No. 8416 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN „Een wonder dat alles zoo goed is afgeloopen" 27ste Jaargang MAANDAG 11 MEI 1930 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per weekt 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. lij DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertenties 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeel in gen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: S 0.50 Dit nummer bestaat uit £)R BELMONTE IN ONS LAND De wereld vier bladen. V Onze parlementaire vertegen woordiging Naar aanleiding van de benoeming van prof. Aal'berse tot voorzitter van de Tweede Kamer maakt de „Nieuwe Venlosche Cou rant" enkele opmerkingen, die wij hier wil len overnemen: „Er zijn er geweest, die in het benoe men van hem tot voorzatter der Kamer een wegwerken hebben gezien als voorzit ter der RK. Kamerfractie. Ofschoon er mogelijk wel zijn in en ook buiten de fractie, die graag een anderen voorzitter zouden zien, welke minder remmend zou optreden bij het verwekken van crises e.d., zoo zouden wij toch willen vragen, wie het anders had moeten worden? Aan pessimisten zouden wij willen zeg gen, dat de voorzichtigheid zeker ook wel door een mr. Goseling zal betracht wor den, en dat men de belangrijkheid dezer be noeming niet moet onderschatten. De lei ding der Kamer is van zeer groot belang, óók voor de regeering maar de voorzitter er van is ook de eer ste, die bij een eventueele kabinetsforma tie advies aan H.M. de Koningin verleent, en dit is toch zeer zeker van heel groot belang. Al zal prof. Aalfberse dan niet meer de dagelijksche leiding in de R.K. Kamer fractie hebben, hij houdt er natuurlijk toch contact mee en men zal zijn oordeel ook op prijs blijven stellen, ook voor de partij, op welker leiding hij nu natuurlijk minder invloed zal kunnen uitoefenen, al is deze bij den laatsten Landdag in zake de devaluatie-rede van oud-minister mr. Steenberghe toch reeds minder geweest, dan hem wel toekwam, althans volgens den blijkbaar nogal van dichtbij ingelich- ten Haagsschen Briefschrijver. Hierdoor is een kleine verwijdering ont staan tusschen de oude en de jongere lei ding, gelooven we. Men kan dit betreuren, maar het is toch iets heel normaals dn het leven. De jongen gaan langzamerhand de plaats der ouderen innemen". Intusschen maakt het blad uit Venio nog enkele behartenswaardiige opmerkin gen over de samenstelling en de kwaliteit der Katholieke fractie zelve, en het schrijft verder o.m.: „Wij zijn de bekende voormannen der oude garde verloren: van Vuuren, dr. No- lens, Van Wijnbergen vroeger dan noo- dig was Jhr. Ruys, terwijl nu ook prof. Aalberse wel niet verdwijnt, dat heelemaal niet, maar toch wat opschuift. Is dit opschuiven der jongeren naar vo ren heel natuurlijk, het is toch de vraag, of er voldoende krachten zijn, om leiding te nemen". Wij moeten inderdaad méér zorg hebben, om onze Tweede-Kamerfractie samen te stellen, op peil te houden. Wij moeten in onze Tweede-Kamerfractie behouden de mannen uit de practijk van het arbeiders-, middenstands- en boerenleven: heldere koppen met practischen zin. Doch daarnaast zijn noodig mannen van zeer breede en zeer diepe algemeen© ontwikkeling; en deze laatsten worden in onze Tweede-Kamer fractie, in alle fracties, helaas, te sohaarsch. Dat moeten wij niet verbloemen. Wij moeten het inzien en onzen invloed aan wenden, om er verandering in te brengen. DE ZITTING VAN DEN VOLKEN BONDSRAAD. GENèVE, 11 Mei. (A. N. P.). Voor van daag staan twee zittingen van den Vol kenbondsraad op het programma, één be sloten en één openbare zitting. De beslo ten zitting, die om 5 uur hedenmiddag zal aanvangen, is de belangrijkste, want hierin zal besloten worden tot grondige bestudeering van 'iet Italiaansch-Abes- sijnsch conflict, of tot verdaging tot de speciale zitting, die in Juni te Genève zou worden gehouden. De meeste gedelegeerden schijnen vóór verdaging te zijn. Relaas van de lotgevallen der Ned. ambulance „HET WAS OP 'T KANTJE AF" VERKLAARDE DR. BELMONTE. Dr. Belmonte, de Amsterdamsche chirurg die deel heeft uitgemaakt van de Neder- landsche ambulance in Ethiopië, is heden ochtend met den nachttrein uit Parijs in ons land teruggekeerd. Dr. Belmonte heeft op eigen gelegenheid de terugreis gemaakt. Hij was eenige dagen voor de anderen in Djiboeti en moest toen eenige dagen op een boot wachten. Dien tijd heeft hij benut om een uitstapje in Egypte te maken en is vervolgens met een Fransch schip naar Marseille gereisd. Daar is hij gisterochtend van boord ge gaan en via Parijs naar Amsterdam ge reisd. Een redacteur van het Algemeen Ne- derlandsch Persbureau heeft in den trein met dr. Belmonte een gesprek over zijn lotgevallen in Ethiopië gehad. „Ik ben blij, dat ik er uit ben", 'waren de eerste woorden van dr. Belmonte. „Het was op het kantje af en een waar wonder is het, dat alles voor ons nog zoo goed is afgeloopen. Wat wij hebben moe ten verduren, is niet in enkele woorden te zeggen. Het was eigenlijk een groot avontuur met vele tragische en ellendige kanten, maar toch een avontuur, dat ik niet gaarne gemast zou hebben." Dr. Belmonte gaf vervolgens een vrij uitvoerig relaas van de lotgevallen der Ne derlandsche ambulance in den laatsten tijd. Onze lezers zullen verschillende feiten reeds weten uit de rapporten van dr. Winckel en uit de nieuwsberichten. Nog niet bekend is echter, hoe de am bulance het laatste gedeelte van den weg tusschen Dessie en Addis Abeba heeft moe ten afleggen. Op ongeveer 100 Kilometer ten noorden van Addis Abeba moest een gedeelte van de ambulance achterblijven. Er zou echter spoedig hulp komen uit Addis Abeba, doch juist in dien tijd brak de opstand uit en barstte een ware hel los. Achter het eerste gedeelte der terugtrekkende ambulance werden alle wegen vernield en opgeblazen door het muitende Abessijnsche leger en een aantal van onze mensahen zaten daar achter. „Toen ben ik, zoo vervolgde dr. Bel monte, naar een der hoogste regeerings- personen in Addis Abeba gegaan en deze heeft toen maatregelen getroffen, dat de achtergebleven ledc-a onzer ambulance langs een klein en onbekend weggetje zijn geleid, om het terrein, waar de opstand woedde, heen, e nop deze manier veilig in Addis Abeba zijn aangekomen. Deze tocht duurde twee dagen." Wij moesten uit Dessie. „Wij moesten weg uit Dessie. Men zal, zich in Holland wel eens afgevraagd heb ben, waarom het Róode Kruis niet rustig in Dessie is gebleven en zijn diensten aan de Italianen heeft aangeboden. Dit was ech ter onmogelijk. Op het allerlaatste oogen- blik zijn wij uit Dessie weggegaan. Waren wij eenige uren langer gebleven, dan zou de geheele ambulance uitgemoord zijn door de muitende Abessijnen. Niemand was er dan levend afgekomen. De kogels flotén om onze oor en en zelf heb ik mijn leven aan een toeval te danken". Geen benzine meer. „Onze laatste avond in Dessie is de meest dramatse he in mijn leven geweest. Ik was in het Amerikaansche hospitaal, een half uur van het onze verwijderd. Ook daar was men bezig het ambulancewerk te liquideeren om zich terug te trekken. De auto, waarmede men zou vertrekken, had echter niet voldoende benzine meer. Ik bood onmiddellijk aan benzine uit ons kamp te geven. Van mijn kant had ik dan het voordeel, dat de auto mij tegelijk naar ons basishospitaal zou brengen. De duisternis was gevallen en het roo- ven en plunderen der Abessijnsche muiters was in vollen gang. De inlandsche chauffeur durfde niet naar het Nederlandsche hospitaal te rijden. Wij hebben hem toe uit de auto verwijderd en een Europeaan heeft zijn plaats ingenomen. in vogelvlucht Ik zat naast de chauffeur met mijn revol ver in de hand. Op de T-Tachtauto hadden wij een machinegeweer opgesteld en op deze wijze zijn wij dooi een regen van kogels naar ons kamp gereden. Dat niemand onzer gewond of gedood is, begrijp ik nog niet. De tocht zelf was ellendig, er heerschte een paniek. Overal zagen wij vechtende en moordende Abessijnen, menschen, die zich in wanhoop voor de auto's wier pen, die in ravijnen sprongen. Het was of alle booze machten der hel in dit land los gebarsten waren". De kroonprins. „De kroonprins heeft ons goed behan deld, Hij heeft mij een dag tevoren ge waarschuwd en gezegd, dat het niet goed zou afloopen en dat het beter was heen te gaan. Maar zijn ingeving misleidde ons in de hoogste mate. Enkele minuten vóór bovenbedoeld ge sprek met den kroonprins verzekerde zijn secretaris ons echter, dat er niets aan de hand was, en eenige uren na bovenbedoel de kroonprfnselijke waarschuwing werd door de Abessijnsche regeering medege deeld, dat er geen gevaar dreigde. De misleiding, waaraan wij blootgestaan hebben van de zijde van de hoogste regee- ringspersonen is een bron van veel erger nis en veel ellende geweest." Laf en leugenachtig. „Maar wat wil men", zoo vervolgde dr. Belmonte, „de Abessyniërs zijn in den grond een lafhartig en leugenachtig volk. Zij zijn karakterloos en hebben geen ge voel voor orde en tucht. Daarbij is op enkele uitzondering®! na iedereen anal- phabeet en van een verbluffende onkunde tegenover technische zaken. Een voorbeeld. De kroonprins zeide mij persoonlijk, dat wij uit Dessie weg moes ten. Maar tegelijkertijd requireerde hij al onze muildieien. Toen ik hem daar op wees, beweerde hy, dat zulks onmogelijk was, maar muildieren kregen wij niet terug. Hij kon er niet een missen. Niemand te vertrouwen. Niemand is er te vertrouwen en zelfs de paters Lazaristen, die reeds 15 jaar in Des sie wonen, waren niet eens veilig. Deze man nen zijn er gebleven. Zij spraken de taal en er waren ook enkele priesters bij hen, die tot de opstandige benden behoorden. Op deze vertrouwden zij, doch erg gerust wa ren zij niet. „Mocht de nood' aan den man komen", zoo vertelden zij ons, „dan hebben wij on der de bevolking nog vele trouwe discipe len, die ons wel zullen verbergen," Middeleeuwsohe toestanden. Het land leeft nog volkomen in de mid deleeuwen, zoowel wat techniek en bestuur als wat hygiëne betreft. Een röntgen- apaparaat en orthopaedie- tafel als de Nederlandsche ambulance be zat, was er in geheel Ethiopië niet. De com municatie is ongelooflijk slecht, de water voorziening is allertreurigst. Als u be denkt, dat wij maandenlang onze tanden met thee hebben moeten poetsen, omdat het water er niet was of niet te vertrouwen was. De vliegtuigen. Ik heb het, de omstandigheden in aanmer king genomen, vrij goed gehad. In het basis hospitaal leefden wij heel behoorlijk, den laatsten dag in Dessie moesten wij met de revolver in de hand de orde op de zaal handhaven. Later bleek, dat de Italianen onze am bulance zeer goed konden onderscheiden en deze ook spaarden. Maar stel u voor, een operatie en dan een bombardementsvlieg tuig over de tent, op ongeveer 80 meter hoogte. Groote bewondering heb ik voor dr. Mel- ley en zijn overlijden heeft mij diep ge schokt. Voor ons heeft hij veel gedaan. De kroon is thans gezet op het verove rin gs werk. Te aanhoore van een onmete lijke menschenmassa, die te Rome op de Piazza Venezia was samengestroomd, heeft Zaterdagavond Mussolini de afkondiging van het nieuwe Romeinsche keizerrijk me- VOORNAAMSTE NIEUWS Abessynië wordt geannexeerd met inbe grip van alle gebiedsdeelen en volkeren, die onder de heerschappij van den Negus stonden, en koning Victor Emanuel wordt keizer van Ethiopië. Maarschalk Badoglio zal met den titel van onder-koning namens den keizer het bestuur over Abessynië voeren. „Italië heeft thans eindelijk zijn keizer rijk" riep Mussolini Zaterdagavond uit en deze woorden werden door de menigte met een uitbarsting van gejubel begroet. Geheel Italië verkeert in een feestroes en Mussolini wordt bejubeld als de „stichter van het herleefde Romeinsche Imperium". Het overige gedeelte van Europa zal min der geestdriftig gestemd zijn. Vooral Enge land zal deze apotheose van zijn mislukking allesbehalve met instemming begroeten, terwijl Frankrijk deze wending van een politiek, welke het zelf heeft gestuurd, ook allesbehalve prettig zal vinden. Vandaag komt de Volkenbondsraad te Genève bijeen en wij zijn wel benieuwd naar de houding, welke de heeren zullen aannemen. Er zal wel wat gesputterd wor den, maar er zal weinig anders op zitten, dan den bestaanden toestand te aanvaar den. Een tweede slachtoffer. Een even treurig ongeval is dr. Stadion overkomen, een Amerikaansche missie- arts, die veel met ons gewerkt heeft. Tal van keeren is zij als operatie-zuster opgetreden. In Addis Abeba is zij bij de plundering door een verdwaalde kogel ge dood. Een eeresaluut breng ik ook aan haar. Beiden zijn nog op het laatste oogenblik het slachtoffer van hun plicht geworden". Land en volk. De journalist vroeg dr. Belmonte's mee- nang nog over Abessynië en de toekomst van het land, nu het door de Italianen is overmeesterd. „U moet niet denken, dat die Abessijnen het zelf zoo tragisch opnemen. Waar zij het goed hebben, is hun vaderland en onder Europeesehe leiding kan van het rijke land nog veel profijt getrokken worden. Een groot' kapitaal is voor alles noodig om de mineralen uit den bodem te halen, maar daarnaast is er ook voor landbouw en vee teelt veel te bereiken. En dan niet te ver geten: het tourisme. Ik ken geen land, dat zoo geschikt is voor sightseeing als Abes synië, dat voor de Europeanen van een ge heel bijzondere en ongekende schoon heid is. Wetenschappelijk werk. Ondanks alle misère hebben wij toch nog wetenschappelijk werk kunnen doen. In Abessynië is rheumatiek zeer verbreid en de opvatting is algemeen, dat dit een ge volg is van syphilis. Wij zijn echter op grond van de resulta ten der therapie tot andere conclusies ge komen, welke wij te zijner tijd zullen uit werken. Alles verloren. Van de uitrusting onzer ambulance, waar wij zoo trotsch op waren, is bijna niets ge red. Alleen de administratie en het portret, dat de prinses ons heeft geschonken. Wat er van het overige terecht zal ko men, weten wij niet. Wij zullen echter maar niet op veel rekenen. Het ging er rauw toe, zoo besloot dr. Belmonte zijn relaas. Maar ik had het toch niet willen^ missen". DE AANKOMST IN ROOZENDAAL. Dr. Belmonte werd in Roozendaal door den heer B. W. de Kanter namens het hoofdbestuur van het Nederlandsche Roode Kruis welkom geheeten. De heer de Kanter vroeg, of .dr. Belmon te Vrijdagochtend de vergadering van het dagelijksch bestuur van het Roode Kruis zou willen bijwonen. Dr. Belmonte zeide, er voor te zorgen, aanwezig te zijn, doch hij moest weer tijdig in Amsterdam zijn. „Om 1 uur heb ik spreekuur", voegde h;j er ter verontschuldiging aan toe. BUITENLAND. Koning Victor Ejnanuel geproclameerd tot Keizer van Abessynië. Maarschalk Ba doglio benoemd tot onder-koning. (4de blad). Redevoering van den Duce en geestdrift in Italië, ,4de blad). Azana gekozen tot president van de Spaansche republiek. De onlusten in Griekenland. (4de blad). BINNENLAND. Benoemingen in het Bisdom Haarlem. (Kerkn., 1ste blad). Vergadering van de Kamer-Centrale Lei den te Gouda. (8de bla). De regeling betreffende den toeslag op melk (3de blad). Een andere regeling betreffende huur- verlaging wordt voorgesteld. (3de blad). Verslag mondeling overleg inzake het wetsontwerp loopende landbouwpolitiek en pachtovereenkomst. (3de blad). Twee broers bij kano-ongeluk op de Maas verdronken. (Gem. Ber., 3de blad). Boven de Limburgsche Peel ontlastte zich een hevig onweer. (Gem. Ber., 3de blad). OMGEVING. De zeereerw. heer I. Meijer, pastoor der Meerburg-kerk te Zoeterwoude H. R., heeft emeritaat aangevraagd. (1ste blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. VOETBAL: I. V. C. B.: De Westelijke kampioenen winnen. D. H. V. B.: Ge slaagde Districtsdag te Voorschoten. K. N. V. B.: Overwinningen van Ajax en En schede, A. S. C. kampioen, Alphia moet 'n beslissingswedstrijd spelen. De Belgen winnen van de Engelsche profs. (2de blad). LAWNTENNIS: Nederland—Frankrijk voor den Davis Cup 1—2. (2de blad). HOCKEY: Duitschland wint met 52 van Nederland. (2de blad). ZEILEN: De keuzewedstrijden voor de Olympiajollen. (2de blad). „Neem maar eens een week vacantie", adviseerde de heer de Kanter hem toen va derlijk. Aankomst te Amsterdam. Met den Paxijsohen nachttrein, die van morgen te 10.22 uur aan het Centraal Sta tion te Amsterdam aankwam, is dr. A. Bel monte in de hoofdstad teruggekeerd. Op het perron werd dr. Belmonte, die er in zijn licht sportoostuum gebruind en op gewekt uitzag, verwelkomd door zijn fami lieleden en vrienden, terwijl hij namens het Roode Kruis begroet werd door dr. W. F. Veldhuyzen, directeur van het Wühelmina Gasthuis in zijn kwaliteit van voorzitter der af deeling Amsterdam van het Neder landsche Roode Kruis en door den com mandant der Amsterdamsche transportco lonne, dr. J. A. Feenstra alsmede door de Amsterdamsche Roode Kruis-officieren, dr. Feritz, dr. van Ommeren en dr. Noteboom. Nadat dr. Belmonte bloemen waren aan geboden begaf bet gezelschap zich naar buiten, waar* op het stationsplein een deel der Amsterdamsche colonne, waarvan dr. Belmonte zelf officier is, onder leiding der overige officieren stond opgesteld. Na een hartelijke begroeting van officieren en manschappen en een inspectie van de troep vertrok dr. Belmonte in gezelschap van I eenige familieleden en vrienden per auto naar zijn woning.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1