m ZATERDAG 28 MAART 1936 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 15 HET SCHAAKSPEL AHe correspondentie, deze rubriek be treffende, gelieve men te zenden aan den redacteur dezer rubriek: W. H. van der Nat, Witte Rozenstraat 40a, Leiden. HET GEWEIGERDE DAME GAMBIET. (Vervolg). Men heeft wel eens gezegd, dat een gam biet het beste kan worden weerlegd door een tegen-gambiet. Mi. hangt dit af van de geaardheid der spelers. Zooals ik vroeger al eens heb opgemerkt zijn er schakers die zeer lang met groote omzichtigheid de ver dediging kunnen voeren, waartegen de scherpste aanval vaak geen of weinig suc ces oplevert. Terwijl anderen weer alleen dan al hun schaakkracht ontwikkelen wan neer zij in den aanval zijn. Vooral deze laat- sten nu, zullen bij een rustige verdediging tegen het dame-gambiet niet op hun ge mak zijn, en daarom trachten de rollen om te draaien om zoodoende zelf den aanval te gaan leiden. En ongetwijfeld is daar wel gelegenheid voor, al brengt deze meer dere risico met zich mee. In de eerste plaats komt hiervoor in aan merking het Albins tegen-gambiet zoo genoemd naar de Engelsche meester Albin die het in tournooien omstreeks 1890 vaak toepaste. In Italië kreeg het den naam Controgambitto Cavalotti. Na de zetten 1. d2d4 d7—d5; 2. c2c4 speelde Albin nu e7e5. Een tegengambiet dus. Dat dit gambiet inderdaad goed is, blijkt wel hieruit dat de meeste witspelers, indien zij een damegambiet willen spelen, de volg orde der zetten zóó wijzigen, dat e7—e5 verhinderd wordt, aldus 1. d£d4 d7d5; 2. Pglf3 (hu is e7—e5 uitgesloten!) Pg8 f6: 3. c2c4 enz. De meest gebruikte voort zetting is wel d4xe5, dus het aannemen van het gambiet. In alle andere gevallen be reikt zwart volkomen gelijk spel. Na 3. d4xe5 volgt d5d4! Het idee van dit tegengambiet, n.l. de zwarte pion op d4 belemmert wit in zijn ontwikkeling. De volgende variant toont aan hoe gevaarlijk dit gambiet voor wit kan wezen. 1. d2—d4 d7—d5; 2. c2—c4 e7—e5; 3. d4xe5 d5—d4; 4. e2—e3(?) Lf8—b4f; 5. Lel—d2 d4xe3!; 6. Ld2xb4?? e3xf2f (de koning mag niet terugnemen wegens DdSxdl met damewinst) 7. Keie2 f2xglPf (hier vraagt zwart niet een dame, maar een paard, waardoor de witte koning schaak komt te staan) 8. Thlxgl en zwart maakt er een eind aan door Lc8g4f enz. Wit zet na 1. d2d4 d7d5;"2. c2c4 e7e5; 3. d4xe5 d5d4 het beste voort met 4. Pglf3 waarop zwart antwoordt met Pb8c6. Verder zijn er weer zooveel voort zettingen dat het beter is, deze aan het ini tiatief van een ieder over te laten. Een ander, meer toegepast en ingewik kelder tegengambiet is de z.g. Tarrasch-verdediging. Dr. Tarrasch, den voor eenige jaren over leden Duitschen meester, vond zijn verde diging van zoo groote waarde, dat hij ze de „Normaalwerdediging van het damegam biet" heeft genoemd. Reeds speelde hij hem in tournooi-partij en in de jaren 1887 en 1889 maar later (1903) begon de eigen lijke bestudeering. Het idee van deze verdediging bestaat hierin, dat zwart, na de zetten 1. d2d4 d7d5; 2. c2c4 e7eö; 3. Pblc3 niet voortzet met Pg8f6 maar door c7c5 het witte centrum aantast en zwart dus, in- plaats van verdediging van eigen centrum een aanval doet op dat van den tegenstan der. Speelt wit nu 4. d4xc5 dan niet direct Lf8xc5 wegens c4xd5 e6xd5; DdlxdS waar door zwart een pion zou verliezen. Na 4. d4xc5 komt d5d4! waarmee deze pion, evenals in het Albinsgambiet de witte ont wikkeling hindert en zwart een vrij en voordeelig spel behoudt. De beste zet voor wit is 4. e2e3. In het centrum blijft nu van weerszijden een pionnenmassa en daardoor een zekere spanning. Beide partijen zullen verder hun stukken ontwikkelen, daarbij voortdurend moeten opletten of, door het nieuw ont wikkelde stuk mogelijk de situatie in 't cen trum is gewijzigd.. Op een gegeven oogen- blik zal het noodig zijn de pionnen af te ruilen en daarmee de centrum-spanning op te heffen. De volgende party illustreert deze ope ning, terwijl aan het slot ieder echt schaker getroffen zal worden door de schitterende combinatie van den eens zoo beroemden zwartspeler. Wit: Rotlevi. Zwart: Rubinstein. 1. d2d4 d7—d5 2. c2c4 e7e6 3. Pbl—c3 c7—c5 4. e2e3 Pg8—f6 5. Pgl—f3 Pb8c6 6. d4xc5 Wit heft de spanning in het centrum ge deeltelijk op, te vroeg echter, waardoor zwart er beter voor komt te staan. 6Lf8xc5 7. a2—a3 ter voorbereiding van b2b4 om dan Lel te ontwikkelen. 7a7a6 8. b2b4 Lc5d6 9. Lel—b2 0—0 10. Ddld2 De dame staat op de d-lyn niet zoo guns tig, daar zwart deze met dc4: kan openen en de torens de witte dame kunnen gaan lastig vallen. Beter was geweest Ld3 en daarna De2. 1 0Dd8e7! 1. Lfld3 Zie bijv.. 11. cd5:—ed5:; 12. Pd5:—Pd5:; 13. Dd5:Pb4:; 14. ab4:—Lb4: met ster ken aanval voor zwart. 1 1d5xc4 12. Ld3xc4 b7—b5 13. Lc4d3 Tf8d8 Daar dreigt de toren reeds en wit is ver plicht tot: 14. Dd2e2 Lc8—b7 15. 0—0 Pc6e5 Tarrasch merkt hierbij aan: „Wie het eerst met het dame paard (Pb8) in het cen trum komt, is in het voordeel". Inderdaad is dit hier waar. Wit is gedwongen zijn Pf3, dat ter bescherming van zijn koningsvleu gel zoo nuttig staat, af te ruilen tegen het zwarte paard, dat nu de Lb7 vrij heeft ge maakt. 16. Pf3xe5 Ld6xe5 17. f2—f4 Leöc7 18. e3e4 Ta8c8 19. e4e5 De witte pionnen hebben het centrum geheel in bezit. Zwart schijnt er slechter voor te staan, maarhet is maar schijn, want de zwarte stukken staan nu gereed voor de combinatie 19Lc7b6f 20. Kgl—hl Pf6g4 21. Ld3e4 De7—h4 Hier begint het einde. De stand is de volgende: b C D E F G H Wit: Khl, De2, Tal en fl, Lb2 en e4, Pc3; pi. a3, b4, e5, f4, g2, h2. Zwart: Kg8, Dh4, Tc8 en d8, Lb7 en b6, Pg4; pi. a6, b5, e6, f7, g7, h7. 22. g2g3 Tc8xc3! Een dame-offer van bijzondere schoon heid. 23. g3xh4 anders volgde Tc3xg3. 23Td8d2 Nu nog een torenoffer. Wit is gedwon gen ook dit geschenk te aanvaarden, we gens Td2xh2f mat. 24. De2xd2 Lb7xe4f Wit heeft slechts één zet n.l. 25. Dd2g2 Tc3—h3ü Wit geeft op. Een tweetal combinaties. In iedere schaakpartij komt er een oogen- blik, waarop een zoodanige stand der stuk ken is bereikt, dat „er iets in moet zitten" zooals men dat noemt. Zoo'n stand biedt dan zooveel mogelijk heden, dat er stellig wel een voortzetting te vinden is, die voordeel oplevert. Hier volgen nu een tweetal standen uit ge speelde partijen, waar een combinatie in zat, en er ook uit gehaald werd. A BCDE FG H Wit: Kgl, Db3, Ld2, Pc3 en f3, pi. a4, b2, d5. f2, g2, h3. Zwart: Kg8, De8, Ta8, Lc8 en d6, pi a6, b5, c7, f7, g7, h6. Deze stand kwam voor in een partij ge speeld in een onderlinge competitie van de Sassenheimsche Schaakclub tusschen de heeren L. v. D. met wit en H. A. Goemans met zwart. Zwart is de kwaliteit voor (toren tegen paard) maar de toren is nog niet erg actief. Daarom speelde zwart 22b6b5 waarmee de stelling open komt en er te vens de mogelijkheid van een combinatie zich voordoet, welke wit niet geheel had doorrakend. Er volgde: 23. a4xb5 a6xbö 24. Db3xb5? Na dezen zet volgt een plotseling einde, doordat zwart één zet verder heeft gezien dan zijn tegenstander: 2 4Ta8—alf 25 Ld2—el Talxelf 26. Pf3xel De8xelf 27. Db5—fl en het allerergste zou nu door wit voor komen zijn als niet was gevolgd: 27Ld6h2fü Wit gaf op, dame-verlies is niet te ver hinderen. De volgende stelling kwam voor in de partij tusschen J. Stol met wit en I Sam- kalden, zwart uit den wedstrijd Philidor Studentenvereeniging (17 Maart j.l.). kik y. 'A/i H r Ut 4 S a A BCDE FG H Wit: Kgl, Df5, Tel en fl, La6, pi. d3, f2, g2, h2. Zwart: Kg8, Dd4, Tb8 en c2, Pg4, pi. a7, f7, g7, h7. Zwart staat beter, want alle stukken zijn goed opgesteld en er is aanval (op f2). Door een sterke paardzet forceert zwart nu de winst 1Pg4e3! valt dame en toren aan. Nemen gaat niet, zie f2xe3Dd4xe3f KglhlTc2xcl enz. Wit speelt den betrekkelijk besten zet 2. Df5e4 Pe3xfl! De verrassing! Een dame-offer. 3. De4xd 4 Na Tclxc2 was gevolgd Dd4al met het zelfde resultaat 3. iTc2xcl 4. Dd4—f4 Pfl—e3f! mat. Correspondentie. Wanneer er onder mijn lezers mochten zijn, die interessante partijen, door hen zelf gespeeld, of stellingen hieruit, mij wil len opsturen, zal ik deze, indien daarvoor geschikt, gaarne in deze rubriek een plaats je geven. Gaarne zal ik ook vragen op schaakge bied beantwoorden en ik houd me aanbe volen voor op- of aanmerkingen. Immers hoe grooter contact tusschen ons, hoe be ter voor de lezers, voor mij en vooral voor de ontwikkeling van ons Koninklijke Spel. DE REVANCHEMATCH EUWEALJECHIN. Het Panhans Concern trekt zich terug. Naar bekend, lag er behalve het voor stel van de directie van de „Haagsche Courant" om de revanchematch Euwe Aljechin om het wereldkampioenschap schaken in Nederland te organiseeren, nog altijd het eerste aanbod van het Panhans Concern in Oostenrijk, om dezen wedstrijd het volgend jaar op de Semmering te doen plaats vinden. Naar wij thans vernemen heeft de di rectie van het Panhans Concern haar aan bod ingetrokken. Heden heeft in dit verband dr. A. Alje chin, die nog steeds te Ween en vertoeft, zich telefonisch met het EuweAljechin Comité te Amsterdam in verbinding ge steld, waarbij afgesproken is, dat de ex- wereldkampioen in April a.s. naar Neder land zal komen om de contracten voor de revanchematch, georganiseerd door de „Haagsche Courant" te onderteekenen. Door een en ander is dus de revanche match definitief voor Nederland behouden gebleven. Een onderhoud met dr. Euwe. In verband met het feit, dat de orga nisatie van de revanchematch om het we reldkampioenschap schaken thans defini tief in kannen en kruiken is, hebben wij een kort onderrhoudi gehad met dr. M. Euwe, die er zijn vreugde over uitsprak, dat de moeilijkheden thans eindelijk zyn opgelost. Dr. Euwe noemde het een spor tieve geste, dat het Panhans Hotel zijn aanbod ten slotte heeft laten vallen ten behoeve van Nederland. Men heeft begre pen, dat Nederland een moreel recht heeft op het organiseeren van de match en dat ons land in dit geval den voorrang moet hebben, mede, omdat er zoovele zakelijke belangen mee gemoeid zijn. Wat nu de beslissing van dr. Aljechin om het aanbod van de „Haagsche Courant" te aanvaarden betreft, merkte onze wereld kampioen op, dat de telefonische mede- deeling van dr. Aljechin dienaangaande een bevestiging vormt van zijn reeds voor zijn terugkeer naar Weenen aan het Euwe-Aljechin .Comité mondeling gedane toezegging om het voorstel van de „Haag sche Courant" te accepteeren. Het Comité had intusschen de plannen nader op papier uitgewerkt en deze aan Aljechin ter bestudeering toegezonden, die nu uiteindelijk er zijn definitieve goed keuring aan gerecht heeft. Aan het einde van April zal dr. Aljechin, die nog eenige tournooien voor den boeg heeft, naar Nederland komen om het con tract met zijn handteekening te bekrach tigen. Dr. Euwe is er natuurlijk ten zeerste mee ingenomen, dat de match in Neder land zal plaats vinden, hoewel hij, zoo als hij reeds eerder te kennen had gege ven, wat hem persoonlijk betreft net zoo lief in de rustige sfeer van de Semme ring zou hebben gespeeld. In dit verband merkte hij op, dat hij, vroeger althans, in het buitenland altijd beter heeft ge speeld dan in het eigen land. Maar het spelen in Nederland heeft natuurlijk het enorme voordeel, dat de groote schare schaakliefhebbers nu van dichtbij weder om van de groote gebeurtenis getuige zal kunnen zyn. De revanchematch zal op 1 October 1937 aanvangen en waarschijnlijk tot half De cember duren. Bijzonderheden over het speelplan zullen natuurlijk pas later wor den vastgesteld. HET DAMSPEL Damredacteur: W. J. v. d. Voort, Rust oordstraat 3, Nieuw-Vennep. Alle corres pondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te zenden aan bovengenoemd adres. Probleem no. 173. W?/'.'WW H Éi p *i >'M\ W% Wt Auteur: The Unknown. Stand in cijfers: Zwart: 6, 7, 10, 12, 13, 16, 19, 20 en 29. Wit: 21, 22, 26, 31, 36, 38, 40, 42 en 44. Probleem no. 174. Auteur: Paul Schouppe. Él mm fl m M wm m fel m H r.j a? m nn 1 M w n m s M n m Hl m», Stand in cijfers: Zwart: 8—11, 13. 15—17, 19, 23—26 en 29. Wit: 22, 28, 30—33, 35, 37, 38, 40, 41, 43, 44 en 46. Voor beiden geldt: Wit speelt en wint. Oplossingen worden gaarne ingewacht tot uiterlijk 3 April a.s., bij den redacteur dezer rubriek. Correspondentie. H. D. te R.: pr. in dank ontvangen. Zal ze nazien. J. W. d. R. te S.: pr. in dank ontvangen, zal het bestudeeren, en indien het geschikt blijkt volgt plaatsing. Nieuwe goede oplossers pr. 166 en 167. G. Rijsdam, Leiden; H. Droog, Rijpwe- tering; D. Rijsdam, Alphen a. d. Rijn; W. Captein, J. C. Otte, J. C. Nebbeling, J. Maliepaard, allen Nieuw-Vennep; J. Op dam en J. v. d. Hulst, beiden Oud-Ade; Th. Lexmand Wzn., Zoetermeer. Hieronder volgen nog eenige typeslagen. Wij beginnen met een vol spel. Wit Zwart 1. 35—30 20—24 2. 30—25 15—20 3. 31—26 10—15 4. 32—27 17—21 5. 26x17 11x31 6. 36x27 4—10 7. 38—32 19—23 8. 43—38 24—29 9. 33x24 20x29 10. 49—43 A. 15—20? Wit gaat naar dam met 3833, 4035, 27—21 of 22 en 42x4. A) Op 4136 en Zwart 1520 volgt de typeslag 27—22, 32x21, 38—32 en 42x4. Een voorbeeld in het midden der partij. Zwart 1, 3, 7, 9, 10, 12, 14, 16—18, 20, 23 en 29. Wit: 25, 27, 32, 34, 38, 40, 42—45, 47 en 48. Wit wint door: 38—33, 4035, 27—21, en 42x2. Een slagzet, gebaseerd op dezen type slag. Zwart 14, 16, 19, 21, 23, 29, 31 en dam op 2. Wit: 12, 34, 38, 40, 42—45, 47 en 48. Wit wint met: 3833, 40—35, 12—7, 4238 (Zw. 29x42) en 48x6! Typeslag no. 2. Wit 1. 31—26 2. 36—31 8. 41—36 4. 46—41 5. 31—27 6. 26x17 7. 36x27 8. 37—31 9. 33x24 10. 31—26 Zwart 20—24 15—20 10—15 4—10 17—21 11x31 19—23 24—29 20x29 15—20? Wit slaat naar dam door: 27—22, 32x21 38—32 en 42x4. Ook in den volgenden stand komt deze type-slag voor: Zwart: 3, 8, 9, 12, 14—16, 18—20, 23 24, 29. Wit: 27, 28, 32, 35—38, 42—44, 46, 48 en 49. Wit wint met: 27—22, 32x21, 36x47, 3530, 3832, 42x4, 4440 en 49x40. Nog een voorbeeld: Zwart: 2—4, 8—10, 12—14, 16, 19, 23 en 24. Wit: 22, 28, 31—33, 35, 37—39, 41—43 en 48. Zwart wint met 24—29 en 19x30, gevolgd op 35x24 door 13—19 en 9x47 of op 28x19 van wit, door 14x23, 13—19 en 9x47. Voorts puMiceeren wij een fraaie combi natie van F. Raman (Lokzet). Uit „De nieuwste Damproblemen"). Stand in cijfers: Zwart: 1, 3, 6—8, 13, 16—21, 23 en 29. Wit: 26—28, 32. 34, 35, 37, 38, 40, 42, 43, 45, 48 en 49. Een volmaakte partijstand, waarin Wit op de volgende belangwekkende schijfwinst of dam, op bezette ruit, kan spelen. 1. 34—30!!, 20—25!?? Zwart meende hier, dat de combinatie die wit nu nemen kan, slechts gelijk blijft b.v.: 2. 28—22?, 17x28; 3. 26x17, 25x34; 4. 27—22, 18x27; 5. 32x21, 16x27; 6. 17—12, 7x18 gedw., anders volgt 3732 enz.; 7. 37—32, 28x37; 8. 42x22, 18x27; 9. 38—33, 29x38; 10. 40x9, 3x14; 11. 43x21 met vrijwel remise-stand. En aangezien 2024, uit positioneel oog punt bezien, eveneens bezwaar heeft, is het vrij logisch, dat Zwart op deze remise variant ingaat. Dat Wit echter nog een an dere combinatie in petto heeft, zal Zwart niet vermoed hebben! Want na 1 2025?? wint Wit op origineele wijze een schyf of de partij. B.v.: 2. 27—22 18x27 gedw. Op 25x34? volgt 22x2, 31—27 (of?) 32x21, 23x41, 42—37, 41x32 (of?) 38x27, 1—7 (of?) 2x11, 16x7, 4944! en door 4439 enz. gaat voor Zwart een schijf verloren. 3. 37—31 27x36 gedw. 4. 28—22! 17x37 5. 42x31 25x34 6. 26x17 36x27 7. 17—11 6x17 8. 38—33 29x38 9. 40x9 3x14 10. 43x3. Een fraaie damzet. Voorts nog een partij-stand van J. F. H. v. Mil, eveneens ontleend aan Hoekstra's damwerkje. Stand in cijfers: Zwart: 2, 3, 6—8, 10—14, 16, 18, 19, 21, 23, 24 en 26. Wit: 25, 27, 28, 30—32, 35—39, 42, 43, 46 en 48—50. Het spel verliep a.v.: Wit: 50—44 (24—29) 39—33! (11—17) 33x24 (17—22) 28x17 (23—28) 32x23 (21x41) 46x37 (18x20) 44—39!! (12x21) 30—24 (20x29 gedw.) 37—32 (26x28) 25—20 (14x25) 39—33 (28x39) 43x5! Levende Damproblemen. Beiden van F. Raman, Amsterdam (ont leend aan H. D. 1933). Wij beginnen met een volg-spel: 1. 31—26 17—21 2. 26x17 12x21. 3. 3430 20—25 4. 33—28 25x34 5. 39x30 15—20 6. 44—39 2025 7. 38—33 25x34 8. 39x30 18—23 9. 36—31 7—12 10. 31—27 12—18 11. 30—25 10—15 12. 4034 5—10 13. 43—38 15—20 14. 34—30 20—24 15. 41—36 10—15 16. 37—31 8—12 17. 4641 1—7 18. 41—37 14—20 19. 25x14 9x29 20. 45—40 20—25 21. 4034 4—9 22. 27—22 18x27 23. 31x22 1117 24. 22x11 6x17 25. 36—31 21—26 Gedurende deze zettenreeks heeft één van beide spelers een damzet verzuimd. No. 2. 1. 34—30 20—25. 2. 39—34 15—20 3. 44—39 20—24 4. 4944 14—20 5. 3328 914 6. 39—33 16—21 7. 31—27 21—26 8. 4439 17—22 9. 28x17 Hx31 10. 36x27 12—17 11. 27—21 7—12 12. 21—16 1—7 13. 33—28 18—23 14. 39—33 13—18 15. 41-36 8—13 16. 46—41 2—8 17. 3631 1015 18. 41—36 5—10 19. 31—27 4—9 20. 36—31 7—11 21. 16x7 12x1 22. 4741 6—11 23. 41—36 i—6 24. 27-21 H-16 25. 21x12 8x17 Gedurende ook deze zettenreeks heeft één van beide spelers een damzet verzuimd. En nu zie ik met spanning uit, wie van de lezers, deze damzetten weten op te spo ren. De namen van degenen, die dezen hebben gevonden, zullen gepubliceerd wor den. Het is een bijzondere oefening om zich in het damspel te ontwikkelen en we ra den dan ook alle lezers aan, zich met deze stukjes bezig te houden, en hun bevin ding mij toe te zenden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 15