DE GOUDEN BRUG 3)e Ê^icbdie0oii4ömt Het koppel Slaats (rechts)-Charlier, (België) passeerde als eerste de finish van den vierden Zesdaagsche in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam. Het winnende koppel in de .kransen" Slaats, die tezamen met zijn Belgischen koppeigenoot Charlier als eerste de finish an den vierden Zesdaagsche in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam passeerde, wordt door het bestuur van den Zesdaagsche met zijn overwinning gefeliciteerd Te Amersfoort trad Donderdag de Res. 2e luitenant der huzaren, de heer E, van Vollenhoven, in het huwelijk met mej. A. M. Langelaan. De plechtigheid ten stadhuize Von Riboentrop verlaat het ministerie van Buitenlandsche Zaken te Londen na de overhandiging van het antwoord van Duitschland inzake de Rijnland kwestie Koning Leopold van België bracht Woensdag een bezoek aan de groote handelstentoonstel ling te Brussel Waarheen gaat de reis? Op Schiphol wordt een .lucht-wegwijzer" gebouwd, welke de richting aangeeft, in welke de diverse vliegtuigen vertrekken FEUILLETON. Roman van Hanno Plessen. (Nadruk verboden). 35) Een nieuwe leven ook voor de vrouw in de Lantaarn. Waren de beide laatste ja ren in deze gezellige woning toch eigenlijk niet slechts een vegeteeren geweest? On weerstaanbaar dringt deze vraag zich aan Renate op. Maar zij wenscht er geen ant woord op te geven, omdat ze daarvoor nog terugschrikt en omdat ze niet wil erken nen, dat door het plotselinge opduiken van dezen man haa leven een nieuwe wending heeft genomen, ja, misschien zelfs wel voor het eerst vorm en inhoud heeft ge kregen. Ze tracht zichzelf wijs te maken, dat er eigenlijk in 't geheel niets gebeurd is. Ze heeft een gast, een logée verder niets. Misschien is hij op een wat ongewone ma nier in huis gekomen, goed.... maar daar steekt toch niets bijzonders achter. Ze praat met hem, op zeer onderhoudende wij ze zelfs, maar toch steeds over onpersoon lijke kwesties. En voorts speelt hij piano. Ja, hij musiceert uitstekend. Het is, of hij muziek schept uit den dag. Het is werke lijk geniaal en het schenkt haar een onge kend genotEn gisteravond heeft ze hem voorgelezen, wat zij overdag geschre ven had. De geschiedenis van een lawine. Hoe die op de toppen der bergen ontstaat uit vroolijke, kleine sneeuwvlokken, welke de wind heeft verzameld tot een kleine sneeuwbal, niet grooter dan die, waarmee kinderen plegen te spelen. Hoe zij dan aan het rollen gaat en groeit angstwekkend snel aangroeit tot een geweldige sneeuw massa, die zich in het dal stort, in haar toomelooze vaart en vernietigende kracht dood en verderf zaa'en, om dan bij een laatste krachtsinspanning uiteen te bar sten.... En hoe dan menschenhanden, nij vere menschenhanden, geleid door naasten liefde, aan het werk zijn om te redden, wat er nog te redden is en de aangerichte scha de te herstellen. Renate heeft gevoeld, dat zij voor haar verhaal geen aandachtiger en dankbaarder gehoor zou hebben kunnen vinden dan deze man. Hoe goed hij haar begrepen had, bewees hij, toen hij datgene, wat zij aan het papier had toevertrouwd, in muziek omzette. Geen enkele waardeering voor haar schrijfsterstalent, noch een of andere enthousiaste critiek was over zijn lippen gekomen en toch had zij zich nog nooit zoo gevleid gevoeld als door de wijze, waar op deze man op haar werk reageerde.... Dat was gisteravond geweest. Ze waren elkaar innerlijk zeer nabij gekomen om daarna met een zacht „Goede nacht" uit een te gaan. En nu zitten ze weer tegenover elkaar aan het ontbijt. Maar hij is toch slechts een gast. Als zoodanig misschien een heel bijzondere, maar overigens.neen, neen, overigens blijft alles bij het oude. Renate houdt het zich nu nog eens dringend voor, dat er niets maar dan ook totaal niets in de Lantaarn veranderd is door de aanwezigheid van de zen gast.... En toch bedriegt ze zichzelf, mevrouw Renate Lien. Voor het eerst in haar leven steekt deze ervaren, wereldwijze vrouw de kop in het zand.... Zij smeert een broodje voor haar gast, schuift hem zijn thee toe en legt een plak ham op zijn bord. Hij wil haar hand grijpen, maar twee maal aarzelt hij voor hij het waagt zich over haar speels-zorgende vingers heen te buigen en er zijn lippen op te drukken. Deze spontane huldiging brengt de vrouw in de verlegenheid van een zeventienja rige bakvisch.... Therese's verschijnen met de post maakt een eind aan het pijnlijke moment. Terwijl zij den brief van haar uitgever opzettelijk langzaam opent en van de kor te, zakelijke mededeeling kennis neemt, weet zij zich te herstellen. „Hier is nog een prentbriefkaart"; maakt Vonberg haar opmerkzaam, als ze hem het schaaltje honing toeschuift. „Ach jadie had ik niet eens ge zien. Uit Munchen.van wie kan die zijn?" Zij draait de kaart om en leest zwij gen de weinige regels: Zeer geachte mevrouw! Gevolg gevend aan een dringend ver zoek van mijn vriend, ben ik voor eeni- ge dagen naar hier gereisd. Ik denk over een week ongeveer weer in Igls te zijn. Hopenlijk zult u m(j toestaan U dan te te bezoeken om U persoonlijk te kunnen bedanken voor Uw vriendelijke attentie. Ik hodp, dat U het nieuwe jaar goed hebt ingezet en verblijf, t.a.v. Szartossy. „Ach, Szartossy", zegt zij zacht voor zich heen. Daarna wendt zij zich levendig tot den man tegenover haar, zonder te bemer ken, hoe Vonberg bij het noemen van de zen naam plotseling ineen is gekrompen. „Een kennis, een alleraardigste man.... voor beoefening van de wintersport in Ig- lerhof.... hij heeft nu een reisje naar Munchen gemaakt.... schrijft me, dat hij over een week weer in Igls denkt te zijn en dan natuurlijk ook de Lantaarn weer eens zal opzoeken.... ik vind het leuk, dat ik u met hem in kennis zal kunnen brengen, want hij is heusch. „Ik ken meneer Szartossy", valt Vonberg haar in de rede en zijn stem klinkt zoo be nepen, dat Renate hem verbaasd aanstaart. Zij schrikt van zijn plotseling bleek ge laat en maakt een hulpelooze beweging met haar hand. „Ik kan me zeer goed begrijpen, dat u zijn gezelschap op prijs stelt, mevrouw", zegt hij, blijkbaar met moeite de juiste woorden vindend. „Stefan Szartossy is on getwijfeld veel meer dan een alleraardigste man.... ja, ja.... maar desondanks zou ik hem voorloopig liever uit den weg gaan... ik moet dat helaas wel doen, omdat.... omdat ik op het oogenblik met niemand. dat wil zeggen...." „O, ik begryp u volkomen, meneer von BergRenate's oogen glanzen vochtig. „Het is misschien beter, dat ik de nutte- looze week, die me nog vergund is, niet ten volle accepteer en morgen m'n eigen weg ga", zegt de man zichbaar onder den in druk van het oogenblik. „Weggaan....? Wilt u weggaan....?" Met pijnlijk vertrokken gelaat heft Re nate haar armen, die op de leuning van de stoel rusten, iets op om ze dan ver moeid in haar schoot te laten vallen. Meer nog dan de vier woorden zegt deze geste, waarvan zij vergezeld gaan en Von berg, wiens hart sneller begint te kloppen, heeft al zijn zelfbeheersching noodig om de juiste woorden te vinden: „Willen?" Ach, hoe kunt u dat denken. Neemoeten!" Hij staat op en loopt om de tafel heen. „Zei u zooeven niet, dat u mijn men- schenschuwheid begreep? Gelooft u me toch, die is nu zoo sterk in me, dat al het andere er voor moet wijkenalles. Zelfs van hier wordt ik voort gedreven.Ik kan niemand zienik kan niet.. U bent de eenige." Plotseling breekt hij a£ en verbergt zijn hoofd in de handen. Eenige seconden lang duurt dit veelzeg gend zwijgen, dat eindelijk door Renate wordt verbroken. Zacht, maar gedeci deerd zegt ze: „U blijft in mijn*huis.... ik zal er voor zorgen, dat niets of niemand uw gemoeds rust dien u noodig hebt om weer gezond te worden, verstoortnoch Stefan Szar tossy, noch iemand anders. En vóór de man een antwoord heeft kunnen vinden, heeft zij de kamer reeds verlaten. In de keuken zegt zij op haar vrlende- lijk-kalme manier: „Je zult nu eens bijzonder goed moeten kooken, Therese. Meneer von Berg moet noodig op krachten komen na het onge val." (Wordt vervolgd)^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5