3)e Bij het uitdragen van het stoffelijk overschot van baron Von Hoesch, den Duitschen gezant te Londen, dat via Dover met een Engelschen torpedoboot naar Duitsch- land wordt overgebracht, waren talrijke Engelsche autoriteiten o.a. Sir Simon (x) en Lord Eden (xx) aanwezig Op de begraafplaats .Vredehof" te Tilburg had Woensdag de begra fenis plaats van de drie meisjes, die bij het auto-ongeluk te Heesch om het leven kwamen Generaal Schweissgut en admiraal Abrial, bij hun vertrek uit Parijs naar de vergadering der generale staven van Engeland Frankrijk, België en Italië te Londen Dr. A. van Schelven, lid der Ned. Roode Kruis-ambulance in Abessynië, is Woensdag te Arnhem- teruggekeerd, waar hij verwelkomd werd door den heer B. W. de Canter, bestuurslid van het Ned. Roode Kruis Tijdens de rondgang van H. M. de Koningin op de tentoonstelling Prima Vera te Rotterdam, welke eers*e re's van naar ^U'd-Amerika. Het gevaarte expositie Woensdag door de vorstin bezocht werd aan de ^"dingsmast te Rio de Janeiro De politie speurt naar ongenoode gasten. Een aardig snapshot van een kleinen imitatie-politieagent op de Tilburgsche voorjaarsbijenmarkt, FEUILLETON. DE GOUDEN BRUG Roman van Hanno Plessen. I 'i-t&i (Nadruk verboden). 45) Ren-ate heeft den geheelen middag ge werkt. Zij heeft haar verhaal van de gou den brug geschreven en daarbij is de tijd omgevlogen. Ais zij met gloeiende wan gen een punt achter bet laatste woord plaatst, slaat de oude, vertrouwde pendule vermanend het achtste uur. Zij schrikt er van.Is het al zóó laat? En Sylvester is nog steeds niet terug. Ter wijl zij de kamer op en neer begint te loopen, maakt een staag groeiende onge rustheid zich van haar meester.... Eigenijk moest ik hierboven toch heusch een telefoon hebben, zooals Delmer me steeds heeft aangeraden en ook tante So phie laatst voorstelde, gaat het door haar hoofd. Maar bijna op hetzelfde oogenblik reeds moet zij erkennen, dat ze daarmee in dit geval toch ook niet gebaat zou zijn, omdat ze immers niet eens weet, waar en bij wien Sylvester zich mogelijk in Inns bruck zou kunnen ophouden.Dat komt er van als men de zoogenaamde tact al te ver drijft! Zij vindt zichzelf laf, dat ze tot dusver elke rechtstreeksohe vraag heeft vermeden en dat zij er voor is terugge deinsd tegenover Sylvester de reëele din gen van het leven bij hun waren naam te noemen. Eoi daarom neemt ze zich nu stel- voor alls zonder aarzelen te bespre ken zoodra hij terugkomt. Als hij terugkomt! Als! Plotseling ten prooi aan een zinlooze angst, blijft zij mid den in de kamer staan, alle verstande lijke overwegingen verzamelend om zich tegen deze gedachte verzetten: Neen.zij ziet spooken. Van „als" kan geen sprake zijn Hij komt terug.natuurlijk.het kan immers niet anders.half negen. hij heeft zich verlaat.... dat kan gemak kelijk.... maar hij komt.... dat spreekt vanzelf.... hij heeft haar immers lief.... Maar als hem iets overkomen is Zij laat zich in een stoel vallen, terwijl zij tevergeefs tracht haar bange zorg te overwinnen. Neen.... neen.... er kan niets gebeu ren, dat hem van haar zal scheiden, waar door zij hem zou kunnen verliezen. Langzaam komt Bella te voorschijn uit haar hoekje, waar zij zich tot dusver dood stil heeft gehouden, terwijl haar verstan dige oogen de meesteres geen oogenblik hebben los gelaten. Behoedzaam legt zij haar voorpooten in de schoot van de vrouw. Renate slaat beide armen om den kop van het trouwe dier, vlijt haar gelaat te gen zijn glanzende huid en stamelt: „Zoe ken, Bella, zoekenterugbrengen...." De hond spitst de ooren. Vastbesloten staat Renaite op en loopt naar de deur. De dog volgt haar op de hielen. In de hall is Therese bezig de planten te begieten. Als zij Renate bemerkt, haalt zij haastig haar mantel en shawl. „Dat is verstandig van mevrouw om meneer tegemoet te gaan.... Misschien wilt u zoo vriendelijk zijn om een beetje haast te maken.anders komt er van het eten heeimaal niets meer terechtt Staat toch al zoo lang te pieteren."t Is bij negenen!" Het meisje is een en al verwijt. Renate dwingt zichzelf tot een opper vlakkig, vriendelijk antwoord.... Buiten snijdt de scherpe koude een oogenblik haar adem af..Met een hulpeloos gebaar brengt zij de handen aan haar sla pen. Zij komt slechts moeizaam voor waarts.... Een beklemmende angst doet haar hart ineen krimpenZij wil roe pen, maar zij vermag slechts eenige on verstaanbare klanken over haar lippen te brengenHaar oogen worden plotseling versluierd door een rood en nevel.... Dof hoort zij nog het blaffen van den hond, in haar ooren ruischt het als een verre bran ding. Haar voeten weigeren den dienst... Zij wankelt en zou zeker gevallen zijn, als niet op het laatste oogenblik Sylvester Vonberg's armen haar hadden opgevan gen. „Renate!" roept hij en in zijn stem lig gen schrik en ernstige bezorgdheid, „om 's hemels wil, wat scheelt je „Niets meer", fluistert ze, terwijl zij in een gelukzalige ontspanning haar rust en kracht voelt terugkeeren. „Ik was zoo be zorgd om je*t is al zoo laatJe kwam maar niet terugtoen wou ik je tegemoet gaan Bevrijdende tranen stroomen over haar wangen en langs haar bevenden mond. die zooeven nog pijnlijk vertrokken de eerste verlossende glimlach waagt. .Renate", stamelt hij, oprecht bewogen, „vergeef me, ja Dan draagt hij haar zwijgend en in tee- dere behoedzaamheid den korten weg naar huis terug. Bella doet wederom met onfeilbaar in stinct het beste wat van haar verwacht kon worden: zij rent voruit om Hierese den terugkeer van beide menschel te mel den. Zoo komt het, dat Sylvester en Renate direct aan tafel kunnen gaan En dat heeft ongetwijfeld zijn goede zijde, want in te genwoordigheid van het bedienende meisje kunnen zij slechts over algemeene dingen van gedachten wisselen en moeten zij hoofdzakelijk eten. Daarbij vinden zij het spoedigst hun evenwicht terug. Voor Renate is dat al heel gemakkelijk, nu Sil vester er weer is. Weliswaar ziet zij er nog wat vermoeid mi overspannen uit, maar hij is terughü zit naast haarlaat zich door haar bedieneneetpraat klinkt met haarlacht haar toe Alles, alles is weer goed. Voor Sylvester is het heel wat moeilij ker zich te beheerschen. Alles wat hij over dacht, beraamd en verzonnen heeft in de uren, waarin hij, sinds het afscheid van Mar got, doelloos door de bosschen en langs de bergen heeft gedwaald, blijkt thans door de wijze, waarop hij in de Lantaarn is teruggekeerd onuitvoerbaar. Hoe zou hij Renate kunnen zeggen, dat hij in de on middellijke nabijheid van haar woning ge aarzeld heeft naar binnen te gaan, ja, mis schien zelfs op dit oogenblik nog zou heb ben geaarzeld, als de bond niet plotseling blaffend tegen hem was opgesprongen. Spoedig is de vertraagde avondmaaltijd ten einde. Met opgetrokken knieën zit Renate m baar groote fauteuil. Sylvester offreert haar een vlammetje voor een sigaret en steekt daarna zelf de brand in een kort pijpje. Hoewel de vrouw tegenover hem ook nu met geen woord naar zijn wedervaren in formeert, voelt hij nu toch zelf, dat hij moet spreken. Eerst langzaam, maar steeds sneller loopt hij van het raam naar de deur, ter wijl hij tot twee- driemaal toe aanstalten maakt om te beginnen, maar telkens snoert een snel opkomende vrees hem de keel toe. rrAls het je zoo moeilijk valt, Sylvester, dwing je er dan niet toe", klinkt ten slotte Renate's rustige stem in de nerveuse stilte. „Neeneeweert hij af, „eens moet het immers toch gezegd worden. wij mogen niet langer blind zijn voor de feitenwe moeten de dingen onder bet oog durven riemvandaar of morgen zul je het immers toch te weten komen, ik wil het niet langer voor je verheime lijkenik ikRenate, kijke me toch niet zoo aan „Maar hoe dan, beste jongen?" „Ach, zoozoo vol liefde en goedheid dat verdien ik immers niet „Verdienen.Hoe kan je nu van ver dienen of niet verdienen spreken.We houden toch van elkaaren dat brengt toch vanzelfsprekend mee, dat de een den ander het beste geeft van hetgeen hij te geven heeft?" „Ja, maar het beste van jou en het beste van mij zijn niet gelijkwaardig, Renate..!" „Hoe wil je dat nu beoordeelen, Sylves terPlaag jezelf en mij toch niet met zulke hersenschimmen „Dat rijn geen hersenschimmen, Renate. dat zijn feiten. Probeer niet om me af te leiden, liefstelaat me het mogen uit spreken, de waarheid moet nu eenmaal ge zegd worden: tussdhen ons beiden bestaat een hemelsbreed verschil" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5