- pen en meedoen met de groote massa; hun moraal is eigenlijk geen andere dan die van de publieke opinie: wat de publieke opinie nemen en rapport zal uitbrengen, wanneer de Volkenbond in September wederom bij eenkomt. In September zal de kwestie dan serieus besproken en afgehandeld dienen te wor den. Een stuk internationaal recht staat op het spel, alsmede de veiligheid van de we- 1 reld. Dit nummer bestaat uit vier bladen. BUITENLAND. Te Genève heeft minister de Graeff het standpunt der Nederlandsche regeering uit eengezet. (2de blad) Frankrijk stelt een commissie voor ter voorbereiding van de herziening van het Volkenbondspact. (2de blad). Baldwin denkt niet aan aftreden. (2de blad). Toenaderingspogingen tusschen Duitsch- land en Oostenrijk. (2de blad). BINNENLAND. Prinses Julina opent een brug te Zaan dijk. (4de blad.) De Tweede Kamer heeft de overdracht van het Paleis te Amsterdam goedgekeurd. (4de blad). Belangrijke verlaging der telegraaf- en telefoon-tarieven naar Ned. Indië. (4de blad). Overleden is de zeereerw. Pater Redemp torist C. Kuyt. (1ste blad). Staking onder Brabantsche erwtenpluk kers. (4de blad). Versch brood aan het ontbijt voor hotel gasten. (4de blad). Mededeelingen over het verloop van en de aanleidingen tot de baldadigheden rond om het Trappistenklooster onder Zundert. (3de blad). Prov. Staten van Zuid-Holland hebben gisteren en tijdens het debat gewijzigd voorstel van Ged. Staten aangenomen in zake verlaging van de subsidies voor krank- zinnigenzorg. (4de blad). afkeurt is verkeerd en wat de publieke opi nie niet afkeurt, is geoorloofd. Natuurlijk zou er bij het nemen van strenge maatre gelen eerst een protest komen; misschien zouden sommigen dan zelfs tot ernstiger ex cessen komen, doordat zij zich aan alle controle gaan onttrekken. Maar na enkele jaren zou dit protest verstomd zijn en lang zamerhand zou de publieke opinie evenals vroeger weer zeggen: jongens en meisjes behooren in een zweminrichting niet bij elkaar. Zooals men een kind dikwijls iets moet leeren, wat het nog niet goed be grijpt, zoo moet de overheid ook helpen aan het volk weer te leeren, wat het de laatste jaren vergeten was. Maar de overheid heeft niet alleen een negatieve plicht vein verbieden; zij heeft ook een positieve plicht, om al het goede, dat er in deze richting geschiedt te steu nen; en, wanneer er gemeenten zijn, die zelf een bad- en zweminrichting exploitee- ren, dan moet de wijze van exploitatie zoo zijn, dat deze aan alle particuliere inrich tingen ten voorbeeld kan strekken. In plaats daarvan heeft de overheid maar al te veel lijdelijk toegezien; zij heeft niet tijdig ingegrepen, toen de publieke opinie nog niet zoo ernstig misvormd was; vele gemeenten hebben geprofiteerd van de vemakelijkheidsbelasting op particuliere inrichtingen en (daarom?) alles maar ge tolereerd; andere gemeenten hebben de ge meentelijke zweminrichtingen zoo geëxploi teerd, dat haar het recht ontviel om aan merkingen te maken op particuliere inrich tingen. En zoo is de overheid herhaaldelijk schuldig geworden aan de verkeerde men taliteit, die er nu bestaat. Laten wij hopen, dat de bevoegde instan ties spoedig tot de erkenning mogen komen, dat zij tot nu toe langs verkeerde wegen gegaan zijn en dat zij de publieke opinie niet geleid hebben, waarvoor zij toch als leiders geroepen waren. En moge deze er kenning komen, voordat er een nieuw jong geslacht aan dit systeem wordt gewaagd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1