MAANDAG 16 MAART 1936 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. lo NOORD WIJKERHOUT. NIEUWE PASTOOR DER ST. JOSEPH- KERK. Zeereerw. heer H. J. Maas. Door Z. H. Exc. den Bisschop van Haarlem is benoemd tot Pastoor aan de St. Jozefkerk alhier, de zeereerw. heer H. J. Maas, Pastoor te Vlaardingen. Pastoor Maas werd geboren in 1879, pries ter gewijd in 1903. Sinds 18 Dec. 1925 was Zij neer w. Pastoor te Vlaardingen; vóórdien vanaf 8 November 1921 Pastoor te K a t w ij k en vóór zijn benoeming te Kat wijk ruim tien jaren kapelaan aan de St. Jacobuskerk te den Haag. KATWIJK. Geboren: Jacoba, d. v. J. den Hollan der en A. van der Plas. Mechiel, z. v. M. van der Plas en J. de Best. Cornel us. z. v. J. Ouwehand en H. van der Plas. Jo- han, z. v. H. Sleurink en J. Bulder. Teu- nis, v. P. de Jong en H. C. van Klaveren. Dirk, z. v. P. van Duin en G. de Jong. Klaas, z. v. N. van Beelen en N. van Duyvenvoorde. Overleden: Elias, z. v. P. Spaander man en J. Wassenaar, oud 17 jaar. Dirk de Best, oud 21 jaar, ongehuwd. Bastiaan van Rijn, oud 72 jaar, gehuwd mest C. Sloot weg. LEIDSCHENDAM. Jeugdige werkloozen. Vrijdag 13 Maart werd door den Vice-praeses der St. Josephsgezellen de iocaliteit gefloten, welke gedurende de wintermaanden ter beschikking stond van de R. K. jeugdige werkloozen. Tegenwoordig waren meer dere jeugdige werkloozen, alsmede afge vaardigden van den R. K. Volksbond. De Vice-praeses dankte allen voor de volko men ordelijke wijze, waarop de werkloo zen onder eigen leiding, de wintermaan deen hadden doorgebracht. Voorts werd dank gebracht aan allen, die door him ar beid of goede gaven dit werk hebben ge steund, niet in het minst aan den R. K. Volksbond, welke een belangrijken finan- cieelen steun heeft gegeven. Nadat de Vice-praeses een opwekking had gegeven tot krachtig beleven van den Godsdienst, sloot de heer Th. Blokland, voorzitter van den R.K. Volksb. zich hierbij aan, terwijl hij betoogde, dat ook als de werkloosheid zou voortduren, God ons de kracht zal ge ven om dit kruis fier te dragen. Verder beloofde hij zijn steun, wanneer er voor dergelijk mooi werk in de toekomst nog maals een beroep op den Volksbond zou worden gedaan. Deze laatste bijeenkomst werd als naar gewoonte gesloten met ge bed. VEUR—LEID SCHEND AM. Verduisteringen. Door J. T., wonende alhier, werd aangifte gedaan, dat de ver tegenwoordiger J. J. B., wonende te Rot- terdam ten zijnen nadeele een bedrag van i 260.heeft verduisterd. De vertegen- woordiger had kwitanties geind bij klan ten en het geld niet afgedragen. Nadat proces-verbaal tegen B. is opgemaakt, is hij op vrije voeten gesteld. Door C. J. Z. en P. U. V. werd aangif te gedaan, dat zij door een bij hun in dienst zijnden knecht J. van R., wonende alhier, voor een bedrag van circa 150 zijn opge licht. De knecht had met hun toestemming paarden verkocht en het daarvoor ontvan gen geld niet geheel afgedragen. Proces verbaal is opgemaakt. Door J. P. van D., wonende te Rijswijk is bij de politie aangifte gedaan, dat hij door den bakkereknecht A. H. in de Vee- nestraat alhier was aangereden, waardoor enkele glasruiten, die op zijn rijwiel ver voerde, stuk vielen, terwijl A. H. weiger de de schade te betalen. VEUR. Geboren: Gerard us Maria, zoon van A. W. M. Groenewegen en I. Th. P. Rem merswaal Agnus Maria Bernadetta, d. van H. S. G. Bakker en H. A. Hooymans Gerardus Johannes Maria, zoon van H. M. Lelieveld en A. C. Nieuwland. Overleden: A. J. A. Verwer, 5 m. STOMP WIJK. Eervol ontslag. In verband met de wijziging van de L. O. wet 1920 bij de wet van den 22 Februari 1936 tot verla ging van de openbare uitgaven voor het Onderwijs, stellen B. en W. van Stomp- wijk aan den Raad voor om aan den On derwijzer aan de O. L. School aan den Westvüetweg te Stompwijk ongevraagd eervol ontslag te verleenen met ingang van 1 September as. Geboren: Wilhelmina Elisabeth, d. van T. Spa en J. van Weizen. Getrouwd: J. J. van Beek en A. P, Molenaar. Onthulling Emma- monument te Oegstgeest De Koningin Moeder een lichtend voorbeeld Zaterdagmiddag omstreeks 3 uur is door mevrouw van Gerrevink het Emma-monu- ment in het Oranjepark onthuld, onder zeer groote belangstelling. Tegenwoordig waren de leden van het comité, burge meester van Gerrevink, de beide wethou ders van Egmond en Zandbergen, de ge meente-secretaris Reitsma en vele leden van den gemeenteraad, het bestuur der Oranjevereeniging, de Burger wachters on der leiding van kapt. Beekman, de Pad vinders enz. Het R. K. Harmoniegezel schap „Triumph" luisterde de plechtig heid op. Gevoelvolle herdenkingsrede van prof. dr. Blok. De voorzitter van het Comité, prof. dr. Blok, hield de volgende rede: Ternauwernood is het 2 jaren her, se dert de droeve mare van 't verscheiden van H. M. de Koningin-Moeder ons volk met diepen en alom meegevoelden rouw ver vulde. 55 jaren lang heeft zij met al de krachten en liefde, die in haar woonden, zich aan de Nederlandsche natie gegeven met een toewijding, waarvoor geen moeite ooit te veel, geen opoffering ooit te groot was. Gelukkig het volk dat in een tijd van overgang, die twee eeuwen scheidt en den kloof tusschen twee bijkans verschillende werelden overbrugt, een staatshoofd bezit, dat menschelijk èn Koninklijk, de scherp te van deze overschakeling tot zegenrijke harmonie weet te verzachten. Dit kenmerk bepaalt de plaats, die Koningin Emma in 't gulden boek onzer nationale geschiede nis, voor immer zal innemen. Als jonge vrouw geroepen tot den hoogen taak van voretin aan de zijde van haar ouderen ge maal, werd reeds 11 jaar na haar huwelijk met Willem III, haar de zware plicht op de schouders gelegd om, als regentes over haar minderjarige dochter, de teugels van 't bewind zelve in handen te nemen: „Ver trouwende op Hem, in Wiens hand het lot is der vorsten en volkeren, neem ik de mij toevertrouwde regeeringstaak op mij met de bede, dat hare vervulling in alle deelen moge strekken tot heil van land en volk en tot bestendiging van 't Koninkrijk!" Met deze woorden van kracht en een voud aanvaardde zij haar schoonen taak, die méér was dan alleen een politiek lei derschap, méér dan een slechts voldoen aan de eischen, bij de wet gesteld. Gedu rende de 8 jaren, gedurende welke zij het symboliek en daadwerkelijk hoofd van de Nederl. Staat is geweest, heeft zij als geen ander den moeilijken weg naar 't hart van ons Nederl. volk gevonden. Hoe zeer ook onderling verdeeld door belangengroepen en partij verdeeldheid, toch heeft onder haar zegenrijk regentschap ons volk de oude traditie van hoogere saamhoorigheid, j in naam van 't Huis van Oranje steeds op- j nieuw leeren beseffen, als 't levend begin sel van onze nationale gemeenschap. Het is vooral aan Haar menschelijkerwijs be leid te danken, dat de liefde voor ons Vor stenhuis, welke in de kommervolle jaren nè 1868 aan zoo zware beproevingen werd blootgesteld, niets aan warmte en innige aanhankelijkheid heeft ingeboet. Aan 't einde der afgeloopen eeuw was het Ko ningin Emma, in wie de hoogste eenheid van volk en land belichaamd was; het be wustzijn van deze eenheid kon wellicht tij delijk verbleeken, om echter steeds weer met sterken kracht en vaste overtuiging uiteindelijk de overwinning te behalen. Dit is wel de hoogste, de heiligste erfenis, die Regentes Emma aan Haar Koninklijken Dochter kon nalaten, toen zij in 1898 haar verheven functie neerlegde in handen van onze huidige geëerbiedigde Koningin. De liefde en waardeering, die zij tot het einde harer dagen voor ons Nederl. volk heeft gekoesterd, uitte zij in de bede „Ons volk zij groot in alles, waarin een klein volk groot kan zijn". Zoo spreekt slechts de gene, die groot is als mensch en die de betrekkelijkheid der verhoudingen weet achter te stellen bij 't ware inzicht in de zedelijke kracht van de zelfbewuste per soonlijkheid, hetzij eenling of volk. Met de troonsbestijging van H. M. de Koningin trad het beeld der Regentes in 't openbare leven oogenschijnlijk op den achtergrond; oogenschijnlijk slechts, voor- zoover de grondwet haar politieke plichten en staatstaak bepaalde. Het werkelijke le ven echter laat zich niet dwingen in 't keurslijf van staatsrechterlijke paragra- phen en wetsbepalingen. De zegenrijke invloed, dien zij als Ko ningin en daarna als Regentes voor 't heil en geluk van ons volk heeft doen gelden, was voor haar niet uitsluitend een zaak van plicht; zij sproot voort uit het hart van een vorstin, die tevens, ja, in de eerste plaats mensch was. Eerst als gemalin aan de zijde van den regeerenden vorst, vervolgens als Koningin-Regentes, ten slotte als Koningin-Moeder: welke functie ook zij in het officieele leven bekleedde; steeds heeft zij door het onmiddellijk con tact, dat zij met haar volk had, bij allen een huldigenden eerbied en spontane lief de weten op te wekken, die voor immer de grenzen van leven en dood overschrijden. Haar hartelijke belangstelling in en mede leven met al wat ons Nederl. volk in den loop der jaren aan smartelijke nood en te verduren had, uitte zich in een daadwerke lijke deelname aan elke poging om ellende en ziekten te lenigen. Het schoonste mo nument, dat hare herinnering voor eeuwig in ons hart bewaart, is het heilzame werk der Ver. tot Bestrijding der T.B.C., die in haar naam en dank haar onvermoeiden steun, haar zegenrijk werk in ons land nog op den huidigen dag volbrengt. En hoe vaak niet heeft zij in alle stilte leniging geschonken, waar de nood het hoogste scheen. Wat zij tot de laatste oogenblikken van haar werkzaam leven, voor haar geliefde dochter en kleindochter is geweest, daar voor getuigen de woorden van innige lief de en diepe droefenis, waarmede H. M. de Koningin het verscheiden van haar be minde moeder aan den volke bekend maakte. De eerbiedwaardige figuur der grijze vorstin, om wie zich 't gezin van 't Oranje huis schaarde, was ons 't symbool van bloed verwantschap, dat alle Nederlanders, zoo hier te lande als in Oost en West, te samen bindt tot één familie, waarin allen elkan der noodig hebben, allen naast en met el kaar de hand aan 't werk moeten slaan. Als moeder van onze Koningin, in wiens doorluchte persoonlijkheid onze eendrach tige saamhoorigheid belichaamd is, was tevens de Landsmoeder in den volsten zin des woords, waardig om de lijn voort te zetten, eens door den Vader dee Vader lands begonnen. Bij 't overdragen van de regeering in handen van haar dochter, schonk Koningin Emma haar een Nederland, dat eensgezind en met onwankelbare trouw van zijn aan hankelijkheid van het doorluchte Huis van Oranje getuigde. Deze erfenis door H. M. de Koningin aanvaard als schoonste ge schenk, dat haar bij hare troonsbestijging gewerd, is levend en werkelijk gebleven; en zij z a 1 dit blijven, zoolang onze Ne derlandsche Natie als eenheid wil blijven voortbestaan. Groot was de verslagenheid, welke ons volk overmeesterde bij het ont stellend bericht, dat, na zoovele jaren van geluk en voorspoed, de onvermijdelijke slag ons geliefd Vorstenhuis getroffen had. Het verlies, door het Huis van Oranje ge leden, werd door onze gansche volksge meenschap ook als ons eigen verlies ge voeld en betreurd. Het is juist in moeilijke en droeve dagen, dat wij ons dat besef van eenheid weer bewust worden. Op den dag, dat het stoffelijk overschot der overleden Vorstin den weg insloeg naar de laatste rustplaats der Oranjes, stond Nederland weer als één man achter den grooten naam van onze monarchie. Eensgezind en ongedeeld volbrachten wij in de volheid des harten dezen daad van piëteit en laatste dankbare hulde. Het is uit dezen geest, dat zooals elders, zoo ook in onze gemeente het plan werd geboren om in naam van de inwoners als van onderscheidsloos, Nederlandsche bur gers, de herinnering aan de geëerde en ge liefde overledene in bestendigen vorm in ons midden te doen verrijzen. Het comité gevoelt zich gedrongen een woord van groote erkentelijkheid te rich ten tot het gemeentebestuur voor de wijze waarop dit, mede door de vriendelijke be middeling van den gemeente-opzichter, de heer Rietveld, aan onze voorbereidende werkzaamheden is tegemoet gekomen. Eveneens aan de heeren van de Oegstgees- ter Burgerwacht, van het R. K. Harmonie gezelschap „Triumph" en aan de Oegst- geester.Padvindersgroep voor hun zoo be langrijk en gewaardeerd aandeel in de re geling van de plechtigheid van hedenmid dag. Een bijzonder woord van hartelijken dank komt voorzeker toe aan de heeren Ir. J. v. d. Laan, architect A. P. de Rooy, aannemers, en J. v. d. Schrier, tuinbouw kundige voor hunne belanglooze en 'toch zoo belangrijke medewerking, waaraan de uitvoering der plannen van 't comité zoo buitengewoon veel te danken heeft. In de overtuiging, dat dit eenvoudig ge- denkteeken het symbool moge zijn van de steeds levend blijvende herinnering aan een geliefde Vorstin, zij het mij vergund, mijnheer de Burgemeester, om namens het Koningin Emma-Comité dit monument aan u en de gemeente Oegstgeest te mo gen overdragen. Het is mij een voorrecht u, mevrouw v. Gerrevink te mogen verzoeken de plech tige daad der onthulling te willen vol trekken. Mevr. van Gerrevink trok daarna het doek weg, dat het monument nog onzicht baar hield. „Triumph" speelde daarbij het „Wil helmus". Eén oogenblik van dankbare en lief devolle nagedachtenis. Mevr. van Gerrevink besteeg daarna het spreekgestoelte en zeide ojn.: „Ik noo dig u allen hier tegenwoordig en hen, die deze plaats zullen voorbijgaan tot in de verre toekomst, uit tot het aanschouwen van deze beeltenis van H. M. Koningin Emma een oogenblik stil te staan en haar te wijden één oogenblik van dankbare' en liefdevolle nagedachtenis. God heeft in haar gegeven eene ver lichte plichtsgetrouwe Regentes, een lieve en voorbeeldige moeder voor onze Konin gin en grootmoeder voor onze toekomstige Koningin, eene geloovige Vorstin, eene vrouw wier hooge geestelijke en zedelijke waarde en wier zeldzame eigenschappen zijn geweest en zullen blijven een zegen en lichtend voorbeeld voor ons Vorsten huis en ons volk. Toespraak van den burgemeester. Nadat de muziek nogmaals het „Wilhel mus" had gespeeld hield de Burgemees ter die namens de gemeente het monument aanvaardde de volgende rede: Het is een gemeentebestuur, aldus spr., immer een verheugend verschijnsel, indien zich in de gemeente symptomen voordoen van een opgewekt openbaar leven, van liefde tot de groote landelijke, of tot de plaatselijke gemeenschap. Des te meer zijn deze symptomen ver heugend, indien zij elementen bevatten van belangstelling tegenover beide. Ik meen dat dit geval hier aanwezig is, omdat de hier plaats hebbende onthulling, niet alleen bedoelt een hulde aan de na gedachtenis van Koningin Emma, Koningin Regentes, Koningin-Moeder, een der meest beminde Vorstinnen uit het Huis van Qranje gesproten of aan ons Vorstenhuis door huwelijk verbonden, maar ook om aan de leden van onze plaatselijke ge meenschap een blijvende herinnering te geven aan deze illustre en lieve Vrouw. Wij kunnen dan met een zekere voldoe ning, zoo niet met gepaste trotsch vaststel len, dat uit de burgerij van Oegstgeest wel licht het eerste iniitiatief in ons land tot de oprichting van een gedenkteeken voor Koningin Emma is voortgekomen. Naar ons bekend is, hebben vele ingeze tenen van Oegstgest zich afgevraagd of het wenschelijk was in een betrekkelijk klei ne gemeente tot de afzonderlijke oprich ting van een gedenkteeken over te gaan en het is niet mogelijk dat de ontkennen de beantwoording van deze vraag door menige ingezetene een merkbaren invloed heeft gehad op het totaalbedrag dat tot dit doel ter beschikking van de commissie is gesteld. Het gemeentebestuur echter beantwoordt de gestelde vraag bevestigend. Het is ons niet duidelijk waarom een bronzen herin neringsmedaille niet dezelfde dienst kan doen als een gouden en waarom niet de burgerij van een gemeente als Oegstgeest, zij het op bescheiden wijze, uiting zou mo gen geven aan de liefde, de eerbied en de dankbaarheid, die zij koestert voor een per soonlijkheid uit het regeerend Vorsten huis, waarom zij niet een bescheiden ge denkteeken ter eere van zulk een per soonlijkheid opgericht in haar midden zou mogen hebben. Het gemeentebestuur is dan ook de commissie dankbaar voor haar initiatief en haar arbeid en de ingezetenen voor de bijdragen, die zij ter beschikking van de commissie hebben gesteld, om de oprich ting van dit gedenkteeken mogelijk te maken. Ik spreek dezen dank met te meer overtuigng uit omdat ik van meening ben, dat de commissie met het te harer be schikking gestelde bescheiden bedrag heeft gewoekers en om zoo te zeggen het be reikbare heeft bereikt. Een woord van dankbare hulde komt hiervoor ook toe aan den ontwerper van het monument, den heer architect van der Laan. Met vreugde en dankbaarheid aanvaard ik dus namens het gemeentebestuur het gedenkteeken van wijlen Hare Majesteit Koningin Emma, die met zulke sterke banden van wederzijdsche liefde aan ons Vorstenhuis en volk verbonden is ge weest Dat dit bescheiden gedenkteeken er toe moge medewerken, dat zij in de harten van de ingezetenen van Oegstgeest bltfve voortleven in dankbare en liefdevolle na gedachtenis. Hierna speelde „Triumph" het Wien Neêrlandsch Bloed en legden verschillende vereenigngen een krans aan den voet van het monument, waarmede de treffende ge beurtenis was geëindigd. TER-AAR. Centrale Veiling. In het Patronaata- gebouw hield de Coöp. Centr. Tuinbouw veilingsver. „Ter-Aar en Omstr. G.A.", haar vijfde algemeene leden-jaarvergadering on der praesidium van den heer C. W. v. d. Hoorn Azn. Aanwezig 162 leden, de Com missie van Advies, en een deputatie van de Boerenleenbank „Ter-Aar". Kwart voor acht opent de voorz. de bijeenkomst en spreekt een welkomstwoord. Wanneer ik dan'de eer moge hebben deze vijfde jaar vergadering voor u te openen, aldus spr., kunnen wij elkander feliciteeren met dit eerste lustrumfeest. Wat had er van ons tuinders moeten geworden zijn indien de unificatie der veilingen niet had plaats ge had. VÖór vijf jaren begon de Centrale vei ling met een schuld van ruim 76 duizend gulden, en nu op heden bedraagt zij 43 dui zend gulden. Wij kunnen dan ook die hee ren niet genoeg dankbaar zijn, voor hun arbeid die zij aan den dag hebben gelegd voor het streven en werken voor één vei ling. Onder Gods zegen naar de tien jaar, doch moge dan voor ons weggelegd zijn be tere uitkomsten in onze bedrijven. Was er gehoopt in het afgeloopen jaar op betere resultaten, het heeft ons niet andera gege ven dan groote teleurstelling, ja zelfs in zulke groote afmetingen, dat in vele gezin nen het allernoodzakelijkste ontbreekt. Treurig waren de prijzen. De secr., de heer Alb. van Straaten, leest de notulen welke onveranderd de goedkeu- ringring wegdragen. Vooraleer overgegaan wordt tot bestuursverkiezing werden de le den een kop koffie en een sigaar geoffreerd, vanwege het eerste lustrumfeest. Dankbaar werd dit aanvaard. De aftredende bestuursleden: C. v. d. Hoorn Jzn., Alb. v. Straaten en C. v. d. Vlugt en het lid van de controle-commissie C. de Bruyn, werden met bijna algemeene stemmen herkozen. De gekozenen nemen him benoeming aan. Het bestuursvoorstel „herbenoeming van de commissie van advies" verkrijgt zonder op- of aanmerkingen de goedkeuring. Inge komen stukken zijn niet aanwezig en bij de mededeel in gen wordt de gelegenheid open gesteld zich op te geven als lid van de proeftuin, tegen een jaarlijksch bedrag van 2.50. De voorz. spoort de glastuinders aan zich hierbij aan te sluiten; er zal getracht worden, indien het aantal van beteekenia is, tegen een voordeeliger tarief, b.v. twee gulden, te slagen. Voor de tomaten-teelt wordt nog weer eens opnieuw de aandacht gevraagd om dit product zoo goed mogelijk ter veiling te brengen, evenzoo de sortee ring der Augurken, die weliswaar in stij gende lijn is, doch nog niet het gewenschte peil behaald heeft. Met het artikel droge Pronkboonen wordt gewezen op het regle ment, waarin het teelen van pronkboonen op contract buiten de veiling om, verboden is. De voorz. vraagt de medewerking der leden, dat zij toch alle pronkboonen in het najaar zullen leveren, minstens het opge geven kwantum, wil het bestuur van moei lijkheden gevrijwaard blijven. Het veilings percentage voor de persoonlijke afdeel mg bedraagt dit jaar 5 pet., voor de Augurken welke weer opgehaald worden, 7 pet. Door het bestuur is een schrijven gericht aan den Minister, wijzende op de laatste voorschot- uitkeering, ook de laatste twee weken van de doperwten-campagne alsnog voor steun in aanmerking te laten komen. De kassier-boekhouder, de heer A. Kam- meraat, verschijnt nu voor het voetlicht met, z*n uitgebreid jaarverslag (zie courant 14 Maart) waarmee hij een dankbaar ap plaus oogstte, met een dankwoord van den voorzitter. Voor het loopende boekjaar wordt een Loopende rekening-courant overeenkomst aangegaan ten bedrage van 135.000.bij de Boerenleenbank „Ter-Aar". Thans volgt verslag ove^ de Balans en Verlies- en Winstrekening door den voorz. van de con trole- commissie, den heer C. de Bruyn. Het rapport luidt als volgt: Zij verklaart de ba lans correct in orde. Alle boeken en beschei den als kasboek, debiteurenboek, bankboek hebben zij aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen, mede de emballage-admi nistratie, doch niets gaf aanleiding tot op- of aanmerkingen. Bij inspectie waren op 31 Dec. 1935 aanwezig: 21000 groentenkisten, 10540 Balen, 1800 A. Bakken, 928 Export- bakken. Dit zijn wel de voornaamste goe deren. De commissie brengt dank aan het personeel voor zijn trouwe plichtsbetrach ting. Bij de behandeling van de Balans brengt de heer H. v. Emmerik hulde aan het be stuur, dat in zoo'n abnormalen tijd, waarin alle bedrijven schrikbarend terugloopen, toch kans gezien heeft de rekening niet al leen sluitend te krijgen, maar ook in ruime mate heeft afgeschreven op gebouwen, ter reinen en emballage. De heer A. C. Hooger- vorst doet nog een poging om de fusthuur te verlagen, wat de kassier nog heel graag voor een jaar zag uitgesteld, want dan is de balans waarde safe. Hiermee neemt de heer Hoogervoret genoegen. Met algemee ne stemmen wordt de Balans en Verlies- en Winstrekening goedgekeurd. De totaal bedragen van de Balans zijn 51.783.79, van de exploitatierekening ƒ29.078.18. Bij de rondvraag kwamen enkele huis houdelijke punten aan de orde en een in lichting over de steun misoogst, waarna de voorz. overging tot sluiting. Dit geschied de in een sfeer van echte vriendschappe lijke samenwerking, wat voor een vereeni- ging van groot belang is. De voorz. dankte allen voor hun pleizierige medewerking, en sprak de wensch uit, dat dit komende jaar voor ons allen onder Gods zegen een goed jaar moge zijn. DE GEBROEDERS „GOCHEM" 215. 's Avonds tegen etenstijd werd hun hutdeur behoed zaam geopend. Door de duisternis konden zij eerst niet veel onderscheiden, maar toen zij beter zagen, stoven ze onder angstig gegil naar de verste hoek in de hut. Hun schrik was begrijpelijk, want er stapte een groote aap naar binnen, die een brandende lantaarn op een kist neerzette en weer ver dween. 216. Geen vijf minuten later verscheen de aap opn.euw, nu met een wit voorschoot en een blad, dat hij naast de lantaarn op de kist zette. Hij deed een paar stappen in hun richting, doch de jongens begonnen zoo verschrikkelijk te brullen, dat het beest zich gauw omkeerde en weer weg ging.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10