Schietoefeningen te Kijkduin. Een hoekje van het Jaarbeursgebouw te Utrecht op den vooravond der opening van de voorjaars- beurs, terwijl nog veel gedaan moet worden om alles tijdig gereed te hebben Het Regiment Kustartillerie heeft Maandag op het fort Kijkduin en in de omgeving schietoefeningen gehouden. De kanonniers In actie bij een der stukken geschut Dusseldorf was Zondag getuige van het binnentrekken der Duitsche troepen, die door de bevolking met geestdrift werden ontvangen FEUILLETON. DE GOUDEN BRUG Roman van Hanno Pleesen. i (Nadruk verboden). -14) Terwijl Renete met een gevoel van blijd schap aan deze ontmoeting terugdenkt, heeft ze er, evenmin als toen, eenig ver moeden van wat het den man gekost heeft, bij het hotel zoo vormelijk van haar af scheid te moeten nemen. Hij heeft het ook niet laten blijken. Na een handdruk en een korten groet heeft hij alleen zijn weg vervolgd in den helderen Kerstnacht on der den van sterren flonkerenden hemel. Alleen van Innsbruck naar Igls, afwisse lend opgewekt en down, maar permanent verliefd als de eerste de beste H. B. S.- jongen. In Iglerhof waren de feestdagen precies zoo voorbij gegaan, als Johanna dat haar tante eenige dagen daarvoor had voorspeld. Op „Heiügenabend" den avond vóór Kerstmis had men zich vereenigd aan een gemeenschappelijke tafel, de weinige hotelgasten waren, uiterlijk zoowel als in- neriijk, wat nader tot elkaar gekomen en zij, die onderling wat intiemer omgingen, hadden elkaar met kleine geschenken ver rast. Daarna had Sylvester Vonberg kerst liederen gespeeld en Johanna had er bij gezongen. Ernstig en diep doorvoeld had zij de oude gezangen ten gehoore gebracht, zóó, dat allen, die het toeval in de hall van het hotel tezamen had gebracht, er diep van onder den indruk waren. Spoedig daar op was men uiteen gegaan en niemand was Stephan Szartossy's heimelijke tocht naar Innsbruck opgevallen. Barones von Geitier is bijzonder inge nomen met Hannerl's lieve attentie om als haar Kerstcadeau de min of meer verval len villa in Hietzing wat te laten opknap pen. Sinds haar nichtje haar heeft meege deeld, dat de restauratie-werkzaamheden direct na Nieuwjaar zullen beginnen, ver keert zij in een allergenoegelijkste stem ming. Ook Sylvester Vonberg is overgelukkig. „Dit is de mooiste Kerstmis van mijn le men", zegt hij zacht voor zich heen, ter wijl hij uit het raam van zijn hotelkamer in den on-twakkenden ochtend staart. Zijn handen spelen met een ring, welke Jo hanna heimelijk aan zijn vinger heeft ge schoven, toen zij hem dankte voor de schitterende orchidee, die hij haar officieel mocht vereeren. Het was de edelste bloem geweest, welke hij had kunnen bemachti gen en.zij had hem zijn geheele ver mogen gekost! Maar daarvoor heeft hij slechts een lichtzinnig lachje en een onverschillig schouderophalen over. Nooit nog is hij een rekenaar geweest en nu is hij minder dan ooit in staat uit zijn luchtige gedachten- wereld in hooger sferen naar den harden aardbodem af te dalen om zich daar bij het nuchtere leven van allen dag aan te pas sen. Met de trots van den eigenaar bekijkt hy het kleinood. Binnenkort zal hij, de self made man van boerenafkomst, dit erfstuk van een oude, adellijke familie of ficieel aan den vinger dragen. De tamelijk breede ring, een meesterwerk van antieke goudsmeedkunst is vervaardigd van met de hand gedreven goud. Het middelstuk vormt een groote, kostbare, als romboide geslepen saphier, welke omlijst wordt door vier diamanten van het zuiverste water. Eerst nu bemerkt Sylvester, dat in de binnen zijde van den ring het wapen van de Geit- ler's is gegraveerd met daaromheen hun zinspreuk: WEES STEEDS OPRECHT TEGENOVER UZELF EN ANDEREN! Dat geeft hem toch even een schok, die hem bijna tot de nuchtere werkelijkheid terugroept. Hij is niet oprecht geweest tegen haar, die hem vertrouwt, die hem liefheeft met heel haar hart. Hem, den zigeuner, den.... oplichter! Hij noemt zichzelf zoo in een plotselinge opwelling van verbitterdheid. Zit hij met zijn keurige bagage, zijn voorbeeldige garderobe en zijn correct uiterlijk niet zonder een cent op zak in dit fashionable berghotel, temidden van de beste families, die hij doorloouend bedriegt! Als ze dat eens wist, de jonge barones Geitler-Hattorf! Neen, dat zou ze met al haar liefde niet kunnen begrijpen en even min kunnen vergeven. Nooit zou ze daar voor een aannemelijk excuus vinden. De kloof, welke daardoor zou ontstaan tus- schen haar en hem, zou niet te overbrug gen zijn. Dat voelt Sylvester Vonberg op dit oogenblik volkomen duidelijk. En daar om peinst hij er over hoe hij zich uit deze wanhopige impasse zal kunnen bevrijden. Tot eiken prijs moet hij er uit zien te ko men, al was het alleen maar om Johanna een ernstige teleurstelling te besparen. Want hij houdt van haar, zóó eerlijk en zóó oprecht als hij zelf vroeger niet voor mogelijk zou hebben gehouden. Deze lief de is een openbaring voor hem en omdat zij zoo diep gemeend, echt en waar is, moet zij sterk genoeg zijn om tegen de som van alle uiterlijke leugens te zijn opgewassen. Hij heeft nu eenmaal die ongelukkige neiging tot een, min of meer parvenu-ach- tige grootdoenerij, waarbij het pochen op zijn boerenafkomst slechts pose is. Dat heeft Johanna onmiddellijk bemerkt. En hij heeft slechts het eerlijke voornemen zich, zoowel het een als het ander, af te wennen. Om harentwil. Om Johanna waard te zijn. Dat hij haar louter uit een kunstzinnig oogpunt beschouwd evenaart, ja, misschien zelfs overtreft, geeft hem de kracht nu door te zetten. Zijn genie moet achteraf rechtvaardigen, wat hij, uit louter grootspraak, bij voor baat reeds heeft genomen. Nog veel, veel meer moet hij worden dan dirigent van het Munchener Salonorkest, hoewel zelfs die functie tot dusver nog onbereikbaar voor hem is gebleven. Want zooals hij het Johanna heeft voorgespiegeld, is de zaak niet. In werkelijkheid heeft hij wel naar deze betrekking gesolliciteerd, maar zon der resultaat. En al evenmin is hij de geze ten componist, waarvoor hij zich zoo graag uitgeeft. Goed beschouwd, heeft hij zich tot dusver nog maar juist zoo'n beetje door het leven kunnen slaan en daarbij is hij zelfs lang niet altijd op den rechten weg gebleven. Nu ja, goed, hij heeft zoo nu en dan wel eens een paar schlagers ver kocht en een enkele maal ook wel eens een instrumentatie-opdracht gekregen, maar daarnaast heeft hij bij zijn collega's en kennissen, met wie hij van tijd tot tijd in een of ander strijkje is opgetreden, op het gebied van geldzaken niet zoo'n bijs ter gunstige reputatie verworven en me nig leeninkje, dat hij met hen heeft aange gaan, moet thans nog worden afgelost. En luis is hij bovendien geweest. Hij had het zich tot een gewoonte gemaakt een gat in den dag te slapen en gewoonlijk begon hij met zijn ochtendtoilet als anderen reeds een groot deel van him dagtaak achter zich hadden. En zoo heeft het een bij het ander hem zoo achterop gebracht. Meedoogenloos legt hij rekenschap af van zy'n lei en en onwrikbaar wordt daarbij zijn besluit, dat van nu af alles anders zal worden. De eergierigheid om te bewijzen dat hij kan, zal hem een aansporing zijn om een geheel nieuw leven te beginnen op een meer gezonde basis. Hij moet een streep zetten onder datgene, wat tot dusver zijn leven heeft uitgemaakt. Daartoe behoort moed en die put hij uit de kracht van zijn bewust talent en uit zijn groote liefde voor Johanna. En van zóóveel gewicht acht hij deze scheidingsstreep, zóó intens belang rijk het doel, dat hij van dit oogenblik af, waarin alles hem zoo helder voor den geest staat, nastreeft, dat hij elk middel aangrijpt, om dit doel te verwezenlijken. Nog eenmaal zal het daarvoor noodig zijn, dat liij tot een minderwaardige handel wijze zijn toevlucht neemt, maar het moet om zich volkomen schoon te wasschen en vry en onafhankelijk tegenover Johanna te kunnen staan. Dit besluit dwingt Sylvester Vonberg zichzelf af op Kerstochtend van het jaar 1935. (Wordt vervolgd). Het tweede gedeelte der overbrugging aan de Oosterdoksluis te Amsterdam, is Maandag o^ve^diiïlend^ptaats^" ir^ons ^and naar de plaats van bestemming getransporteerd gehouden, teneinde gegevens te ver krijgen omtrent het vrachtverkeer De Fransche troepenbewegingen naar de Oostgrens. Een militaire autocolonne gereed om met soldaten uit Metx naar het grens gebied te vertrekken

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 8