Hitler's aanbod en
Nederland.
lf
MAANDAG 9 MAART 1936
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
HOE WORDT HET WEER?
ZACHTER.
DE BILT SEINT:
Zwakke tot matige Zuid-Oostelijke tot
Zuid-Westelijke wind. nevelig tot half of
zwaar bewolkt, weinig of geen regen iets
zachter.
Hoogste barometerst.: 768.6 te Riga.
Laagste barometerst.: 749.3 te Röst.
Op den Oceaan heeft zich weer een rug
van hooge drukking Noordwaarts uitge
breid en deze schijnt zijn invloed zelfs tot
Zuid-Noorwegen uit te strekken. De Oos-
telyijke hooge drukking beweegt zich
Zuidwaarts en breidde zich over geheel
midden-Europa uit. In Noord-Scandinavië
verscheen een vrij diepe depressie, over de
Golf van Biscaje en Engeland liggen nog
ondiepe depressies, die op het oogenblik
weer iets toenemen. De vorst in Scandina
vië bleef afnemen en is alleen in Midden-
Zweden nog streng. Op het vasteland en in
Schotland kwam in den nacht hier en daar
lichte vorst voor. Een uitgestrekt gebied
van mist of nevel ligt van Engeland tot
Denemarken en ver in Duitschland. Re
gen valt in Schotland, Engeland en West-
Frankrijk, regen en sneeuw met krachtige
Zuidelijke wind langs de Noorsche kust;
Zuid-Oost Frankrijk heeft zonnig weer,
evenals het gebied ten Oosten van de
Oostzee. Ofschoon de vochtigheid van de
onderste luchtlagen weer kans op mist in
den ochtend geeft, mag in verband met
stijgen van temperatuur in de bovenlucht
overdag zachter weer worden verwacht
met weinig of geen regen.
LUCHTTEMPERATUUR.
10.4 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e. a.
Van Maandagnamiddag 6.20 uur tot
Dinsdagmorgen 6.uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee, op Dinsdag 10
Maart voorm. 3.59 uur en nam. 4.12 uur.
Het vaste-lasten ontwerp
Thans is verschenen de memorie van
antwoord der Regeering (onderteekend
door alle ministers) op het voorloopig
verslag over het wetsontwerp, houdende
bijzondere maatregelen ter verkrijging
van verlaging van sommige vaste lasten
en van huren.
Terecht wordt in het voorloopig verslag
gewaarschuwd zegt de memorie te
gen een overhaaste behandeling van dit
netelige vraagstuk. Nu de Regeering ech
ter, na nauwgezette overweging van de
critiek, het ontwerp op sommige punten
heeft omgewerkt, bestaat bij haar geen
bezwaar tegen gelijktijdige behandeling
van dit ontwerp en het ontwerp Crisis-
landbouwhypotheekwet 1936, voor zoover
zulks mogelijk blijkt.
Algenieene strekking van het ontwerp.
De Regeering heeft zich nimmer de il
lusie gemaakt, als zou door de voorgestelde
friaatregelen de noodzakelijke aanpassing
•ver de geheele linie met één slag wor
den bereikt. Zulks blijkt o.m. uit de zeer
beperkte considerans van het ontwerp,
waarin slechts gesproken wordt van de
verlaging van sommige vaste lasten en
van huren. Reden van deze beperking
was, dat slechts op het terrein van de
vaste lasten, drukkend op onroerend goed
en op het gebied van de huren zich dui
delijk waarneembare verstarringsverschijn
selen voordeden en de aanpassing zich in
zoo tragen gang dreigde te voltrekken,
dat hiervan groote gevaren op het onder-
werpelijk gebied waren te duchten. Waar
deze nadeelen van een te trage aanpassing
zonder eenigen twijfel groote waren dan
de directe nadeelen van het wettelijk in
grijpen zelve, heeft de Regeering ge
meend zich niet langer van het treffen
van wettelijke maatregelen te kunnen ont
houden, doch heeft zij deze dan ook uiter
aard beperkt tot het gebied, waarvoor de
bovenstaande verhoudingen golden.
Wat nu betreft de gevraagde uitbreiding
tot een samenstel van maatregelen in den
trant van het plan-Brüning, hoe aanlok
kelijk het daarmede te bereiken doel
het brengen met één slag van ons volks
leven op een lager stabilisatievlak ook
moge zijn. de daartegenover staande na
deelen acht de Regeering zoo groot, dat
haars inziens hier het middel erger zou
zijn dan de kwaal.
Pandbrief- en hypotheekrente.
De Regeering merkt op, dat vanuit een
objectief standpunt bekeken een maxi
mum pandbriefrente van 4 pet. en een
maximum hypotheekrente van 4X pet.
voor eerste hypotheek als buitengewoon
laag kunnen worden beschouwd. Had men
een dergelijk resultaat langs geheel vrij-
willigen weg willen bereiken, dan zouden I
hiermede tal van jaren gemoeid geweest
zijn.
Verwacht mag worden, dat door wegne
ming van de op het onderhavig gebied
bestaande spanning de economische ver
houdingen over het geheel genomen zul
len verbeteren.
Geen aantasting van de hoofdsommen.
Aantasting van hoofdsommen moet de
Regeering, zoowel op theoretische als op
practische gronden afwijzen. Dit neemt in-
tusschen niet weg, dat wanneer, zooals
thans het geval is, de omstandigheden se
dert de totstandkoming van het contract,
een zoo bijzondere wijziging hebben on
dergaan, dat onverzwakte nakoming vam
de overeenkomst redelijkerwijs niet kan
worden gevorderd, de debiteur langs wet-
telijken weg moet worden geholpen, zij
het dan ook niet langs den weg van aan
tasting van hoofdsommen.
Naar aanleiding van de vraag of nog
een aanzienlijk bedrag aan eerste hypo
theken uitstaat tegen een hoogere rente
dan 4% pet., wordt erop gewezen, dat van
de ruim 1 milliard aan hypotheken, uit
staande bij banken, die bij de Vereemging
van Directeuren van Hypotheekbanken
zijn aangesloten, 80 a 85 pet. boven de
4% pet. gelegen zijn. Uit dezen hoofde zal
dus een aanzienlijk bedrag aan huiseige
naren hypothecaire debiteuren ten goede
komen. Daar komen nog bij de boven de
4 yK pet. liggende hypotheken, welke door
Levensverzekering-maatschappij en, Spaar
banken en particulieren zijn verleend.
Verschillende leden stelden de vraag,
of na de in dit wetsontwerp voorgestelde
maatregelen nog andere van denzelfden
aard zullen volgen. De regeering is niet
van plan op het gebied van de exploitatie
van onroerend goed en het daarmede ver
band houdend credietwezen, na de thans
bekend gemaakte maatregelen (Crisis-
landbouwhypotheekwet, Crisis-hypotheek-
aflossingswet, Vaste-lastenontwerp) nog
andere wettelijke maatregelen op dit ge
bied voor te stellen.
Een individueel stelsel voor huur-
verlaging.
Met het oog op het feit, dat in het al
gemeen de noodzakelijke huurdaling reeds
langs natuurlijken weg heeft plaats ge
had, behalve in de categorie woningen van
den laagsten huurprijs en winkels enz.
met langloopende contracten, is de^ regee
ring te rade geworden voor de hüurver-
laging een individueel stelsel voor te stel
len, waarbij met de bijzonderheden van
elk geval rekening kan worden gehouden.
Daarmede is dan tevens aan den hoe lan
ger hoe meer naar voren getreden wensch,
dat n.l. huurverlaging slechts zou plaats
vinden in de gevallen, waarin handhaving
van den bestaanden toestand in strijd zou
zijn met het algemeen belang.
Landbouw-hypotheken.
Naar aanleiding van hetgeen in het Ver
slag is opgemerkt ten aanzien van de on
gelijke behandeling van landbouw- en an
dere hypotheken en in aansluiting aan de
meening der leden, die betoogden, dat ook
op het gebied van de landbouwhypothe-
ken aan algemeen werkende maatregelen
tot verlaging van rente dringende behoef
te bestaat, is de Regeering te rade gewor
den het Vaste-Lastenontwerp ook van toe
passing te maken op vorderingen, gedekt
door hypotheken op landelijke eigendom
men. Zulks is te meer billijk, omdat de
hypotheekbanken over de geheele linie
pandbriefrenteverlaging zullen verkrij
gen, dus ook waar tegenover uitstaande
pandbrieven, gelden uitstaan, tot waar
borg waarvan landelijk eigendom is ver
bonden, hetwelk door den eigenaar zelf
wordt bewerkt.
De vraag, of en zoo ja,( welke maatre
gelen in zake de scheepshypotheken zijn
te noemen, is in onderzoek.
Wanneer nu het Gewijzigd Ontwerp wet
wordt, zal ten aanzien van den landbouw
het volgende gelden: de rente van alle be
staande landbouwordeningen, gedekt door
hypotheken op landelijke eigendommen,
wordt tot 4% pet. verlaagd (resp. 5y, voor
tweede en verdere hypotheken), onver
schillig of de eigenaar zelf het landbouw
bedrijf daarop uitoefent of dat het eigen
dom verpacht is. Daarenboven kunnen de
bepalingen der Crisislandbouwhypotheek-
wet 1936 worden ingeroepen door de be
werkers van het landelijk eigendom, voor
wie het Vaste Lastenontwerp onvoldoende
verlichting zou brengen.
Rijkstoezicht op de hypotheekbanken.
Waar in belanghebbende kringen zelve
reeds voor jaren de wenschelijkheid werd
betoogd van het instellen van een Rijks
toezicht op de hypotheekbanken, over
weegt de Regeering, na overleg met de
daarbij betrokken partijen, een zoodanig
toezicht, wellicht in den trant van het toe
zicht op het levensverzekeringsbedrijf, in
het leven te roepen.
Belastingverhooging mogelijk voor ver
laging van de vaste lasten op onroe
rende goederen.
Met het oog op het primaire belang,
aan de verlaging van de vaste lasten op
onroerende goederen verbonden, acht de
Regeering het bij nadere overweging ver
antwoord, de mogelijkheid om daartoe te
geraken voor de gemeentebesturen te ver-
grooten, door hun toe te staan 10 opcen
ten op de gemeentefondsbelasting meer te
heffen dan waartoe thans hun bevoegd
heid reikt.
Deze opcenten zullen echter uitsluitend
mogen dienen om voor de overeenkomstig
artikel 6 van het ontwerp aangewezen ge
meenten een verlaging der vaste lasten
mogelijk te maken in die gevallen, waar
in door die gemeenten geen andere com
pensatie vcor het nadeel, uit de verlaging
voortvloeiend, kan worden verkregen. Met
het oog op de zeer bijzondere bevoegdheid,
welke den daarvoor in aanmerking ko-
I menden gemeenten bij deze wet zal wor
den gegeven, is bepaald, dat daarvan
slechts telkens voor niet langer dan één
belastingjaar mag worden gebruik ge
maakt.
Geen imperatieve huurverlaging.
Niet toepasselijk op gebouwen voor
bedrijven.
De door verscheidene leden gehuldigde
opvatting, dat de aanvankelijk ontworpen
maatregelen ter bereiking van de huur
verlaging verder gaan dan noodig is, heeft
de Regeering doen besluiten af te zien van
een imperatieve huurverlaging over de ge
heele linie. Zij meent daarvoor thans in
de plaats te moeten stellen een systeem
van individueele huurbepaling, in dier
voege, dat de draagkracht van den huur
der, zoomede de belangen van den ver
huurder, tegen elkander worden afgewo
gen. Als grens voor de huurdaling hand
haven zij de norm van 80 pet. in de oor
spronkelijke artikelen vervat.
Anders dan die leden, die zouden wen-
schen, dat ook de huurprijzen van pan
den en terreinen, bij bedrijven in gebruik,
in de huurverlaging worden betrokken, is
de Regeering van oordeel, dat die weg
niet moet worden ingeslagen. Daarmede
zou immers de sfeer van woninghuurpoli-
tiek al te zeer worden verlaten en worden
afgegleden naar een industrieele politiek,
die buiten den opzet van het ontwerp
ligt.
Niet van toepassing op nieuw te bou
wen woningen.
De door sommige leden gedane vraag,
of de regeling niet tevens van toepassing
behoort te zijn op nieuw te bouwen wonin
gen, beantwoordt de Regeering ontken
nend.
Zij meent, dat de vorming van den huur
prijs van nieuw gebouwde woningen aan
de vrije werking van de thans geldende
economische verhoudingen moet worden
overgelaten, althans zoolang niet blijkt,
dat daardoor aan de doelstelling van het
ontwerp te kort wordt gedaan. Vooralsnog
kan zij niet inzien, dat zulks het geval
zal zijn.
Huiseigenaren niet ernstig gedupeerd.
In verband met de opmerking van ver
schillende zijden, dat de huiseigenaren
door een huurverlaging van 20 pet. ernstig
gedupeerd zullen worden, meent de re
geering, dat het thans voorgestelde sys
teem van individueele huurbepaling aan
de geopperde bezwaren tegemoet komt.
De kantonrechter heeft o.m. tot taak de
wederzijdsche belangen af te wegen. Art.
14 lid 1 van het gewijzigde ontwerp waar
borgt, dat ook met de belangen van den
verhuurder zal worden rekening gehou
den.
Niet toepasselijk op woningen, ge
bouwd met Rijkssteun.
Tegenover de meening van verscheide
ne leden, die het niet verdedigbaar acht
ten, dat de huurprijzen van woningen,
welke met Rijkssteun krachtens de Wo-
ningwet zijn gebouwd, buiten de regeling
vallen, zegt de regeering, dat het reeds
daarom niet juist zou zijn, die woningen
onder de regeling te brengen, omdat de
semi-publiekrechtelijke sfeer, waarin de
overheid de huurzetting behandelt, niet
tot gelijkschakeling noodt. Maar bovendien
bestaat er niet de noodzaak toe, omdat de
overheid ten deze vrijwillig offers brengt,
welke de door het ontwerp beoogde huur-
verlagingen ten minste zullen evenaren.
Dat de Woningwetwoningen buiten de re
geling blijven, verdiént voorts nog aanbe
veling, opdat Rijk en gemeente voor ieder
geval kunnen overleggen omtrent de huur
verlaging en de wijze van kostendekking.
Het ligt in de bedoeling der regeering
voor huurverlaging slechts in aanmerking
te brengen woningen van een lage huur
waarde; voor de winkels daarentegen zal
met het oog op de omstandigheid, dat voor
groote winkels nog lange contracten loo-
pende zijn met zeer hoogen huurprijs, de
begrenzing, waar noodig, ruim worden ge-
Verlaging van canon.
Volgens het gewijzigd wetsvoorstel zal
een verlaging van canon slechts worden
toegestaan, indien de erfpachter aanneme
lijk maakt, dat hij uitsluitend of nagenoeg
uitsluitend ten gevolge van de huidige
tijdsomstandigheden niet in staat is de
contractueele erfpacht te voldoen.
Crisis landbouwhypotheek-
wet.
Verschenen is de memorie van ant
woord inzake het wetsontwerp, houdende
bijzondere maatregelen ten aanzien van
loopende landbouwhypotheek- en pacht
overeenkomsten.
Het volgende is daaraan ontleend:
Regeling met betrekking tot de land-
bouwhypotheken.
Gegeven het uitgangspunt van de voor
gestelde regeling, welke wenscht te voor
komen, dat de eigengeërfde boer van huis
en hof wordt verjaagd, omdat door de te
genwoordige tijdsomstandigheden zijn hy
pothecaire verplichtingen te drukkend zijn
en hij derhalve zijn verplichtingen niet
kan nakomen, spreekt het vanzelf, dat al
leen debiteuren de helpende hand wordt
geboden in de gevallen, waarin de hou
ding der crediteuren aanleiding geeft te
verwachten, dat bij niet algeheele nako
ming van de verplichtingen tot executie
zal worden overgegaan.
Wordt de druk van jaarlijksche ver
plichtingen inzake rente en aflossing ver
minderd, dan heeft de debiteur voorshands
de noodige verlichting verkregen.
De aanvaarding van het individueele
stelsel brengt mee, dat men den debiteur
slechts dan verlichting kan geven, wan
neer die verlichting niet wordt verkregen
ten koste van een grootere schade aan de
zijde van den crediteur.
In de gevallen, waarin de wet wordt
toegepast, kan zij den schuldenaar een
verlichting geven, die. zeer belangrijk is
te noemen. De rechter toch kan het aan
rente en aflossing van geldleening jaar
lijks te betalen bedrag terugbrengen tot
5 pet. 's jaars, niet van het geleende be
drag, doch van de gebruikswaarde. De
druk derhalve, welke uitgaat van het be
drag der hoofdsom, wordt zoodanig ver
licht, dat zonder definitieve aantasting van
de hoofdsom, toch dat gedeelte der hoofd
som, hetwelk uitgaat boven de gebruiks
waarde van het onderpand, tijdelijk geen
rente draagt.
De Regeering is dan ook van oordeel,
dat in de gevallen, waarin er termen zijn
voor verlichting tot de uiterste grens, wel
ke art. 6 (thans art. 10), lid 2, aangeeft,
deze verlichting als een zeer belangrijke
moet worden gequalificeerd. Van den an
deren kant mag toch zeker de eisch wor
den gesteld, dat met de belangen van de
schuldeischers niet lichtvaardig wordt om
gesprongen. De Regeering vermeent, dat
het gekozen stelsel met beider belangen
zooveel mogelijk rekening houdt.
De regeering zal niet meer over deva
luatie discussieeren.
De regeering is het eens met die leden,
die betoogden, dat het niet juist zou zijn
bij dit wetsontwerp een uitvoerig debat
over devaluatie te voeren. Waar boven
dien sedert het verschijnen van het Voor
loopig Verslag het devaluatievraagstuk
herhaaldelijk aan de orde is geweest, acht
de regeering in aansluiting aan het door
haar bij de Memorie van Antwoord op
Hoofdstuk I der Rijksbegrooting 1936 in
genomen standpunt en op de gronden, daar
genoemd, verdere discussie over devaluatie
ongewenscht en gaat zij bijgevolg daarop
niet verder in.
De Boerenleenbanken.
De Regeering erkent volgaarne, dat de
boerenleenbanken over het algemeen ten
aanzien van haar debiteuren inschikkelijk
zijn geweest, doch wenscht daartegenover
te stellen, dat de opzet van het ontwerp
zoodanig is, dat zijn bepalingen niet wer
ken tegenover crediteuren, die de belan
gen ontzien van hun debiteuren, die een
coulante behandeling waard zijn, aange
zien echter bij de te regelen verhoudingen
meestal een veelheid van crediteuren op
treedt, kan het natuurlijk gebeuren, dat
sommigen van deze tot de noodige cou
lance vrijwillig bereid zijn, anderen daar
entegen daartoe met de door het ontwerp
gegeven middelen zullen moeten worden
gedwongen. En zoo zal het kunnen gebeu
ren, dat ten gevolge van het optreden te
genover minder goedwillige crediteuren,
andere, die geen misbruik van hun machts
middelen hebben gemaakt, worden betrok
ken in een saneeringsregeling, die, waren
zij de eenige crediteuren, niet zouden zijn
uitgelokt.
De voorstellen van de Coöperatieve
Centrale Raiffeisenbank te Utrecht, waar
in ook sprake is van financieele medewer
king van den Staat komen uit dien hoofde
voor verwezenlijking niet in aanmerking.
De regeling van het ontwerp is gebaseerd
op de gedachte, dat wanneer de hypothe
caire debiteur niet de middelen heeft om
zijn rente en perodieke aflossing te beta
len, de rechter een regeling zal geven
voor de verdeeling van de beschikbare
gelden tusschen de onderscheidene schuld
eischers. Het behoeft, nauwelijks betoog,
dat het niet aangaat om wanneer een
boerenleenbank één der crediteuren is
de boerenleenbank te onttrekken aan de
belastingregeling. Aldus zou een crediteur
van lageren rang dan de eerste hypotheek
houder zelfs een boven dezen geprivile-
geerde positie worden toegekend.
De regeling met betrekking tot de
pacht.
De Regeering kan het door verscheide
ne leden geopperde bezwaar tegen verlen
ging der Crisispachtwet 1932 niet deelen.
Het feit, dat men na 1932 land heeft ge
pacht tegen een prijs, welke achteraf te
hoog blijkt, getuigt in zich zelf niet van
een ondermijnd verantwoordelijkheidsge
voel.
Het ontgaat der Regeering, hoe in het
voorstellen dezer verlenging een symptoom
kan worden gezien van een crisisbestrij-
dlnig, welke zich nog niet voldoende aan
het structueel karakter van de crisis zou
hebben aangepast.
Inderdaad zal de Crisispachtwet in af
wachting van de totstandkoming der nieu
we regeling van de pacht, goede diensten
bewijzen. Of wanneer laatstgenoemde wet
tot stand komt, de regeling der Crisis
pachtwet geheel zal kunnen vervallen, Is
een vraag, die bij de behandeling der ge
noemde Pachtwet nader onder de oogen
zal worden gezien.
DE NEDERLANDSCHE REGEERING
INGELICHT.
Naar wij vernemen heeft de Duitsche
Regeering via de Duitsche legatie te Den
Haag, de Nederlandsche Regeering officieel
in kennis gesteld met Duitschlands voor
nemen om Nederland eventueel te betrek
ken bij een verdrag van non-agressie tus
schen het Duitsche Rijk, Frankrijk en Bel
gië, onder garantie van Engeland en Italië.
De Nederlandsche Regeering zal, alvo
rens haar houding te bepalen, deze aange
legenheid in al haar draagwijdte nauwkeu
rig overwegen en bestudeeren.
AGENDA
LEIDEN.
Dinsdag, De Hanze, Rector Bots over: „De
Katholiek-sociale plichten van den
middenstander", Zomerzorg 8.30
uur.
De avond-, nacht- en Zondagdienst der
apotheken wordt van Maandag 9 tot
en met Zondag 15 Maart a.s. waar
genomen door de apotheken: M. Boekwijt,
Vischmarkt 4, telef. 552 en C. van Zijp,
Wilhelminapark 8, Oegstgeest, telef. 274.
Officieele Crisisberichten
INVOER VAN VEEVOEDER
De Nederlandsche Meelcentrale maakt
bekend:
Behalve het sub 1 van de Ministerieele
beschikking van 30 Augustus 1935, no.
11896 genoemde bedrag ad ƒ0.50 per 100
kg. veevoeder zijn de prijsverschillen bij
invoer van tot veevoeder verwerkte olie
houdende zaden, pitten en noten als volgt
vastgesteld:
Inklaring van Inklaring van
9 Maart af t/m. 1 Mei af t/m.
30 April 1936: 31 Aug. 1936:
voor lijnkoeken
1.10
ƒ1.10
voor soyaschroot
0.60
1.
voor soyakoeken
ï.io
1.10
voor grondn.koeken
0.70
voor grondn.schilfers
1.45
1.45
voor cocoskoeken
1.30
1.35
voor Ned. Oost-Indische
cocoskoeken
0.80
0.90
voor tot andere soor
ten veevoeder ver
werkte oliehouden
de zaden, pitten en
noten
0.50
0.50
Indien men zijn import op verderen ter-
mijn nu reeds wenscht vast te leggen tot
bovengenoemde prijsverschillen, gelieve
men zich daarover met de Nederlandsche
Meelcentrale te 'sGravenhage in verbin
ding te stellen (1628)
STADSNIEUWS
HET VIJFJARIG BESTAAN VAN HET
GRAALHUIS.
Een intieme herdenking.
De Graal heeft de aardige gedachte ge-
had, om ter gelegenheid van het vijf-jarig
bestaan van het Graalhuis alhier voor een
kleinen kring van genoodigden een intie-
men herdenking van dit eerste lustrum te
vieren. Daartoe kwam gistermiddag om
half vier een aantal belangstellenden in
het Graalhuis bijeen, waar zij zich aller
eerst naar de kleine, intieme kapel bega
ven, die geheel door hen gevuld werd.
Hier werd door den directeur der Graal,
den Zeereerw. Heer A. Vollaerts, leeraar
op „Hageveld", een Lof gecelebreerd, waar
onder Graalmeisjes de kerkelijke gezangen
zongen in een aangrenzend vertrek.
Na het Lof vereenigden allen zich in de
benedenzalen van het Graalhuis, waar een
thee werd aangeboden.
Hier werd het woord gevoerd door de
overste van het huis, Mej. J. Spronk, die
alle aanwezigen, waaronder directeur A.
Vollaerts, Pastoor I. Smeets O.F.M., Pater
Drs B. de Goede O.F.M., Rector Reijnen en
Pater Dr. H. van Rooyen O.S.Cr., van harte
welkom heette.
Mej. Spronk zeide dankbaar te zijn voor
deze vijf jaren en het werk, dat de Graal
in dezen tijd had mogen doen. Zij bracht
dank voor 't medeleven, de steun, de daad
werkelijke belangstelling, in deze vijf jaren
ondervonden en sprak den wensch uit de
zelfde steun en belangstelling ook in de
toekomst te mogen ontvangen.
Hierna werd het woord gevoerd door den
Directeur, den Zeereerw. Heer A. Vollaerts,
die zich verontschuldigde voor de gemeng
de gevoelens waarmede hij sprak.
Spr. dacht n.l. aan Mgr. Aengenent z.g.,
die de Graal niet alleen heeft gesticht,
maar ook heeft gedragen en gestuwd, die
voor de Graal heeft gewerkt en die voor
de Graal heeft geleden(Deze sympa
thieke herinnering aan den edelmoedigen
bisschoppelijken Jeugd-vriend en Jeugd
leider, wiens nagedachtenis in eere moet
blijven, maakte voelbaar indruk).
Spr. herinnerde verder de Graalmeisjes
aan het feest van heden, het feest van den
Thabor. Zoo ook is er in de Graal de
schoone vreugde van het begin geweest, de
vreugde van den Thabor, de nabijheid van
Jezus. Maar daarna is het dagelijksch werk
gekomen, het dagelijksche leven, zooals het
kwam voor de leerlingen, toen Jezus na den
Thabor niet meer bij hen was.
Spr. hebben zoo getroffen die woorden
uit het lied dat na het Lof gezongen werd:
„Wij weten, wij zullen niet maaien, wij zijn
slechts de draagsters van 't zaad".
Met Adema van Scheltema gaat spr.
verder, zeggende, dat wij in de voren zul
len moeten uitzaaien „ons heele, heete
bloed".
Zoo mogen wij vandaag ook blij zijn om
hetgeen wij hebben mogen doen en om
hetgeen wij, ondanks vele moeilijkheden,
nog zullen mogen doen. De leden van de
Graal moeten zich iederen dag opnieuw
geven, vensch en frisch, voor het heerlijke
ideaal van de Graal
Door eenige leden der Graal werden
hierna eenige demonstraties gegeven van
reidansen en volksdansen, waarna het
Graalkoor onder aleiding van den heer W.
Mizee op voortreffelijke wijze een drietal
liederen ten gehoore bracht welke zeer veel
bijval vonden.
Hierna bleven de aanwezigen nog eenigen
tijd bijeen.