De H.I.S.W.A. geopend. DE GOUDEN BRUG 3)e ÊcicbcHe6oii4cmt Prof. mr. J. C. Kielstra, gouverneur van Suriname, die eenigen tijd met verlof hier te lande vertoefde, is Vrijdag met zijn dochter per .Cottica" naar de West teruggekeerd De Wieringermeerpolder krijgt 400 Hectaren bosch, waarvan een gedeelte in den Noord Oost hoek langs den rand van Wieringen. Veertig arbeiders zijn bezig met het aanplanten van jonge dennen Helmen en gasmaskers worden ingeleverd voor de laatste inspectie der dienstplichtigen van artillerie en cavalerie te den Haag, die heden met groot verlof zijn gegaan FEUILLETON. Roman van Hanno Plessen. (Nadruk verboden). SO) De directeur begint zijn diplomatieke missie daarmee, meneer Szartossy zijn har telijke gelukwensdhen voor 1936 aan te bieden. Daaruit spruit dan als vanzelf een schier devote informatie voort naar het welzijn, de tevredenheid en de plannen van den hooggeachten gast en deze geeft weer op haar beurt aanleiding tot een lichte con versatie, welke Szartossy als afleiding en verstrooiing op dit oogenblik niet onwel kom is. Als scherp opmerker ontgaat dit den directeur uiteraard niet en in zijn vol doening daarover laat hij zich nu eerst recht van zijn beste zijde zien. HU ontpopt zich al spoedig als een veelzydig man, die goed onderlegd en van alle markten thuis is, een man van de soort, zooals zyn metier die eischt. Voortdurend de lichte conversatietoon handhavend, noodigt hU meneer Szartos sy in zijn privé-kantoor, waar een privé glas likeur wordt geserveerd en des direc teurs kleine, maar uitgelezen miniaturen verzameling wordt bezichtigd. „Zoo heeft elk mensch nu eenmaal zU'n stokpaardje, z*n hobby, z'n zwakheden, of hoe u het noemen wilt", zegt hij beschei den en in zijn glimlach ligt zoowel een ex cuus als de trots van den bezitter. „Als het een zwakheid is, dan verbergt zjj in dit geval toch een groote kracht in zich", antwoordt Szartossy, terwijl hU zich geïnteresseerd over de kleine kostbaarhe den heenbuigt. „En dit hier is al een by- zonder fraai stuk!" Daarmee neemt hij een, gracieus op een stukje ivoor geschilderd vrouwenportret ter hand. Lang en in stille bewondering bekykt hU het. Eindelyk zegt hy peinzend: „Weet u welke uitwerking dat heeft....? Dezelfde als een in louter geur en kleuren opgeloste oud-Weensche wals. „t Is ook mUn mooiste stukeen ech te Kiehuber.U hebt het met kennis van zaken er uit gezocht", antwoordt de di recteur. „Maar wat zegt u van dit be schilderde porcelein.hier die sterk ge- idealiseerde jongenskop? Een Italiaan heeft het me dezer dagen te koop aangeboden. Hy schryft er het volgende overDe directeur opent een lade, waaruit hU een brief neemt, doch by deze beweging valt rinkelend een klein voorwerp op den grond. Szartossy bukt zich mechanisch om het op te rapen, maar plotseling is hij een en al verbazing. „Hé, dat is toch....!" Tot zyn grenze- looze verwondering herkent hij den ouden wapenring der Geitiers. Denzelfden, dien Johanna op Kerstavond heimelijk aan Syl vester heeft geschonken. Den ring, dien hy spoedig officieel zou dragen en welke een kleine week later met al zyn andere bezittingen in kamer 65 in beslag werd genomen. Evenals by die gelegenheid de directeur, herkent thans Stefan Szartossy het eigendom van barones Geitler-Hattorf. Hy heeft vroeger immers meer dan eens dit opvallende sieraad aan haar hand kunnen bevonderen. Het is wel zeer pynlyk, dat Szartossy dezen ring hier moet vinden. De directeur verwenscht zichzelf in stilte, dat hy deze onaangename situatie door zyn onbedacht zaamheid heeft geschapen. Aarzelend en zichtbaar verlegen zoekt hU naar een plau sibele verklaring. „Ach.die ring.ja, die behoort hier eigenlijk niet.ik heb hem gisteren pas.... dat wil zeggen, hy werd...." „M'n waarde directeur, my kunt u ge rust klare wUn schenken". Szartoss^'s blik is vast op den man tegenover hem ge richt. „Ik moet er u zelfs dringend om ver zoeken.... Weest u er van overtuigd, dat het geen nieuwsgierigheid is, die mij daar toe drijft.... En van m'n discretie kunt u natuurlijk verzekerd zyn!" „Dat spreekt vanzelf", haast de ander zich te verzekeren. Hij is zichtbaar ver heugd openhartig te kunnen spreken en maakt daarvan dan ook rijkelijk gebruik. Zoo verneemt Szart ssy alles. Zelfs Von- berg's brief aan den directeur krijgt hy te lezen. „Een fijne klant!" meent deze te mogen opmerken, terwijl de Hongaar belangstel lend kennis neemt van den inhoud van het in zoo cynischen toon gestelde epistel, achter welks ezochie woorden zich een mateloos leed verbergt. En wijl hy reeds zooveel weet van de noodlottige verhou ding tusschen Johanna en Sylvester, valt het hem niet moeilyk thans haar waren aard en haar diepere beteekenis, waarvan de directeur natuurlijk geen flauw ver moeden heeft, te doorgronden. En dat deze het ook nooit vermoeden zal, daarvoor zal hij Stefan Szartossy zorgen. Als man van eer voelt hU zich daartoe min of meer verplicht. Zóó verdiept Is hy in zyn eigen gedach ten, dat hij de, voor Sylvester Vonberg weinig vleiende opmerking van den direc teur in 't geheel niet hoort. Pas wanneer deze nogmaals van zyn minder gunstige meening over den componist blijk geeft, dringt het tot hem door: „Zoo'n oplichter!" Oplichter. Ja, dat was het. Slechts als zoodanig kon de man, die het trotsche, goedgeloovige meisje zoo'n droevige ont goocheling had bereid, worden gekwali ficeerd. Gedurende eenige seconden staat Szartossy zyn laatste ontmoeting met Jo hanna voor den geest en in dat korte tyds- bestek wordt hem ook alles duidelyk, wat toen nog onverklaarbaar was.... „Bij zulk soort menschen is het altijd twyfelachtig, of zy hun bezittingen wel eerlyk hebben verkregen", meent de di recteur van Iglerhof het zwijgen eindelijk te moeten verbreken. „Wie weet wat voor onaangenaamheden ik me door dit pand nog op den hals kan halenU begrijpt, dat ik in het belang van m'n hotel elk opzien moet vermeiden.... M'n positie' is dus allerminst benijdenswaardig.Eener zij ds zal slechts de opbrengst van dien ring in staat zyn de vry omvangrijke schulden van Vonberg aan Iglerhof te dek ken, maar anderzijds kan ik toch bezwaar- lyk met dat sieraad aan 't leuren gaan, vooral daarom al niet, omdat het ten slot te alleen voor liefhebbers eenige waarde heeftJa, ja, 't v.lt werkelijk niet mee om overal behoorlyk tusschendoor te zei len. „De zaak is niet zoo erg als u denkt", antwoordt Szartossy rustig en gedeci deerd. „U zelf bent toch volkomen gedekt, omdat u immers, zoo noodif steeds kunt aantoonen geheel te goeder trouw te heb ben gehandeld. Niet wa Juist. En dat dit nooit noodig zal blijken te zijn, kan ik u, menschelykerwyze gesproken, wel op een briefje geven.... Nee, u behoeft niet verbaasd te zijn. Verlaat u zich maar gerust op mij.... 't Is werkelyk zoo. Dat is dan één. Het andere betreft de schuld van mei.eer Vonberg aan het hotel. Die zal ik vereffenen. Ik geef u een blanco chèque...." Zonder zyn mededeelingen te onderbreken, haalt Szartossy zijn chèque- boek te voorschijn, teekent een formulier en overhandgt dit den 'recteur: „U maakt dan de rekening ve meneer Vonberg op en vult het bedrag hier in." „Uitstekend, meneer Szn ssy.... met het grootste genoegen.... dat is werke lyk.... maar w?+ moet er den gebeuren met die dingen, die. e...." De manier, waarop Szartossy bij deze kwestie ingrypt, is zoo ongewoon, dat hét den gewiekster hoteldirecteur geheel van zijn stuk brengt „Dat punt levert in 't geheel geen moei lijkheden op", beslist Szartossy. „Het mak kelijkst dunkt het me, dat u meneer Von- berg's bagage eenvoudig in depót geeft. En dien ring kunt u het beste aan mij overlaten. U behoeft er dan niet mee te leuren.... en op die manier zijn alle par tijen er het meest bij gebaat." Dat moet de directeur zonder meer toe geven. Hij is geen detective, noch van de politie en de betrekkingen, die er moge- lyk tusschen den oplichter en de barones bestaan, interesseer hem als evemin als de beweegredenen, welke de Hongaar kan hebben om zich zoo royaal te toonen. Voor hem is de zaak hiermee afgedaan en dat bovendien op een wyze, die hij zich niet had durven droomen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9