NATIONAAL FONDS VOOR BIJZONDERE NOODEN. - ZATERDAG 30 MEI 1936 DE LE1DSCHE COURANi TWEEDE BLAD - PAG. 6 Dezer dagen heeft het dagelijksch be stuur van het nationaal fonds voor bijzon dere nooden in het paleis .aan den Kneuter dijk te 's Gravenhage een persconferentie gehouden, waarin het doel en werkwijze van het fonds is uiteengezet Het nationaal fonds voor bijzonder noo den is niet te beschouwen als een directe voortzetting van het nationaal Crisis-comité. Toen de opheffing van het naitonaal cri sis-comité tegen 1 Mei 1936 was besloten, heeft de minister van binnenlandsche zaken advies verzocht van de Nederland- sche Vereeniging voor Armenzorg en Wel dadigheid omtrent de maatregelen, die noodig zouden zijn bij de opheffing van het N.C.C. In haar advies aan den minister heeft genoemde vereeniging maatregelen aangegeven, welke naar haar oordeel moes ten worden genomen betreffende den steun ln natura, den credietsteun en de hulp in bijzondere gevallen door het verstrekken van giften ineens. Voor den steun in natura konden de be staande organen van armenverzorging de taak van het nationaal crisis-comité weer overnemen. Voor de credietverstrekking worden alom in den lande door de oprich ting van borgstellingsfondsen nieuwe we gen gebaand. Voor tal van zgn. „nieuwe ar men", middenstanders en intellectueelen, die in moeilijkheden verkeeren, kon naar algemeen oordeel een afzonderlijk orgaan van hulpverleening nog niet worden gemist. De minister van binnenlandsche zaken heeft het advies van de Nederlandsche Ver eeniging gevolgd en de door deze vereeni ging aangegeven richtlijnen neergelegd in een circulaire aan de gemeentebesturen van 9 April 1936. In deze circulaire heeft de minister in uitzicht gesteld, dat in over leg met de regeering en op verzoek van den minister van binnenlandsche zaken tot stand zou komen de stichting „Nationaal fonds voor bijzondere nooden", welke de oprichting van plaatselijke organen, die in deze gevallen hulp zullen verleen en, zal stimuleeren en door financieele hulp mo gelijk maken. Op 11 Mei j.l. Is de stichting door mr. A. J. A. A. baron Heemstra, onder-voorzitter van het nationaal crisis-comité en voorzit ter van de Nederlandsche vereeniging voor armenzorg en weldadigheid, in het leven geroepen. Het doel van de stichting is hulp te ver- leenen voor bijzonder individueele nooden, ■waarin plaatselijk niet voldoende kan wor den voorzien. Het ligt niet in de bedoeling van het nationaal fonds om rechtstreeks aanvragen in ontvangst te nemen. Deze aanvragen worden verwezen naar plaatse lijke commissies van samenwerking, welke, indien daartoe de behoefte blijkt, door de burgemeesters moeten worden gevormd. Waar een armenraad aanwezig is, zal deze de aangewezen instantie zijn om deze sa menwerking te stimuleeren. De commissies van samenwerking zullen moeten worden gevormd uit vertegenwoor digers van de belangrijkste onderstands-in stellingen, alsmede van sociale diensten, die bij de behandeling van de gevallen betrok ken zijn. Aanvragen, tot de commissie ge richt, zullen moeten worden onderzocht, waarna de commissies moeten beslissen over de mogelijkheid om hulp te verleenen. Blijkt deze aanwezig, dan kan de behan delingswijze door de commissies worden uitgestippeld, waarbij naast financieele hulp tevens gedaoht zal moeten worden aan moreelen, opheffenden steun. In het bij zonder ten aanzien van kleine midden- standsbedrijven zal saneering meermalen wenschelijk blijken. Inrichting van boek houding, bezuiniging op personeel, e.d. kan reeds belangrijk tot vermindering van kos ten bijdragen. Dan zullen de commissies hebben na te gaan, welke instellingen kunnen bijdragen in het bijeen te brengen bedrag. Aan de hand van een rapport om trent het geval zullen deze bijdragen moe ten worden gevraagd, die, aangezien de in stellingen in de commissies vertegenwoor digd zijn, veelal direct kunnen worden toe gezegd. Staat vast, welk bedrag plaatselijk is bijeengebracht, dan kan, des noodig, op het nationaal fonds een beroep worden ge daan om het ontbrekende aan te vullen. Het nationaal fonds zal mogen eischen, dat plaatselijk inderdaad het mogelijke is bij eengebracht. In het algemeen zal de hulp bestaan in het voor eenmaal bijeenbrengen van een bedrag in geld, Credieten liggen niet binnen het kader van het fonds. Voor deze hulpverleening moet worden verwe zen naar organen van voorschotverleening, die door samenwerking met de borgstel lingsfondsen in de toekomst wellicht meer dan voorheen in de credietbehoefte van be paalde kringen kunnen voorzien. Ook per sonen, die regelmatig een tekort in hun inkomsten hebben, komen niet voor hulp verleening in aanmerking. Deze moeten worden verwezen naar organen van gere gelde steunverleening. In de gevallen, speciaal geëigend voor de hulpverleening van de commissies van samenwerking en het nationaal fonds, zal moeten worden aangetoond, dat door het verstrekken van een bedrag ineens een zoo mogelijk blijvende opheffing uit armlastig heid of voorkoming van armlastigheid wordt bereikt. Ieder kent de gevallen van stille armoe de, van kleine bedrijven, die wel levens vatbaarheid hebben, doch nimmer tot bloei komen, omdat een klein handelskapitaal ontbreekt, van zieken, die wellicht door verpleging elders spoedige en volledig er genezing zouden vinden, van een studie, die moet worden onderbroken, omdat door wijziging in de financieele omstandigheden de gelden niet meer beschikbaar zijn. In dergelijke gevallen meent het fonds een zeer nuttig werk te kunnen doen, dat on getwijfeld recht heeft op de sympathie van het Nederlandsche volk. Doordat het fonds hoopt, plaatselijk bij eengebrachte bedragen te supleeren, stimu leert het de beschikbaarstelling van giften door plaatselijke instellingen. Anderzijds maakt het, doordat een hooger bedrag kat! worden bijeengebracht, mogelijk, dat vol ledige hulp wordt verleend, waar plaatse lijk slechts gedeeltelijk onk worden gehol pen. Gezien het feit, dat het nationaal crisis- comité onder voorgaan van hare Konink lijke Hoogheid Prinses Juliana nimmer te vergeefs een beroep deed op den weldadig heidszin van het Nederlandsche volk, en daardoor in staat was veel nooden te le nigen in de crisisjaren, die achter ons lig gen, vertrouwt het fonds, ook voor dit on derdeel van den crisisarbeid op den steun van breede kringen te mogen rekenen. Het zal erop toezien, dat de gevallen nauwkeurig worden onderzocht. Door de erkenning van plaatselijke commissies van samenwerking kan het invloed erop uit oefenen, dat overal, waar deze arbeid wordt opgevat, een commissie veelzijdig wordt samengesteld en voor alle groepen van de bevolking openstaat. Nationaal en neutraal in den besten zin des woords, vraagt het fonds de medewer king van allen, om zijn taak te kunnen vervullen. De commissies, die door het fonds zijn erkend, kunnen gebruik maken van den portvrijdom, -welke het nationaal fonds is toegestaan. In vele gemeenten is reeds naar aanlei ding van de circulaire van den minister van binnenlandsche zaken, gevolgd door een aanschrijving van het nationaal fonds, de oprichting van commissies van samen werking in voorbereiding. Dank zij goedgunstige beschikking van Hare Majesteit de Koningin heeft het na tionaal fonds voorloopig de beschikking ge- kreegn over eenige kantoorruimte in het paleis Kneuterdijk 20 den Haag. Aan dit adres, telefoon no. 180066, kan correspon dentie voor het fonds worden gericht. Het postgironummer van het fonds is 272727. Mogen velen er bedragen op stor ten, opdat het fonds zijn menschlievende taak, welke het met moed en opgewektheid gaat beginnen, ten volle zal kunnen ver richten! Raad van Beheer. De Raad van Beheer is als volgt samen gesteld: Mr. A. J. A. A. Baron van Heemstra, Oud-Gouverneur vrn Suriname, Onder- Voorzitter van het Nationaal Crisis-Comité, Voorzitter van de Nederlandsche Vereeni ging voor Armenzorg en Weldadigheid, te Oosterbeek. Mr. Dr. K. J. Fr ederiks, Secretaris-Gene raal van het Departement van Binnen landsche Zaken, Algemeen-Secretaris van het Nationaal Crisis-Comité, te 's-Graven- hage. Mr. E. E. Menten, lid van de firma Hel dring en Pierson, Penningmeester van het Nationaal Crisis-Comité, te Warmond. Mr. Dr. W. G. A. van Sonsbeeck, benoemd Commissaris der Koningin in de provincie Limburg, Onder-voorzitter van de Neder landsche Vereeniging voor Armenzorg en Weldadigheid, te Breda. Mr. H. M. L. H. Sark, Secretaris van den Armenraad te 's-Gravenhagê, Penning meester van voornoemde Vereeniging, te Wassenaar. Mr. J. Everts, Secretaris van den Ar menraad te Amsterdam, lid yan het Da gelijksch Bestuur van voornoemde Ver eeniging te Amsterdam. W. J. Hemmes, Secretaris van de Fede ratie van Diaconieën in de Nederduitsch- Hervormde Kerk, lid van het Dagelijksch bestuur van voornoemde Vereeniging, te Utrecht. L. Hoejenbos, Directeur Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon, lid van het Dagelijksch Bestuur van voor noemde Vereeniging, te 's-Gravenhage. Mr. J. W. Noteboom, Directeur der Dr. Kuyperstichting, lid van het Dagelijksch Bestuur van voornoemde Vereeniging, te Scheveningen. Mr. A. F. Pos, Hoofd-Commies aan het Departement van Sociale Zaken, Secretaris van voornoemde Vereeniging, te Scheve ningen. Jhr. Mr. J. Smits van Oyen, lid van Ge deputeerde Staten van Noord-Brabant, te Eindhoven. G. W. J. van Koeverden, lid van Gedepu teerde Staten van Gelderland, te Buren. Th. Heukels, lid van Gedeputeerde Sta ten van Zuid-Holland te Rotterdam. Jhr. mr. dr. A. Roëll, Commissaris der Koningin in Noord-Holland, te Haarlem. Mr. J. H. M. Stieger, lid van Gedepu teerde Staten van Zeeland, te Goes. Mr. G. A. Diepenhorst, lid van Gede puteerde Staten van Utrecht, te Zeist. Mr. P. A. V. Baron van Harinxma thoe Slooten, Commissaris der Koningin in Friesland, te Leeuwarden. Mr. A. E. Baron van Voorst tot Voorst, Commisaris der Konngln in Overijssel, te Zwolle. Prof. mr. I. B. Cohen, lid van Gedepu- BINNENLAND De nieuwe transfer overeenkomst met Duitschland. Gistermiddag is de nieuwe transferover eenkomst tusschen Nederland en Duitsch land geparafeerd. Omtrent deze overeenkomst, loopende voor het jaar van 1 Juli 1936 tot en met 30 Juni 1937, waaromtrent dezer dagen te Berlijn overeenstemming is bereikt, wordt van officieele zijde het volgende medege deeld: Ter zake van het in contanten uit te be talen gedeelte is, na zorgvuldige afweging van alle bij het betalingsverkeer met Duitschland betrokken belangen, overeen stemming bereikt daartoe strekkende, dat dit gedeelte ongewijzigd blijft gehand haafd. Om deze uitbetalingen te kunnen voort zetten zal het wederom noodzakelijk zijn, evenals zulks bij vorige regelingen het ge val is geweest, bepaalde vorderingen ge heel of gedeeltelijk van de regeling uit te sluiten. Ten opzichte van het gedeelte, dat boven de 3 in contanten tot dusver in Hol landmark en/of fundingbonds werd uit gekeerd, is een gewijzigde regeling over eengekomen. De hollandmark, welke in Duitschland door den eigenaar kan worden gebruikt voor reizen, belastingbetaling, reparatiën aan onroerende goederen, ondersteunin gen, enz., blijft ongewijzigd bestaan. Daarentegen zullen fundingbonds niet meer worden uitgegeven. In plaats daar van zal de Nederlandsche schuldeischer in den zin van het protocol een cheque in rijksmark kunnen ontvangen. De cheques kunnen uitsluitend op de hier na vermelde wijze worden gerealiseerd en zijn bestemd voor die Nederlandsche schuldeischers, die geen hollandmark in Duitschland kunnen gebruiken en derhalve het hun krachtens de regeling boven het contante gedeelte toekomende in Nederland wenschen te rea- liseeren. Een bepaling zooals onder de vorige transferregeling bestond, dat zij, die voor het meerdere boven het getransfereerde gedeelte noch hollandmark, noch funding bonds wenschten te ontvangen, hun aan spraken tegen de konversionskasse tot het bedrag hunner oorspronkelijke vordering behielden, zonder nochtans daarover te kunnen beschikken, is in de nieuwe trans ferregeling niet opgenomen. In de prak tijk is gebleken, dat van deze gelegenheid tot het verkrijgen van een persoonlijke crediteering in de boeken der konversions kasse een zeer gering gebruik werd ge maakt. Hierbij zij ten overvloede nog opge merkt, dat evenals onder de vroegere transferovereenkomsten, geen enkele Ne derlandsche schuldeischer verplicht is van de voor hem in deze overeenkomst bedon gen voordeelen gebruik te maken, indien hij de daaraan eveneens verbonden na- deelen te groot acht. In dat geval blijven zjjn rechten tegenover zijn Duitsche schuldenaren geheel onverkort en valt hij onder de Duitsche wettelijke bepalingen, waarop het transfermoratorium berust. De hoofdpunten van de nieuwe trans ferovereenkomst zijn de volgende: Betaling In contanten. Vorderingen van Nederlandsche schuld eischers uit hoofde van renten, dividenden en dergelijke opbrengsten zullen, voorzoo ver de debiteuren bij de konversionskasse fur Deutsche auslandsschulden betaald hebben, tot een bedrag van 3y per jaar in guldens ter beschikking worden gesteld. Huren en pachten zullen voor 4/5 gedeel te, dividenden van kapitalen, die geen no minale waarde hebben, in het algemeen voor de helft in guldens worden betaald. Regeling boven het contante gedeelte. Voor de opbrengsten boven het voren genoemde in guldens te betalen gedeelte geldt het volgende: Ten aanzien van obligatiën, welke meer dan 3 yt rente dragen, zullen Neder landsche schuldeischers voor het meerdere doch tot geen hooger rentebedrag dan 5H in totaal, te hunner keuze kunnen verkrijgen, a. Een op naam van den schuldeischer staande, niet verhandelbare cheque op de konversionskasse, luidende in reichsmark, welke voor dezelfde doeleinden, als tot dusver was bepaald, in Duitschland ge bruikt kunnen worden. Deze marken wor den „hollandmark" genoemd, en/of b. Een onpersoonlijke cheque op de kon versionskasse luidende in reichsmark. Deze cheques kunnen terstond bij een na der aan te wijzen instelling in Nederland 30 van hun nominale reichsmark- waarde (de r.m. omgerekend tegen den koers van den dag) worden gerealiseerd. Kunnen niet in Duitschland gebruikt teerde Staten van Groningen, te Gronin gen. K. Brok, lid van Gedeputeerde Staten van Drente, te Assen. Dagelijksch bestuur. Mr. A. J. A. A. Baron van Heemstra, Voorzitter. Mr. Dr. K. J. Frederiks, Onder-Voorzit ter. Mr. H. M. L. H. Sark, Algemeen-Secre taris. Mr. E. E. Menten, penningmeester. Mr. J. Everts. Mr. J. W. Noteboom. Jhr. mr. J. T. M. Smits van Oyen. worden (voor dit doeleinde zijn immers de hiervoor genoemde persoonlijke hol landmark-cheques bestemd). Ten aanzien van dividenden van aan- deelen met nominale waarde zullen Ne derlandsche schuldeischers voor de helft van het verschil tusschen de getransfereer de 3}4 en het netto-dividend persoon lijke hollandmark-cheques (a) of onper soonlijke cheques (b) kunnen ontvangen, met dien verstande, dat de totale uitkee- ring in guldens en in cheques niet minder dan 5 y3 zal bedragen, tenzij het totale gedeclareerde netto-dividend minder dan 5J4 mocht zijn. In geval derhalve 5 y7 of minder netto-dividend wordt gedecla reerd, zal de Nederlandsche houder voor het volle bedrag boven 3K cheques kunnen ontvangen. Bij dividenden van aandeelen, die geen nominale waarde hebben, kunnen Neder landsche schuldeischers voor de helft van het niet-getransfereerde gedeelte cheques ontvangen. Nederlandsche schuldeischers, die vast- rentende vorderingen hebben, welke niet in effecten belichaamd zijn, zullen voor het meerdere boven de getransfereerde 3 Yt doch tot geen hooger rentebedrag dan 5% in totaal, cheques kunnen ont vangen. Nederlandsche gerechtigden tot huren en pachten zullen voor het meerdere bo ven het 4/5 getransfereerde gedeelte che ques kunnen ontvangen. Zij, die cheques aanvragen, doen daar door afstand van het hun eventueel boven het maximum van de genoemde gezamen lijke uitkeeringen toekomende. Voormelde aanvraag zal binnen één maand na het in ontvangst nemen van het in contanten uit te betalen gedeelte dienen te geschieden op de wijze, zooals nader zal worden be kendgemaakt. FEDERATIE VAN R.K. VROUWEN BONDEN. Algemeene vergadering. Donderdag j.l. werd te Utrecht In het Kasteel van Antwerpen, de Algemeene Vergadering van de Federatie van R.K. Vrouwenbonden gehouden. Na een woord van welkom door de voor zitster, mevr. F. Steenberghe-Engeringh, wees de presidente op de taak, die de Ka tholieke vrouw kan vervullen in de heden- daagsche maatschappij, en legde er den nadruk op, dat elke vrouw zich bewust moet worden van die taak. Spr. wees in dit verband ook nog op de woorden van Z. H. den Paus bij de opening der Vaticaan- sche Perstentoonstelling, waarin Z. H. zoo dringend gewezen heeft op het dreigend gevaar van het Communisme en alle vor men van Godloochening in den tegenwoor- digen tijd. Notulen en jaarverslagen van secreta resse, penningmeester esse en directrice van het Centraal Bureau werden met dank aan de respectieve functionar essen goedge keurd. Mededeeling werd gedaan over de sa menwerking met de vereeniging „St. Ber- nardus", tot doel hebbend, het plaatsen in gezinnen van leerlingen bij het Nijver heidsonderwijs, teneinde de voor het diplo ma noodige practijkervaring op te doen. Mevrouw Spoorenberg-Hirst en mej. Rom- me werden als vertegenwoordigsters der Federatie benoemd in het gevormde Co mité. Mej. Post werd benoemd als vertegen woordigster der Federatie in de op te rich ten Vrouwenvereeniging „Ons Vorsten huis". Besproken werd de actie, die het Federa tie-bestuur had gevoerd om het fabricee- ren van het goede badpak te stimuleeren. De onderhandelingen zijn nog gaande. De Diocesane Besturen zegden alle medewer king toe. Besproken werd het Vrede-Welvaart- Staatsorde-referendum van de „Groene Amsterdammer". Eenstemmig werd beslo ten de beslissing in deze kwestie door het Dagelijksch Bestuur genomen, volledig te onderschrijven. Van verschillende zijden werd het steunen van genoemd blad in een dergelijk belangrijk reclame-object als een ernstig bezwaar aangevoeld, terwijl men meende als R.K. Organisatie geen mede werking te moeten verleenen aan de ver spreiding van de min of meer eenzijdige toelichting, op de gestelde vragen gege ven. Een kascommissie tot het nazien der boeken werd benoemd, de begrooting der penning mees ter esse werd aangenomen. Besloten werd de studiedagen voor de kernleden der KA. uit te stellen tot na 1 October a.s. Mocht het noodig blijken een tweede Algemeene Vergadering samen te roepen, dan zullen de kosten worden gedra gen door elke Diocesane Bond. Vervolgens hield mej. Romme een inte ressante inleiding, waarin zij in het kort het werk schetste van de door de regeering ingestelde Commissie voor Huishoudelijke Voorlichting. Besloten werd, dat het Bondsnieuws voortaan niet meer gezonden worden zal naar de diocesane secretaressen, maar naar het Redactie-secretariaat van „De Katho lieke Vrouw". De redactrice wordt gemach tigd te uitvoerige afdeelingsverslagen in te korten, wanneer zij zulks noodig oordeelt. Nogmaals werd de actie aanbevolen te gen de propaganda van den Neo-Malthu- siaanschen Bond, door de verspreiding der brochure door te zetten of ter hand te ne men. Na de rondvraag dankte de presidente alle aanwezigen voor hun belangstelling en de prettige wijze, waarop de besprekingen waren gevoerd en sloot de vergadering op de gebruikelijke wijze. NED. R.-K. BOND VAN KRAAM VERZORGSTERS. De leden van bovengenoemden Bond waren uit alle deelen van het 1 and te 's-Hertogenbosch samen gekomen, alwaar de geestelijk adviseur, pater M. v. d. Schoot O. F. M. in de mooie St. Jan een H. Mis opdroeg, waarna het prachtige kerkgebouw, met zijn vele kostbaarheden werd bezichtigd. Per autobus ging men opgewekt naar Vugt, alwaar in Pavilloen „Ons Buiten" van de K. J. M. V. de jaarvergadering werd gehouden. Uit de mededeelingen der se cretaresse bleek overduidelijk, dat het Bondsbestuur steeds al het mogelijke doet om de belangen der R.-K. Kramverzorgsters te behartigen. De oneerlijke concurrentie der bakers te bestrijden; door te trachten een wettelijke verplichting te verkrijgen, opdat ieder gediplomeerde, hetzij verpleeg ster, kraamverzorgster of baker verplicht wordt haar staatsinsigne bij de uitoefening van haar werk zichtbaar te dragen. Zoo zal men dan steeds kunnen zien, of de hulp welke verleend wordt, geschied door een gediplomeerde, en welke be voegdheid deze heeft. Het belang van de volksgezondheid eischt dit; men voorkomt daardoor het vele geknoei dat op gebied van verpleging en verzorging geschiedt. Door het steeds grooter worden van het aantal leden (139) werd het bestuur met twee leden uitgebreid waartoe werden ge kozen mej. dr. van Dijk, Breda, en mej. dr. van Roos winkel, uit Heerlen, terwijl de af tredende bestuursleden: dr. van Bouw dijk Bastiaanse en mej. Sweerts met alge meene stemmen werden herkozen. Van het retraitefonds was nog niet veel gebruik gemaakt; een aansporing tot het deelnemen aan een retraite moge dit jaar meer succes hebben. Men hoopt binnen niet al te langen tyd ook in Amsterdam en afdeeling te kunnen oprichten. Ook de vaandelkwestie werd weer naar voren ge bracht; de geest. adv. raadde een vlag aan; ontwerpen daarvoor kunnen door de leden worden ingediend. De volgende jaarver gadering zal te Utrecht gehouden wor den. Daarna hield de geest. adv. een causerie met als onderwerp: „Wat onze verheven roeping van ons maakt". In groote stilte luisterde men naar de mooie uiteenzetting van de verhevenheid van de taak der R.K. Kraamverzorgster. Hoe men deze moet vol brengen, wat de moeder in die moeilijke uren van de kramverzorgste verwacht. En hoe men in de afdeelingen mooi werk kan verrichten door voor de leden cursussen te geven op godsdienstig gebied en herha lingscursussen voor het practische werk.. De voorzitter dankte uit allernaam voor deze schitterende lezing, waarna de le den zich weer over alle deelen van het land verspreidden, om zich weer te wij den aan de verzorging van moeder en kind. EXCESSEN VAN STRAND EN BADLEVEN. Regeering gaat na of verdere bestrijdings maatregelen noodig zijn. Naar wij vernemen, heeft de Minister van Binnenlandsche Zaken het volgend schrij ven gericht tot de Ged. Staten der onder scheidene provincies. „Bij mijn circulaire van 6 November 1933, gericht tot de gemeentebesturen, werd met nadruk gewezen op de betreurenswaar dige excessen, welke zich op vele plaatsen in den lande hadden geopenbaard in het strand- en badleven en bij de beoefening van de watersport, terwijl de regeering het vertrouwen uitsprak, dat de gemeentebe sturen hunne bijzondere aandacht aan dit onderwerp zouden wijden en het noodige verrichten, opdat niet alleen de mogelijk heid tot het tegengaan van excessen zou worden geschapen (strafverordeningen, concessies, enz.) maar ook van de reeds be staande mogelijkheden daartoe meer dan tot dusverre een daadwerkelijk gebruik zou worden gemaakt. Uit verschillende sindsdien te mijner ken nis gekomen gevallen, waarmede zoowel de Minister van Justitie als ik bemoeiing heb ben gehad, heeft de Regeering den indruk gekregen, dat in algemeen bovenvermel de circulaire haar uitwerking niet heeft ge mist en de plaatselijke overheidsorganen, waar noodig en met inachtneming van plaatselijke omstandigheden, voorzieningen tot verbetering hebben getroffen. Evenwel achten genoemde Minister en ik het van belang na te gaan, of na het geen te dezen reeds is verricht, nog voor eenige nadere bemoeiing, speciaal op het stuk van het gemeentelijk toezicht, aanlei ding zou kunnen bestaan. Te dien aanzien gaat onze belangsteling uit naar de be staande plaatselijke verordeningen op dit stuk en andere voorzieningen, welke zijn getroffen in gemeenten met strand- en badleven (ook natuurbaden) en die, waar watersport pleegt te worden beoefend en/óf veel wordt gekampeerd. In verband hiermede zal ik het op prijs stellen ten aanzien van de gemeenten uwer provincie, welke daarvoor naar uw oordeel in aanmerking komen, door uw college in kennis te worden gesteld met de ter plaat se bestaande verordeningen (of bepalin gen) en overigens nog getroffen voorzie ningen (voorwaarden in concessies, politie toezicht) en daarbij uw oordeel te verne men omtrent de vraag of die verordenin gen en voorzieningen al dan niet voldoen de kunnen worden geacht." „Msbd." RAAD VAN INDIE. Bij K. B. is benoemd tot vice-president van den Raad van Indië de heer C. van den Bussche, thans lid van dien Raad, is be noemd tot lid van den Raad van Indië dr. F. H. Visman, thans regeeringscommissa- ris voor de bestuurshervorming, en is even eens benoemd tot lid van den Raad van Indië de heer J. H. B. Kuneman, thans Gouverneur van Oost-Java.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6