LICtIT m DUIJTfDMJ
4
SOCIALE ZONDAGMIDDAG
KATHOLIEK LEIDEN.
Nieuw
m. Paul (Miai s er
MAANDAG 25 MEI 1936
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
VQAGEM OVED OHJ GELOOF
Langzamerhand raakt de voorraad vra
gen weer beantwoord. Graag willen wij er
nog eens op wijzen, dat men niet behoeft te
aarzelen, vragen in te sturen. Zijn ze niet
geschikt voor behandeling in de krant, dan
krijgt u een persoonlijk antwoord per brief.
Niemand der vragenstellers heeft ooit te
vergeefs op antwoord of bericht gewacht,
al duurde het dan ook soms wel eens lang!
Het komt nogal eens voor, dat men vra
gen stelt over onderwerpen, die uitvoerig
in de vijf en veertig artikelen, die wij in
deze krant publiceerden onder den titel
„Brieven over ons Geloof", zijn behandeld.
Als dergelijke vragen een omvangrijk ant
woord eischen, kunnen wij niet in herha
ling treden, dat zult u begrijpen.
Ook worden, den laatsten tijd vooral, veel
vragen gesteld betreffende de huwelijkswet
geving der Katholieke Kerk. Binnenkort
zullen wij trachten in eenige artikelen de
hoofdzaken weer te geven. Wij hopen de
antwoorden op de ons hierover gedane vra
gen in die artikelen te verwerken.
Vraag 123. In de muren van onze kerk
zijn eenige steenen aangebracht met een
kruis er op en een éénarmig kandelaartje
er vóór, waartoe dienen deze?
Antw. Dit zfjn de z.g. „kerkwijding-stee-
nen" of „consecratie-kruisjes". Een plechti
ge kerkwijding of kerkconsecratie door den
Bisschop bestaat namelijk uit twee hoofd-
deelen: de wijding van een altaar en de
wijding der muren. Nu is juist het we
zenlijke van de w ij ding der
muren: het met Chrisma bestrij-
kenvan twaalf kruisjes, die
geteekend of geschilderd zijn op-, of uitge
houwen zijn in de muren, onder het uit
spreken der woorden: „Moge deze tempel
geheiligd en gewijd worden in den Naam
van den Vader enz."
(Chrisma is een door den Bisschop ge
wijd mengsel van olijfolie en balsem).
Deze kruisjes moeten aangebracht zijn op
of in natuursteen. Wanneer de mu
ren dus van kunstmatige steen (baksteen)
of beton zijn, moeten er twaalf natuurstee-
nen met de kruisjes in de muren worden
ingevoegd. Die oonsecratiekruisen zijn dus
een teeken, dat de muren geheiligd zijn,
dat de kerk geconsaoreerd (gewijd) is.
Omdat die kruisjes door de zalving met
het Chrisma geheiligd zijn, worden zij ook
vereerd, een vereering die ten laatste
natuurlijk niet die steenen, maar God, in
Wiens naam de Bisschop ze wijdde, betreft.
Bij de wijding brandt boven elk kruisje
een kaars, en na de wijding worden één-
armige kandelaartjes er onder aangebracht;
op den verjaardag der kerkwijding worden
(vanaf de le Vespers op den dag tevoren)
daar kaarsen op ontstoken. Die kaarsen
blijven op dien verjaardag den ganschen
dag door, of tenminste onder de H. Missen
en verdere diensten, branden. Soms worden
de kruisjes ieder jaar gedurende het oc
taaf der kerkwijdings-ver jaardag ook met
bloemen versierd.
Meestal zijn er op elk der zij-mimen vier,
op de beide andere muren elk twee kruis
jes aangebracht.
Vraag 124. Z. H. Exc. Mgr. Jansen z.g. is
na zijn ontslag als Aartsbisschop van
Utrecht door Z. H. den Paus verheven tot
titulair-aartsbisschop van Selimbria. Wat
wil dat zeggen?
Antw. Reeds vroeger hebben wij de be-
teekenis van verschillende benamingen als:
wij-bisschop, titulairbisschop, vicaris enz.
uiteengezet. Maar gaarne willen wij nog
even speciaal op het door u gevraagde in
gaan.
Het woord „titulair-aartsbisschop (of
-bisschop") geeft de bedoeling al aan: het is
een titel, meer niet. Die titel wordt alléén
gegeven aan personen, die bisschop
zij n gewij d, dus waarlijk bisschop
zijn, maar om een of andere reden geen
bisdom besturen. Een reden, die van
allerlei aard kan zijn. Hier was het de
ziekte van Mgr. Jansen, daarvóór, toen
Monseigneur nog Aartsbisschop was, maar
zijn ambt reeds moeilijk meer kon uitoefe
nen, werd Mgr. de Jong wij-bisschop en
tevens titulair-aartsbisschop van Rusio. Zoo
ook onze Internuntius, Mgr. Giobbe, die
tit.-bisschop van Ptolemaeus ie; Mgr. is
bisschop maar bestuurt geen bisdom, daar
de Paus hem een anderen werkkring heeft
toegewezen.
Die titels zjjn ontleend aan bisdom
men, die vroeger bestonden, maar
nu zijn opgeheven. Vroeger was dus het
zijn van bisschop dier bisdommen Selim
bria, Rusio, Ptolemaeus, werkelijk, een
ambt. Tegenwoordig is het slechts een
titel, waar geen ambt»- of rechtsge
bied aan vastzit.
Vraag 125. U stelt verschillende vragen
over het voor het ter H. Communie gaan
vereischte „nuchter zijn" vanaf 's nachts
twaalf uur o.a. of men bij bloeding van
een kies na de aangegeven tijd te Com
munie mag gaan, of men dan een stukje
drop of pastille 's nachts in de mond mag
houden enz.
Antw.: Onmogelijk, natuurlijk, kunnen
wij hier allerlei gevallen gaan bespreken
en wij moeten dus volstaan met de hoofd
lijnen, zooals de we. '.en der katholieke
moraaltheologie die geven.
Voor „ontnuchtering" (met als ge
volg dus dat men niet te Communie kan
gaan) geven zij drie voorwaarden.
lo. dat hetgeen genuttigd is, verteer
baar is, m.a.w. op eenigerlei wijze spijs of
drank betee'kent. Wanneer men dus per
ongeluk of met opzet(!) een metalen of stee
nen knoop, een haar, een steentje of een
stukje glas zou inslikken, „ontnuchtert" dit
niet. Het is klaarblijkelijk dat derg. din
gen niet verteerbaar zijn. Dat wil niet zeg
gen, dat alléén echte spijs of drank ont
nuchtert: papier of stroo, poeder etc. bijv.
zijn wél verteerbaar en ontnuchteren 'dus.
2o. dat hetgeen genuttigd is „van bui
ten af" komt en in de maag gebracht
wordt. Daaruit volgt om te beginnen dat
bijv. bloed, hetwelk uit een wond in de
mond of inwendig uit de neus komt, niet
ontnuchtert. Anders wordt 't b.v. als men
uit een wondje, dat men aan de vinger
heeft, bloed zuigt; dat bloed immers wordt
van „buitenaf" in de mond en in de maag
gebracht. Alleen de 'ond spoelen kan
men dus gerust doen, daar het water dan
immers niet in de maag wordt gebracht;
wel wordt dan misschien wel iets van het
vocht ingeslikt, doch daarover straks.
Wanneer men echter een pastille, drop,
pepermunt of wat ook vóór twaalf uur
's nachts in de mond heeft gebracht en na
dien tijd er nog een deel van in de mond
is gebleven, ontnuchtert men zich,
want dit is waarlijk eten; het voedsel wordt
na de aangegeven tijd in de maag ge
bracht, al is het dan ook reeds te voren
„van buiten af" in de mond gekomen.
3o. dat hetgeen men nuttigt worde geno
men bij wijze van spijs of drank, en niet
met opzet maar op de wijze
als ware het „speeksel"
('t is een beetje onsmakelijk, maar voor
't juiste begrip noodzakelijk) of ademha-
lingslucht. De bedoeling is deze:
als wij onze mond spoelen, dan is het
onvermijdelijk, dat er een weinig vocht
zich met ons speeksel vermengt en mee naar
binnen gaat. Dat hoeft ons dus niet te ver
ontrusten. Iets anders wordt het, als wij
opzettelijk een paar druppels water inslik
ken: dan drinken wij immers, al is da
ook maar heel weinig; dan mag men niel
Communiceer en. Iets anders is het ook,
wanneer men bijv. onder het mondspoelen
een heele slok naar binnen krijgt: dat is
niet „als ware het speeksel": ook dan mag
men, hoe jammer het ook is, niet Commu-
niceeren.
Iets gaat op de „wijze van ademhalings-
lucht" naar binnen, als het onopzette-
1 ij k tegelijk met de adem naar binnen
gaat. Bijv. als wij naar de kerk fietsen
komt er regen of sneeuw in onze mond;
we kunnen dan gerust Communiceeren.
Maar iets anders is het, als wij (wat kin
deren nog wel eens doen) met open mond
opzettelijk regen of sneeuwvlokken gaan
opvangen: dan drinken wij!
R o o k e n of snuiven ontnuchtert niet,
al getuigt het dan ook niet van eerbied om
vóór men te Communie gaat te rooken:
dat is ongepast, doch het verbiedt ons
het Communiceeren niet.
„Pruimen" voor 't Communiceeren is
natuurlijk hoogst ongepast en men zal door
zoo'n oneerbiedigheid dan ook al gauw
een „dagelijksche" zonde bedrijven. Wan
neer echter het ->ap wordt uitgespuwd
(vergeef ons weer 't onsmakelijke van deze
uiteenzetting!) ontnuchtert ook „prui
men" niet; maar nog eens: geen behoor
lijk mensch zal dat doen vóór hij Commu
niceert.
Wellicht zullen sommige lezers een deel
van het bovenstaande, „muggenzif-
terij" vinden: dat is onjuist. Deze wet
van eerbied voor Jezus' Lichaam en Bloed
is terecht streng en men moet practisch
zoo goed mogelijk weten, waar men zich
aan te houden heeft.
Men moet hierin niet „scrupuleus"
zijn, maar ook niet nonchalant. Niet scru
puleus: er zij nmenschen, die, als zij te Com
munie gaan, 'sochtends hun mond niet
durven spoelen, niet hun tanden
poetsen etc. Dat is overdreven. O.i. is het
juist eerbiedig tegenover Jezus, dat wij,
waar Hij zich zóó vernederen wil, ons best
doen, dat onze mond zoo rein mogelijk zij.
Over de mogelijkheid van dis pen-
s a t i e in deze wet in bijzondere gevallen
moet u uw biechtvader om raad vragen.
Wat betreft den t ij d kan men naar be
lieven volgen den tijd die wettelijk in ge
bruik is, dus de „zomertijd", óf de wer
kelijke „zonnetijd" zoodat men zoo
lang de wettelijke „zomertijd" duurt tot
één uur (volgens dien zomertijd) wat kan
eten of drinken. Zelfs mogen wij Hollan
ders als „zeevarend" volk in dit opzicht
ons houden aan de z.g. „Greenwichtijd",
d.w.z. twintig minuten later rekenen, dan
onze klok aangeeft. Het komt dus hier op
neer: als bij ons de gewone „zonnetijd" ge
bruikt wordt, mogen wij tot 12.20 's nachts
iets eten of drinken; als, zooals op 't oogen-
blik, de wettelijke zomertijd is voorge
schreven: tot één uur twintig.
Men kan vragen ter beantwoording in
deze rubriek inzenden bij Mr. A. Piepen
broek, Hageveld, Heemstede.
VAN
Z.D.H. Mgr. H. J. M. Taskin aanwezig.
Een gloedvolle rede van kapelaan H. Drost.
DE PRACHTIGE ZOMERZON OVERSTRAALDE
DE FORSCHE KLEUREN DER JEUGD.
Donkere wolken bedreigden den grooten
apenluchtmiddag, die gisteren, uitgaande
van de vereeniging „Katholiek Leiden",
gehouden werd. In den morgen afwisselend
regen en donkere wolken, zeilend tegen een
grijze lucht. En toch zou deze groote mee
ting moeten doorgaan. Want met veel kos
ten was het groote sportterrein aan den
Haagweg in ordie gebracht, er was een al
taar gebouwd, er waren zitplaatsen aan
gebracht en dan nog: die Katholieke Jeugd
zou met vanen en vlaggen in hondenden op-
marcheeren om het groote feest den luister
der frissche jeugd bij te zetten.
Maar zie, tegen twee uur kwamen er
blauwe plekken in de donkere lucht, er
kwam een mooie, warme zomerzon, en in
den lichten, frisschen zomerwind zou deze
prachtige middag volledig slagen.
Om twee uur dromden de Katholieken
van Leiden naar het terrein om rond het
veld, waar de plechtigheden zouden ge
schieden, hun plaats in te nemen. Lang
zamerhand vulden zich de tribunes en om
half drie stond een dichte haag van men
seben om het véldgeschaard.
Tot half drie deed de muziek van „Pe-
rosi", welke dezen middag zooveel luister
bijzette, zich hooren en intusschen werden
verschillende mededeelingen door de loud
speakers, verzorgd door de firma van Re-
mundt, bekend gemaakt.
Intusschen hadden tal van kerkelijke en
wereldlijke autoriteiten op de overdekte
tribune plaats genomen, waar zij door den
speaker luide werden verwelkomd. Aan
wezig waren Z. D. H. Mgr. H. J. M. Tas-
kin, president van het Groot-Seminarie te
Warmond, de Deken van Leiden, den hoog-
eerw. heer A. H. M. J. Homulie en de ge-
heélle geestelijkheid der stad. Voorts de
wethouder van onderwijs, Mr. A. Tepe, het
lid van Ged. Staten, mr. E. Bolsius, de
Katholieke Raadsleden en de besturen van
verschillende Katholieke organisaties.
Midden op het terrein was een balda
ken-altaar gebouwd, waaronder het altaar
prijkte temidden van een schat van witte
bloemen.
Om het terrein stonden de jonge leden
der R. K. Jeugdvereenagingen, wier kleu
rige vanen wapperden in den lichten zo
merwind.
De jeugd rondom het altaar.
Nadat die heer Pollmann de feestelijke bij
eenkomst had 'geopend met den Cbriste-
lijfcen groet, welke door de loudspeaker
over het terrein schalde, trok de jeugd, die
tot dan toe om het terrein stond geschaard,
onder trompetgeschal van de vier hoeken
tegelijk met wapperende vanen op de maat
der muziek het terrein op en stelden zich in
stervorm rond het altaar op. Door een
groote kleurige ster, waarboven de wap
perende vanen fier uitstaken, werd het ge
heel© veld, waarvan het altaar het middel
punt was, in beslag genomen.
Toen zong de jeugd het pionderslied, dat
fier en vast klonk over het veld.
De opening.
Hierna sprak de voorzitter der vereeni
ging, de heer W. J. Kriek, die door den
speaker werd ingeleid en daarbij voor zijn
arbeid warmen dank werd gebracht.
De heer Kriek sprak een woord
van welkom, vooral tot Mgr. Taskin, Deken
Homulie en de geheele geestelijkheid. Spr.
bracht dank aan den Bisschop voor de toe
stemming om een Lof in de openlucht te
mogen houden.
De beteekenis van dezen socialen mid
dag ligt in hef feit, dat Christus hier aan
wezig zal zijn. Het onderwerp zal zijn:
Heden en toekomst.
Moge deze middag zijn een leerzame mid
dag en een devote middag met tot gevolg
een hoogere opbloei van Katholiek Leiden.
Rede kapelaan Drost.
Hierna was het woord aan Kap. H. Drost
van Rotterdam, die een feestrede zou hou
den over: Heden en toekomst.
Dit onderwerp, aldus spr., wil ik aldus
verstaan, dat wij uit de lessen van het
heden die maatregelen leeren, welke wij
hebben te nemen voor de toekomst. Immers
wij leven in een duisteren tijd. Allerlei
machten trachten de pijlers der- christelijke
samenleving, van wereldvrede en wereld-
gereChtigheid te ondermijnen. Wij allen zijn
overtuigd; het mag en kan zoo niet langer,
er moet in de wereldbeschouwing een radi
cale verandering komen en daarvoor rust
op ons een ontzettende verantwoording.
Wij, die de dragers der toekomst zijn,
moeten de wereld weer voor God verove
ren. Maar om dat te kunnen doen moeten
wij eerst de oorzaken nagaan, welke ons
in deze rampzalige ellende hebben ge
bracht om de wereld te kunnen brengen
naar een nieuwe toekomst.
En de groote oorzaak der huidige ellen
de is deze, dat de menschheid gebroken
heeft met God. De Schepper wilde, dat de
wereld1 een gemeenschap zou zijn, immers
God gaf ons een gemeenschappelijk lever
lot, een gemeenschappelijke levensbaan,
een gemeenschappelijk levensdoel.
De menschheid moest één zijn, verbon
den met God en toen die eenheid door de
zonde verscheurd was, werd zij door God
hersteld, omdat er alleen gemeenschap
kon zijn, wanneer de mensch verbonden
was met zijn eerste levensbron, God.
Maar wederom is de eenheid verbroken,
het heidendom is gekomen en heeft den
mensch gezegd: los van de Kerk, los van
God. De menschen wilden zich zelf regee-
ren. Toen was de dijk doorgebroken, omdat
menschen zonder God, menschen zonder
liefde zijn en daarom is er nu slechts haat,
want slechts de liefde is die grondslag der
naastenliefde.
Kapelaan Drost herinnerde aan de we
reldoorlog. Het Kaïnsmerk brandt nog op
het voorhoofd van Europa en miliioenen
Abels zijn onschuldig vermoord en nog
steeds klinkt de vraag: „Kaïn, wat hebt gij
met Uw broeder gedaan?" En toch reiken
de volkeren elkaar niet de hand, opnieuw
•is de lucht geladen met verschrikking. Weer
zoekt Europa naar zelfmoord.
Dat is de wereld van heden.
Miltioenen schreien om uitkomst, om
reddling en toch doodt de menschheid, en
toch is er het goddelijk Woord: „Ik heb
medelijden met de schare" en „Wacht U
voor de valsdhe profeten;"
Christus heeft Zijn Goddelijke beginse
len toevertrouwd aan Zijn Kerk, de Kerk
van Christus, het lichtbaken in dezen don
keren tijd. Op Pinksteren begon die Kerk
haar lichtbrengende taak. Wat zij toen
bleek te kunnen, kan zij nu nog, wat zij
toen kon bereiken, kan zij nu nog bereiken,
wat spr. met een citaat van Vondel op
prachtige wijze laat uitkomen. De Kerk
moet de wereld terugbrengen tot God en
in dezen tijd moeten wij het levende toon
beeld zijn voor de oplossing der problemen,
die, onopgelost, de wereld ten ondergang
zullen voeren. Dus Katholieke mannen en
vrouwen, jongens en meisjes, wij moeten
de wereld van het Christendom doordrin
gen. De geest van het Christendom is de
geest der liefde, waar geen liefde is, daar
kan geen vrede zijn en de wortel van de
liefde is het geloof. Ik geloof in den Heer,
Jezus Christus, Die uit den hemel is neder
gedaald. Dat geloof moet de wereld over
winnen.
De Paus heeft het gezegd in zijn ency
cliek „Ubi arcano Dei": „Die liefde moet
hersteld worden, de liefde die de band der
volmaaktheid is".
Wij moeten op onze borst kloppen en
een wereldconfiteor bidden voor de we
reldgoddeloosheid.
Spr. herinnert aan Spanje en Rusland,
waar God de schuld kreeg, maar het is de
grootste Godloochening aan God te ver
wijten, wat wij ons zeiven te verwijten
hebben, omdat wij de verraders der waar
heid zijn. Christus predikte de liefde, Zijn
eerste twee geboden waren geboden der
liefde. Daar staat of valt het Christendom
mee. En wij zijn dat eerste gebod der lief
de vergeten. Van hart tot hart, van huis tot
huis, van straat tot straat, van stad tot
stad moeten wij, aldus spr., Christus' lief
de weer verspreiden, slechts dan zal het
wereldideaal van den Paus werkelijkheid
worden: De vrede van Christus in het rijk
van Christus. Maar dan moeten wij ook
eerst eer geven aan God in den hooge,
voor wij vrede kunnen brengen op aarde
aan de menschen van goeden wil.
Wij moeten beginnen bij ons zelf, Chris
ten zijn in alles, de eenheid bewaren om
door onze eenheid en liefde de wereld te
overtuigen, dat er nog eenheid en liefde is.
Er moet een geest van liefde zijn in ons
Dit zal de jongens en meisjes interessee
ren: ons nieuwe boek „Twee Zwervers
door de groote Wereld" is verschenen!
Nieuwe avonturen van Pau-Li en Benito,
spannend beschreven door Henri van
Wermeskerken, met 64 plaatjes van
Willy Sluiter. Dit prachtige boek is ver
krijgbaar a 80 ct. of tegen inzending van
100 Paula-bons, die bij de vele heerlijke
Paul C- Kaiser producten verpakt zijn.
Voor de complete serie plaatjes zijn 92
Paula-bons noodig. Dit is een prettige en
smakelijke manier om een kostelijk boek
te krijgen: 'tis héél gemakkelijk de Paula-
bons te sparen!
Hier zijn enkele der
Paul C. Kaiser-pro-
ducten, waarbij de
PAULA-BONS ver
pakt zijn:
Groote ronde beschuit, Vier
kante beschuit, Ontbijtkoek,
Alle kwartblikken enz., enz.
BISKWIE-, KOEK- EN BESCHUITFABRIEKEN
ROTTERDAM.
en ook in onze organisaties. Er moet een
geest van eenheid zijn. Onze eenheid heeft
gemaakt, dat wij hier in de vrije lucht vrij
kunnen luisteren naar het vrije woord van
een vrijen, katholieken priester. Daarom
moeten wij die eenheid bewaren, elkander
helpen, steunen, waardeeren en begrijpen.
„Hebt de liefde boven alles, die de band
der volmaaktheid is".
Straks komt hier de Koning der Konin
gen en dan zullen wij zingen: Gij zult
triomfeeren, oneindig is Uw Konings
macht. Maar wanneer wij Christus' begin
selen veronachtzamen en hier Christus
toejuichen, dan verlagen wij Christus tot
een theaterkoning.
De wereld ligt verpletterd onder een
last, zoo ging spr. verder, en als Saulus
moet die wereld vragen: „Hier, wie zijt
gij" en dan zal Jezus antwoorden: „Ik ben
Jezus, dien ge vervolgt". En pas als de
wereld van Christusvervolger, Christus-
aanbidders geworden is, zooals Saulus, Pau-
lus werd, dan pas zal er vrede zijn. Maar
de wereld vraagt dit niet.
Maar laten wij dan vragen: „Heer, wat
wil gij, dat ik doen zal". En dan zal het
antwoord zijn: Luistert naar de stem der
overheid. De stem der Kerk is de stem van
God.
En laat ons antwoord zijn: „Heer wij
zijn bereid, wij zullen gaan, sterk door uw
genade, sterk door onze liefde, sterk door
ons geloof. Wij willen de wetten der Kerk
volbrengen". Dan zal de Kerk ajs een Noë
ons brengen naar den berg Gods, waar wij
de regenboog der verzoening zullen zien.
Jongens en meisjes,
Mannen en vrouwen.
Sluit u aaneen,
Wij moeten bouwen
Een burcht van steen
Wij moeten vormen
Een sterke macht
Laat komen de stormen
Wij houden wacht.
Het plechtig Lof.
Nadat de toejuichingen op deze enthou
siaste rede waren verstorven, werden de
voorbereidingen getroffen voor het plech
tig Lof, dat op het veld door den hoogeerw.
Deken zou worden gecelebreerd. Vooraf
gegaan door een stoet van misdienaars en
alle aanwezige priesters begaf de hoog-
HET H. SACRAMENT WORDT DOOR DEN HOOGEERW. DEKEN HET TERR1
OPGEDRAGEN.