MAANDAG 16 MAART 1936
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. lo
NOORD WIJKERHOUT.
NIEUWE PASTOOR DER ST. JOSEPH-
KERK.
Zeereerw. heer H. J. Maas.
Door Z. H. Exc. den Bisschop van
Haarlem is benoemd tot Pastoor aan de St.
Jozefkerk alhier, de zeereerw. heer H. J.
Maas, Pastoor te Vlaardingen.
Pastoor Maas werd geboren in 1879, pries
ter gewijd in 1903. Sinds 18 Dec. 1925 was
Zij neer w. Pastoor te Vlaardingen; vóórdien
vanaf 8 November 1921 Pastoor te
K a t w ij k en vóór zijn benoeming te Kat
wijk ruim tien jaren kapelaan aan de St.
Jacobuskerk te den Haag.
KATWIJK.
Geboren: Jacoba, d. v. J. den Hollan
der en A. van der Plas. Mechiel, z. v. M.
van der Plas en J. de Best. Cornel us.
z. v. J. Ouwehand en H. van der Plas. Jo-
han, z. v. H. Sleurink en J. Bulder. Teu-
nis, v. P. de Jong en H. C. van Klaveren.
Dirk, z. v. P. van Duin en G. de Jong.
Klaas, z. v. N. van Beelen en N. van
Duyvenvoorde.
Overleden: Elias, z. v. P. Spaander
man en J. Wassenaar, oud 17 jaar. Dirk
de Best, oud 21 jaar, ongehuwd. Bastiaan
van Rijn, oud 72 jaar, gehuwd mest C. Sloot
weg.
LEIDSCHENDAM.
Jeugdige werkloozen. Vrijdag 13
Maart werd door den Vice-praeses der St.
Josephsgezellen de iocaliteit gefloten,
welke gedurende de wintermaanden ter
beschikking stond van de R. K. jeugdige
werkloozen. Tegenwoordig waren meer
dere jeugdige werkloozen, alsmede afge
vaardigden van den R. K. Volksbond. De
Vice-praeses dankte allen voor de volko
men ordelijke wijze, waarop de werkloo
zen onder eigen leiding, de wintermaan
deen hadden doorgebracht. Voorts werd
dank gebracht aan allen, die door him ar
beid of goede gaven dit werk hebben ge
steund, niet in het minst aan den R. K.
Volksbond, welke een belangrijken finan-
cieelen steun heeft gegeven. Nadat de
Vice-praeses een opwekking had gegeven
tot krachtig beleven van den Godsdienst,
sloot de heer Th. Blokland, voorzitter van
den R.K. Volksb. zich hierbij aan, terwijl
hij betoogde, dat ook als de werkloosheid
zou voortduren, God ons de kracht zal ge
ven om dit kruis fier te dragen. Verder
beloofde hij zijn steun, wanneer er voor
dergelijk mooi werk in de toekomst nog
maals een beroep op den Volksbond zou
worden gedaan. Deze laatste bijeenkomst
werd als naar gewoonte gesloten met ge
bed.
VEUR—LEID SCHEND AM.
Verduisteringen. Door J. T., wonende
alhier, werd aangifte gedaan, dat de ver
tegenwoordiger J. J. B., wonende te Rot-
terdam ten zijnen nadeele een bedrag van i
260.heeft verduisterd. De vertegen-
woordiger had kwitanties geind bij klan
ten en het geld niet afgedragen. Nadat
proces-verbaal tegen B. is opgemaakt, is
hij op vrije voeten gesteld.
Door C. J. Z. en P. U. V. werd aangif
te gedaan, dat zij door een bij hun in dienst
zijnden knecht J. van R., wonende alhier,
voor een bedrag van circa 150 zijn opge
licht. De knecht had met hun toestemming
paarden verkocht en het daarvoor ontvan
gen geld niet geheel afgedragen. Proces
verbaal is opgemaakt.
Door J. P. van D., wonende te Rijswijk
is bij de politie aangifte gedaan, dat hij
door den bakkereknecht A. H. in de Vee-
nestraat alhier was aangereden, waardoor
enkele glasruiten, die op zijn rijwiel ver
voerde, stuk vielen, terwijl A. H. weiger
de de schade te betalen.
VEUR.
Geboren: Gerard us Maria, zoon van
A. W. M. Groenewegen en I. Th. P. Rem
merswaal Agnus Maria Bernadetta, d.
van H. S. G. Bakker en H. A. Hooymans
Gerardus Johannes Maria, zoon van H. M.
Lelieveld en A. C. Nieuwland.
Overleden: A. J. A. Verwer, 5 m.
STOMP WIJK.
Eervol ontslag. In verband met de
wijziging van de L. O. wet 1920 bij de
wet van den 22 Februari 1936 tot verla
ging van de openbare uitgaven voor het
Onderwijs, stellen B. en W. van Stomp-
wijk aan den Raad voor om aan den On
derwijzer aan de O. L. School aan den
Westvüetweg te Stompwijk ongevraagd
eervol ontslag te verleenen met ingang
van 1 September as.
Geboren: Wilhelmina Elisabeth, d.
van T. Spa en J. van Weizen.
Getrouwd: J. J. van Beek en A. P,
Molenaar.
Onthulling Emma-
monument te
Oegstgeest
De Koningin Moeder een
lichtend voorbeeld
Zaterdagmiddag omstreeks 3 uur is door
mevrouw van Gerrevink het Emma-monu-
ment in het Oranjepark onthuld, onder
zeer groote belangstelling. Tegenwoordig
waren de leden van het comité, burge
meester van Gerrevink, de beide wethou
ders van Egmond en Zandbergen, de ge
meente-secretaris Reitsma en vele leden
van den gemeenteraad, het bestuur der
Oranjevereeniging, de Burger wachters on
der leiding van kapt. Beekman, de Pad
vinders enz. Het R. K. Harmoniegezel
schap „Triumph" luisterde de plechtig
heid op.
Gevoelvolle herdenkingsrede van
prof. dr. Blok.
De voorzitter van het Comité, prof. dr.
Blok, hield de volgende rede:
Ternauwernood is het 2 jaren her, se
dert de droeve mare van 't verscheiden van
H. M. de Koningin-Moeder ons volk met
diepen en alom meegevoelden rouw ver
vulde. 55 jaren lang heeft zij met al de
krachten en liefde, die in haar woonden,
zich aan de Nederlandsche natie gegeven
met een toewijding, waarvoor geen moeite
ooit te veel, geen opoffering ooit te groot
was. Gelukkig het volk dat in een tijd van
overgang, die twee eeuwen scheidt en den
kloof tusschen twee bijkans verschillende
werelden overbrugt, een staatshoofd bezit,
dat menschelijk èn Koninklijk, de scherp
te van deze overschakeling tot zegenrijke
harmonie weet te verzachten. Dit kenmerk
bepaalt de plaats, die Koningin Emma in
't gulden boek onzer nationale geschiede
nis, voor immer zal innemen. Als jonge
vrouw geroepen tot den hoogen taak van
voretin aan de zijde van haar ouderen ge
maal, werd reeds 11 jaar na haar huwelijk
met Willem III, haar de zware plicht op
de schouders gelegd om, als regentes over
haar minderjarige dochter, de teugels van
't bewind zelve in handen te nemen: „Ver
trouwende op Hem, in Wiens hand het lot
is der vorsten en volkeren, neem ik de mij
toevertrouwde regeeringstaak op mij met
de bede, dat hare vervulling in alle deelen
moge strekken tot heil van land en volk en
tot bestendiging van 't Koninkrijk!"
Met deze woorden van kracht en een
voud aanvaardde zij haar schoonen taak,
die méér was dan alleen een politiek lei
derschap, méér dan een slechts voldoen
aan de eischen, bij de wet gesteld. Gedu
rende de 8 jaren, gedurende welke zij het
symboliek en daadwerkelijk hoofd van de
Nederl. Staat is geweest, heeft zij als geen
ander den moeilijken weg naar 't hart van
ons Nederl. volk gevonden. Hoe zeer ook
onderling verdeeld door belangengroepen
en partij verdeeldheid, toch heeft onder
haar zegenrijk regentschap ons volk de
oude traditie van hoogere saamhoorigheid, j
in naam van 't Huis van Oranje steeds op- j
nieuw leeren beseffen, als 't levend begin
sel van onze nationale gemeenschap. Het
is vooral aan Haar menschelijkerwijs be
leid te danken, dat de liefde voor ons Vor
stenhuis, welke in de kommervolle jaren
nè 1868 aan zoo zware beproevingen werd
blootgesteld, niets aan warmte en innige
aanhankelijkheid heeft ingeboet. Aan 't
einde der afgeloopen eeuw was het Ko
ningin Emma, in wie de hoogste eenheid
van volk en land belichaamd was; het be
wustzijn van deze eenheid kon wellicht tij
delijk verbleeken, om echter steeds weer
met sterken kracht en vaste overtuiging
uiteindelijk de overwinning te behalen.
Dit is wel de hoogste, de heiligste erfenis,
die Regentes Emma aan Haar Koninklijken
Dochter kon nalaten, toen zij in 1898 haar
verheven functie neerlegde in handen van
onze huidige geëerbiedigde Koningin. De
liefde en waardeering, die zij tot het einde
harer dagen voor ons Nederl. volk heeft
gekoesterd, uitte zij in de bede „Ons volk
zij groot in alles, waarin een klein volk
groot kan zijn". Zoo spreekt slechts de
gene, die groot is als mensch en die de
betrekkelijkheid der verhoudingen weet
achter te stellen bij 't ware inzicht in de
zedelijke kracht van de zelfbewuste per
soonlijkheid, hetzij eenling of volk.
Met de troonsbestijging van H. M. de
Koningin trad het beeld der Regentes in
't openbare leven oogenschijnlijk op den
achtergrond; oogenschijnlijk slechts, voor-
zoover de grondwet haar politieke plichten
en staatstaak bepaalde. Het werkelijke le
ven echter laat zich niet dwingen in 't
keurslijf van staatsrechterlijke paragra-
phen en wetsbepalingen.
De zegenrijke invloed, dien zij als Ko
ningin en daarna als Regentes voor 't heil
en geluk van ons volk heeft doen gelden,
was voor haar niet uitsluitend een zaak
van plicht; zij sproot voort uit het hart van
een vorstin, die tevens, ja, in de eerste
plaats mensch was. Eerst als gemalin
aan de zijde van den regeerenden vorst,
vervolgens als Koningin-Regentes, ten
slotte als Koningin-Moeder: welke functie
ook zij in het officieele leven bekleedde;
steeds heeft zij door het onmiddellijk con
tact, dat zij met haar volk had, bij allen
een huldigenden eerbied en spontane lief
de weten op te wekken, die voor immer de
grenzen van leven en dood overschrijden.
Haar hartelijke belangstelling in en mede
leven met al wat ons Nederl. volk in den
loop der jaren aan smartelijke nood en te
verduren had, uitte zich in een daadwerke
lijke deelname aan elke poging om ellende
en ziekten te lenigen. Het schoonste mo
nument, dat hare herinnering voor eeuwig
in ons hart bewaart, is het heilzame werk
der Ver. tot Bestrijding der T.B.C., die in
haar naam en dank haar onvermoeiden
steun, haar zegenrijk werk in ons land nog
op den huidigen dag volbrengt. En hoe
vaak niet heeft zij in alle stilte leniging
geschonken, waar de nood het hoogste
scheen.
Wat zij tot de laatste oogenblikken van
haar werkzaam leven, voor haar geliefde
dochter en kleindochter is geweest, daar
voor getuigen de woorden van innige lief
de en diepe droefenis, waarmede H. M. de
Koningin het verscheiden van haar be
minde moeder aan den volke bekend
maakte.
De eerbiedwaardige figuur der grijze
vorstin, om wie zich 't gezin van 't Oranje
huis schaarde, was ons 't symbool van bloed
verwantschap, dat alle Nederlanders, zoo
hier te lande als in Oost en West, te samen
bindt tot één familie, waarin allen elkan
der noodig hebben, allen naast en met el
kaar de hand aan 't werk moeten slaan.
Als moeder van onze Koningin, in wiens
doorluchte persoonlijkheid onze eendrach
tige saamhoorigheid belichaamd is, was
tevens de Landsmoeder in den volsten zin
des woords, waardig om de lijn voort te
zetten, eens door den Vader dee Vader
lands begonnen.
Bij 't overdragen van de regeering in
handen van haar dochter, schonk Koningin
Emma haar een Nederland, dat eensgezind
en met onwankelbare trouw van zijn aan
hankelijkheid van het doorluchte Huis van
Oranje getuigde. Deze erfenis door H. M.
de Koningin aanvaard als schoonste ge
schenk, dat haar bij hare troonsbestijging
gewerd, is levend en werkelijk gebleven;
en zij z a 1 dit blijven, zoolang onze Ne
derlandsche Natie als eenheid wil blijven
voortbestaan. Groot was de verslagenheid,
welke ons volk overmeesterde bij het ont
stellend bericht, dat, na zoovele jaren van
geluk en voorspoed, de onvermijdelijke
slag ons geliefd Vorstenhuis getroffen had.
Het verlies, door het Huis van Oranje ge
leden, werd door onze gansche volksge
meenschap ook als ons eigen verlies ge
voeld en betreurd. Het is juist in moeilijke
en droeve dagen, dat wij ons dat besef van
eenheid weer bewust worden.
Op den dag, dat het stoffelijk overschot
der overleden Vorstin den weg insloeg
naar de laatste rustplaats der Oranjes,
stond Nederland weer als één man achter
den grooten naam van onze monarchie.
Eensgezind en ongedeeld volbrachten wij
in de volheid des harten dezen daad van
piëteit en laatste dankbare hulde.
Het is uit dezen geest, dat zooals elders,
zoo ook in onze gemeente het plan werd
geboren om in naam van de inwoners als
van onderscheidsloos, Nederlandsche bur
gers, de herinnering aan de geëerde en ge
liefde overledene in bestendigen vorm in
ons midden te doen verrijzen.
Het comité gevoelt zich gedrongen een
woord van groote erkentelijkheid te rich
ten tot het gemeentebestuur voor de wijze
waarop dit, mede door de vriendelijke be
middeling van den gemeente-opzichter, de
heer Rietveld, aan onze voorbereidende
werkzaamheden is tegemoet gekomen.
Eveneens aan de heeren van de Oegstgees-
ter Burgerwacht, van het R. K. Harmonie
gezelschap „Triumph" en aan de Oegst-
geester.Padvindersgroep voor hun zoo be
langrijk en gewaardeerd aandeel in de re
geling van de plechtigheid van hedenmid
dag. Een bijzonder woord van hartelijken
dank komt voorzeker toe aan de heeren
Ir. J. v. d. Laan, architect A. P. de Rooy,
aannemers, en J. v. d. Schrier, tuinbouw
kundige voor hunne belanglooze en 'toch
zoo belangrijke medewerking, waaraan de
uitvoering der plannen van 't comité zoo
buitengewoon veel te danken heeft.
In de overtuiging, dat dit eenvoudig ge-
denkteeken het symbool moge zijn van de
steeds levend blijvende herinnering aan
een geliefde Vorstin, zij het mij vergund,
mijnheer de Burgemeester, om namens
het Koningin Emma-Comité dit monument
aan u en de gemeente Oegstgeest te mo
gen overdragen.
Het is mij een voorrecht u, mevrouw v.
Gerrevink te mogen verzoeken de plech
tige daad der onthulling te willen vol
trekken.
Mevr. van Gerrevink trok daarna het
doek weg, dat het monument nog onzicht
baar hield.
„Triumph" speelde daarbij het „Wil
helmus".
Eén oogenblik van dankbare en lief
devolle nagedachtenis.
Mevr. van Gerrevink besteeg daarna
het spreekgestoelte en zeide ojn.: „Ik noo
dig u allen hier tegenwoordig en hen, die
deze plaats zullen voorbijgaan tot in de
verre toekomst, uit tot het aanschouwen
van deze beeltenis van H. M. Koningin
Emma een oogenblik stil te staan en haar
te wijden één oogenblik van dankbare' en
liefdevolle nagedachtenis.
God heeft in haar gegeven eene ver
lichte plichtsgetrouwe Regentes, een lieve
en voorbeeldige moeder voor onze Konin
gin en grootmoeder voor onze toekomstige
Koningin, eene geloovige Vorstin, eene
vrouw wier hooge geestelijke en zedelijke
waarde en wier zeldzame eigenschappen
zijn geweest en zullen blijven een zegen
en lichtend voorbeeld voor ons Vorsten
huis en ons volk.
Toespraak van den burgemeester.
Nadat de muziek nogmaals het „Wilhel
mus" had gespeeld hield de Burgemees
ter die namens de gemeente het monument
aanvaardde de volgende rede:
Het is een gemeentebestuur, aldus spr.,
immer een verheugend verschijnsel, indien
zich in de gemeente symptomen voordoen
van een opgewekt openbaar leven, van
liefde tot de groote landelijke, of tot de
plaatselijke gemeenschap.
Des te meer zijn deze symptomen ver
heugend, indien zij elementen bevatten
van belangstelling tegenover beide.
Ik meen dat dit geval hier aanwezig is,
omdat de hier plaats hebbende onthulling,
niet alleen bedoelt een hulde aan de na
gedachtenis van Koningin Emma, Koningin
Regentes, Koningin-Moeder, een der meest
beminde Vorstinnen uit het Huis van
Qranje gesproten of aan ons Vorstenhuis
door huwelijk verbonden, maar ook om
aan de leden van onze plaatselijke ge
meenschap een blijvende herinnering te
geven aan deze illustre en lieve Vrouw.
Wij kunnen dan met een zekere voldoe
ning, zoo niet met gepaste trotsch vaststel
len, dat uit de burgerij van Oegstgeest wel
licht het eerste iniitiatief in ons land tot
de oprichting van een gedenkteeken voor
Koningin Emma is voortgekomen.
Naar ons bekend is, hebben vele ingeze
tenen van Oegstgest zich afgevraagd of het
wenschelijk was in een betrekkelijk klei
ne gemeente tot de afzonderlijke oprich
ting van een gedenkteeken over te gaan
en het is niet mogelijk dat de ontkennen
de beantwoording van deze vraag door
menige ingezetene een merkbaren invloed
heeft gehad op het totaalbedrag dat tot dit
doel ter beschikking van de commissie is
gesteld.
Het gemeentebestuur echter beantwoordt
de gestelde vraag bevestigend. Het is ons
niet duidelijk waarom een bronzen herin
neringsmedaille niet dezelfde dienst kan
doen als een gouden en waarom niet de
burgerij van een gemeente als Oegstgeest,
zij het op bescheiden wijze, uiting zou mo
gen geven aan de liefde, de eerbied en de
dankbaarheid, die zij koestert voor een per
soonlijkheid uit het regeerend Vorsten
huis, waarom zij niet een bescheiden ge
denkteeken ter eere van zulk een per
soonlijkheid opgericht in haar midden zou
mogen hebben.
Het gemeentebestuur is dan ook de
commissie dankbaar voor haar initiatief
en haar arbeid en de ingezetenen voor de
bijdragen, die zij ter beschikking van de
commissie hebben gesteld, om de oprich
ting van dit gedenkteeken mogelijk te
maken. Ik spreek dezen dank met te meer
overtuigng uit omdat ik van meening ben,
dat de commissie met het te harer be
schikking gestelde bescheiden bedrag heeft
gewoekers en om zoo te zeggen het be
reikbare heeft bereikt. Een woord van
dankbare hulde komt hiervoor ook toe
aan den ontwerper van het monument,
den heer architect van der Laan.
Met vreugde en dankbaarheid aanvaard
ik dus namens het gemeentebestuur het
gedenkteeken van wijlen Hare Majesteit
Koningin Emma, die met zulke sterke
banden van wederzijdsche liefde aan ons
Vorstenhuis en volk verbonden is ge
weest
Dat dit bescheiden gedenkteeken er toe
moge medewerken, dat zij in de harten
van de ingezetenen van Oegstgeest bltfve
voortleven in dankbare en liefdevolle na
gedachtenis.
Hierna speelde „Triumph" het Wien
Neêrlandsch Bloed en legden verschillende
vereenigngen een krans aan den voet van
het monument, waarmede de treffende ge
beurtenis was geëindigd.
TER-AAR.
Centrale Veiling. In het Patronaata-
gebouw hield de Coöp. Centr. Tuinbouw
veilingsver. „Ter-Aar en Omstr. G.A.", haar
vijfde algemeene leden-jaarvergadering on
der praesidium van den heer C. W. v. d.
Hoorn Azn. Aanwezig 162 leden, de Com
missie van Advies, en een deputatie van de
Boerenleenbank „Ter-Aar". Kwart voor
acht opent de voorz. de bijeenkomst en
spreekt een welkomstwoord. Wanneer ik
dan'de eer moge hebben deze vijfde jaar
vergadering voor u te openen, aldus spr.,
kunnen wij elkander feliciteeren met dit
eerste lustrumfeest. Wat had er van ons
tuinders moeten geworden zijn indien de
unificatie der veilingen niet had plaats ge
had. VÖór vijf jaren begon de Centrale vei
ling met een schuld van ruim 76 duizend
gulden, en nu op heden bedraagt zij 43 dui
zend gulden. Wij kunnen dan ook die hee
ren niet genoeg dankbaar zijn, voor hun
arbeid die zij aan den dag hebben gelegd
voor het streven en werken voor één vei
ling. Onder Gods zegen naar de tien jaar,
doch moge dan voor ons weggelegd zijn be
tere uitkomsten in onze bedrijven. Was er
gehoopt in het afgeloopen jaar op betere
resultaten, het heeft ons niet andera gege
ven dan groote teleurstelling, ja zelfs in
zulke groote afmetingen, dat in vele gezin
nen het allernoodzakelijkste ontbreekt.
Treurig waren de prijzen.
De secr., de heer Alb. van Straaten, leest
de notulen welke onveranderd de goedkeu-
ringring wegdragen. Vooraleer overgegaan
wordt tot bestuursverkiezing werden de le
den een kop koffie en een sigaar geoffreerd,
vanwege het eerste lustrumfeest. Dankbaar
werd dit aanvaard.
De aftredende bestuursleden: C. v. d.
Hoorn Jzn., Alb. v. Straaten en C. v. d.
Vlugt en het lid van de controle-commissie
C. de Bruyn, werden met bijna algemeene
stemmen herkozen. De gekozenen nemen
him benoeming aan.
Het bestuursvoorstel „herbenoeming van
de commissie van advies" verkrijgt zonder
op- of aanmerkingen de goedkeuring. Inge
komen stukken zijn niet aanwezig en bij de
mededeel in gen wordt de gelegenheid open
gesteld zich op te geven als lid van de
proeftuin, tegen een jaarlijksch bedrag van
2.50. De voorz. spoort de glastuinders aan
zich hierbij aan te sluiten; er zal getracht
worden, indien het aantal van beteekenia
is, tegen een voordeeliger tarief, b.v. twee
gulden, te slagen. Voor de tomaten-teelt
wordt nog weer eens opnieuw de aandacht
gevraagd om dit product zoo goed mogelijk
ter veiling te brengen, evenzoo de sortee
ring der Augurken, die weliswaar in stij
gende lijn is, doch nog niet het gewenschte
peil behaald heeft. Met het artikel droge
Pronkboonen wordt gewezen op het regle
ment, waarin het teelen van pronkboonen
op contract buiten de veiling om, verboden
is. De voorz. vraagt de medewerking der
leden, dat zij toch alle pronkboonen in het
najaar zullen leveren, minstens het opge
geven kwantum, wil het bestuur van moei
lijkheden gevrijwaard blijven. Het veilings
percentage voor de persoonlijke afdeel mg
bedraagt dit jaar 5 pet., voor de Augurken
welke weer opgehaald worden, 7 pet. Door
het bestuur is een schrijven gericht aan den
Minister, wijzende op de laatste voorschot-
uitkeering, ook de laatste twee weken van
de doperwten-campagne alsnog voor steun
in aanmerking te laten komen.
De kassier-boekhouder, de heer A. Kam-
meraat, verschijnt nu voor het voetlicht
met, z*n uitgebreid jaarverslag (zie courant
14 Maart) waarmee hij een dankbaar ap
plaus oogstte, met een dankwoord van den
voorzitter.
Voor het loopende boekjaar wordt een
Loopende rekening-courant overeenkomst
aangegaan ten bedrage van 135.000.bij
de Boerenleenbank „Ter-Aar". Thans volgt
verslag ove^ de Balans en Verlies- en
Winstrekening door den voorz. van de con
trole- commissie, den heer C. de Bruyn. Het
rapport luidt als volgt: Zij verklaart de ba
lans correct in orde. Alle boeken en beschei
den als kasboek, debiteurenboek, bankboek
hebben zij aan een nauwkeurig onderzoek
onderworpen, mede de emballage-admi
nistratie, doch niets gaf aanleiding tot op-
of aanmerkingen. Bij inspectie waren op 31
Dec. 1935 aanwezig: 21000 groentenkisten,
10540 Balen, 1800 A. Bakken, 928 Export-
bakken. Dit zijn wel de voornaamste goe
deren. De commissie brengt dank aan het
personeel voor zijn trouwe plichtsbetrach
ting.
Bij de behandeling van de Balans brengt
de heer H. v. Emmerik hulde aan het be
stuur, dat in zoo'n abnormalen tijd, waarin
alle bedrijven schrikbarend terugloopen,
toch kans gezien heeft de rekening niet al
leen sluitend te krijgen, maar ook in ruime
mate heeft afgeschreven op gebouwen, ter
reinen en emballage. De heer A. C. Hooger-
vorst doet nog een poging om de fusthuur
te verlagen, wat de kassier nog heel graag
voor een jaar zag uitgesteld, want dan is
de balans waarde safe. Hiermee neemt de
heer Hoogervoret genoegen. Met algemee
ne stemmen wordt de Balans en Verlies-
en Winstrekening goedgekeurd. De totaal
bedragen van de Balans zijn 51.783.79, van
de exploitatierekening ƒ29.078.18.
Bij de rondvraag kwamen enkele huis
houdelijke punten aan de orde en een in
lichting over de steun misoogst, waarna de
voorz. overging tot sluiting. Dit geschied
de in een sfeer van echte vriendschappe
lijke samenwerking, wat voor een vereeni-
ging van groot belang is. De voorz. dankte
allen voor hun pleizierige medewerking, en
sprak de wensch uit, dat dit komende jaar
voor ons allen onder Gods zegen een goed
jaar moge zijn.
DE GEBROEDERS „GOCHEM"
215. 's Avonds tegen etenstijd werd hun hutdeur behoed
zaam geopend. Door de duisternis konden zij eerst niet veel
onderscheiden, maar toen zij beter zagen, stoven ze onder
angstig gegil naar de verste hoek in de hut. Hun schrik was
begrijpelijk, want er stapte een groote aap naar binnen, die
een brandende lantaarn op een kist neerzette en weer ver
dween.
216. Geen vijf minuten later verscheen de aap opn.euw,
nu met een wit voorschoot en een blad, dat hij naast de
lantaarn op de kist zette. Hij deed een paar stappen in hun
richting, doch de jongens begonnen zoo verschrikkelijk te
brullen, dat het beest zich gauw omkeerde en weer weg
ging.