Het Koningin Emma-gedenkteeken DE GOUDEN BRUG Êcid^efie Qouftwil De internationale rugbywedstrijd Nederland Belgiè werd Zondag in het gemeentelijk sportpark te Alkmaar gespeeld. Een aardige actiefoto B.V.V. ging Zondag met 3 0 tegen N.A.C. ten onder, in den belangrijken wedstrijd welke te den Bosch werd gespeeld - Een veelzeggend moment tijdens een aanval van N.A.C. op het B.V.V.-doe! H. K. H. Prinses Juliana geeft voor het paleis Noordeinde te den Haag een bijdrage voor het Crisis Comité tijdens de groote collecte welke Zaterdag werd gehouden FEUILLETON. Roman van Hanno Plessen. (Nadruk verboden). 19) Dan staat zij op, traag en stijf. Het is, of zij door onzichtbare draden omhoog wordt getrokken. Haar gelaat is ingeval len. In de donker omsehaduwde oogen brandt de verbeten smart van dit uur, welke een harde trek om den jongen mond heeft gegraven. Een oogenblik strijdt Johanna met gevouwen handen tegen dit verdriet, eenige minuten lang heeft zij noodig om de verraderlijke trilling om haar mondhoeken meester te-worden, maar ten slotte weet zij de verleiding om zich ten volle aan haar diepe smart over te ge ven, te weerstaan. Dank zij de, sinds haar kindsheid beoefende zelfbeheersching, weet zij zich althans in zooverre te herstellen, dat het haar mogelijk wordt kalm te over leggen ente handelen. De wensch om den man, die van dit al les oorzaak is, niet meer te ontmoeten, vormt daarbij het leidend motief, want het is Johanna onmogelijk hem ter verantwoor ding te roepen en daarbij zijn leugens en verraad ter sprake te brengen. Weg, wil ze! Weg, zoo spoedig mogelijk! En daarbij handelen! Verzetten wil ze zich tegen den vreeselijken slag die haar is toegebracht In deze richting werken de gedachten van bet meisje, aanvankelijk koortsachtig, al spoedig echter exact Op 4e ronde tafel voor de canapé, ligt naast een menu en een inktpot, een penne- mes. Daarmee tornt Johanna een naad open van haar ski jumper, waarin zij, om op alle eventualiteiten, waarmee bij groo te bergtochten steeds rekening dient te worden gehouden, te zijn voorbereid, een paar bankbiljetten heeft ingenaaid. Die heeft ze noodig, nu zij Sylvester Vonberg de beschikking heeft gegeven over haar portemonnaie. Daarna verlaat ze zachtjes het vertrek en buigt zich over de trapleu ning. Zij behoeft niet lang te wachten. Reeds na enkele minuten ziet zij, hoe de kelnerin de gelagkamer verlaat om zich door de gang naai- de achter gelegen keuken te begeven Met gedempte stem roept zij het meisje en wenkt het naar boven te ko men „Kan ik naar Igls telefoneer en?" „Wel zeker...." „Maar ik zou graag alleen.... dat wil zeggen, zonder dat...." „De telefoon is hier boven" antwoordt het meisje en tegelijkertijd opent zij reeds de deur van een klein vertrekje, waarin een ouderwetsch telefoontoestel aan den muur hangt, terwijl een kleine tafel, waarop een telefoonboek, een blocnote en een potlood, alsmede een stoel de verdere inventaris van deze telefooncel uitmaken. „Ach, dat is prachtig.... hoe heet je eigenlijk?" „Vroni, mevrouw" „Zoo. Nti Vroni, luister dan eens. Hier, neem dit eerst eens even aan voor het gebruik van de telefoon en de ka merJohanna overhandigt haar een bankbiljet van twintig shilling en als het meisje in de zak van haar schort naar wisselgeld zoekt, zegt zij haastig: „Nee, nee.laat maar.'t is zoo wel goed. „O, maar dat is toch veel te veel, me vrouw.... Dat kan ik immers niet...." „Ja, heusch. Laat nu maar. Beschouw het dan maar ais een vertraagd kerstca deautje of zoo". Vroni bloost van blijdschap. „O, dank u wel, mevrouw. Ik. Johanna onderbreekt haar dankbetui ging: „Maar je moet me toch nog een ge noegen doen.me een klein beetje hel pen.... Wil je dat?" „Alles, waarmee ik u van dienst kan zijn. „Mooi, ik zou namelijk niet graag heb benik bedoelHm, is er eigen lijk al naar me gevraagd.... beneden.... omdat, hm...." Johanna blijft plotseling steken, maar Vroni blijkt een bijdehand kind en ant woordt prompt: „O, over meneer behoeft u zich niet ongerust te maken. Die amu seert zich uitstekend met een paar mannen uit het dorp. Zij dobbelen en hebben een pret voor twee...." „Dat is goed.En luister nu eens, VronL Zoodra ik getelefoneerd heb, ga ik weg en wel hier door den achteruitgang. Zet jij dan intusschen mijn ski's klaar. Me neer mag er echter niets van bemerken en als hij naar mij mocht vragen, dan zeg je maar, dat ik slaap en niet gestoord wensch te worden. Goed begrepen?" Het meisje knikt: „Ik zal de kamer af sluiten. Mevrouw kan er van op aan, dat het in orde komt!" „En dan nog wat, VronL Je moet e.... dien meneer in de gelagkamer zoolang ophouden tot een andereen vriend hem komt halen Dat is van zeer groot be lang!" „Ja, ja, ik begrijp het wel" tracht het meisje de zichtbaar opgewonden bezoek ster gerust te stelle „Ja, 't is namelijk een grap, weet je.... een weddenschap...." Een krampachtige poging van Johanna om te glimlachen ver mag slechts een grimas op haar gelaat te voorschijn te roepen. Als ik dat geloofde, zou ik m'n schoolgeld wel kunnen terughalen, denkt VronL Hardop echter zegt ze: „Ik zal dus de ski's intusschen bij den achteruitgang neerzet ten, terwijl mevrouw telefoneert. Het komt best voor elkaar!" Dat hoopt Johanna ook, terwijl zij zich met Iglerhof laat verbinden. Als de por tier van het hotel zich aan het andere ein de van de draad meldt, vraagt zij meneer Szartoesi te spreken Terwijl men hem zoekt, koestert zij slechts dezen eenen wensch, dat hij zich inderdaad in het ho tel ophoudt en niet op een of anderen ski tocht onbereikbaar voor haar is. Hoewel zij den gepensionneerden' Honivedofficier slechts oppervlakkig kent en nooit meer dan een paar vluchtige woorden met hem heeft gewisseld, twijfelt zij er geen oogen blik aan, of deze man zal zich gaarne be reid toonen haar zijn diensten aan te bie den, voor zoover zij die noodig heeft. Want menschen van dezelfde sfeer, dezelfde af komst en opvoeding voelen zicvh op het eerste gezicht aan elkaar verwant door een zeker onzichtbaar „iets", dat lieden van denzelfden stam teazmen bindt. Tot haar vreugde hoordt ze plotseling Szartossy's welbekende stem: „Szartossymet wie. „Ach, meneer SzartossyIk ben het, Johanna Geitierjaja.... ik heb een vriendelijk verzoek aan u.Het is nu bij vieren. Kimt u over een uur in Ho tel Tirolerhof op het Stationsplein in Inns bruck zijn?" „Natuurlijk, barones". „Ik moet met den avontrein naar Mun- chen, maar ik wil tot eiken prijs voorko men, dat mijn tante zich door mijn onver wacht vertrek ongerust maakt. Zij moet pas later voor het feit geplaatst worden. U begrijpt zeker wel, dat. „Ik begrijp u volkomen, barones!" „Zoudt u mischien zoo goed willen zijn ook wat bagage voor me mee te brengen?" „Wat wilt u, dat ik meebreng, barones?" „U doet het beste het kamermeisje He- lene van onze verdieping in vertrouwen te nemen. Laat zij een donkere wollen japon uit mijn kast geven, mijn bontjas, hoed en schoenen.... ik ben op het oogenblik in skikleeding.Ja en laat zij dan alstu blieft mijn kleine suitcase voor u pakken met de noodzakelijkste dingen voor een dag of twee...." „Ik geloof, dat het beter is, dat we el kaar dan pas over anderhalf uur in Inns bruck ontmoeten, barones. Anders zou ik er niet voor kunnen instaan, dat ik op tijd aanwezig zal zijn...." „Ja, dat is goed.De trein vertrekt toch pas tegen half zeven.... Maar dan nog iets, meneer Szartossy...." „Ik luister, barones „In de kleine salon tusschen mijn slaap kamer en die van mijn tante ligt in de linkerlade van het schrijfbureau mijn pas en mijn chèqueboek. De sleutel vindt u in het nachtkastje. Die heb ik beiden noo dig." „Hebt u genoeg baar geld bij u, baro nes?" „Ik denk, dat ik daar wel mee toekom". „Goed dan ben ik om half zes in Ti- roler Hof. Tot straks barones". „Ik dank u bij voorbaat, meneer Szar tossy. Tot straks." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 12