KATHOLIEKE ARBEIDERS DEMONSTREEREN DINSDAG 2 JUNI 1936 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 Prachtig geslaagde meeting te Oegstgeest Jaar na jaar komen met Pinksteren de Katholieke arbeiders van het District Lei den bijeen om gezamenlijk te bemeditee- ren de zendbrieven door de Pausen gewijd aan het sociale en economische vraagstuk brieven, die een blijde boodschap in houden, voor allen, wien het heil der menschelijke samenleving ten harte gaat. Den eenen keer „lukt" deze meditatie beter dan de andere. Er scheen een ver slapping in het bezoek en een verstarring in het programma binnen te sluipen. Maar de Encycliek-meeting, welke gisteren te Oegstgeest is gehouden heeft alle. zwart- galligen en pessimisten in het ongelijk ge steld. Deze meeting was een echte Pink ster-meeting, vol fleur en leven, een mid dag van geestelijke bezinking zonder veel oratorisch bombarie. Het bezoek was veel en veel grooter dan andere jaren. Alle afdeelingen van het district hadden flinke groepen afgevaar digd, zoodat de mooie St. Willibrorduskerk van deur tot altaar met meeting-gangers gevuld was, toen de weleerw. heer C. J. Roest, kapelaan der parochie, in een pittige korte preek het wachtwoord van dezen middag uitgaf. Het wachtwoord van dezen middag. De predikant had tot tekst gekozen Hand. I, 18: Gij zult kracht ontvangen van den H. Geest, die over u zal komen. Aanstonds zult gij, aldus spr., met ont plooide banieren en vanen door Oegstgeest heen trekken en getuigenis afleggen van Uw H. Geloof en uwe aanhankelijkheid aan Uwe kerkelijke overheid. Met vreugde begroet ik U op dezen dag op de eerste plaats hier hij Christus zelf in Zijn H. Sacrament en ik wil trachten U enkele gedachten mede te geven om van hier uit gesterkt uwe beginselen na dezen dag in uw eigen omgeving verder uit te dragen. Daartoe wil ik u herinneren aan twee vermaningen, die paus Benedictus XV in zijn encycliek van Nov. 1914 aan de wereld gaf. Vooreerst: wanneer onze actie voor vrede en rust in de wereld wil terug keeren zul len wij moeten beginnen bij een verbete ring in ons zelf en wel door de vermeerde ring en verdieping van liefde. In ons persoonlijk leven moet die band van liefde met God zoo sterk mogelijk ge maakt worden, opdat ons leven zoo vol komen mogelijk beantwoordt aan hetgeen God ervan verwacht. Echter ook het open bare leven moét een'afstraling zijn van deze liefde tot den Schepper. En pas dan zal dit openbare leven goed zijn wanneer in alles deze liefde tot God in de wereldordening zoo schoon" mogelijk naar. voren komt. Op de tweede plaats vraag ik U, aldus spr., in antwoord op het vermanend woord van onzen H. Vader, vast te houden aan het door God gestelde en door den H. Geest geleide gezag. Hoezeer dit van belang is ■blijkt wel hieruit, dat nog zoo pas publiek werd bekend gemaakt hoe er hier en daar mannen werden gevonden, diie na het ver bod van onze bisschoppen openlijk blijk gaven zich niet te willen onderwerpen en liever hun eigen menschelijke inzichten te willen volgen dan Christus woord. Wie gehoorzaam is aan de Bisschoppen. En toch sprak Pius X zich in dit opzicht zoo duidelijk uit in een allocutie tot de Ne- derlandsche pelgrims in Mei 1923: „Wie ge hoorzaam is aan de bisschoppen is gehoor zaam aan de paus; wie gehoorzaam is aan den paus is gehoorzaam aan Jesus Chris tus" en dat wordt misschien te gemakkelijk vergeten, dat zij, die bpven ons gesteld zijn met de volle verantwoordelijkheid door ons moeten gezien worden als Christus zelve, die door Zijn plaatsbekleeders op aarde ons positief geleidt naar ons eeuwig einddoel en negatief ons beschermt tegen dwalingen, die noodlottig zijn voor ons geloof en het geheele geloovige volk. Besloten met een Lof in de open lucht Willen wij daadwerkelijk medewerken aan het herstel in Christus houdt dan vast aan het gezag zoowel wereldlijk, als tijdelijk dat krachtens Gods recht ons be stuurt. Wie hier in het aanschijn Gods deze twee punten overdenkt en daarin bij Christus zelf zijn hernieuwde voornemens maakt zal veel met dezen dag gewonnen hebben, voor hem is het rondtrekken aan stonds door Oegstgeest niet alleen een uiterlijk vlagvertoon maar het uitdragen van de gevoelens en voornemens, die hij hier maakte en die ieder voor zich voor zijn deel in zijn omgeving zal trachten uit te dragen. Echter zullen velen zeggen: wat zal er nu van ons kleine groep kunnen uitgaan. Zeker, wij zijn hier met velen, maar wat beteekent het op de vele duizenden uit wier midden wij gekomen zijn. Spr. wil dan herinneren aan wat geschreven staat in het boek der Rechters, hoe Gedeon met een troep van 300 mannen, het leger der Madianieten versloeg. Met deze kleine „Gedeon-bende" werd opgetrokken in den eenen hand een bazuin in den anderen hand een brandende fakkel. Door deze kleine maar dappere bende liet God Israël de geheele overwinning be halen. Zie, dat wil ik u zeggen, aldus spr., wanneer ge dreigt kleingeestig te zijn. Weest wanneer ge heengaat naar uwe plaatsen in uw strijd een Gedeon-bende, klein maar tot strijd paraat. Draagt in uw eenen hand de bazuin van uw H. Geloof, waarvoor ge u niet zult schamen maar dat gij in woord en daad zult verkondigen waar en met wie ge ook moogt zijn; in de andere hand de brandende fakkel van uw liefde, liefde jegens God, getoond ook door uwe liefde jegens den evenmensch. Als wij zoo willen strijden zal ook in dezen strijd God voor u de overwinning op den vijand bevechten. De Optocht. Na deze toespraak trokken de honder den getrouwen „met vliegend vaandel en slaande trom" door de groene dreven van Oegstgeest. Vroolijk schetterden de mu ziekkorpsen in de blauwe, met zegevieren de wolken beplekte lucht; zij schetterden de slaap-stille parken wakker en riepen de aarzelenden mede op naar het meeting terrein. Toen geheel Oegstgeest willens of onwil lens, ervan kennis had genomen, dat de Katholieke arbeiders dezen middag een meeting hielden, verzamelden allen zich De weleerw. Heer Henri de Greeve in het vuur zijner rede. op het sportterrein by de kerk, rond de nog ledige troon, waarop straks niet een purperen prelaat, niet de bisschop, niet de paus, maar Christus-zelve plaats zou nemen. Het terrein leende zich uitstekend voor een meeting. Door luidsprekers was zorg gedragen, dat de uit te spreken redevoe ringen door een ieder verstaan konden worden. Op het terrein. De voorzitter der afd. Oegstgeest van den R. K. Volksbond, de heer Dofferhof, verwelkomde alle meeting-gangers, in het bijzonder de geestelijkheid, de sprekers, de leden van Kerk- en Armbestuur en de Katholieke raadsleden. Spr. herinnerde eraan, dat het achttien jaar geleden is, dat in deze parochie een encycliek-mee ting is gehouden. Veel is sindsdien veran derd en verbeterd. Maar ook en juist in dezen tijd is het noodig van ons streven blijk te geven. In de moeilijke omstandig heden, waarin wij heden-ten-dage verkee- ren wekte spreker op tot trouw aan de Katholieke Arbeidersbeweging. Laat ieder van deze meeting huiswaarts keeren met het vaste voornemen te zijn: Katholieke mannen en vrouwen van de daad. Het woord werd daarna verleend aan den zeereerw. heer H. de Greeve, die zou behandelen het onderwerp: „de Corpora tieve Maatschappij." REDE ZEEREERW. HEER H. DE GREEVE. Ter inleiding wees spr. op de groote waarde van de pauselijke encyclieken, en zijn eerste raad was deze: de encyclieken te lezen en te herlezen, en niet je mond ervan vol te hebben zonder ooit de zend brieven te bestudeeren. Willen de encyclieken hun frischheid be waren, dan moeten wij ze, bij de voort durende wisseling der maatschappelijke verhoudingen, telkens onder een nieuw ge zichtspunt bezien. Wij moeten eerbied hebben voor de en cyclieken, omdat zij een leiddraad zijn, ge geven door een gezanghebbende bron. Wij moeten de encyclieken lezen met verantwoordelijkheidsgevoel en er niet in bladeren als in een stuiversblaadje of een Nic Carter romannetje. Want in de ency clieken wordt ons geleerd, hoe wij moeten bouwen aan de toekomst. De inhoud der beide sociale encyclieken kunnen wij samenvatten in één woord: nieuwbouw. Dezen middag wilde spr. behandelen de plattegrond, de blauwteekening, zooals deze door de Pausen is gegeven voor een nieuwbouw der maatschappij. Is de „Rerum Novarum" daartoe niet voldoende? zal men vragen. Waarom verscheen de Quadragesimo Anno, terwijl de opdracht, in de Rerum Novarum gege ven, onuitputtelijk is? Hierop antwoordde spr., dat wij, Katholiekén, den invloed der encyclieken al te gemakkelijk overschatten. Het vergaderinggeschetter heeft aan deze overschatting niet weinig schuld. Wij mo gen ons echter niet ontveinzen, dat voor de meeste niet-Katholieken de Encyclieken niet veel meer zijn dan een artikel van den Paus over het socialevraagstuk een artikel waarvan de meesten boven dien geen kennis nemen. De verwachtingen; welke van de Rerum Novarum werden gekoesterd, beantwoor den niet aan de verwezenlijkte werkelijk heid. De hoofdzaken van de Rerum Nova rum zijn niet verwezenlijkt, namelijk de algemeene distributie van den eigen dom, economische zelfstandigheid en be staanszekerheid voor allen, is niet verwe zenlijkt. Bij dieper ingrijpen in de bestaande rechtsorde doen wij nog meer disillusies op. Van het herstel de$ maatschappij vol gens de leer van het Evangelie is heele- maal niets terecht gekomen. Voeg daarbij de onzekerheid over de richting, welke het moderne economische leven zou moeten inslaan; daarmede is de noodzakelijkheid van de verschijning der Quadragesimo Anno voldoende aange toond. Deze nieuwe encyclieken bewijzen weer, hoe de Pausen een open oog hebben voor j de materieele nooden der wereld. Men be- Foto Slegtenhorst. schouwt ons van niet-Katholieke zijde soms als onpractische kerkmusschen, die de menigte willen zoet houden met een kerkboek. De encyclieken, zoowel de Re rum Novarum als de Quadragesimo Anno leggen daarentegen alle nadruk op de economische vraagstukken. Men kan zeg gen, dat 90 pet. van de Q. A. is gewijd aan het broodvraagstuk. Indien het anders was, zou het ook dwaasheid zijn, omdat wij le- ven in een wereld, waarin alle menschen staan temidden van economische proble men. Nieuwbouw moet er komen; afbraak is er reeds! Onder nieuwbouw der maatschappij ver staat de Paus grootendeels behalve de verheffing der zeden, waaraan een afzon derlijk hoofdstuk is gewijd de verbe tering der economische toestanden. Uit het woord „nieuwbouw" blijkt, dat er voordien afbraak moe' zijn. Het ver leden heeft ons, in den letterlijken zin, met de stukken laten zitten. Sedert ander halve eeuw is er van organische opbouw in het geheel geen sprake geweest. De oorspronkelijke en natuurnoodzakelijke, door God gewilde wereldordening is ge weld aangedaan en gebroken door libera lisme en klassenstrijd. De liefde vindt hoogstens een plaatsje in wijsgeerige be spiegelingen; de vrede wordt verduisterd door wolken van gifgassen. De menschen staan in vechthouding te genover elkaar: de een om wat te krijgen, de ander om alles te houden. Wat wij be leven is geen crisis, maar een volslagen fiasco. Er is geen gezond organisme meer; de samenleving is als een warm geloopen motor. Laten wij ons nooit beroepen op onze organisaties. Deze zijn tot nu toe niet veel meer geweest dan „knokploegen" om be tere arbeidsvoorwaarden te verkrijgen. Onze vereenigingen hebben meer de socia le taak behartigd, dan de geestelijke. Er is meer gevochten, dan gebeden. Het mechaniek der maatschappij is ver kracht. De vraag is nu: hoe zullen we de klassen-tegenstellingen opheffen. Daartoe wordt in de Quadragesimo Anno een nieuw beginsel aangegeven, een zeer diepzinnige wet, die eigenlijk niet nieuw maar lang vergeten was. Er moeten komen organen beroepsstanden of bedrijfschap pen genoemd welke gevormd worden door allen, die een bepaalde functie in het product e-<proces vervullen. Het genoem de beginsel van Q. A. nu is, dat men een klein orgaan, dat moet laten doen, wat het kan doen, en dat een grooter orgaan die taak niet moet overnemen. Spr. vergeleek hierbij de maatschappij met het mensche- lijk lichaam, ^waarin ook ieder orgaan zijn eigen functie heeft en toch samen werkt met de andere organen tot het al gemeen welzijn van het geheele lichaam. Dit beginsel van Q. A. sluit uit een overdreven staatsbemoeiing en verwerpt het verschrikkelijk monster van de totale staat, waarin niemand iets, maar de staat alles kan. 3/4 maat van het algemeen belang. De bedoelde bedrijfschappen zouden na tuurlijk ook eigen belangen kunnen gaan najagen. Zij moeten zich echter, onder hooger toezicht, waarbij ook de staat een woordje heeft mee te spreken, aanpassen aan een juiste goederenproductie, evenre- verlossing van de arbeiders uit het prole tariaat, d. w. z. uit de staat van bezitloos heid. De wensch van de R. N.: een meer dig aan de behoeften en zij moeten geza- melijk het algemeen welzijn bestreven. Het verschil tusschen onze corporatie ve maatschappij-vorm en de bestaande samenleving is dit, dat thans ieder zijn eigen belang behartigt zonder rekening te houden met de belangen van andei"en. Als wij de nieuwbouw der maatschappij volgens de richtlijnen van Quadragesimo Anno kunnen verwezenlijken, dan zullen wij hebben afgerekend met de klassen strijd, met de opvatting dat arbeidskracht koopwaar is en met de geheimzinnige despotische economische heerschappij van weinigen. De maat, waarop de nieuwe samenle ving klopt, zal zijn het algemeen belang. Het algemeen welzijn zal de toets zijn, volgens welke de vaart der productie zal verlangzamen of versnellen. Het plan van Q. A. is een groot plan. Wij zijn de slachtoffers van het verleden. Of wij de nieuwe toekomst zullen zien, is een vraagteeken. Maar laten wij in ieder geval van die nieuwe, betere toekomst de pioniers zyn. Laten w ij in den grond krui pen, opdat onze kinderen op onze schou ders omhoog worden geheven naar een betere samenleving. Dan hebben wij een groot en goed werk verricht. REDE VAN DEN HEER H. M. KUIPER. Vervolgens sprak de heer H. M. Kuiper, lid van het Hoofdbestuur van het R, K. Werkliedenverbond, over de belangrijke taak van onze Katholieke Arbeidersbewe ging ter verwezenlijking van de Organi sche Maatschappij-gedachte. Spr. teekende de Kath. Arb. beweging in Nederland als een van de sociale bewe gingen, die het eerst en het best heeft be grepen, dat Leo XIII in „Rerum Nova- rum" heeft gewild. Onze gecentraliseerde, innerlijk gave ar beiders-beweging is in het verleden steeds geïnspireerd en gestuwd volgens de richt lijnen door den Paus van Rome gegeven. Zij heeft al haar krachten ingespannen om, in hoofdzaak op sociaal terrein, te werken aan een menschwaardige rechtspositie van de arbeiders, hun vrouwen en kinderen. Zij heeft de taak vervuld in het bedrijfs leven lijnrecht ingaande tegen den klassenstrijd-idee te ijveren voor het afsluiten van collectieve contracten en door het vas^eggen van een complex van arbeidsvoorwaarden, waardoor de levens omstandigheden voor de arbeiders zoo goed en dragelijk mogelijk worden gemaakt. Zij heeft de taak vervuld door in 't bedrijfs- Iang strijd, door krachtige en stuwende aandrang bij voortduring op de wettige overheid, op Regeering en Parlement. Dank zij de stuwkracht der Katholieke Arbeidersbeweging en dank zij ook de medewerking van tal van Christen Staats lieden, kan ons land bogen op een samen stel van sociale verzekering en arbeids wetgeving, waarvan ook vandaag aan den dag nog gezegd kan worden, dat Neder land daarmede onder de volkeren der aar de in de eerste rijen staat. Als wij met diep leedwezen zien, dat in vele arbeidersgezinnen de werkloosheid en de armoede en ellende is binnengeslo pen, vragen wij ons af, of de oorzaak hier van te zoeken is in een tekort aan aardsche goederen. Of moeten wij de oorzaak zoeken in het feit, dat deze goederen niet recht vaardig verdeeld worden? Wij weten het allen: de oorzaak van de ellende is, dat het organisme der maat schappij niet deugt. De Katholieke Arbeidersbeweging heeft bij het herstel der maatschappij een be langrijke taak te vervullen, waarbij zij zich baseert op de beginselen der eeuwige waarheid, neergelegd in het Evangelie. De Katholieke Arbeidersbeweging zal een con structief element moeten vormen; zij zal meebouwen aan de nieuwbouw volgens de richtlijnen van Paris Pius XI. Bij de vervulling van déze taak wordt de Katholieke Arbeidersbeweging echter besprongen door de extremistische stroo mingen van links en van rechts, door het Communisme en het Nationaal-Socialisme. Onze Katholieke Arbeidersbeweging zal trachten ons volk immuun te maken voor beide stroomingen en roept alle ka tholieke arbeiders op ten strijde voor een doelmatige organisatie der samenleving, volgens de grondslagen der Christelijke wijsbegeerte. Spr. wekte allen op veel te bidden voor de Katholieke Arbeidersbeweging en voor haar bestuurders, opdat zij wijsheid moge ontvangen actief te bouwen aan 'n betere meer Christelijke ordening van het maat schappelijk leven. Dankwoord. De afdeelings-voor-zitter van Oegstgeest heeft daarna een kort dankwoord gespro ken tot allen, die hadden medegewerkt tot het welslagen van deze meeting. Ten slotte bracht de districts-bestuurder, de heer J. M. Angenent, een groet over van het Centraal Bestuur. Spr. maakt een compliment over het schitterend slagen van deze meeting en weidde vervolgens uit over de verbetering van het innerlijk leven! Lof in de open lucht. Het groote oogenblik was thans aange broken. Gedragen door den pastoor der parochie, den zeereerw. heer P. M. de Vetten, over huifd door een prachtig baldakijn, nader de het Allerheiligste. Waar de goudstralende monstrans de menigte passeerde, bogen zich de hoofden, de knieën en de harten der menigte als een korenveld, door een Pinksterwind be wogen. De jongens van het zangkoor, gekleed als kleine witte monniken, en het Sacra- ments-hymnen zingende mannenkoor, lie pen voor het baldakijn uit. Toen Ons Heer op de troon was uitge steld, omringd door bloemen en vaandels, werd een kort Lof gecelebreerd door den Pastoor, met assistentie van den zeereerw. hooggel. heer prof. A. Cleophas en de weleerw. heeren A. Martens en C. J. Roest. Voor deze plechtigheid in de open lucht was door den Bisschop toestemming gege ven. Plechtig en sereen klonken de gezan gen van mannen- en knapenkoor over de weide onder den onmetelijken hemelkoe pel. Wierookwolken kringelden op en ste gen te zamen met de gebeden der honder den naar de blanke troon, en naar de blan ke, in gouden schittering gevatte Hostie. Een machtig aanzwellend „Knielt, Chris- tenschaar" en de zegen met het Allerhei ligste vormde het schoone slot van deze schoone plechtigheid. De Encycliek-meeting 1936 was ten ein de, en volgens ieders oordeel, uitnemend geslaagd. Losse nummers van DE LEIDSCHE COURANT zijn verkrijgbaar bij: Sigarenmagazijn „INSULINDE" Heerenstraat 2 Sigarenmagazijn J. G. v. ZWIETEN v. d. Waalsstraat 1 Sigarenmagazijn SOiVIERWIL Hoogewoerd 24 ZANDVLIET's Boekhandel Haarlemmerstraat 117a KIOSK, Prinsessekade Bureau DE LEIDSCHE COURANT Papengracht 32. TIJDENS HET PLECHTIG LOF OP HET MEETING-TERREIN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9