UIT DE RIJNSTREEK
DONDERDAG 11 JUNI 1936
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 11
HET WOLGA-LIED
Wanneer op de Wolga de avond sche
mert en het laatste avondrood aan den ho
rizon verbleekt, vlammen, als glimwormpjes
op de ondiepten en bochten de signaal-
lichten op en hun lichtschijn glinstert
spookjesachtig over 't water. De oever
van den majestueuzen stroom en de uitge
strekte, schier oneindige vlakte hult zich
in 't donker en de sterren van den nacht
hemel spiegelen in de deinende golven.
Wanneer het op de Wolga nacht wordtf
ontwaken verleden, legende en sage en in
de Wolga-liederen zweven zij over de wa
teren. Van de voorbijsnellende stoomsche
pen en de zacht-voortglijdende vrachtboo
ten en vlotten weerklinken de gezangen en
verliezen zich in de verte.
De Wolga vertelt en haar wateren rui-
schen, zachtjes, mysterieus, en de golven
murmelen tegen zandige oevers en lispe
len in het riet hun woordeloos lied.
Het meest bekende lied in woorden ech
ter is dat van den Kozak Stenjka Rasin en
de Persische prinses. Men noemt het een
voudig het Wolga-lied.
Krijgsgevangenen, emigranten, Kozak -
kenkoren maakten 't heel de wereld bekend.
De held van het lied, Stepan Elinowitsch
Rasin of kortweg Stenjka Rasin, was een
Kozak. Kozakken zaten reeds in de 16e
eeuw aan den Dnjepr, aan den Don, aan de
Wolga, aan de Jaik of Oeralrivier; zij om
gaven als met een levenden grensmuur het
oude Moscovitische Czarenrijk, roofden en
streden met de naburige vreemde volkeren,
plunderden waren, karavanen, vischten
en jaagden in hun vrijen tijd op him rijke
jachtgronden.
De Kozakken waren vrije en onafhanke
lijke krijgers, zijn 1 iefden in hun nederzet
tingen, waren niemands onderdanen en
wilden ook v - een heerschappij van Mos-
cou niets weten. Alleen wanneer de Czaar
oorlog wilde voeren, wierf hij Kozakken
aan. Donkozakken streden tegen de Tarta
ren bij Kazan en Czaar Iwan de gestrenge,
schonk de Kozakken den „Stillen Don" tot
eeuwig eigendom en later onder Czaar
Michael Fedorowitsoh, kregen de Kozak
ken j aarlij ksche „giften", 2000 roebel, 40
X 25 pond graan, 50 emmers brandewijn,
40 pond kruit, 40 pond lood en 40 balen
doek. Maar de Kozakken waren gesteld op
him onafhankelijkheid en zelfstandigheid.
Aan de Don ontstond een Kozakkenstaat,
met eigen regeering en wetgeving en her
kiesbare leider of -legerataman, de Kozak
ken noemden zich een ^"er en bleven ^en
leger tot het Bolsjewisme aan deze eigen-
ao. "Ige krijgsformatie een einde maakte.
Een geweldige aantrekkingskracht oefen
de de Don uit op alle ontevreden elemen
ten van het orJ loscousche Rijk, waarde
belasting en de dienstpli:1-'. voortdurend
toenam en het hoorigheidsgevoel van den
eenvoudigen man voortdurend in rechte
loosheid, slavernij en lijfeigenschap veran
derde. Naar de Don vluchtte wie zich aan
de ontrechting, di belastingplichten, den
dienst of het gerecht onttrekken wilde; de
Don nam iedereen op en leverde niemand
uit. Maar de Don gaf dezen onbekenden
varenden gezel geen recht, noch het kies
recht, noch een aandeel in de giften van den
blanken Czaar, zij moesten er zich met
eigen hand door het leven slaan. Uit deze
twijfelachtige en gure elementen werd een
soort Steppen- of Rivier-proletariaat ge
vormd, dat in de uitgestrekte steppen van
het Zuiden van Rusland of op de rivieren
rondwaarde, dat nu eens in bittere vijand
schap met Tartaren of andere vreemde vol
keren leefde, dan weer het leven van
struikroovers en piraten leidde. Men noem
de dit eigenaardig proletariaat „Golytjba'
„naakte troep", het was een troep avontu
riers, een troep brutale en wilde vagebon
den.
Tot deze bende behoort ook Stenjka Ra
sin. Even stormachtig bewogen als de tijd
was ook het leven van dezen avonturier.
Stenjka Rasin's revolutionnaire carrière
verliep in korte étappen; de roover, vloot-
piraat en oproerling bracht het in korten
tijd tot gevreesden en gevaarlijken aan
voerder van een geweldig oproerige bewe
ging, die heel het groote Wolgagebied om
vatte. Het was de eerste groote boerenop
stand in Rusland, dien Stenjka Rasin ont
ketende.
Rasin's eerste rooftochten golden de wel
gestelde Kozakken aan de Don, met rijken
buit en een talrijke bende zette hij op de
Wolga over en ondernam de gewaagde en
koene tochten langs de kusten van de Kas
pische Zee, die onmetelijken buit en krijgs
roem opleverde. Een Persisch leger had
Rasin overwonnen, den zoon van den
vijandigen legeraanvoerder, prins Schabijn,
en zijn zuster, de prinses, gevangen geno
men. De Kozakken vierden feestelijk him
terugkeer.
In Astrakan werd vooreerst een gedeelte
van den buit van de hand gedaan. Naar de
kroniek meldt, kocht een Hollander een
gouden ketting van 3 meter lengte, met
edelsteen en voor 40 roebel; op de Wolga
hield Rasin z'n overwinningfeesten en
drinkgelagen.
Dag aan dag tafelden en brasten de Ko
zakken.
Met eenige flesschen brandewijn hadden
zich ook twee Duitsche scheepstimmerlui
ingekocht. Zij waren getuige van de episo
de, die in het Wolgagebied vereeuwigd is.
Stenjka Rasin, in feestdos, aan zijn zijde
de prinses, omgeven door zijn getrouwen,
zit bij een overvloedig maal op zijn schip.
In dronken overmoed staat Rasin op en
spreekt tot de Wolga:
„Wolga, Wolga, gij machtige stroom, gij
mijn moedergij gaaft mij goud en zil
ver en rijkdom.Als een moeder en een
vader hebt gij mij met rijkdom en eer over
laden. Maar ik heb u nog niet gedankt.
Ontvang dan mijn dank!"
Met een kreet grijpt Stenjka Rasin de
prinses en wierp haar in de Wolga.
Een jaar later gebiedt Rasin over een
groot leger, dat tegen de Wojwoden van
den Czaar strijdt. Van Astrakan tot Sa
mara is het land in fel oproer. Rasin heeft
de boeren tegen de Bojaren, de grondbezit
ters en rijken en kooplui opgehitst. Rasin's
revolutionaire idee is nog een grof getim
merde ruwbouw, maar zijn parolen en zijn
revolutionaire taktiek blijven.... zij her
halen zich opnieuw in de opstanden van
Pugatschow en.... Lenin. Stenjka Rasin
was de leermeester van den gewapenden
opstand, hü stelde hem in het teeken van
den klassenstrijd en de vernietiging van de
„klassevijanden" de Bojaren, grondbezitters
en kooplui, de bourgoisie.
Lenin's slagwoorden „Rooft het geroof
de" of „Vrede aan de hutten oorlog aan
de paleizen" voeren tot Stenjka Rasin te
rug. Rasin was om zoo te zeggen de eerste
Bolsjewiek. Hij stierf als Christen.
Vorst Jurij Barjatinski trad Rasin met
een leger tegemoet, de eerste geregelde
troepen in Rusland, Duitsche ruiters, dra
gonders en musketiers, die in het buiten
land geworven waren. Bij Simbirsk werd
Rasin verslagen, hij vluchte naar de Don
en werd door de oude Donkozakken aan
den Czaar uitgeleverd.
Op het „schoone Plein" in Moscou, dat
tegenwoordig het „Roode Plein" heet, waar
thans het Mausoleum van Lenin staat, werd
Rasin terechtgesteld. Op het schavot boog
hij naar alle richtingen en sprak luide tot
het volk een „Vergeef mij"; hij keerde zich
naar de kathedraal van Wassily .Blaschen-
sn maakte rouwmoedig het Kruistee-
ken.
Zacht, geheimzinnig ruischen de golven
van de Wolgakoele nachtwind lief
koost den stroom.Ver.verwaar
in het donkere van den nacht de lichten van
een scheepje over het water schemeren,
klinkt wegstervend een lied. Het Wolga-
lied van den Kozak Stenjka Rasin en de
prinses.
HAZERSWOUDE.
Laatste vergadering plaatselijk
Crisis-comité.
Maandagavond werd in het Raadhuis de
laatste vergadering gehouden van hel
plaatselijk Crisis-comité, onder leiding van
den voorzitter, den heer A. Warnaar. Te
genwoordig waren alle leden, uitgenomen
de heeren A. J. de Jong en R. van Vliet.
De voorzitter opent de vergadering, heet
allen welkom en verheugt zich in 't bijzon
der over de aanwezigheid van den oud
voorzitter van het Comité, den heer J. van
der Meulen. De secretaris, de heer B. den
Braver, leest de notulen der vorige ver
gadering, die onder dank werden goedge
keurd. Ingekomen is een schrijven van den
heer IJ. de Bruijn, waarin dank wordt be
tuigd voor de ontvangen opdrachten tot le
vering van goederen aan het Comité.
Schrijven van het Nat. Crisis-Comité, waar
in dank wordt gebracht voor de goede sa
menwerking. Enkele ingekomen aanvragen
om hulpverleening in natura worden inge
willigd.
Namens de commissie voor onderzoek
wordt door den heer Joh. Plaisier rapport
uitgebracht van boeken en bescheiden van
den penningmeester. Alles was accuraat in
orde bevonden. De voorzitter brengt pen
ningmeester en commissie een woord van
dank voor hun werk, deelt mede, dat de kas
sloot met een nadeelig slot van 9.12
en dat nog een rekening, die moet worden
voldaan, is te wachten. Hierop volgt mede-
deeling van de goederen, die nog voorra
dig zijn. Besloten wordt deze over te dra
gen aan het Comité B, tegen vergoeding
van het nadeelig saldo. Aan de orde komt
nu de instelling van een commissie voor
bijzondere steun in noodzakelijke gevallen.
De voorzitter geeft een nadere uiteenzet
ting van de werkzaamheden, die door deze
commissie zullen moeten worden verricht.
Het zal gewenscht zijn, dat de commissie
over eenige middelen beschikt, waartoe
noodig zal zijn minstens éénmaal per jaar
een geldinzameling te houden bij de inge
zetenen der gemeente, om in die bijzondere
gevallen hulp te kunnen verleenen. De
heer Joh. Plaisier zegt zich voor dezen ar
beid niet meer beschikbaar te zullen stel
len, waarbij de heer C. Oppelaar zich aan
sluit. De heer C. de Boer acht het doel
waartoe de commissie wordt samengesteld
goed, daar ongetwijfeld uitstekend werk zal
kunnen worden verricht. Het terrein van
de commissie is echter zeer beperkt gewor
den, daar slechts zeer bijzondere gevallen
hiervoor in aanmerking zullen "komen. Na
dat de voorzitter heeft gewezen op de ge
ringe werkzaamheden aan het lidmaatschap
verbonden, concludeert hij met genoegen,
dat allen, op een enkele na, zich weer voor
dit werk beschikbaar willen stellen. De
voorzitter stelt thans vast, dat we aan 't
eind zijn gekomen van de werkzaamheden
van het plaatselijk Crisis-comité. Van De
cember 1931 af heeft zij bestaan. Jammer
is het, zegt de voorzitter, dat niet gezegd
kan worden, dat ook thans de crisis voor
bij is, dat nog een commissie noodig is voor
bijzondere nooden. God geve echter, dat in
't algemeen, en in 't bijzonder voor deze
gemeente betere dagen mogen aanbreken.
Er is reden tot dank voor hetgeen in deze
jaren tot leniging van de crisisnood kon
worden gedaan door de leden van het plaat
selijk Comité, dat op enkele uitzonderin
gen na, nog uit dezelfde personen bestaat
als bij de oprichting. De eerste geldinzame
ling bedroeg ƒ829.en de laatste 78.
In totaal is uitgedeeld een bedrag van
4971.buiten hetgeen in natura is ont
vangen en uitgereikt, wat nog zeer belang
rijk is geweest. Hierbij moet bovendien
gerekend worden met hetgeen door het Co
mité B is verstrekt aan steuntrekkende
werkloozen, dat ook nog een bedrag van
1600 bedraagt. De voorzitter bedankt allen
voor den arbeid in al die jaren verricht,
met hartelijke bewoordingen en verheugt
zich te mogen vaststellen, dat altijd een
zeer goede samenwerking heeft bestaan, en
spreekt daarbij den wensch uit, dat onder
Gods zegen spoedig een betere tijd moge
aanbreken. Hierop had de uitreiking plaats
van de herinneringsmedailles, die door het
Nat. Crisis-comité waren beschikbaar ge
steld. In de eerste plaats is door den voor
zitter daarvoor voorgedragen de oud-voor
zitter van het Comité, de heer J. van der
Meulen, die destijds het Comité heeft op
gericht. Met hartelij ken dank voor hetgeen
door hen voor het Crisis-comité werd ver
richt reikte daarop de voorzitter de me
daille uit aan dén oud-voorzitter, den heer
J. van der Meulen, den secretaris, den heer
B. den Braver, den penningmeester, den
heer A. Heesterman, alsmede aan den heer
P. Boer, secretaris van het B.-comité, ter
wijl het Nat. Comité heeft bepaald, dat de
voorzitter een medaille zal ontvangen, zoo
dat de uitreiking daarvan achterwege kon
blijven. Het spijt den voorzitter, dat nog
geen twee medailles beschikbaar waren,
die hij gaarne de heeren P. J. Kerkvliet en
C. de Boer had aangeboden, die naast hun
gewone werk als lid van het Comité, op zoo
uitstekende wijze het magazijn hebben be
heerd. De heer J. van der Meulen dankt
voor de ontvangen uitnoodiging en zegt
zeer aangenaam te zijn verrast met deze
gedachtenis-penning. Het verheugt hem nog
eens in deze vergadering tegenwoordig te
kunnen zijn, waarin altijd een zeer goede
geest heerschte. Na gewezen te hebben op
de aansluiting bij het Nat. Crisis-comité en
hetgeen daarvan genoten is, alsmede op de
inzameling en uitdeeling, gedragen klee
ding enz. spreekt hij zijn dank uit voor de
aangename samenwerking, mede ook met
den secretaris, den heer B. den Braver, die
hem vaak tot groote steun is geweest bij
het vele werk voor het comité dat moest
worden gedaan. Alleen is het jammer, dal
de moeilijkheden nog geen einde hebben
genomen, moge God spoedig betere tijden
doen aanbreken. De heer C. de Boer herin
nert aan de prettige en aangename samen
werking in het plaatselijk Crisis-comité.
Van onze gemeente zijn belangrijke bedra
gen binnengekomen, en met genoegen mag
worden geconstateerd, dat alle voorkomen
de zaken onpartijdig en zeer correct wer
den behandeld. Met allen dank aan onzen
voorzitter en oud-voorzitter waarop zij de
besprekingen wisten te leiden in de goede
banen, maar ook dank aan den secretaris,
den penningmeester en de leden.
De heer D. de Bruijn dankt den voorzit
ter voor de uitnemende wijze waarop door
hem de vergaderingen werden geleid. Be
sloten werd hetgeen nog in het magazijn
aanwezig is beschikbaar te stellen aan het
B-Comité. De heer J. Pels brengt een woord
van dank aan de ingezetenen der gemeente,
die de middelen hebben verstrekt aan het
Nat. Comité voor de goederen in natura,
en aan den voorzitter en oud-voorzitter
voor hetgeen door hen werd gedaan. De
heer Th. van der Ven dankt namens dage
nen die van het comité steun hebben ge
noten, en wijst er op, dat steeds op beslist
onpartijdige wijze door allen de ingekomen
aanvragen werden behandeld, wat door
hem op zeer hoogen prijs wordt gesteld. De
heer A. Heesterman toont zich zeer erken
telijk voor de medaille, die hij ontving, en
brengt daarvoor zijn dank. De heer B. den
Braver uit woorden van dank tot den voor
zitter, den oud-voorzitter en de leden
voor de aangename samenwerking bij het
vaak moeilijke en veelomvattend werk, dat
moest worden verricht, en tevens voor de
herinneringsmedaille hem verleend. De
heer P. Boer betuigt zijn erkentelijkheid
voor hetgeen door het B-Comité is ontvan
gen en voor de onderscheiding hem ge
schonken. De heer C. A. van Dam is van
meening, dat hü zich maar een klein ge
deelte van de lof, die het Comité werd ge
bracht, mag toeëigenen, en zegt ten volle
overtuigd te zijn gewerden van de zeer
correcte wijze waarop hulp aan de aanvra
gers werd verleend, en spreekt zijn beste
wenschen uit voor de toekomst.
Nadat door den secretaris, den heer B.
den Braver, de notulen zijn gelezen van
deze laatste vergadering, die onder dank
werden goedgekeurd, sloot de voorzitter
met woorden van hartelijken üank voor de
belangloozen arbeid door de leden van het
Comité gedurende eenige jaren verricht
voor hen, die zoo zeer hulp behoefden, deze
laatste vergadering.
Propaganda voor zuïvelgebruik. Woens
dagmiddag had in het gymnastieklokaal
der Chr. School de opening plaats van de
zuivel- kook-demonstratie. Het ruime lo
kaal was bijna geheel bezet, in 't bijzonder
met dames, toen de voorzitter van de
commissie, burgemeester Warnaar, een
openingswoord sprak, waarin hij zijn vol
doening uitsprak, dat zoo velen aan de uit
noodiging tot bijwoning dezer samenkomst
hadden gehoor gegeven. De groote betee-
kenis en het nut van de zuivel-kookde-
monstratie werd op duidelijke wijze naar
voren gebracht. Daarop werd het woord
gevoerd door dr. Vlaanderen, van Koude
kerk, die een uiteenzetting gaf van de
voedingswaarde van melk en kaas. Gewe
zen werd er op, hoe melk alle stoffen be
vat welke het menschelijk lichaam noo
dig heeft, en aangetoond werd hoeveel per
centage aan eiwit-vetten, meel- en koolhy
draten, zoutsoffen, vitaminen enz. de melk
bevat. Spreker spoorde aan van kaas een
veelvuldig gebruik te maken en deelde me
de tot volvette kaar 20 pet. eiwit bevat. Als
tweede voedingsmiddel werd vet genoemd,
en spreker zou gaarne daarvoor aanbevelen
het botergebruik dat 84 pet. vet bevat,
maar dat helaas voor velen te duur is voor
gebruik. Daarop veriereeg de heer Most het
woord, die er op wees, dat het gewenscht
as, nu voor den uitvoer van onze zuivelpro-
GEMEENTERAAD VAN WOÜBRUGGE
De Raad dezer gemeente kwam j.l.
Woensdag in openbare vergadering ten ge
meentehuize bijeen, onder voorzitterschap
van den heer H. B. N. Mumsen, burgemees
ter.
De notulen der vorige vergadering wor
den door den secretaris voorgelezen en on
veranderd goedgekeurd.
Nadat, naar aanleiding van de voorgele
zen notulen enkele vragen door den voor
zitter worden beantwoord, werden enkele
ingekomen stukken voor kennisgeving aan
genomen.
Een verzoek om verlaging der waterlei-
dinggelden en ontheffing van gadegelden
worden niet ingewilligd.
In verband met enkele ingekomen recla
mes hondenbelasting besluit de Raad de
honden in te deelen in de tweede klasse.
B. en W. stellen voor enkele perceelen
te Hoogmade onbewoonbaar te verklaren,
met last tot ontruiming.
Z.h.st. kan de Raad er zich mede vereeni
gen, dat de woning B297 onbewoonbaar
verklaard wordt.
De woningen B. 191-192 zullen evenwel
binnen korten tijd afgebroken worden,
zoodat onbewoonbaarverklaring niet be
hoeft plaats te hébben.
Besloten wordt deze zaak aan te houden.
Ten aanzien van de woningen B 260 tm.
263 merkt wethouder Lieverse op, dat hij
in de vergadering van B. en W. aangedron
gen heeft op het aanbrengen van verbete
ringen. Het mag-aardig lijken om tot on
bewoonbaarverklaring over te gaan, aan
den anderen kant moet rekening gehouden
worden met het feit, dat geen woningen te
verkrijgen zijn te Hoogmade. Nu de eige
naar voornemens is verbeteringen aan te
brengen, moet men eerst dit middel te
baat nemen.
Wethouder v. d. Nagel zegt, dat beide
wethouders voor verbetering zijn, doch dat
de inspecteur voor de volksgezondheid ad
viseert tot onbewoonbaarverklaring over te
gaan.
De heer Donker vraagt of deze inspecteur
uit zichzelf woningen aanwijst of dat zulks
op een andere wijze geschiedt. (Wethouder
v. d. Nagel: „Op verzoek is hij gekomen.")
Met algemeene stemmen wordt besloten
den eigenaar in de gelegenheid te stellen
verbeteringen aan te brengen.
Aan een ingezetene wordt restitutie ver
leend van ten onrechte over de jaren 1931
tot en met 1935 betaalde grondbelasting.
De voorzitter zegt, dat van een inwoner een
woning is overgenomen, waarbij bedongen
is dat de zakelijke lasten door de gemeen
te betaald moeten worden. De aanslag,
staande ten name van den bewoner-ge
bruiker, is door dezen steeds betaald, het
geen niet juist is gebleken.
De heer Boot dringt op een spoedige be
taling aan, hetgeen de voorzitter niet kan
toezeggen, aangezien eerst de begrootings-
wijziging moet zijn goedgekeurd.
Z. h.. st. gaat de Raad met. het voorstel
van B. en W. accoord om het bedrag te
rug te betalen.
In verband met een verleende concessie
tot distribueering van radio-uitzendingen
hebben B. en W. een verordening ontwor
pen op het hebben van draden boven of
onder den openbaren weg. Volgens de be
palingen van de gemeentwet, aldus de
voorzitter, moet een belastingverordening
worden vastgesteld. Voorgesteld wordt een
minimumtarief te bepalen van 25 en
overigens een bedrag per strekkende M.
te doen betalen. Z.h.st. wordt hiertoe be
sloten.
Met algemeene stemmen wordt besloten
met de gemeente Alkemade een gemeen
schappelijke regeling aan te gaan inzake
hulpverleening bij brand in den Zuidhoek
van Roelofarendsveen, behoorende tot de
ze gemeente.
De water- en lichltarieven.
B. en W. stellen hierna aan de orde de
wijziging in de tarieven van het G.W.B.
De secretaris leest het rapport der be
drijven commissie voor.
De heer Boot dankt de commissie voor
het uitvoerige rapport. Spr. juicht het toe,
dat B. en W. zich op het standpunt stellen,
dat overal watermeters geplaatst moeten
worden. Voor enkele jaren heeft het be
drijf deze zaak reeds ter hand genomen en
met succes doorgevoerd. De bedoeling was
toen evenwel om deze meters te gebrui
ken als controle op het verbruik door de
in de klassen 1 en 2 ingedeelde perceelen.
Nu willen B. en W. echter meterhuur gaan
heffen enwel 0.50 per drie maanden,
ducten de afzet naar het buitenland zeer
beperkt is dat wij in ons eigen land daarvan
oneer en beter zulen profiteeren. Verder
werd door spreker met nadruk er op ge
wezen zooveel mogelijk gebruik te maken
van melkbrood, hetgeen een uitstekend
voedingsmiddel is, en verre te prefereer en
boven waterbrood, waarvan men voor den
oorlog nooit hoorde. Aan het slot van zijn
betoog bracht spreker een woord van war
men dank aan den burgemeester, den heer
A. Warnaar, die zich zoo spontaan voor de
demonstratie had geinteresseerd en mede
werking had verleend, wat op zeer hoogen
prijs wordt gesteld. Hierop werd door me
vrouw van Vollenhoven, oud-directrice van
de huishoudschool te Alphen aan den Rijn,
in duidelijke bewoordingen een en ander
nog nader toegelicht, waarop werd aange
vangen met de kookdemonstratie, waarvan
de resultaten blijkbaar nog al in den smaak
vielen, daar velen der aanwezigen gebruik
maakten van een gratis proefje dat werd
aangeboden. Voor reclame van deze zaak
hadden enkele bakkers alhier zorg gedra
gen, door achter in de zaal een keurige
stand te plaatsen, waarin melkbrood, kren
tenbrood en heerlijke gebakjes waren ten
toongesteld, waarop een blik gericht vol
doende was de aanwezigen te doen water
tanden. Woensdagavond en Donderdag
was er ook gelegenheid de demonstratie
bij te wonen.
hetgeen neerkomt op verhooging van uit
gaven voor de armere gezinnen. Dit vindt
spr. niet billijk en spr. kan hieraan zijn
stem niet geven. Uit het rapport blijkt, dat
de meergegoeden wel een tariefsverlaging
hebben, doch de minder gegoeden niet, dit
noemt spr. schrijnend. Liever ziet spr. dan
ook handhaving der bestaande tarieven. De
levering aan derden, welke reeds onder de
oude verordening verboden was, doch nu
zoodanig geregeld is, dat deze verkoop,
met toestemming van B. en W. over een
aparten meter kan plaats hebben tegen
0.50 per M.3 heeft spr.'s instemming
geenszins. Er zijn in deze gemeente bedrij
ven, die water moeten geven teneinde
klandizie te kunnen verkrijgen. Indien de
ze verkoop over den meter plaats heeft en
voor het meerverbruik een bepaald bedrag
wordt betaald, kan hiertegen niets gedaan
worden.
Spr. vraagt B. en W., of dit college zich
wel rekenschap heeft gegeven van de ge
wijzigde hurwaarden? Deze nadere vast
stelling door B. en W. zou wel eens nadee
lig kunnen worden voor het bedrijf.
Wethouder Lieverse zegt, dat hij met het
algeheele verbod van water niet geheel ac
coord kan gaan. Voorheen werd getolereerd
dat achteraf wonende menschen water uit
de leiding konden halen, vooral ter voor
koming van ziekten als typhus, e.d. Dit
verbruik moet niet belemmerd worden,
want dat zou de gemeente op grootere kos
ten jagen.
De heer Anker vindt de meterhuur te
hoog, mede in verband met den aankoop
der meters.
Wethouder v. d. Nagel voelt wel voor het
voorstel-Boot, doch de heer van Ruiten zegt
dat, indien armlastigen niet kunnen beta
len, dit op andere wijze gevonden moet
worden. Deze menschen zijn niet gebaat
met een kleine verlaging van watergeld.
De steun moet vor deze categorie men
schen nader en beter bekeken worden. En
zoo dat niet mogelijk is dan moet op andere
wijze bijgesprongen worden.
Het voorstel-Boot, om de waterverkoop
aan anderen, mits met vergunning van B.
en W., over den gewonen meter te laten
loopen wordt voldoende ondersteund en,
in stemming gebracht, met 6 stemmen aan
genomen. Tegen stemt de heer Donker.
Het voorstel-Boot om den prijs van het
meer-verbruik dezer perceelen te stellen op
0.50, wordt, nadat B. en W. het tarief na
der hebben bepaald op 0.40, met 5 stem
men aangenomen. Tegen stemmen de hee
ren Donker en Anker.
Het voorstel om on- en minvermogenden
geen meterhuur te doen betalen wordt ver
worpen met 4 stemmen. Tegen stemt de
heer Boot, de heer Anker onthoudt zich
van stemmen.
Het rapport wordit hierna z.h.s. aangeno
men.
Bij het rapoprt-G. E. B. vraagt de heer
Anker op welke wijze de z.g. buitenlichten
worden verwerkt in het vastrecht.
De voorzitter zegt, dat, indien zulk een
lamp dient voor een bedrijf het vastrecht-
tarief wordt berekend voor stallen, in an
dere gevallen valt 't onder het huistarief.
Het rapport wordt hierna z.h.st. aangeno
men.
In verband met deze wijzigingen worden
de verordeningen op de levering -van elec-
triciteit en water gewijzigd.
De voorzitter zegt, dat de reserve van het
G.E.B. thans 16380 bedraagt. Teneinde de
lagere opbrengst, welke de tariefswijziging
met zich brengt, te kunnen nivelleeren,
stellen B. en W. voor de rente niet meer
aan de reserve toe te voegen, doch te bren
gen, voor zoover althans de reserve rente-
gevend is belegd, ten bate der exploitatie.
Met algemeene stemmen gaat de Raad
hiermede accoord.
In verband met de uitvoering der bevol
kingsvoorschriften moet, volgens artikel
104 en 105 dier voorschriften door den
Raad een bedrag bepaald worden voor het
verstrekken van inlichtingen uit de bevol
king.
Wijziging der legesverordening moet hier
voor plaats hébben.
Met algemeene stemmen worden deze
wijzigingen aangebracht.
Een voorstel van B. en W. om een vrij
gekomen gemeentelijke woning te bestem
men voor ambtswoning voor het hoofd der
o.l. school te Woubrugge ontlokt eenige
discussie. Het voorstel wordt aangenomen
met 4 stemmen. Tegen stemt de heer v.
Ruiten, terwijl de heeren Boot en Donker
zich van stemming onthouden.
De voorzitter leest een rapport voor van
de Zuid-Holl. Brandweerbond betreffende
den nieuw aan te koopen brandspuit.
Aangezien de spuit niet voldoet aan de ge
stelde eischen wordt met algemeene stem
men besloten deze spuit niet te koopen en
zoo vlug mogelijk terug te zenden.
Besloten wordt om de gemeentelijke los-
en laadplaats te verbeteren. Vele leden zijn
niet te spreken over de wijze, waarop deze
zaak is behandeld. De heer Donker vraagt
den secretaris de notulen voor te lezen uit
vorige vergaderingen. Hieruit blijkt, vol
gens spr. duidelijk wat de Raad gewild
heeft.
De heer Brouwer, gemeente-opzichter,
geeft een nadere uiteenzetting van de zaak
en adviseert op een goedkoope wijze de
noodige verbeteringen aan te brengen.
Z.hs. wordt hiertoe besloten.
Bij de rondvraag dringt de heer van
Ruiten er op aan, dat de ondersteuning van
het Burgerlijk Armbestuur in natura ge
schiedt, hetgeen de voorzitter toezegt.
De heer Anker vraagt waarom de con
sumptie voor de raadsleden niet meer door
den hotelhouder ter plaatse geschiedt. De
voorzitter zegt, dat hierover een onderhoud
met den hotelhouder heeft plaats gehad,
die evenwel van geen verlaging der prijzen
weten wilde. Spr. is toen genoodzaakt op
een andere goedkoopere wijze hierin te
voorzien.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de
voorziter de vergadering.