do. 8448 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Engeland erkent zijn mislukking BEGROOTING VAN HET LANDBOUWCRISISFONDS 17 ste Jaargang VRIJDAG 19 JUNI 1936 S>e £eidóeli£6oii/tai/tit OE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per weekf 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11! DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeel in gen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 Eden over de opheffing der sancties „Het groote verraad" 1 DE ZITTING VAN HET LAGERHUIS. Sterkere Middellandsche Zeevloot gewenscht. In het stampvolle Lagerhuis heeft Eden gistermiddag een verklaring afgelegd, waarin hij oun. zeide: Wij moeten toege ven, dat het doel, waarvoor wij sancties hebben uitgevaardigd, niet bereikt is. Het is nutteloos verdere sancties toe te passen als middel van pressie op Italië. „Indien de Volkenbond het doel wil be reiken, dat hem oorspronkelijk werd ge steld, moet hij bereid zijn maatregelen te nemen van een geheel verschillenden aard dan die welke tot nu toe zijn toegepast. Er is geen sprake van dat onze opvatting van het vonnis, dat de Volkenbond in den vo- rigen herfst heeft uitgesproken over. een agressieve handeling zou moeten worden gewijzigd of in tegengestelde zin zou moe ten worden veranderd. Uit hoofde van de ervaring in de laat ste maanden opgedaan heeft de regeering bepaald, dat het noodzakelijk is, dat wij in de Middellandsche Zee permanent defen sieve strijdkrachten stationneeren van grooter sterkte dan er geweest zijn voor het begin van het geschil. De hervormnig van den volkenbond. Ten aanzien van een Volkenbondsvor ming verklaarde Eden, dat het veel ver standiger zou zijn de aangelegenheid te verwijzen naar de zitting van September. Wij zullen te Genève voortgaan ons aan deel te nemen in iedere beslissing van den Volkenbond. Eden bevestigde, dat Groot- Brittannië tijdens het Italiaansoh-Abes- sijnsch conflict nimmer is opgehouden met op resolute wijze op internatonale actie te leiden ter voorkoming van een aanval. Voor zoover Eden weet, bestaat nergens op Abessijnsch grondgebied een Abessijn- sche regeering. Niets zou dezen toestand kunnen wijzigen dan een militaire actie van buiten af. Is er één land bereid een dergelijke actie te ondernemen? De oppo sitie protesteert, wanneer Eden zegt, dat het nutteloos is de sancties voort te zet ten. Er wordt geroepen: Aftreden! Tumult in de vergadering. De Britsche regeering zal zich voegen naar de opvatting van de Volkenbondsver gadering. Het tumult is thans zoo groot, dat Eden tien minuten lang moet onderbre ken. Indien de Volkenbond dus de sancties zou willen opheffen, vervolgde Eden, zal de Britsche regeering zeggen, dat dat ook haar opvatting is. Zij wil op deze wijze medewerken aan de tot stand koming van het vertrouwen. Ten aanzien van Duitschland verklaart Eden te hopen, dat Duitschland nu spoe dig antwoord zal geven op de Britsche vra genlijst waardoor voortgang bij de onder handelingen zou kunnen worden bereikt, hetgeen ons voornaamste en eerste doel is. Het gaat om de handhaving van den vrede. Wij zullen het hoofd bieden aan de werkelijkheid, zelfs, indien dat zou betee- kenen de erkenning van een gedeeltelijk échèc. Eden besloot met te zeggen, dat de door hem uitgestippelde politiek kansen biedt den vrede te waarborgen. De meerderheid van het huis applaudi- seert, de oppositie protesteert en lacht. DE OPPOSITIE AAN HET HOOFD. Na de redevoering van Eden sprak Ar thur Greenwood als woordvoerder van de Labour-oppositie. Hij diende een resolu tie, waarbij wordt voorgesteld de begroo ting van buitenlandsche zaken te vermin deren. Greenwood zeide o.m.: Millioenen menschen zullen de verklaring van Eden met schaamte en verontrusting vernemen. Grenwood vergeleek de nobele gevoelens enkele maanden geleden uitgesproken met, wat hij noemde, de afkeurenswaardige houding, welke de regeering thans in de zelfde kwestie aanneemt. De regeering, zeide hij, is ontrouw aan haar verkiezings manifest en begaat het grootste verraad dat ooit in de wereldgeschiedenis is ge pleegd. De terugkeer van Hoare in de re geering is volgens Greedwood een beleedi- ging voor de millioenen, die htm stem heb ben laten hooren tegen de voorstellen van Hoare en Laval. Lloyd George, die dan aan het woord komt, is niet minder fel en beschuldigt de Britsche regeering formeel de eerste bres te hebben gesohoten in het sanctiefront. Hij had liever gezien, dat een ander land dat zou hebben gedaan. Hij vraagt Eden of het waar is, dat Frankrijk zich bereid ver klaart Engeland te steunen bij iederen maatregel, welke het zou nemen voor de verzekering der uitvoering van het pact. Eden antwoordt Eden antwoordde Lloyd George, dat hij herhaaldelijk met de nieuwe Fransche re geering heeft gesproken, zoodat hij haar standpunt inzake de sancties kent. Zij ant woordde niet bereid te zijn het initiatief te nemen voor het opheffen der sancties, maar gaf me nooit eenige aanwijzing, waaruit haar wensch zou blijken, de sanc ties te handhaven. Groot Brittannië en het rijk hebben een onderneming, welke zij ter hand heb ben genomen, prijs gegeven. Hij noemde het ongelooflijk, dat de groote Britsche vloot niet in staat is het hoofd te bieden aan de Italianen. De vloot is thans gereed aan alle omstandigheden het hoofd te bie den en ten slotte zijn alle Middellandsche Zee-mogendheden, behalve Italië, bereid u te steunen. Wijzende op de regeeringsbank riep Lloyd George uit: „Daar zijn de lafaards!" Lloyd George gaat onder de toejuichin gen der linkerzijde, die om Baldwin roept, zitten. Nadat nog Baldwin het woord heeft ge voerd, wordt de Lagerhuiszitting verdaagd tot Dinsdag. MOTIE VAN AFKEURING. Dinsdag zal een door Labour ingediende motie van afkeuring in behandeling ko men, welke inhoudt, dat de regeering haar gebrek aan een vastberaden en openhartige politiek het prestige van het land omlaag heeft gehaald, den Volkenbond heeft ver zwakt, den vrede in gevaar heeft ge bracht en dientengevolge het vertrou wen van het Lagerhuis heeft verloren. EEN MANIFEST VAN DE LABOUR- PARTIJ. „Het groote verraad", aldus luidt de ti tel van een manifest van de Labourpartij aan het volk, waarin de Britsche regee ring er van beschuldigd wordt in gebreke te zijn gebleven ten opzichte van de plech tige beloften van den Volkenbond te zul len beschouwen als den sluitsteen van haar buitenlandsche politiek. Het manifest noo- digt alle mannen en vrouwen van goeden wil en in het bijzonder de aanhangers van Labour uit door tusschenkomst van him or ganisaties, godsdienstige en andere, zich bij millioenen aaneen te sluiten om de collec tieve veiligheid, den vrede en de recht vaardigheid onder het vaandel van den Volkenbond te verdedigen en duidelijk hun stem te doen hooren voor de beslissende bijeenkomst van den Volkenbondsraad en Assemblée. EERSTE KAMER De wereld in vogelvlucht De Britsche Minister van Buitenlandsche Zaken Eden heeft gistermiddag in het Lagerhuis het échec van de sanctie-politiek erkend en toegegeven, dat het nutteloos was de sanctie-maatregelen nog langer te handhaven. Ofschoon het niet Engeland doch de Volkenbond is, die de sancties genomen heeft en die de eenig bevoegde instantie is om ze ook weer op te heffen, is met deze verklaring van Eden de sanctie-politiek toch practisch van de baan. Tot groote ver ontwaardiging van de oppositie-partijen in Engeland, die de houding der regeering „verraad" noemen. Lloyd George noemde het kabinet „lafaards" omdat het op de vlucht is gegaan voor de dreigementen van Mussolini, en de Labourpartij heeft een motie van afkeuring ingediend, waarin gezegd wordt, dat de regeering het ver trouwen van het land heeft verloren. Over deze motie zal Dinsdag a.s. worden ge stemd. Aldus zijn de sancties begraven en de begrafenisplechtigheid is een allesbehalve De minister verdedigt de gevolgde landbouwcrisispolitiek Verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag over de begroo ting van het landbouwcrisisfonds voor 1936. Ontleend is daaraan: De minister heeft met leedwezen verno men, dat verscheidene leden verklaard heb ben zich slechts zeer ten deele te kunnen vereenigingen met de door de regeering ge voerde landbouw-crisispolitiek. Zij grond den dit oordeel op het, naar hun meening, onlogisch element in deze politiek, waar deze dwars ingaat tegen het streven naar aanpassing van de prijzen aan een lager niveau van uitgaven en deswege aan de in het bijzonder voor de industrie zoo nood zakelijke prijsdaling in den weg staat. Het zij den minister vergund hiertegen over op te merken, dat het element, het welk bedoelde leden als onlogisch aanmer ken, onvermijdelijk in de landbouw-crisis politiek ligt opgesloten.. De landbouw-crisispolitiek is juist ge richt op een doelbewuste vertraging in de daling der prijzen der landbouwproducten en vindt haar rechtvaardiging hierin, dat, ware in die daling niet ingegrepen, zulks tot noodlottige gevolgen voor den landbouw en derhalve ook voor het geheele land zou hebben geleid. Door hetgeen door de hier aan het woord zijnde leden wordt betoogd, wordt de in druk gewekt, alsof uitsluiten de gevoerde landbouw-crisispolitiek aan de zoo noodza kelijke prijsdaling in den weg staat. In dit verband moge de minister er op wijzen, dat ook in de maatregelen, welke ten behoeve van de binnenlandsche industrie zijn geno men, datzelfde élément aanwezig is. Het streven van den minister is er echter op gericht, een geleidelijke vermindering van de steunmaatregelen te verkrijgen, waar zulks, zonder den landbouw schade te doen mogelijk is. Naar uit het bovenstaande blijkt, zijn de maatregelen tot steun aan den landbouw niet naders dan overgangsmaatregelen, welke bestemd zijn geleidelijk te worden geliquideerd, zoodra de economische toe stand zulks gedoogt. Dat, zooals meerge noemde leden vreezen, het huidige stelsel van steunverleening niet geschikt is om deze bestemming te verwezenlijken, integendeel veeleer tot gevolg heeft, dat het geheele landbouwbedrijf in een door de steunmaat regelen bepaalden vorm verstart, moet de minister ontkennen. Uit verschillende gegevens kan integen deel worden geconstateerd, dat de landbouw zich bij voortduring richt op een blijvend peil van de prijzen zijner producten. De stappen, welke in het landbouwbedrijf reeds op het terrein der aanpassing zijn gedaan, komen duidelijk tot uiting in de cijfers van de bedrijfsuitkomsten van verschillende landbouwbedrijven in diverse deelen des lands, welke onlangs door de directie van den landbouw zijn gepubliceerd. Hoewel onbetwistbaar een systeem van steun naar de oppervlakte van den grond een belangrijke vereenvoudiging in uitvoe ringsbepalingen en controle met zich zou brengen, meent de minister, dat zulk een stelsel toch niet wel uitvoerbaar is. Naar aanleiding van de door sommige leden geuite meening, dat in de landbouw- crisispolitiek van de regeering de vaste lijn ontbreekt en dat meer moet worden ge streefd naar ordening in productie en dis tributie, moge de minister opmerken, dat in het samenstel der regelen een doelbe wust streven ligt opgesloten. Dit streven verheffend schouwspel geweest. De regee ring van het trotsche Albion is geretireerd op een niet bepaald indrukwekkende wijze. Het spel was verloren, daar hielp nu eenmaal niets aan, maar de wijze waarop de terugtocht wordt aanvaard is hier wel zeer armzalig. Wat gaat men nu doen met den Volken bond? Eden wilde zich daarover nog niet uitlaten. Hij vond het beter hiermede te wachten tot de September-zitting. Wel verklaarde hij, dat de Britsche regeering bezig was een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van de zwakte van den Vol kenbond en naar een betere regeling voor de toekomst. Het wachten is op het Duit- sche antwoord op de Britsche vragen. is echter niet rechtstreeks gericht op orde ning in productie en distributie als doel op zich zelf en dient daarop naar de meening van den minister niet gericht te zijn, aan gezien de leiding van het bedrijfsleven bij den particulieren ondernemer behoort. Hoezeer ook de minister overtuigd is, dat een betere en doeltreffender regeling van- de distributie zoowel voor den producent als voor den consument van nut zou kun nen zijn, ook thans moge hij onder de aan dacht brengen, dat een herziening van het distributiestelsel niet incidenteel bij de uit voering der landbouwcrisismaatregelen ter hand genomen kan worden. Het is den minister tot dusver niet geble ken, dat er te veel ambtenaren bij de crisis- bureaux werkzaam zijn. De steun aan den boschbouw heeft de aandacht der regeering. Een ingrijpen in den strijd tusschen coöperatie en handel acht de minister niet op den weg der regeering te liggen, DE COMMISSIE-VAN LOON. In de in het voorloopig verslag opgeno men beschouwingen omtrent de instelling van de commissie-van Loon vindt de mi nister aanleiding te dezer plaatse in het kort aan te geven, wat hij met de instel ling dier commissie heeft beoogd. Door de snelle uitbreiding, welke de landbouw crisismaatregelen in korten tijd hadden ondergaan, was het gevaar niet denkbeel dig geworden, dat zulks tot een te weinig soepel en overzichtelijk samenstel van re gelen had geleid. Een nadere beschouwing van dit samenstel door een commissie van deskundigen achtte de minister geraden, waarbij in het bijzonder de mogelijkheid van vereenvoudiging onder de oogen moest worden gezien. Dat, gezien deze veelom vattende en verstrekkende opdracht, de door hem ingestelde commissie-van Loon van te grooten omvang zou zijn, kan de mi nister niet inzien. Evenmin kan hij de vrees deelen van de hier aan het woord zijnde leden, dat de commissie een permanent karakter zou verkrijgen en als een soort super-college zou blijven bestaan. De minister meent de verwachting te mogen uitspreken, dat het rapport der com missie-van Loon binnen afzienbaren tijd zal worden uitgebracht. Of het der regee ring dan mogelijk zal zijn een duidelijk beeld te geven van wat zij voor de toe komst ten opzichte van den landbouw be oogt en van den weg, waarlangs zij haar doel zal trachten te bereiken, kan door den minister niet in uitzicht worden ge steld. De internationale verhoudingen bie den ook ten aanzien van de door de regee ring ten opzichte van den landbouw te vol gen politiek zooveel onzekere factoren, dat van het uitstippelen van vaste lijnen voor de toekomst weinig sprake zal kunnen zijn. De centralisatie. Door den minister wordt nagegaan of in het huidige stelsel van centralisatie, het welk voor de beginperiode der landbouw crisismaatregelen noodzakelijk is geweest, thans wijziging kan worden gebracht, zoo dat aan bepaalde organen hij heeft hier in het bijzonder de gewestelijke landbouw crisisorganisaties voor oogen ruimere bevoegdheid kan worden toegekend Positie van de landarbeiders. Dat de positie van de landarbeiders nog immer te wenschen overlaat, is den minis ter bekend. Zijn streven is er bij voortdu ring op gericht, met de hem hierbij ten dienste staande middelen in dezen toestand verbetering te brengen. Tarwe en rogge. De minister is van meening, wat betreft de vereischte hoogte van den richtprijs voor tarwe, dat met een tarweprys van 9.hij een normalen oogst voldoende rendement voor de landbouwers wordt verkregen. Het vraagstuk van de sterk wisselende roggeprijzen in den loop van een jaar heeft de voortdurende aandacht van den minis ter. Over de maatregelen, welke zullen wor den genomen, om, indien de prijsverhou dingen daartoe aanleiding geven, te trach ten de prijzen der rogge op het toegezegde niveau te houden, kan de minister zich nog niet uitspreken. Dit nummer bestaat uit vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De Engelsche minister Eden erkent het échec der sanctie-politiek in het Lager huis. Heftige protesten der oppositie. (1ste blad). De stakingsonrust in België. (2de blad). De Fransche regeering heeft bij decreet de strijdhonden in Frankrijk ontbonden. (2de blad). BINNENLAND. Opheffing van Kweekscholen. (2de blad). Beperking kippenfokkerij. (2de blad). Voormalig kasteel te Nuenen door brand stichting vernield. (3de blad). OMGEVING. Doodelijk gevolg van nicotine-vergifti- ging te Boskoop. (1ste blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Het intern, concours hippïque te Amster dam. (3de blad). Nieuw wereld-record speerwerpen van Jaervinen. (3de blad). Groenten- en fruitteelt. Plannen tot een heffing op de binnen landsche consumptie van groenten en fruit zijn op dit oogenblik niet in voorbereiding. De ernstige bezwaren daartegen worden erkend. Zuivel en vetten. De minister heeft ten aanzien van een eventueele beperking van de melkhoeveel- heid nog geen systeem kunnen vinden, dat de verschillende naar voren gebrachte be zwaren tegen het vorige systeem onder vangt. Op dit moment ligt de totale melk productie iets onder die van het vorige jaar. Bij het doorwerken van de teeltrege ling zal, naar de minister verwacht, een vermindering in de melkproductie optre den. Daar de verschuiving in de vetconsump- tie naar de goedkoopere vetten duidelijk optreedt, en dit uiteindelijk voor de boter en ook voor de margarine groote bezwa ren mede zal moeten brengen en deze ver schuiving voor een groot deel een gevolg is van de heffingspolitiek van de regeering, heeft de minister opdracht gegeven een plan uit te werken, waarbij een behoorlijke verdeeling der consumptie van de verschil lende vetten wordt bereikt. Hoezeer het ongetwijfeld voor onze ge heele zuivelpositie van groote beteekenis zou zijn, indien de internationale prijzen der zuivelproducten beter waren, neemt dit niet weg, dat zelfs zij den prijs, zooals die nu wordt behaald, de export van boter naar Engeland gewenscht moet worden ge acht. De boterafzet naar Engeland en het bo- terverbruik in Nederland heeft de minister thans nogmaals in ernstige studie doen ne men. Visscherij. Een plan voor het verleenen van steun aan noodlijdende visschers is in ver ge vorderden staat van voorbereiding. Dit plan omvat ook het verleenen van steun voor het aankoopen van het noodige visch- want.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1