DINSDAG 12 MEI 1936 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 10 BILJARTEN KAMPIOENSCHAP F. B. H. O. De uitslagen van de voortgezette wed strijden der 2de klasse luiden: pnt. brt. h.s. gem. Ereira 150 40 21 3.75 Boogaarts 138 40 16 3.45 B. Engwerda 150 28 21 5.35 H. Oom en 150 28 22 5.35 C. de Nijs 150 39 30 3.84 Boogaards 11 39 10 2.84 Y. de Vries 150 21 38 7.14 D. Bonnet 135 21 20 6.24 De stand in de 2de klasse luidt: gesp. gew. gel. verL pnt. Ereirra 2 2 4 J. Duivenvoorden 2 2 4 H. Oomen 2 1 1 3 Y. de Vries 2 1 1 2 C. de Nijs 2 1 1 2 B. Engwerda 1 1 1 Boogaard 2 2 D. Bonnet 3 3 LUCHTVAART „GRAF ZEPPELIN" NAAR ZUID- AMERIKA GESTART. Het luchtschip „Graf Zeppelin" is te 8 uur gisteravond van Franfort Main naar Zuid-Amerika vertrokken. Er bevinden zich 20 passagiers aan boord. Om zeven minuten voor elf passeerde gisteravond de Graf Zeppelin Tilburg. Het luchtschip kwam uit de richting Eindho ven en zette koers in Noord-Westelijke richting. Ook in Eindhoven, waar het luchtschip om zeven minuten over half elf boven de stad verscheen, trok het de belangstelling van vele honderden. Om kwart voor twaalf passeerde de Zeppelin Vlissingen. Het luchtschip vloog vermoedelijk op drie honderd meter hoog te, maar was door den dikken mist niet te zien. Men hoorde slechts het zware ge dreun der motoren. Het gevaarte verdween spoedig in de richting van de Noordzee. DE .HINDENBURG" NAAR DUITSCHLAND VERTROKEN. Men seint d.d. 12 Mei uit New-York: Het groote luchtschip „Hindenburg" heeft met 47 passagiers en 2570 kg. vracht aan boord de terugreis naar Duitschland aan vaard. PROEFVLUCHT VAN DE HINDENBURG" NAAR N.-Indfe. In het jaarverslag over 1935 van de N.V. Nederlandsche Handel-Maatschappij lezen we: dat het sinds 1931 bestaande syndicaat voor luchtschipverkeer met Ne rf er 1 andsch-Indizoover is gevorderd met zijn bemoeiingen om het moederland en deze gewesten door een Zeppelindienst te verbinden, dat thans de oprichting van een Nederlandsche luchtschipreederij wordt overwogen. Teneinde nadere gegevens om trent de geprojecteerde verbinding te verkrijgen zal vermoedelijk in 1936 de in het begin van dat jaar voltooide „Hinden burg" een proefvlucht naar Nederlandsch- Indië te maken." RUSSISCH PASSAGIERSVLIEGTPIG VERMIST. Sedert vier dagen heeft men geen be richt ontvangen van een passagiersvlieg tuig, dat van Moermansk naar Dikson- Siland was vertrokken. Men vreest, dat het toestel tijdens een storm is veronge lukt. Het opsporingswerk wordt door een dichten mist belemmerd. SPORTVLIEGERS, DIE PECH HADDEN. Inplaats van te Parijs landden zij in den Elzas. Vrijdagmiddag is de Schiedamsche sportvlieger H. L. Jonker Roelants met zijn Koolhoven-toestel P.H.E.J.R. van Waalhaven gestart voor een tocht naar Parijs. Hij raakte den koers kwijt en land de op een militair vliegveld in den Elzas in de streng verboden zone. Piloot Roe lants met zijn passagier, den heer van De venter, werden onder militaire bewaking gesteld en eerst den volgenden dag na een streng onderzoek vrijgelaten. Het toestel werd voorloopig vastgehouden. Gisteren zijn zij in het vaderland terug gekeerd. De „Maasbode" had een onder houd met de beide onfortuinlijke vliegers en vroeg hun, hoe het kwam, dat zij zoo ver uit de koers waren geraakt? „De oorzaak hiervan aldus de heer Roe lants is eene vergissing met het uitzetten van den koers geweest. Op mijn graden boog heb ik bij het aflezen een verschil gemaakt van 90 graden." „Waar is die vergissing begonnen?" „Wij waren Brussel gepasseerd. Inplaats van naar het Zuiden, zijn wij op die wijze naar het Zuid-Oosten gevlogen. Het zicht was zeer slecht, zoodat wij geheel op kom pas moesten vliegen. Na eenigen tijd vlie gen meenden wij Mons te passeeren, doch in werkelijkheid moet dit Namen zijn ge weest. Het onweerde hevig en aan alle kanten sloegen de bliksemstralen recht omlaag. Wij dachten dan ook aan een noodlanding, doch deze is bij zulk een geladen atmos feer ook lang niet ongevaarlijk. Wij beslo ten dus maar door te vliegen. Spoedig werd het ons echter duidelijk, dat wij niet de goede richting hadden ge nomen. Want aan alle zijden zagen wij ons omringd door bergen van tamelijke hoogte. Wij ontdekten eindelijk een spoorlijn en besloten deze te volgen om ons te orien- teeren. Na eenigen tijd zagen wij een sta tionsgebouwtje. We daalden tot 45 meter van den grond en vlogen toen langs het gebouwtje. Mijn passagier las tot zijn ver bazing den naam „Schweighausen". Waar we nu waren wisten we nog niet. Want op de kaart was geen „Schweighau sen" te vinden. Maar in elk geval zaten we zeker niet in Noord-Frankrijk. We hebben toen wel benauwde oogen- blikken doorgemaakt, omdat we nu in het geheel niet meer wisten waar we zaten. En door het slechte zicht konden we ook niet van den grond af ons een weg zien te vinden. Zoo vlogen we eenigen tijd rond, tot mijn kameraad in eens uitriep: een vlieg veld! Inderdaad het bleek er een te zijn en onze onrust week in eens, toen we ons in elk geval verzekerd wisten van een goede landing. We hadden nog maar benzine voor twintig minuten vliegen. De kist werd spoedig op den grond ge zet. Waar zouden we zijn? Die onzekerheid werd al spoedig opge heven, to an militairen ons toestel kwa men tegemoet loopen. We stapten uit ons toestel en vroegen, hoever we van Parijs af waren. „Vijfhonderd kilometer" luidde het cor recte antwoord, maar meteen beduidde men ons, dat we daaraan maar niet moes ten denken, want we waren neergekomen op een militair vliegveld en nog wel op een in de streng verboden zone. We vertelden van ons ervaren, doch men scheen er niet veel geloof aan te hechten en op vrij barsche wijze beduidde men ons, dat we aan doorreizen niet behoefden te denken, en onder militaire bewaking wer den gesteld. Zoo zaten we dus in plaats van in Pa rijs in Hagenau, 28 km. ten Noorden van Straatsburg. Het was kwart over zeven Fransche tijd, toen we afscheid namen van ons toestel en naar de hoogere mili taire autoriteiten werd geleid, die ons in tegenstelling tot de lagere met voorko mendheid behandelden. Na een langdurig verhoor, een onder zoek van onze papieren en het in bslag nemen van de films, welke men besloot direct te ontwikkelen, leidden de militai ren ons naar een hotel waar wij den nacht konden doorbrengen. Den volgenden dag werd het onderzoek voortgezet. Maar 's middags konden wij ter oplossing van het geval eindelijk naar Straatsburg gaan. De films waren onder wijl ontwikkeld en men had er natuur lijk niets op gevonden. Daar in Straatsburg werden wij door den politiecommissaris van Hagenau voor den onderzoekingsrechter geleid. Hier kwam de zaak tot klaarheid en herkregen we onze persoonlijke urijheid. In welk lot ons toestel evenwel niet deelde. Dit kon niet vrij komen dan na de formaliteit van een proces, dat, naar men reeds beduidde, ons ongeveer 500 francs zou kosten. Zaterdagavond om 7 uur stonden we weer vrij in de straten van Straatsburg. We hebben toen den trein genomen naar Parijs, vanwaar we gistermiddag zijn te ruggekeerd." „En wat zal er nu met uw kist gebeu ren?" „O, als die zaak in orde is met het pro ces, waarmede wel eenige dagen zullen gemoeid zijn, ben ik van plan om den trein naar Hagenau te nemen en mijn Koolhoventje persoonlijk te gaan terug vliegen." 1 RECHTZAKEN KANTONGERECHT TE LEIDEN. Overtreding loterijwet? De firma T. en D„ conservenfabrikanten te Leiden heeft in het begin van dit jaar een nieuwe patent-blikopener op haar blik ken conserven aangebracht. Om te ondervinden of deze blikopener bij het publiek in den smaak viel had de firma gemeend een enquête onder het pu bliek uit te schrijven. Daar op zulk een vraag haast geen ant woorden binnen komen had de firma T. en D. een prijsvraag verbonden aan deze ant woorden. De prijsvraag bestond uit een vouwpuzz- le, welke puzzle zoodanig gevouwd moest worden, dat een bekend fabrieksmerk te voorschijn moest komen. Een honderdtal prijzen waren voor de goede oplossers be schikbaar gesteld. Bij meer dan honderd goede oplossingen besliste het lot. Bovendien moest men een drietal vra gen oplossen en het geheel, di. dus de vouwpuzzle en de drie vragen, vergezeld doen gaan van drie etiquetten van de bus jes, waarop de nieuwe bikopener bevestigd was. Gedagvaard was den heer H. W. T., terwijl als verdediger optrad mr. Nord Thomson. Den heer T. verklaarde, dat de prijsvraag niet uitgeschreven was om voor deel te behalen en dat het ook geen re clame was. Voor reclame wordt een andere methode gevolgd. Het was alleen geschied om den smaak van het publiek te kennen. Er waren pl.m. 4000 oplosingen binnengekomen, waarvan 5 pet. fout was. De ambtenaar acht het ten laste gelegde bewezen. De puzzle was heel gemakkelijk, zoodat men er zeker van mocht zijn, dat meer dan honderd goede oplossingen bin nen zouden komen. Al deze soort prijsvragen zijn in strijd met de wet. Spr acht bovendien economisch voor deel aanwezig. Rekening houdende met een en ander vraagt de ambtenaar maar. een lichte boete van 10 subs. 1 week hechtenis. Mr. Nord Thomson voerde aan, dat hier van een loterij geen sprake was, alleen een enquête. Geldelijk voordeel was er voor de firma in het geheel niet aan verbonden. Deze patent-opener kost de firma jaar lijks duizenden guldens. De drie eitquet- ten moesten ingestuurd worden als een soort legimitatiebewijs, dat men zelf on dervonden had hoe de opener werkte. Spr. noemt het niets anders dan een con tact zoeken met de afnemers. Verder be treurt de verdediger het, dat zulk een zaak wordt vervolgd. Hij noemt het een daad van maatschappelijk belang, dat een fir ma alles doet om in dezen crisistijd het bedrijf te laten draaien en de honderden menschen, die voor de firma werken, aan den gang te houden. Na de dagvaarding onderhanden geno men te hebben vroeg pleiter vrijspraak subs, schuldig verklaring zonder oplegging van straf. Na re- en dupliek bepaalde de kanton rechter de uitspraak over 8 dagen schrif telijk. Overtreding wet op de uitverkoopen. K. L., winkelier te Leiden, heeft eind Januari in de Leidsche bladen een adver tentie doen opnemen, waarin hij naar vo ren bracht, dat hij een viertal goedkoope fabriekspartijen had aangekocht en hij deze partijen voordeelig kon verkoopen. De ambtenaar, dadelijk het woord ver krijgend, zeide, dat een arrest van den Hoo- gen Raad uitgesproken 4 Mei 1936 (nog niet openbaar en officeel bekend ge maakt) een definitie geeft van het woord „bijzondere omstandigheden". Op dezen grond vraagt spr. dan ook vrij spraak. Mr. Vos optredend voor verdachte gaf nog eenige uitleggingen van de zinsnede „tijdelijke voordeelige aanbieding" waar van hier in 't geheel geen sprake is. Uitspraak over 8 dagen schriftelijk. Overtreding vleesch- kenringswet. P. J. v. d. B., poelier teNoordwijker- hout, heeft een ongemerkte kalfsachter- bout afgeleverd, dus zonder keuringsstem pels en een drietal geitjes geslacht zonder vergunning. Eisch tweemaal 20 subs, tweemaal 8 dagen. Uitspraak: tweemaal 15 syibs. tweemaal 1 dagen. Overtreding crisiszuivelwet T. P. v. d. B„ slager te Oegstgeest, heeft voorhanden gehad een groote hoe veelheid spijsvetten (77 K.G.) zonder dat deze vetten voorzien waren van de voor geschreven merken. Bovendien had hij een grooter hoeveel heid aanwezig gehad dan hij mocht heb ben. Eisch 50 subs. 25 dagen met verbeurd verklaring van het in beslag genomen vet. Uitspraak 8 dagen. A. S. handelaar in melkproducten (geen winkelier) heeft een hoeveelheid melk, pap van karnemelk en room aanwezig gehad in zijn huis zonder in het bezit te zijn van een perceel-vergunning. Verdachte had wel een vervoervergun- ning, terwijl hij inmiddels ook een perceel vergunning heeft gekregen. Eisch 4 subs. 2 dagen. Uitspraak 1 subs. 1 dag. Overtreding wet op de even redige vrachtverdeeling. Voor dit feit moest terecht staan H. N. aardappelenhandelaar te Leiden. Deze heeft 19 November 1935 500 H.L. aardappelen laten vervoeren, door zy'n knecht, met het motorschip „Hoop op Wel vaart I" zonder vergunning der bevrach tingscommissie. Eenzelfde overtreding heeft hij gepleegd 13 Febr. 1936. Toen waren het een groote partij aardappelen en wortelen. Eisch voor beide zaken 10 subs. 4 dagen. Uitspraak conform. Onbeschermde machine aanwezig gehad. L. F. E„ drukker teLeimuiden, heeft als hoofd van een onderneming niet ge zorgd dat een pers in zijn drukkerij be hoorlijk beschermd was, zoodat er gevaar aanwezig was voor degene die deze ma chine bediende. Eisch 15 subs. 8 dagen. Uitspraak 10. subs. 4 dagen. S neiheidsmanlakken. L. E. R. te 's-Gravenhage, heeft op de Rijksstraatweg te Sassenheim gereden per auto met een snelheid van 110 K.M. Bij het passeeren van een andere auto, die 100 K.M. reed, was hij deze wagen ra kelings gepasseerd en had toen er een te genligger aankwam de juist gepasseerde wagen gecoupeerd. Een heel lichte aanrijding met de tegen ligger was het gevolg geweest, waar op haast onbegrijpelijke wijze alleen de wiel dop er af was gereden. Eisch 2 maal 20 subs 2 mal 8 dagen. Uitspraak over 8 dagen. J. A. M. te Warmond heeft op den Heerenweg daar ter plaatse op Zondag met zijn motorrijwiel gereden. Verdachte had een snelheid van 85 K.M., slingerde over den weg, zoodat de voet gangers ijlings achter de boomen moesten vluchten, en had bovendien geen rijbe wijs Verdachte was door dit woeste rijden dan ook ten val gekomen en was bewuste loos blijven liggen. Gezien de financieele toestand van ver dachte vroeg de ambtenaar voor dit zeer ernstige feit, zooals hij het noemde, een boete van 2 maal 5 subs. 2 maal 3 da gen met de ontzegging om motorrijtuigen te besturen voor den tijd van een jaar. Uitspraak conform. Verkeersovertredingen. J. W. te Leiden was met een met een paard bespannen wagen in galop den in gang van het Academisch Ziekenhuis in gereden, zonder vooraf een teeken te heb ben gegeven. Een wielrijdster was door deze wijze van rijden aangereden geworden. Eisch ƒ10 subs. 4 dagen. Uitspraak con form. J. L. te Amsterdam heeft op den Rijks weg te Oegstgeest een driewielige mo torbakfiets aangereden, trots het feit, dat de bestuurder over een afstand van 40 M. zijn hand uitgestoken hield ten teeken dat hy van richting wilde veranderen. De aangeredene had een schade opgeloo- pen van 23.80, voor welk bedrag hij zich civiel partij stelde. Na een tweetal getuigen gehoord te heb ben die eenstemmig verklaarden dat de schuld bij verdachte lag, was de eisch ƒ20 subs. 10 dagen met toewijzing van een schadebedrag van ƒ15.Uitspraak 8 da gen. A. J. W., autobusbestuurder te 's-Gra venhage, heeft op den Rijksstraatweg te Sassenheim bij het inhalen van een anderen auto niet behoorlijk naar links uit gehaald zoodat een aanrijding volgde. Eisch 20 subs. 10 dagen. Uitspraak 15 subs 5 dagen. EEN MOORDZAAK UIT HET JAAR 1923. Moord met roof bij een bejaarde vrouw en haar dochter. Gisteren hebben voor de rechtbank te rechtgestaan C. V. uit Hoensbroek, J. v. <L B. uit Hoensbroek en M. v. O. uit Heesch, alle drie sedert eenigen tijd gedetineerd. Him is ten laste gelegd dief stal met geweldpleging, den dood en zwaar lichamelijk letsel tengevolge hebbend, een en ander gepleegd in den nacht van Vrij dag 20 op Zaterdag 21 Juli van het jaar 1923. In het perceel no. 116 aan de Kouven- raderstraat te Hoensbroek woonden toen de 80-jarige weduwe Wilhelmina Kusters, weduwe van Jan Rednier Haartmans en haar pl.m. 40-jarige dochter Elisabeth Haart mans. Beiden sliepen in een achterkamer, beneden in huis. Omstreeks middernacht waren eenige mannen terzijde van het huis binnengedrongen. Toen zij op den zolder waren, moesten zij zich door het heele huis begeven om in de slaapkamer te komen. Deze kamer was slechts door een paar klei ne venstertjes van de buitenwereld afge sloten. Toen de vrouwen onraad hoorden, konden zij zich dan ook niet meer in vei ligheid stellen. De mannen drongen de ka mer binnen en de 80-jarige vrouw werd door een der onverlaten gewurgd. Ook de dochter werd bij de keel gegrepen; zü be zwijmde van schrik en kwam pas om drie uur 's nachts weer bij, zoodat zij niets wist van al wat er gebeurd was. Haar handen waren gebonden met een riem. De kamer deur bleek door de indringers van buiten gesloten te zijn, zoodat zij deze moest for ceer en. Toen heeft zij de hulp van een buurman ingeroepen, die de marechaussee waarschuwde. De politie en het parket uit Maastricht kwam ter plaatse en er werd een uitvoerig onderzoek ingesteld. Er werd ook met eenige politiehonden gespeurd en er werd een gipsafgietsel gemaakt van een voetafdruk, die naast de woning was ge vonden. Het onderzoek leverde echter geen direct resultaat op. Het bleek, dat de da ders met veel overleg te werk waren ge gaan. Zij hadden een klein venstertje in de slaapkamer met een doek afgedekt. Uit de bedsteden van de beide vrouwen hadden zij het geld weggenomen, dat daar bewaard werd. In totaal was dit ongeveer ƒ540. De oude vrouw had een paar weken te voren een koe en een kalf verkocht. Er bestond gistermorgen voor de recht bank groote belangstelling voor deze zaak, die nu na dertien jaar zou worden berecht. Het O.M. vertegenwoordigd door den substituut-officier van justitie, mr. Daut- zenberg, had 28 getuigen gedagvaard. On der deze getuigen waren enkele bekenden uit de strafprocessen voor de rechtbank en het gerechtshof in Den Bosch. Het getuigenverhoor duurde tot half twee, waarna de behandeling van de zaak om drie uur werd voortgezet. Onder de getuigenverklaringen waren er enkele zeer verzwarende, om een van ze keren H. K., die in 1928 in het ziekenhuis te Heerlen verpleegd was. Verdachte van der B., had toen naast hem gelegen en had hem over zijn leven verteld, en ook gezegd, dat hij meegedaan had aan den roofmoord op de oude vrouw te Hoensbroek. De vrouw A. H., verklaarde, dat verd. v. d. B. verzocht had te verklaren, dat hij dien bewusten nacht bij haar had doorgebracht, Andere zeer bezwarende verklaringen, welke voor de marechaussee waren afge legd door getuige P. de Bie en diens echt- genoote en volgens welke vend, van O. bij De Bie thuis omstandig zou hebben ver teld, hoe de zaak zich had toegedragen, werden thans door deze twee getuigen te ruggenomen. De Bie zeide onder eede, dat deze verklaring hem was voorgezegd, en dat van O. heelemaal niets verteld heeft. De getuige T. J. van B. heeft vroeger eveneens bezwarende verklaringen afge legd, doch hij zegt zich thans niets te kun nen herinneren. 1 In de middagzitting verscheen nog getui ge M. H. B. De rechtbank wensch/te hem buiten aanwezigheid van de verdachten te hooren. Toen de verdachten weg waren kreeg deze getuige echter een zenuwtoeval, trapte een stoel en een tafeltje om en bleef kreunend liggen, waarna hij door den ge neeskundigen dienst uit de zittingzaal werd weggeleid. De rechtbank besloot daarop de zitting te schorsen tot de volgende week Dinsdag, 19 Mei, om drie uur. DE KINDERMISHANDELING TE MEGEN. Voor het Bossche Gerechtshof stond gis teren in hooger beroep terecht de 61-jarige mej. M. Walraven uit Megen, die ervan verdacht werd twee voogdij-kinderen, die aan haar waren toevertrouwd te hebben mishandeld. Zij was door dien politierech ter te 's Hertogenbosch tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld. Haar was ten laste gelegd, dat zü de bel de kinderen met een stok geslagen zou heb ben en het jongste kind met de handjes tegen den brandenden kachel zou hebben geduwd. Bij het getuigenverhoor verklaar den de kinderen minder positief dan voor den politierechter. Een onderwijzeres, als getuige k décharge, verklaarde, dat het jongste kind, toen haar gevraagd werd, hoe zij aan de wondjes op haar hand kwam, gezegd had, dat zij tegen den kachel was gevallen. De advocaat-generaal eisch te vier maan den gevangenisstraf. Uitspraak over 14 da gen. VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ OPGELICHT DOOR EEN DUIM AF TE HAKKEN. Anderhalf jaar gevangenisstraf geëlscht. In hooger beroep stond voor het Hof te Leeuwarden terecht de 29-jarige J J3. B„ administrateur te Amersfoort, wden ten laste is gelegd, dat hij op 8 Augustus 1931 te Burgiwerd opzettelijk een landbouwer de gelegenheid heeft verschaft tot het ple gen van het misdrijf van oplichting door behulpzaam te zijn bij het afhakken van diens linkerduim, waarna een aangiftebiljet van de ongevallenverzekeringsmaatschap- pij „Zuerich" werd ingediend, hetgeen tot gevolg had, dat aan dezen landbouwer achttienduizend gulden werden uitbetaald. Na het voortgezet getuigenverhoor eisch- te de procureur-generaal een gevangenis straf van een jaar en zes maanden, zooals hij ook tegen den landbouwer M. B. heeft gevraagd. De verdediger, mr. Simon te Utrecht pleitte ontslag van rechtsvervolging subsi diair vrijspraak wegens gebrek aan bewijs en vroeg verdachte's ontslag uit de pre ventieve hechtenis, hetgeen door het Hof werd geweigerd. De Leeuwarder Rechtbank veroordeelde hem tot een jaar en vier maanden gevan genisstraf. Arrest 20 MeL „DER STURMER" VOOR HET RAAM GEHANGEN. Gistermorgen stond voor den Haarlem- schen Politierechter terecht een zekere Schliephaken, van geboorte Nederlander, bewaarder van het kringhuis der N. S. N. A. P., (de partij van majoot Kruyt) aan het Spaarne, die gedurende eenige dagen in Maart een nummer van het blad „Der Stürmer" voor de ramen van het z. g. „Kruythuis" had opgehangen. In dit num mer kwamen verschillende uitlatingen voor die de justitie beleedigend had geacht voor de Joodsche groep der bevolking. Zoo stond er met enorme letters op de front pagina gedrukt: „Die Blutschuld der Juden wegt über den Erdball" en „Die Juden sind unser Unglück". De verdachte gaf toe het nummer daar te hebben opgehangen, doch voegde er tot zijn verdediging aan toe, dat hij regel matig „Der Stürmer" ontving. De inhoud van het blad was voortdurend dezelfde, waarom hij ze de laatsten tijd maar niet eens meer las. Het ging in dit geval niet zoozeer om den inhoud dan wel om te de- monstreeren, wat er alzoo op dit gebied in Duitschland wordt gepubliceerd. „Mocht u het minder oirbaar achten", aldus S. tot den politierechter, „dan zul len wij het zeker niet meer ophangen, want wij zijn een legale partij!" De officier van Justitie, mr. J. Semeyns de Vries van Doesburgh, vond, dat de ver dachte ernstige reden had om te vermoe den, dat de inhoud van het blad beleedi gend zou zijn. „Want", zoo zeide de offi cier, „als er niet op de Joden gescholden kon worden, dan zou „Der Stürmer" im mers niet bestaan!" Het verweer van ver dachte vond hij buitengewoon laf en het droeg er volgens hem niet toe bij om de sympathie en het respect voor de persoon van den verdachte te verhoogen. Spr. eischte tenslotte een geldboete van 20. of tien dagen hechtenis. De verdachte zeide, dat het blad in de haast was opgehangen. De officier: „Waarmee u ons maar zeg gen wilt, dat wij nog dankbaar mogen zijn, dat het niet onderstboven hing. Zeg toch wat je bedoelt, man, je kent toch Duitsch." De politierechter, mr. Top, was ook van oordeel, dat de verdachte het blad eerst had moeten lezen, omdat hij de inhoud in het algemeen kende. Wat het verweer van verdachte betreft, daarvan wilde hij aannemen, dat het oprecht gemeend was. Hij veroordeelde S. tot een week hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Verdachte vond deze straf onteerend en meende, dat, waar er in Nederland geen verboden bladen bestaan, men ook geen bezwaar zou mogen hebben tegen het op- nangen van „Der Stürmer". Voqr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10