DINSDAG 10 MAART 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
Het Ned. Roode Kruis
in Abessynië
Wij vervolgen thans het uittreksel uit de
dagrapporten van dr. Winckel, den leider
der Nederlandsche ombulance.
Deze rapportenu betreffen de periode
van Zaterdag 8 Februari tot en met Woens
dag 12 Februari.
Op Zaterdag 6 Febrauri kwam in den
namiddag onverwacht dr. Belmonte per
Roode Kruisvliegtuig uit Addis Abeba in
Dessie aan. De post was helaas achterge
bleven in de koffers, welke het vliegtuig te
zwaar zou hebben gemaakt.
Dr. Winckel teekent by dezen dag nog
aan, dat hij zeer belemmerd is in zijn be
wegingen door een geinfecteerd wondje aan
den rechtervoet.
Den volgenden Zondag waren onze land-
genooten getuigen van een bombardement
op Dessie en omgeving door Italiaansche
vliegtuigen. Om acht uur verschenen 5 of
6 vliegtuigen, die op drie plaatsen hun bom
bardement richtten; op de stad zelf, op een
plaats circa een uur loopens van de Neder
landsche ambulance en ook ten Oosten.
En groep van 4 bommen viel op onge
veer 800 M. ten Westen van het kamp zon
der schade aan te richten.
Wij kregen niet den indruk, zoo schreef
dr. Winckel, dat de Italianen het op ons
kamp voorzien hadden.
Toen de Italiaansche vliegtuigen waren
verdwenen, trokken de Nederlandsche art
sen naar de stad en naar de plaats ten
Noorden, waar vele bommen waren geval
len. De eerste ploeg kwam onverrichter za
ke terug Er waren slechts weinig slachtof
fers gevallen: twee dooden en twee licht
gewonden, die beiden reeds in het Ameri-
kansche hospitaal behandeld waren. De
tweede ploeg had meer succes: onderweg
vond men twee lichtverwonden, die voor-
loopig verbonden werden en naar de Ne
derlandsche ambulance verwezen. Voorts
trof men op de plaats des onheils nog een
lichtverwonde en een ernstiger geval. Bei
den werden in het hospitaal gebracht.
Den volgenden dag, Maandag 10 Februari
had een bespreking plaat£ met dr. Melly,
den leider der Britsche ambulance. Deze
deelde o.a. mede, dat zijn geheele ambulan
ce is ingericht op vervoer per vrachtauto,
een lichter type dan de Nederlandsche. Nu
hij een plaats inneemt achter het noord
front zou hij liever muildierenvervoer
wenschen. De daaraan verbonden hooge
kosten waren echter een bezwaar. Daarom
kon de Engelsche ambulance ook niet, zoo
als de Nederlandsche, voorposten van eenig
belang uitzenden, ten hoogste zouden dit
eenige eerste-hulppatrouilles kunnen zijn.
Het plan van dr. Melly was, op te rukken
naar Quoram. Dr. Winckel deelde hem
mede, dat de beide Nederlandsche eenhe
den ook elk een plaats in de buurt van
Quoram zouden innemen, zoodat de samen
werking tusschen de Britsche en de Ne
derlandsche ambulance van het hoogste
gewicht zou zijn. Dr. Melly beaamde dit
en de beide leiders .kwamen tot een ge
meenschappelijk werkplan.
In groote lijnen komt dit plan hierop
neer: direct achter het front zijn de am
bulances van het Britsche Roode Kruis, dan
komen de eenheden van de Nederlandsche
en de geheele Britsche ambulanct op onge
veer 50 tot 80 K.M. achter het front. De
Nederlandsche eenheden voeren hun pa
tiënten, teneinde niet overbelast te gera
ken, af naar de Britsche ambulances, die
haar patiënten verder betrekt van haar
eigen eerste--hulp patrouilles en van de
Ethiopische eenheden.
Voorts zal de Britsche ambulance afvoe
ren op de Nederlandsche te Dessie. Dit
transport wordt onderhouden met de ca
mions der Britten. Het duimt twee k drie
dagen.
De Nederlandsche ambulance blijft te
Dessie en zal vermoedelijk van belang zijn
voor de fedinitieve operatieve behandeling
der verwonden. Deze laatsten worden ten
slotte geëvacueerd naar Addis Abeba, door
de Nederlandsche camions of door de zor
gen van het Ethiopische gouvernement.
In een toelichting tot dit werkplan wijst
dr. Winckel er op, dat deze regelig een re
gelmatig contact tusschen de Nederlandsche
eenheden en het basis-hospitaal gemakke
lijker maakt. De ledig terugkeerende Brit
sche camions kunnen berichten en aanvul
lende voorraden althans tot voorbij Quo
ram meenemen. Het laatste stuk van den
weg wordt dan afgelegd met muildieren
in het bezit der Nederlandsche eenheden.
Daardoor viel het dr. Winckel ook gemak-
ke' ijker de beslissing te nemen, dat de ba
sis te Dessie blijft en (voorloopig) niet
noord war ts verplaatst wordt. Dr. Winckel
neigde tot dit laatste wegens den enorm en
afstand welke ruim 300 K.M. bedraagt. De
vestiging in Dessie heeft echter zulke groo
te voordeelen, dat hij van verder noord
waarts trekken van het basis-hospitaal af
zag
Dessie is aangewezen als basis omdat het
het hoofdkwartier van den Negus is en als
zoodanig vaker het doel van bombardemen
ten dan eenige andere plaats. Ook is Des
sie gelegen in het midden tusschen het
front en Addis Abeba, wat van belang is
voor de evacuatie der patiënten. Ook is er
de gemakkelijke verbinding met Addis
Abeba; meer naar het Noorden bestaan
post- of telegraafkantoren. Bovendien be
schikt Engeland hier over een militairen
attaché.
Ten slotte overwoog dr. Winckel, dat het
voor Nederland, tot dusver aan den Ne
gus vrijwel onbekend, van veel belang kan
zijn, dat een goed uitgeruste ambulance in
de onmiddelijke nabijheid van Z.M. blijft,
die trouwens daarom heeft gevraagd.
Dr. Veeneklaas maakt het wel veel be
ter, maar kan toch nog niet met de kara
vaan meegaan. Dr. Lampe gaat daarom
voorloopjg in zijn plaats.
Dinsdag 11 Februari klonken des mor
gens om 9 uur de waarschuwingsschoten
voor een luchtaanval. Het bleek slechts
BINNENLAND
Ned. Spoorwegen breiden
electrificatie uit.
Ter vervanging van de Diesels
De Nederlandsche Spoorwegen hebben,
behoudens goedkeuring van den Minister
van Waterstaat, besloten over te gaan tot
electrificatie der baanvakken: Amsterdam
Arnhem, den HaagUtrecht, Rotterdam
Gouda en UtrechtEindhoven.
De bedoeling is de electrische dienst op
deze lijnen in te doen gaan met de nieuwe
dienstregeling van 1938.
Daar aanschaffing van een belangrijke
hoeveelheid rollend materieel voor de N.S.
dringend noodig is geworden, doordat de
laatste jaren in afwachting van de ontwik
keling der verkeersmiddelen belangrijk
minder locomotieven en rijtuigen zijn aan
geschaft dan voor op peil houden van het
materieelpark noodig was, dienden de N.S.
een beslissing te nemen, in welke richting
de tractie zal moeten worden uitgebreid.
Dat de keuze daarbij gevallen is op de èn
voor het reizend publiek èn voor de spoor
wegdienst aantrekkelijke electrische tractie
is het gevolg eenerzijds van de gunstige
resultaten wat het stroomverbruik betreft
van, het nieuwe electrische materieel in
strooml ijnvorm uitgevoerd, in gebruik op
de lijn RotterdamHoek van Holland, voor
welk materieel het verbruik van electri-
schen stroom per zitplaats ruim 25 pet.
minder bedraagt dan voor het bestaande
electrische materieel' anderzijds van de
belangrijk lagere prijzen, waarvoor de in
aanmerking komende leveranciers van elec-
trischen stroom zich bereid verklaard heb
ben, den stroom te leveren.
Bij uitbreiding van de electrische trac
tie komen daarvoor in de eerste plaats in
aanmerking de bovengennemde baanvakken
waarop in 1934 het Diesel-electrische mate
rieel in dienst gesteld werd. Dit materieel
zal dan in 1938 vrij komen en bestemd wor
den voor een zeer wenschelijke uitbreiding
en versnelling van de doorgaande verbin
dingen tusschen het Westen en het Noor
den, het Zuiden en het Oosten des lands,
waarvoor, zooals ook de ervaring in
Duitschland leert, juist dergelijk materieel
bij uitstek geschikt» is.
Voor de levering van het benoodigde
electrische materieel is al reeds een voor-
loopige overeenkomst met de Nederland
sche industrie gesloten.
Daar ook de overige benoodigde bestel
lingen voor deze electrificatie voor zoover
mogelijk in Nederland zullen worden ge
plaatst, wordt voor de komende twee jaren
door deze electrificatie een zeer belang
rijke werkverrruiming in ons land verkre
gen.
Een vestigingswet ingediend
Beroep en bedrijf voor vreem
delingen gereglementeerd
Ingediend is een wetsontwerp tot rege
ling van het zelfstandig uitoefenen van
beroepen en bedrijven door vreemdelin
gen. De voorgestelde maatregel, welke zijn
grond vindt in gelijksoortige overwegin
gen als die, welke hebben geleid tot een
wettelijke regeling inzake het verrichten
van arbeid door vreemdelingen, zal zich
ook uitstrekken over hen, die by het in
werking treden van de wet reeds gevestigd
zijn.
Ten aanzien van deze laatsten zal de be
slissing, geval voor geval, omtrent het al
of niet verleenen der vergunning, uiter
aard met de noodige omzichtigheid dienen
te worden genomen. In het bijzonder zal
ertegen moeten worden gewaakt, dat aan
hen, die reeds langeren tijd hier gevestigd
zijn, voor zoover tegen de voortzetting van
him werkzaamheden hier te lande geen
ernstige bezwaren bestaan, het leven wor
de onmogelijk gemaakt.
Aan de memorie van toelichting is
voorts nog het volgende ontleend:
De motieven voor bescherming van de
arbeidsmarkt gelden ook voor dit deel van
ons volk, dat een zelfstandig beroep of
bedrijf uitoefent. De groote en aanhou
dende economische moeilijkheden hebben
in vele beroepen en bedrijven een toe
stand geschapen, welke de bestaansmoge
lijkheid van de daarbij betrokkenen ern
stig in gevaar brengt.
Meer in het bijzonder is dit het geval
met het middenstandsbedrijf op het gèbied
van den detailhandel, het ambacht en de
kleinnijverheid, waar in sterke mate de
gevolgen van de vermindering der koop
kracht en de daaruit voortvloeiende ach
teruitgang der omzetten worden onder
een vliegtuig te zijn, dat op vrij grooten
afstand in noordelijke richting passeerde.
Het vei trek van de eenheid onder leiding
van dr. van der Does, die nu reeds een
week klaar stond, kon dien dag om vier
uur des namiddags plaats hebben.
Den volgenden dag was er des morgens
weer luchtalarm; er was een verkennings
vliegtuig, dafgeruimen tijd in de buurt van
Dessie en het Nederlandsche kamp bleef
cirkelen. Dergelijke alarmeeringen, welke
uit den aard der zaak niet in den wind ge
slagen mogen worden, kosten telkens veel
tijd en belemmeren de werkzaamheden,
ook omdat de autoriteiten daarna gedu
rende eenige uren onvindbaar zijn.
Dr. Winckel besloot hier zijn rapporten
met de mededeeling, dat dien dag twee
vliegtuigen uit Addis Abeba waren aan
gekomen en weer spoedig met de post zou
den vertrekken.
vonden. Daar komt nog bij, dat in vele
branches van het middenstandsbedrijf van
een overbezetting moet worden gesproken,
hetgeen de gevolgen der slechte tijdsom
standigheden voor betrokkenen nog scher
per toespitst. De moeilijke strijd om het
bestaan wordt zoodoende voor vele Ne
derlanders door de vestiging van buiten-
landsche zakenlieden nog verscherpt.
Reeds met het oog op de hierboven ge
schetste toestanden moet een regeling met
betrekking tot de zelfstandige uitoefening
van beroepen en bedrijven door vreemde
lingen urgent en gewenscht worden be
schouwd.
Overigens dient deze regeling te wor
den bezien in verband met de Wet van 16
Mei 1934 inzake het verrichten van arbeid
door vreemdelingen, waarvan zij het nood
zakelijk complement vormt. Het laat zich
immers gemakkelijk begrijpen, en dit ver
schijnsel heeft zich o.a. bij de terrazzo-
werkers, kappers en kleermakers voorge
daan, dat buitenlandsche werknemers, ten
behoeve waarvan geen vergunningen inge
volge de zoo juist aangehaalde wet wor
den verleend, him vroegeren werkgevers
concurrentie gaan aandoen door zich zelf
standig in het betrokken beroep of bedrijf
te vestigen.
De concurrentie, welke Nederlandsche
arbeiders op de arbeidsmarkt van buiten
landers ondervinden, wordt zoodoende ver
plaatst naar het terrein, waarop de zelf
standige ondernemer werkzaam is. Om
deze redenen moest een dergelijke ver
schuiving als ongewenscht worden aange
merkt.
Afgescheiden van het bovenstaande,
biedt de ontworpen regeling het voordeel,
dat in het tot nog toe op de vestiging van
vreemde zakenlieden uitgeoefende toezicht
uniformiteit wordt gebracht.
Ofschoon tot dusver ongetwijfeld nuttig
werk in het belang van het Nederlandsche
bedrijfsleven is verricht, zal door toepas
sing van de Vreemdelingenwet, alléén het
doel, dat dit wetsontwerp zich stelt, nim
mer voldoende benaderd kunnen worden,
gezien het verschil in doel en strekking
der beide regelingen. Bovendien kan tot
nu toe slechts ten aanzien van een klein
deel der buitenlandsche zakenlieden wor
den opgetreden. Het wetsontwerp brengt
in deze mogelijkheid van uitbreiding, zoo
mede de gewenschte eenheid en centrali
satie.
De mogelijkheid is geopend, een ver
gunning slechts voor te schrijven voor een
bij het desbetreffend besluit aangewezen
gedeelte van Nederland.
Het ligt in de bedoeling, zoo noodig aan
een vergunning voorwaarden en beper
kingen te verbinden. Een beperking kan
b.v. gelegen zijn in de aanwijzing van een
bepaalde gemeente, waarvoor de vergun
ning zal gelden.
De vreemdeling'is strafbaar, zoo hij de
vereischte vergunning niet heeft, daarnaast
is strafbaar degene, die voor een vreemde
ling hier te lande werkzaamheden ver
richt of een filiaal beheert zonder dat de
vreemdeling vergunning verkregen heeft.
De strafmaat is bepaald op hechtenis
van ten hoogste een maand of een geld
boete van ten hoogste f 500.
Al zal worden gewaakt tegen een over
matige belasting van het bedrijfsleven te
dezer zake, zoo is het toch wenschelijk,
dat van de belanghebbenden een bijdrage
in de kosten die de uitvoering van de wet
uit den aard der zaak medebrengt, kan
worden geheven.
EEN NATURALISATIE-KWESTIE.
De Tweede Kamer heeft een voorloopig
verslag uitgebracht over het naturalisatie-
wetsontwerp, waarin o.a. de naturalisatie
van den bankier Mannheimer wordt voor
gesteld.
Sommige leden merkten bij het afdee-
lingsonderzoek op, dat zy het voorstel tot
naturalisatie van den heer Mannheimer niet
voldoende toegelicht achtten, door de me
morie van toelichting en de ter griffie ter
inzage neergelegde stukken.
Deze stukken bevatten niet alle gegevens,
welke het vertrouwen zouden kunnen wek
ken, dat verzoeker zich bij uitstek Neder
lander gevoelt en na zijn naturalisatie een
goed Nederlander zal zijn. Deze leden
meenden te weten, dat bij de regeering aan
vankelijk ernstige bezwaren hebben be
staan tegen inwilliging van diens in 1923
gedaan verzoek, om naturalisatie.
Gaarne zouden zij indien dit zoo is
vernemen, van welke aard deze bezwaren
waren en op welke gronden de re^eering
thans tot een andere meening is gekomen.
Zonder in het minst de talrijke geruch-
ien, welke over verzoekers verrichtingen
als internationaal bankier de ronde doen,
voor hun rekening te willen nemen, achtten
deze leden die van voldoende belang om
daarop de aandacht te vestigen.
Is de beschuldiging juist, zoo vroegen zij,
dat verzoeker zich heeft schuldig gemaakt
aan handelingen, die de positie van de gul
den bedreigden? Voorts vroegen zij of de
bewering juist is, dat verzoeker zijn positie
als agent van de Duitsche Rijksbank mis
bruikt zou hebben voor het verrichten van
handelingen in strijd met het Nederland
sche staatsbelang.
Gaarne zouden zy vernemen, of het den
minister bekend is, dat verzoeker in het bij
zonder in de jaren 1923 tot 1925 de plaat
sing zou hebben bevorderd van rond zes
honderd millioen gulden in Duitschland,
welke belegging voor tal van Nederlanders
groote verliezen heeft opgeleverd.
Eindelijk verklaarden zij vernomen te
hebben, dat verzoeker vergeefsch zou heb
ben getracht, in Frankrijk te worden gena
turaliseerd. Indien den minister hiervan
iets bekend zou zijn, zouden zij dit gaarne
vernemen.
Voorts zouden deze leden gaarne verne
men, waaraan het is toe te schrijven, dat
de behandeling van dit verzoek meer dan
tien jaren is blijven rusten. Is de oorzaak
daarvan inderdaad geen andere dan die,
welke verzoeker in zijn verklaring aan den
officier van justitie te Amsterdam opgaf:
„Omdat hij, met het oog op afwikkeling
van eenige zaken in het buitenland, zijn
Duitsche nationaliteit nog niet kon prijsge
ven?"
Vele andere leden meenden, dat in het
algemeen voor een naturalisatie dus ook
voor deze aanvrage niet als voorwaarde
moet worden gesteld, dat het Nederlandsch
staatsbelang daardoor gediend is, maar dat
gevraagd moet worden, of eenig staatsbe
lang zich daartegen verzet.
Op grond van de overweging, dat geen
enkel bewijs is geleverd voor de ingebrach
te beschuldigingen, dat integendeel de pre
sident van de Nederlandsche Bank een
gunstig oordeel over verzoeker heeft uit
gesproken en voorts, dat hij van 1918 af
blijvend hier te lande gevestigd is en hier
geheel is ingeburgerd, aarzelden zij niet,
de hierboven gestelde vraag ontkennend te
beantwoorden. Naar hun meening is er geen
leden voor de inwilliging van deze natu-
ralisatie-aanvage zwaardere eischen te stel
len dan voor elke andere.
Deze aanvrage voldoet alleszins aan de
juiste maatstaf.
EIEREN-EXPORT NAAR ENGELAND.
Door Nederlandsche regeering
geheel vrijgegeven.
Zooals men weet heeft onze regeering
sinds eenigen tyd den uitvoer van eieren
naar Engeland gecontingenteerd, zulks ter
wijl Engeland den invoer daar te lande
geen belemmeringen in den weg legde,
doch zulks tengevolge van den ongebrei-
delden invoer wel stond te vreezen. Er
heeft zich toen het geval voorgedaan, dat,
nu directe export niet mogelijk was bui
ten "het contingent, Nederlandsche eieren
via Antwerpen naar Engeland werden ver
zonden. Deze laatste wijze van uitvoer zal
nu echter wel spoedig tot het verleden
behooren, want, naar wij vernemen, zijn
de contingenteeringsbepalingen hier te
lande ingetrokken en mogen tot nader or
der eieren weer in onbeperkte hoeveel
heid naar Engeland worden uitgevoerd.
NATIONALE RECLASSEERINGSDAG.
Wy maakten reeds melding van het voor
nemen van de samenwerkende Reclass.-
instellingen om in verband met den Nat io
nalen Reclasseeringsdag, die op Zaterdag
9 Mei a.s. gehouden' wordt in de week
voorafgaande aan dien dag een Reclassee-
ringskrant uit te geven in een oplaag van
één millioen exemplaren.
Nader vernemen wij, dat het in het voor
nemen ligt om aan de uitgave van dit blad
een prijsvraag te verbinden, waarvoor een
groot aantal belangrijke prijzen wordt
beschikbaar gesteld.
R'DAMSCHE LLOYD RAPIDE.
De R'damsche Lloyd Rapide in aanslui
ting met het mailschip „Indrapoera" wordt
Wooensdagochtend 11 Maart te 7.40 uur in
den Haag verwacht (H.S. station).
UIT DE OMGEVING
HILLEGOM.
Nationale Reclasseeringsdag. Het Co
mité van uitvoering voor de te houden col
lecte alhier is samengesteld als volgt: W.
Kijne, voorzitter; P. D. van Mourik, secre-
taris-jpenningmeester, D. van Egmond Jr.,
D. J. Kolksman en de heeren J. en P. vam
Roode.
In het Comité van aanbeveling hebben
zitting de Burgemeester, de beide Wethou
ders, Notaris D. Lodder; de Pastoors en
Dominé's der Gemeente.
Werk van Barmhartigheid. Op initia
tief van Dr. Versluijs, die evenals zijn col
lega's gevallen van ondervoeding heeft ge
constateerd, heeft zich een commissie voor
Kindervoeding gevormd. Zij bestaat uit het
Burgerlijk Armbestuur, het R. K. Armbe
stuur en als penningmeester uit Dr. Ver
sluijs. Tot heden is uit een vrijwillig ge
vormd fonds alles wat noodig bleek betaald,
zoodat geen beroep op de gemeentenaren
noodig is geweest.
De doktoren wijzen de kinderen, die voor
deze voeding in aanmerking komen, aan,
terwyl ook de Wijkverpleegsters, Zuster
Terhorst en Zuster Dymphna, en de onder
wijzers kinderen kunnen voordragen. Het
toelaten geschiedt evenwel eerst na advies
der doktoren.
Het systeem van werken heeft aldus
plaats: gedurende 3 weken wordt 4 dagen
per week een warme maaltijd verstrekt, die
bestaat uit stamppot of soep met als toespijs
havermout of rijst in melk. Indien noodza
kelijk kan een kind nog eens 3 weken van
de maaltijden profiteeren. De toediening
geschiedt in een der lokaliteiten van Huize
„St. Joseph" daartoe gratis afgestaan, ter
wijl alle werkzaamheden door de Zusters
om niet worden verricht. De banken en
tafels zijn door Patrimonium in bruikleen
gegeven. Zoo is door samenwerking bereikt,
dat de kosten zoo gering mogelijk zijn. Op
de maaltijden wordt toezicht gehouden, er
wordt gebeden en gedankt, zooals het be
hoort.
Men is nu 6 weken met dit liefdewerk
bezig en het resultaat is in gunstigen zin
merkbaar bij de arme stumperds. Men hoopt
het liefdewenk te kunnen volhouden tot Mei
en het volgend seizoen vroeger te beginnen,
zoo de tijdsomstandigheden zich niet heb
ben herzien.
Zooals we in den aanvang reeds zeiden is
tot nu toe geen beroep gedaan op de naas
tenliefde der gemeentenaren hetgeen niet
beteekent, dat er overvloed is: wie met het
arme, ondervoede kind meevoelt verrasse
Dr. Versluijs! De wijze waarop is zeer ver
scheiden.
LISSE.
L. T. B. De af deeling van den L. T. B.
hield gisteravond in de Veilingzaal van het
H. B. G. haar jaarvergadering onder presi
dium van den heer P. Warmerdam. Deze
opende met den christelijken groet en heet
te den Geestelijk Adviseur, Kapelaan Schol
ten en de niet talrijk opgekomenen welkom.
Deze vergadering staat in het teeken der
belangrijkheid, aangezien de verkiezing van
een voorzitter aan de orde zal worden ge
steld, terwijl tevens de periodieke verkie
zing aan de orde komt. Door den secretaris,
den heer H. J. v. d. Berk, werden de notu
len gelezen en onder dankzegging vastge
steld. Aan de orde is alsnu de verkiezing
van een nieuwe voorzitter. Door het bestuur
was candidaat gesteld de heer Th. F. van
Rijn, welke alzoo bij enkele candidaatstel-
ling als gekozen werd verklaard.
De voorzitter juichte het toe, dat iemand
als den heer v. Ryn bereid is gevonden deze
functie te aanvaarden. Voorts deelde de
voorzitter mede, dat voor de periodieke af
tredende leden, de heeren M. Beelen en P.
Romyn geen tegencandidaten waren inge
diend, weshalve de beide aftredende bij
enkele candidaatstelling waren herkozen.
De voorzitter feliciteerde beiden met hun
ne herbenoeming en hij dankte hen voor
hun bereidwilligheid. Aan de orde is voorts
rekening en verantwoording van den pen
ningmeester. Deze was niet ter vergadering
en had gelijk met zijn paperassen zijn ont
slagaanvrage ingediend, weshalve de voor
zitter voorstelde dit punt' aan te houden.
Daar de voorzitter er niet op tegen was
zitting te blijven nemen in het bestuur,
werd besloten hem in de plaats van den
penningmeester, den heer J. A. van Leeu
wen, te handhaven, terwijl de functies on
derling zullen worden verdeeld. Van het
bestuur van de Bloembollenkweekersgroep
van den L.T.B. was een circulaire binnen
gekomen, houdende de mededeeling, dat op
Zaterdag 14 Maart des namiddags te 3 uur
in „de Nachtegaal" een vergadering zal
worden gehouden ter bespreking van de
uitbetaling van de 85 pet. der minimum
prijzen voor surplusbollen, welk punt zal
worden ingeleid door den heer D. W. Lefe-
ber, lid van het Dag. Bestuur der Neder
landsche Sierteelt-Centrale, terwijl door
den heer J. W. A. Lefeber de Loonibijslag-
regeling zal worden behandeld. De voorzit
ter deed met klem uitkomen, van hoe groot
belang het is, dat de kweekers op deze
vergadering aanwezig zijn. De beide inlei
ders zijn ons een waarborg, dat de onder
werpen grondig zullen worden ontleed en
uiteengezet. Dat de Loonbijslagregeling be
ter en doelmatiger wordt toegepast, deed
de voorzitter klaar en duidelijk uitkomen.
Een feit is het, dat in deze vele kweekers
hunne kennis zullen kunnen verrijken, het
geen zeer noodig is. De beide heeren Lefe
ber, de pioniers van deze zaak, verdienen
een groot gehoor. Voorts deed de voorzit
ter nog uitkomen, van hoe groot belang het
is, dat we de werkzaamheden van den
nieuwgekozen voorzitter, welke tevens ook
algemeen voorzitter is van den R.K. Land
en Tuinbouwbond, thans meer van nabij
in onze afdeeling zullen kunnen gadeslaan
en dan zal ook blijken, dat de keuze zeer
gelukkig is. Inmiddels kwam de nieuwge-
kozene ter vergadering. Hij werd door den
voorzitter verwelkomd en met zijn benoe
ming in kennis gesteld. De heer v. Rijn ver
zocht aller medewerking, zoowel van be
stuur als leden, dan zal hij zijn beste krach
ten inspannen en trachten de afdeeling tot
grooteren bloei te brengen. Hierna nam de
Geest. Adviseur het woord en dankte den
heer P. Warmerdam voor alles wat hij
voor de afdeeling heeft gedaan. Voorts feli
citeerde hij den nieuwen voorzitter met zijn
benoeming en hy zeide, dat de tijd is ge
komen, dat er samenwerking zal moeten
worden gezocht. Hij wees er op, dat we ook
buiten het kerkgebouw ons katholiek moe
ten toonen, en handelen zooals het katho
lieken betaamt. Z.eerw. spoorde vooral aan,
dat de leden het bestuur zullen steunen bij
hun moeilijk werk en vooral de vergaderin
gen zullen bezoeken. Met klem drong hij
aan om kennissen en vrienden aan te spo
ren de vergadering van Zaterdag as. te be
zoeken. Ten slotte zegde hij den nieuwen
voorzitter zijn volle medewerking toe. De
voorzitter dankte den G. A. en ook hij
spoorde aan propaganda te maken voor de
vergadering van Zaterdag. Vooral deed hij
uitkomen, dat deze belangrijke vergadering
ook toegankelijk is voor niet-leden. Na de
rondvraag sloot hij met den christelijken
groet de vergadering.
SASSENHEIM.
Indië. Gisteravond sprak voor de St.
Joseph-Gezellen de heer Beekman over In
dië. Spr. behandelde in het kort de cultuur
en gewoonten der inlanders, het onderwijs,
het landsbestuur, kortom een heele reeks
wetenswaardigheden en avonturen, welke
de heer Beekman zelf heeft medegemaakt.
Spr. haalde aan wat het kleine Nederland
daar in het groote Indië tot stand heeft ge
bracht. Tot slot behandelde spr. nog de poli
tieke toestand van Indië ten opzichte van
Japan. Het was voor de leden een zeer in
teressante avond. Met een tot weerziens en
dank aan den heer Beekman sloot de prae-
ses de bijeenkomst.
Werkloosheid. Het aantal werkloozen
in de afgeloopen week bedroeg 378, waar
van 357 mannen en 21 vrouwen. In dit zelf
de tijdvak vorig jaar 310. De opgave van de
vorige maand bedroeg totaal 402.
Ontspanningslokaal. Met ingang van
heden is het ontspanningslokaal voor werk
loozen gesloten. De commissie brengt langs
dezen weg dank aan allen, die hebben bij
gedragen voor de noodige ontspanning aan
de werkloozen in dezen winter. Het ligt in
de bedoeling over 14 dagen een excursie
per fiets te houden voor R.K. werkloozen
naar de K.L.M. op Schiphol