Minister Gelissen bezoekt Maastricht. De „L.Z. 129" boven ons land.
FEUILLETON
DE STRIJD OM WEENEN
Roman van
HUGO BETTAUER.
(Nadruk verboden).
„Wat wenscht u, meneer?" vroeg hij zóó
barsch, dat dr. Zungel nog kleiner werd
en zijn oogjes angstig begonnen te knippe
ren.
„Pardon, mag ik me even voorstellen: dr.
Zungel van de „Presse" Daar u zelf niet
aanwezig was, ben ik zoo vrü geweest bij
uwe bediende eenige informaties...."
„Meneer", interrumpeerde Ralph woe
dend, „ik ben heelemaal geen interessante
persoonlijkheid, over wie informaties kun
nen worden ingewonnen. Ik ben hier als
particulier als ieder ander en ik zou u
daarom dringend willen verzoeken mij
met rust te laten."
Zonder zich verder nog om den repor
ter te bekommeren, draaide hij zich om en
gaf, in zijn kamer gekomen, Sam zoo'n
hevigen uitbrander, dat deze van dit oogen-
blik af geen man van de krant meer zien
kon.
Dr. Zungel kwam echter nog juist vroeg
genoeg voor het avondblad op het bu
reau en eenige uren later wist heel Wee-
nen, dat de rijkste man ter wereld, Master
Patrick Ralph O'Flanagan, in de hoofdstad
was aangekomen met het vooropgezette
doel Oostenrijk te saneeren.
Ralph O'Flanagan kreeg een aanval van
wosde, Sam een welgerichten en klinken
de oorvijg en de directeur van het hotel
moest twee leden van het personeel met de
speciale opdracht belasten den Amerikaan-
schen gast tegen alle lastige bezoekers te
beschermen.
Men begint zich voor Ralph te
interesseeren.
De directeur-generaal van de „Bank-
vereeniging", de heer Klopfer-Hart zat in
zijn, op degelijke Engelsche wijze inge
richt bureau en dacht zoo ingespannen na,
dat zich een diepe rimpel in het midden
van zijn hoog, energiek voorhoofd vorm
de. De kleine, ineengedoken man met den
witten, bijna vierkanten baard en het bor
stelige, rechtop staande haar, waarbij de
dichte, tot voor korten tijd nog pikzwarte,
doch nu ook reeds grijzende wenkbrau
wen voortreffelijk harmonieerden, gold als
de voornaamste, energiekste persoonlijkheid
onder de leidende bankmenschen, wier
aantal na den oorlog legio was geworden.
En hoewel hij reeds achter in de zestig
was, ging hij met zijn tijd mee, wist hij
precies hoe ver een modern bankinstituut
mocht en moest gaan om eenerzijds niet
achter te blijven, maar anderzijds ook niet
op één lijn gesteld te worden met minder
waardige en onbetrouwbare conjunctuur-
banken.
De heer Klopfer-Hart, die door de in
eenstorting van de na-oorlogjaren wel den
adel, maar niet .zijn geld had verloren, liet
de vingers door zijn baard glijden en las
nogmaals het rood-omlijnde krantenknip
sel, dat hem, evenals honderd anderen
door den chef van het persbureau was
voorgelegd.
Een lichte druk op den contactknop
van de electrische bel en zijn privé-secre-
taris trad binnen.
„Doktor, die Ralph O'Flanagan interes
seert me. Wellicht ligt er een korreltje
waarheid in de geschiedenis, die daar in
de „Presse" staat. Aan den anderen kant
is het natuurlijk ook niet onmogelijk, dat
het alles louter bluf is, temeer wijl de
naam O'Flanagan tot dusver onder de
Amerikanen niet geteld heeft. Doet u me
een genoegen en seint u direct even naar
Seligman in New-York om nauwkeurige
informaties".
Nauwelijks was deze opdracht gegeven
en het telegram nog niet eens verzonden,
toen een der tallooze procuratiehouders,
die in het Amerikaansche credietverkeer
werkzaam was, werd aangediend.
„Meneer Klopfer, ik geloof, dat dat tele
gram naar New-York niet behoeft te wor
den verzonden, want er is met de Ameri
kaansche post zooeven een brief binnenge
komen van de directie der „Guaranthee
Trust Company", dat op Ralph O'Flanagan
betrekking heeft".
Klopfer-Hart, die evengoed Engelsch als
Duitsch sprak, nam den procuratiehouder
een brief uit de hand en las:
„Wij verzoeken u, Master Ralph O'Fla
nagan uit St. Paul Minnesota, die zich
voor geruimen tijd naar Weenen heeft be
geven, crediet te verleenen tot elk bedrag,
dat door hem verlangd wordt en onze re
kening met deze bedragen te belasten. Van
opnamen, hooger dan een millioen dollar,
gelieve u dns telkens per draad in ken
nis te stellen. Wij verzoeken u voorts Master
O'Flanagan, wanneer hij daartoe den
wensch te kennen geeft, in elk opzicht met
raad en daad terzijde te^ willen staan."
De directeur-generaal van de „Bankver-
eeniging" trok de borstelige wenkbrauwen
op.
„Prachtig! Nu hebben we meteen een
mooie gelegenheid om ons met hem in ver
binding te stellen. Hij mag ons in geen ge
val door de vingers glijden."
En na een oogenblik nagedacht te heb
ben, vervolgde hij:
„Stuurt u meneer Lank even bij me".
De procuratiehouder maakte een lichte
buiging en verried met geen blik hoe ver
ontwaardigd hij zich voelde, dat de direc
teur hemzelf niet in de gelegenheid stelde
met dezen richard uit het dollarland in
nauwer contact te komen. En nu die op
geprikte aap, die gek met een monocle en
de manieren van een graaf!"
„De ouwe wordt kindsch", mompelde hij
zacht voor zich heen, maar eerst toen hij
het privé-kantoor met de groen bekleede
dubbele deuren ver achter zich had.
De directeur wist echter precies wat
hij had aan den heer Lank, die eerst kor
ten tijd geleden van een andere bank was
overgenomen. Hij was ongetwijfeld de
elegantste verschijning van alle heeren, op
treden en manieren onberispelijk, knap,
perfect Engelsch, Fransch en Italiaansch
sprekend, bankdiplomaat comme il faut,
in het bureau zich niet bijzonder onder
scheidend, geen werkezel, maar daarom des
te beter te gebruiken bij delicate aangele
genheden. En Ralph O'Flanagan die nu al
le aandacht van den geweldige in beslag
nam, was eerst dertig jaar oud en derhalve
zeer waarschijnlijk bereid tot het doen
van dwaze dingen. En ook dwaze dingen
lieten zich wel eens in groote zaken om
zetten.
Lank trad meestal zelfbewust, beschei
den, maar niet onderdanig op.
„Hebt u m;j laten roepen, meneer Klop
fer?...."
„U hebt zeker wel van de aankomst van
een Amerikaan met name Ralph O'Flana
gan gelezen? Goed, die meneer is ons door
de „Guarantee Trust" als cliënt gerecom
mandeerd. Gaat u hem eens opzoeken en
stelt u zich namens de bank geheel te zij
ner beschikking. Hm, als dat gaat, zonder
direct opdringerig te schijnen, noodigt u
hem dan voor Zondag bij mij op de thee.
Maar voorzichtig, alstublieft! Steeds
gentleman blijven en niet over zaken
spreken. Dat moet later vanzelf volgen.
De hoofdzaak is, dat u hem in onze krin
gen introduceert Tracht u er van te over
tuigen, of het werkelijk in zijn bedoeling
ligt om Oostenrijk zoo gezegd te sanee
ren. En zoo ja, met welk bedrag en op
welke wijze. De zaak is belangrijk. Be
denk, dat als het doen O'Flanagan of een
van zijn stroomannen in het hoofd op
komt een paar millioen op de buitenland-
sche markt te werpen om kronen te koo-
pen, een rapide hausse het gevolg zou kun
nen zijn. Natuurlijk zou ik dat graag bij
tijds willen weten. En tegen niemand hier
op de bank een woord over hetgeen we
hier hebben besproken. Ik vertrouw op u!"
De directeur reikte den jongen man de
vleezige, energie en een brutalen wil ver
radende hand, een bewijs van de hoogste
gunst.
Lank stond nog in de deur, toen hij
werd teruggeroepen.
(Wordt vervolgd).
Keizer Haile Selalssie in den trein aan het Gare du Nord te Parijs op
doorreis naar Genève
Tijdens het bezoek dat minister Gelissen Vrijdag aan Maastr.cnt oracm wera
ook de Kon. Papierfabriek bezichtigd. - De minister slaat vol belangstelling
het bedrijf gade
Na het merkwaardig vliegtuig-ongeluk op de .Normandie".
Het vernielde toestel wordt van boord geheschen
Een practische en goedkoope bescherming
tegen al te felle zonnestralen op de publieke
tribune bij de tenniskampioenschappen te Wim
bledon
De .Laughing Woman" arriveert in het Stedelijk Museum te Amsterdam voor de ten
toonstelling van Britsche kunst
Op terugreis van Amerika ver
scheen het Duitsche luchtschip
.Hindenburg" Vrijdagmiddag
boven Amsterdam, waar het
veel belangstelling trok
VN
De Noorsche walvischvaarder
en drijvende traankokerij .Sir
James Clark Ross" is Vrijdag
in de Amsterdamsche haven
aangekomen, om daar gere
pareerd te worden