1
Ji
n
m
SS
JL
Si
0
f§
li
2
m
m
m
m
M Q
m
m
m
a m
m
m
m
m
m m pjKüi
ZATERDAG 30 MEI 1936
DE LEIOSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 14
HET SCHAAKSPEL
Alle correspondentie, deze rubriek be
treffende, gelieve men te zenden aan den
redacteur dezer rubriek. W. H. van der
Nat, Witte Rozenstraat 40a, Leiden.
DE SKANDINAVISCHE PARTU.
De tot nog toe besproken openingen zijn
achtereenvolgens de Spaansche partij (1.
e2e4e7e52. Pgl—f3—Pb8—c6; 3.
Lflb5!) de Caro-Kann (1. e2—e4, è7—
c6!) het aangenomen damegambiet (1.
d2—d4d7d5; 2. c2c4d5xc4!) het ge
weigerde damegambiet (1. d2d4d7
d5; 2. c2c4e7e6 of c7c6 enz.) de
Hollandsche party (1. d2d4f7f5!) de
Indische varianten (1. d2d4Pg8f6!)
en de Fransche partij (1. e2e4e7e6!)
geweest. Van allen zou nog veel te vertel
len zyn. Eerst echter gaan we nu nog
eenige openingen bekijken, die als goede
tegenzetten van 1. e2e4 bekend zijn en
dan in de allereerste plaats de z.g. Skan-
dinavische partij welke opening geka
rakteriseerd wordt door de zet d7d5 na
1. e2e4.
Onmiddellijk dus betwist zwart de po
sitie in het centrum. Pion d5 valt e4 aan.
Verdedigen van e4 is wel mogelijk, doch
dan is reeds met één zet het initiatief aan
zwart. Op 2. e4e5 kan volgen c7c5 of
zelfs d5—d4. Daarom is het beste en het
meest gespeelde de afruil, dus 2. e4xd5.
Behalve de zet 2Pg8—f6, waar
mee zwart aangeeft pion d5 later te wil
len veroveren met het paard en welke zet
stellig goed is, komt het meest in aanmer
king het direct terugnemen van d5 door
de dame, dus: 2Dd8xd5.
Reeds vroeger schreef ik. dat het ont
wikkelen van de dame. wanneer de lichte
officieren nog allen of bijna allen aanwe
zig waren, gevaren mede brengt. Dit is
ook inderdaad waar en ook in deze opening
moet zwart van 't begin af aan rekening
houden met de reeds in 't veld gebrachte
dame, die onderhevig is aan aanvallen der
lichte witte officieren. Hiervan maakt wit
reeds bij den derden zet gebruik door 3.
Pblc3. Ontwikkelt een stuk, terwijl de
zwarte dame wordt verjaagd. Terugkeer
naar d8 is niet slecht, doch verliest een
tempo (wit ontwikkelt dan n.l. nog een
tweede stuk. bijv. Pgl—f3 en heeft twee
stukken uitgebracht, tegen zwart geen).
Daarom is een heel goede zet 3
Dd5a5. Dit zijn in korte trekken de be-
ginzetten dezer opening. Het aantal ver
schillende varianten is niet groot; eigen
lijk is deze gegevene de eenig voorkomen
de. Ieder zal dus zonder moeite deze ope
ning kunnen spelen, maar men moet er
wel op bedacht zijn, dat er meestentijds
zeer levendige scherpe partijen uit ont
staan, die vaak voor wit gunstig afloopen.
Dit neemt niet weg dat de opening voor
zwart speelbaar en interessant is.
Ter illustratie de volgende partij:
Wit: Dr. Olland (de in 1934 overleden
Hollandsche meester).
Zwart: Mr. Mies^s.
1. e2e4 d7^—d5
2. e4xd5 Dd8xd5
3. Pbl—c3 Dd5a5
4. d2d4 Pg8—f6
Het witte paard op c3 staat door Da5 ge
pend. Door Leld2 kan dit paard weg en
wordt Da5 aangevallen. Het is daarom dat
vaak als 4e of 5e zet door zwart c7cö
wordt gespeeld om dan de dame naar c7
(d8) terug te kunnen trekken. In deze
partij komt dit niet voor.
5. Lfl—d3 Pb8c6
6. Pgl—e2
In de meeste gevallen is de ontwikke
ling van Pgl naar f3 beter. Op f3 heeft
het paard meer aanvalsvelden, bestrijkt
vooral het veld e5.
6Lc8g4
7. f2—f3
Dit verzwakt de witte koningsstelling.
7Lg4h5
8. Lel—d2
Bedreiging van de zwarte dame. En
werkelijk is haar positie niet aangenaam,
want wanneer zij de indirekte looperaan-
val wil ontwijken en naar b6 vlucht gaat
zij door Pc3a4 verloren.
Toch kan ze in dit geval rustig op a5
blijven staan, want het paard kan niet
goed weg. Integendeel, zwart gaat over
tot de bevrijdende zet:
8e7e5!
die niet mogelijk was geweest, als wit het
paard van gl naar f3 had ontwikkeld.
9. 0—0 0 0 0
Veel sterker dan de pion d4 te slaan. De
zwarte stukken staan veel beter dan de
witte, afruil van de pionnen op e5 is voor
zwart voordeeliger dan de winst eener
pion op d4, waarop de witte officieren
vrijer spel kregen.
10. d4xe5 Pc6xe5
11. Pe2—f4 Lh5g6
12. Pc3d5
De dame is dan eindelijk aangevallen,
maar kan naar:
1 2Da5—c5f
13. Ld2—e3
Wederom aanval van een licht stuk op
de dame maar nu offert zwart en ver
krijgt een gewonnen spel.
1 3Pf6xd5!
14. Le3xc5 Lf8xc5f
15. Kgl—hl Pd5xf4
Drie stukken voor de dame!
16. g2g3 Pf4xd3
17. c2xd3 Lg6xd3
Beter misschien was nog Pe5xd3, waar
na zwart de kwaliteit toch zou winnen en
de beide loopers had behouden.
18. Ddl—cl
Op 18. Tflel volgde Ld3e4!
18Lc5b6
19. Del—g5
Op Tfl—dl kan Le2 of Pf3: of Pg4 vol
gen.
19Ld3xfl
20. Talxfl Pe5d3
21. Dg5xg7 h7—h5
22. Dg7xf7 h5h4
23. g3xh4
Op g3g4 volgt h4h3 en dreigt mat
door Pf2f—Kgl; Pg4:f—Khl; Pf2f—Kgl
en Tg8t.
23Pd3—f2t
24. Tflxf2 Lb6xf2
25. h4h5 Th8g8
26. Df7—e6t Kc8—b8
27. h2h4 Lf2—c5
Dreigt: Tdlt, Ld6f en Thl mat.
28. f3—f4 Td8—dit
Thans kondigt zwart mat aan in vijf
zetten.
29. Khl—h2
30. Kh2—hl
31. Khl—h2
32. Kh2h3
Lc5—gif
Lgl— e3t
Le3xf4t
Tdlhl mat.
PARTIJSTELLINGEN.
Eenige weken geleden kondigde ik aan
een nieuwe wedstrijd te zullen beginnen,
na afloop van onze eerste oplossingswed-
I strijd.
I Van verscheidene trouwe oplossers ont-
ving ik echter bericht, dat het hen in deze
zomermaanden aan tijd zal ontbreken
hieraan deel te kunnen nemen. Bovendien
leent de zomer zich niet zoo goed ervoor
om rustig binnenshuis schaakproblemjen
op te lossen, afgezien nog van het Eerst
genoemde, belangrijke bezwaar: te drukke
werkzaamheden. Het komt mij dan ook
wenschelijk voor met September a.s. weer
met frisschen moed te beginnen. In de nu
volgende maanden Juni, Juli en Augustus
zult u een aantal stellingen voorgezet
worden, waarvan het oplossen een goede
voorbereiding zal zijn voor de daarop vol
genden, nieuwen wedstrijd. Iedere week
zullen het twee stellingen zijn, één van
„licht"- de ander van „zwaarder" kaliber,
onderscheiden in een A-groep (lichter) en
een B-groep (zwaarder). Tegen September
kan dan een ieder voor zich zelf beslis
sen, aan welke groep hij dan zal gaan
deelnemen, n.l. aan de oplossingswedstrijd
in groep A of die in groep B.
A. 1.
few
I i
ABCDEFGH
Wit: Ke3, pionnen a5 en b5.
Zwart: Ke7, pionnen a7 en h4.
Wit aan zet, wint.
B. 1.
Eindspelstudie van C. C. W. Mann.
A BCDE FG H
Wit: Kb7, Dg3, Pg5.
Zwart: Kc5, Dh6, pionnen b4 en e6.
Wit begint en wint in acht (8) zetten de
zwarte dame.
Oplossingen worden niet ingewacht.
Oplossingen van de stellingen der vo
rige week.
A. Uit de partij SchlechterLeonhardt.
Wit speelt 1. Dh6xg7f. Neemt zwart met
den koning dan volgt g2xf3 en dit ant
woord volgt eveneens als zwart speelt
Dg3xg7. In beide gevallen wint wit een
toren.
B. Uit de partij Pannekoekv. d. Nat.
Wit speelde Tf2f4. Hier werd de par
tij afgebroken daar de vereischte vier
uren speeltijd verstreken waren en mees
ter Kmoch besliste nu dezen stand. Het
bleek remise te zijn. Er zou volgen na 1.
Tf 2f4Tb3xb22. Tf4—h4—Tb2—b5;
3. Khl—g2Tb5g5; 4. Th4h3 en een
pion moet verloren gaan. Zooals bekend is
de andere (h-pion) niet in staat de partij
te winnen. Stond in het betreffende geval
de zwarte koning op e5 dan zou zwart
hebben gewonnen.
Het remise was een schrale troost na
een stryd van vier uren, waarin van den
beginne af zwart een winststelling had ge
had.
HET INTERNATIONAAL TOURNOOI
TE MOSKOU.
In de twaalfde ronde van het internatio
naal schaaktournooi te Moskou won Capa-
blanca van Rjumin, EliskasesLasker en
KahnLoe wen fish remise De partijen Li-
lienthalBot win nik en FlohrRagosin
werden uitgesteld.
Bruin staat gezond.
Alleen AMILDA-zonnebruincrêrne, welke
Pigmentol bevat, geelt Uw gelaat, hals en
armen, óók bij weinig of geen zon, direct
een sportief bruine teint.
Flacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct.
3632
HET DAMSPEL
Damredacteur: W. J. v. d. Voort, Rust
oordstraat 3, Nieuw-Vennep.
Alle correspondentie, deze rubriek be
treffende gelieve men te zenden aan bo
vengenoemd adres.
PROBLEEM no. 215.
Auteur: W. Krom Jr., Sassenheim.
Ie Publicatie.
Stand in cijfers:
Zwart: 9, 11—13, 18, 21, 23, 35 en 36.
Wit: 32, 34, 38—41, 44, 48 en 50.
Wit speelt en wint.
PROBLEEM no. 216.
Auteur: Th. J. v. Stein, Zoetermeer.
Ie Publicatie.
Stand in cyfers:
Zwart: 6, 8, 9, 16, 20, 30, 33 en 39.
Wit: 17, 21, 27, 28, 31, 41, 42 en 49.
Wit speeh en wait.
Oplossingen dezer vraagstukken worden
gaarne ingewacht tot uiterlijk 8 Juni a.s.
bij den redacteur dezer rubriek.
OPLOSSINGEN
Nos. 201 202, en noi 205208.
No. 205: W. Krom Jr.
Zwart: 2, 8, 9, li. 13, 14, 17—19. 22, 27
en 36
Wit: '5, 28, 30, 3>. 33, 37—39, 13, 47
en 49.
Wit wint door: 47—41, 49—44, 37—31
38—32, 32x3, 15— l! 3x40
No. 206: Th. J. v. Stein.
Zwart: 9, 10, 14, 16, 18, 20, 22, 23, 25, 29
en 37.
Wit: 21, 26, 31, 35, 39. 40, 42—45 en 48.
Wit wint door: 3127, 4338,
39—34, 48—43, 35x22, 26x 10.
No. 207: J. C. Otte.
Zwart: 7—9, 16, 18—20, 24, 35 en
Wit: 21, 33, 37—39, 43, 44 en 46—4
Wit wint door: 33—28, 47—41, 38-
28—23, 44—40, 37—31, 46—41, 48—42
43 x 1.
No. 201: O. Baeche.
Zwart: 7, 12, 13, 19, 23, 24, 30, 38 en
Wit: 22, 26. 28, 32, 37, 39, 41—43 en
Wit wint door: 4238, 39- !4,
32—27, 26 x 8, (ad lib.) 50—45, 45 x 1.
No. 202: G. L. Gortmans.
Zwart: 4, 8, 10, 13, 17—20, 21, 24 en 37.
Wit: 28, 29, 32, 33, 35, 38, 40, 41, 43, 45
en 49.
Wit wint door: 4339, 29—23, 3227,
35—30, 33x 15, 49 x9, 15x4.
OPLOSSING EINDSPEL no. 208.
Zwart schijf op: 43 en dam op 3.
Wit schijven op. 40, 42, 45 en dam op
35. Op 326 van Zwart, wint Wit de par
tij door: 40—34 )26 x 48) 3549, (48—?)
49 x x 40), 45 x 34.
Eenvoudig, doch zeer verrassend!
NAMEN OPLOSSERS.
Goede oplossingen ontvangen van: Th. J.
v. Stein, Zoetermeer; J. H. Hilders, Lisse;
D. Rijsdam, Alphen aan den Rijn; G. Rijs-
dam, Leiden; J. C. Otte, J. C. Nebbeling,
J. Maliepaaru, W. Captein alle Nieuw Ven
nep; H. Droog, Rijpwetering, B. Langen-
laan, Sassenheim; J. Opdam, J. v. d. Hulst
beiden Oud-Ade; G. Lemmers, Voorhout;
J. A. Wortman, Hazerswoude (alleen van
.mdspel no. 208.
EINDSPFL no. 218.
Voor onze eindspelliefhebbers geven wy
hieronder ter oplossing een eenvoudig
eindspel, maar vele damspelers zullen
dergelijke winstgangen nog laten glippen.
ISTf
1
y xf® J*j
j; vfpfy
Stand in cijfers:
Zwart: 6. 42 en x dam op 13.
Wit: schijven op: 9, 18, 31, 37, 43, 46 en 48
Wit begint en wint. Hoe?
Wie zendt mij de oplossing voor 8 dezer.
PARTIJSTAND i
219.
Onderstaandt stand kwam voor in een
huishoudelijk partijtje gespeeld tusschen
J. C. Otte (Zwart) en J. Maliepaard, bei
den lid van damclub O. D. V. Nieuw Ven
nep, met Wit.
i i» 'nm.
Zwart: 3, 6, 8, 11—15, 19, 23, 24, 26
en 29.
Wit: 25, 27, 28, 32—35, 37, 38, 40, 41, 43
en 48.
Wit: (Maliepaard) aan zet zijnde, speel
de 2722, waarna Zwart (Otte) een fraaie
damzet uitvoerde door: 2631, 1420,
19 x 10 1218 en 8 x 46, waarna Wit de
party opgaf. Fraai gezien.
CORRESPONDENTIE.
W. K. te S., pr. no. 4 is voor plaatsing
minder geschikt, omreden de laatste zet
van Zwart (1822) onlogisch is. Beter had
geweest 2429, 45x43 en 18x29!! met
gewonnen stand. Opmerking verdient nog,
dat n.l. na 2429, Zwart niet eerst 25 x 43
en 45 x 34 moet slaan, daar Wit zich mees
ter maakt van een remise kans, hoewel
deze kans gering blijft.
D. R. te A. Dat ben ik roerend met
U eens.
W. B. te H. Het was zoowaar toch in
orde. Dank U!
G. L. te V. Een antwoord op uw ge
stelde vraag, in 't kort, het volgende: Om
de eigenschappen van het damspel mach
tig te worden, kan ik U niet anders op
uw vraag beantwoorden, dan dat het be-
studeeren en oplossen der problemen, eind
spelen en andere vraagstukken een mach
tig hulpmiddel zal blijken, om voor het
damspel te verkrijgen een zeer groote
dosis kennis der theorie en speltechniek,
gepaard gaande aan een sterk ontwikkeld
positie-gevoel en combinatie-vermogen,
en bovendien helderheid en nauwkeurig
heid in het voorstellings-vermogen, om
verwarringen uit te sluiten. Zoo het nog
eens plaatsruimte toelaat, hoop ik nog
eens breedvoeriger op den problematiek
terug te komen.
W. C. te N. Pr. zal ik nazien en indien
het geschikt blijkt volgt plaatsing.
PARTIJ no. 220.
Gespeeld op 20 April te Haarlem in den
wedstrijd om het hoofdklasse clubkam
pioenschap 19351936 der Haarlemsche
Damclub tusschen J W. van Dartelen met
Wit en Joh. Fabel met Zwart.
Wit.
1 33—28
2 31—27
3 34—30
4 39—33
5 44—39
6 30—25
7 39—34
8 35 x 24
9 28x 10
10 32x 12
11 37—32
Zwart.
18—23
20—24
14—20
17—21
12—18
10—14
24—30
19x39
39x28
5 x 14
7x 18
Na deze groote uitruil behoudt Wit de
kwaliteit.
12
38—33
13—19
13
42—38
8—13
14
43—39
21—26
15
41—37
20—24
16
47—42
18—23
17
49—43
14—20
18
25x14
9x20
19
50—44
1—7
20
27—22!
Door deze party te winnen zou Wit be
slag leggen op den kampioenstitel, begrij
pelijk is dus dat Wit lever, in de brouwerij
brengt en niet door 33—28 de klassieke
banen gaat bewandelen. De tekstzet brengt
dan ook wat avontuur in de party.
20 4—9
Op 1117 en 6 x 17 zou Wit vervolgen
met 3731 en 33x11, terwyl op 1318
19 x 8, Wit een schijf zou winnen door 33
29 en 39 x 19. Voorloopig is schijf 22 dus
onaantastbaar.
21 40-35 1621
Zwart 9—14 (met de dreiging 23—28,
enz.) gaat natuurlijk niet wegens 2217;
33—28 en 38x9.
22 33—28
Dreigt 37—31 (26x37) 32x41 (23 x3S)
38 x 16.
11—16
7—12
12—18
18x27
26x37
2—7
7—11
11—17
6x17
21—26
9 x 20
De stand wordt nu belangwekkend! Op
3—9 volgt Wit 28—22 (17x 28) 35—30
(24x44) 43—39 (44x33), 38x 18 (13 x
22) 32 x3.
Op 38 volgt eveneens Wit 2822, 35
30, 4339 en daarna 38 x 9.
33 20—25
34 43—39 1721
35 36—31 38
36 31—27 8—12
Zwart: 24—30 (35x24) 19x30, (28x19)
13 x 24 verliest door 40—35.
37 38—33
Stand na Wit 37. 3833:
Zwart: 12, 13, 15, 16. 19, 21 en 23—26.
Wit: 27, 28, 32, 33, 35, 37, 39, 40 en 45.
Hier was de keuze voor Wit niet gemak
kelijk! Thans is het moment aangebroken
waarop elke zet dubbele waarde krijgt
en 't spelen van een minder sterken zet
fatale gevolgen kan hebben.
37 23—29
Nu was 12—17 beslist niet sterker.
Er kan dan volgen: Wit: 4034
28—22; 33x13; 27—22;
Zwart: 12—17; 13—18; 17x28; 19x8:
24—29.
Wit: 42—38 (29x40) 45x34 (15—20)
3933 (2024), 3328, en Zwart staat
verloren!
38 4238 12—18
De eenige! Op 12—17 volgt Wit 39—34
en Zwart heeft geen goede zet meer.
39 2822 18—23
40 33—28 2530
Zwart moet nu schyf offeren. Er is dus
niet veel meer te redden.
41 40—34
29 x 40
42 45 x 25
23—29
43 25—20
29—33
44 20 x 29
33 x31
45 27 x 36
15—20
46 36—31
26x37
47 32x41
21—26
48 41—37
16—21
49 29—23
19—24
50 23—18!
Op 23—19 zou Zwart nog remise maken
2025 (wit
19x30) 25x43
Zwart geeft opl
Analyse J. W. v. D.
FRAGMENT no. 221.
(Een interessante winst).
Zwart: 2, 3, 5, 6, 8, 9, 11—13, 15—17,
19—20, 23 en 24
Wit: 22, 28, 32, 33, 35—40, 42, 43, 45, 46,
48 en 50.
Zwart meende hier 1621 in de mee
ning, dat hy op 22—18 en 32—27 (of 33—
29) ten koste van één schijf naar dam kon
gaan.
Doch Wit had dieper gecombineerd waar
door Zwart toen hy dezen zet speelde, als
volgt verloor:
1 16—21?
2 22—18 13 x22
3 3329! 22x44 gedw.
4 29 x 27
Nu komt plotseling de dreiging 27—22
en 32 x 25 te voorschyn. Hoe Zwart nu ook
speelt, steeds zal hy twee schyven verlie
zen.
5 44—49
6 27—22 17 x 28
7 32x25!
Zwart kan nu tevens niet meer verhin
deren dat Wit de dam opvangt door 4349
en gaf dus de partij op.
Wel een bijzonder typische combinatie
in de Kerkhofstelling.
UIT DE PARTIJ no. 222.
Zwart: 8, 13—21 en 23.
Wit: 25, 27, 28, 32, 33, 37,
48.
9, 40, 42, 43
Hoe nuttig het is de meest voorkomende
slagzetten te kennen werd weer bewezen
in een van de competitie wedstrijden,
waarin deze stelling voorkwam.
Wit speelde 3731, terwyl hij op de vol
gende wijze had kunnen winnen.
1 40—34 20—24
Anders speelt wit 3329 met dreiging
27—22.
2 34—29
23x34
3 28—23
19x39
4 38—33
39x28
5 32x3
21x41
6 3x11
16 x 7
7 25—20
15x24
8 42—37
41x32
9 43—38
32x43
10 48x8
verl.