Hitler's aanbod en Nederland. lf MAANDAG 9 MAART 1936 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 HOE WORDT HET WEER? ZACHTER. DE BILT SEINT: Zwakke tot matige Zuid-Oostelijke tot Zuid-Westelijke wind. nevelig tot half of zwaar bewolkt, weinig of geen regen iets zachter. Hoogste barometerst.: 768.6 te Riga. Laagste barometerst.: 749.3 te Röst. Op den Oceaan heeft zich weer een rug van hooge drukking Noordwaarts uitge breid en deze schijnt zijn invloed zelfs tot Zuid-Noorwegen uit te strekken. De Oos- telyijke hooge drukking beweegt zich Zuidwaarts en breidde zich over geheel midden-Europa uit. In Noord-Scandinavië verscheen een vrij diepe depressie, over de Golf van Biscaje en Engeland liggen nog ondiepe depressies, die op het oogenblik weer iets toenemen. De vorst in Scandina vië bleef afnemen en is alleen in Midden- Zweden nog streng. Op het vasteland en in Schotland kwam in den nacht hier en daar lichte vorst voor. Een uitgestrekt gebied van mist of nevel ligt van Engeland tot Denemarken en ver in Duitschland. Re gen valt in Schotland, Engeland en West- Frankrijk, regen en sneeuw met krachtige Zuidelijke wind langs de Noorsche kust; Zuid-Oost Frankrijk heeft zonnig weer, evenals het gebied ten Oosten van de Oostzee. Ofschoon de vochtigheid van de onderste luchtlagen weer kans op mist in den ochtend geeft, mag in verband met stijgen van temperatuur in de bovenlucht overdag zachter weer worden verwacht met weinig of geen regen. LUCHTTEMPERATUUR. 10.4 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e. a. Van Maandagnamiddag 6.20 uur tot Dinsdagmorgen 6.uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee, op Dinsdag 10 Maart voorm. 3.59 uur en nam. 4.12 uur. Het vaste-lasten ontwerp Thans is verschenen de memorie van antwoord der Regeering (onderteekend door alle ministers) op het voorloopig verslag over het wetsontwerp, houdende bijzondere maatregelen ter verkrijging van verlaging van sommige vaste lasten en van huren. Terecht wordt in het voorloopig verslag gewaarschuwd zegt de memorie te gen een overhaaste behandeling van dit netelige vraagstuk. Nu de Regeering ech ter, na nauwgezette overweging van de critiek, het ontwerp op sommige punten heeft omgewerkt, bestaat bij haar geen bezwaar tegen gelijktijdige behandeling van dit ontwerp en het ontwerp Crisis- landbouwhypotheekwet 1936, voor zoover zulks mogelijk blijkt. Algenieene strekking van het ontwerp. De Regeering heeft zich nimmer de il lusie gemaakt, als zou door de voorgestelde friaatregelen de noodzakelijke aanpassing •ver de geheele linie met één slag wor den bereikt. Zulks blijkt o.m. uit de zeer beperkte considerans van het ontwerp, waarin slechts gesproken wordt van de verlaging van sommige vaste lasten en van huren. Reden van deze beperking was, dat slechts op het terrein van de vaste lasten, drukkend op onroerend goed en op het gebied van de huren zich dui delijk waarneembare verstarringsverschijn selen voordeden en de aanpassing zich in zoo tragen gang dreigde te voltrekken, dat hiervan groote gevaren op het onder- werpelijk gebied waren te duchten. Waar deze nadeelen van een te trage aanpassing zonder eenigen twijfel groote waren dan de directe nadeelen van het wettelijk in grijpen zelve, heeft de Regeering ge meend zich niet langer van het treffen van wettelijke maatregelen te kunnen ont houden, doch heeft zij deze dan ook uiter aard beperkt tot het gebied, waarvoor de bovenstaande verhoudingen golden. Wat nu betreft de gevraagde uitbreiding tot een samenstel van maatregelen in den trant van het plan-Brüning, hoe aanlok kelijk het daarmede te bereiken doel het brengen met één slag van ons volks leven op een lager stabilisatievlak ook moge zijn. de daartegenover staande na deelen acht de Regeering zoo groot, dat haars inziens hier het middel erger zou zijn dan de kwaal. Pandbrief- en hypotheekrente. De Regeering merkt op, dat vanuit een objectief standpunt bekeken een maxi mum pandbriefrente van 4 pet. en een maximum hypotheekrente van 4X pet. voor eerste hypotheek als buitengewoon laag kunnen worden beschouwd. Had men een dergelijk resultaat langs geheel vrij- willigen weg willen bereiken, dan zouden I hiermede tal van jaren gemoeid geweest zijn. Verwacht mag worden, dat door wegne ming van de op het onderhavig gebied bestaande spanning de economische ver houdingen over het geheel genomen zul len verbeteren. Geen aantasting van de hoofdsommen. Aantasting van hoofdsommen moet de Regeering, zoowel op theoretische als op practische gronden afwijzen. Dit neemt in- tusschen niet weg, dat wanneer, zooals thans het geval is, de omstandigheden se dert de totstandkoming van het contract, een zoo bijzondere wijziging hebben on dergaan, dat onverzwakte nakoming vam de overeenkomst redelijkerwijs niet kan worden gevorderd, de debiteur langs wet- telijken weg moet worden geholpen, zij het dan ook niet langs den weg van aan tasting van hoofdsommen. Naar aanleiding van de vraag of nog een aanzienlijk bedrag aan eerste hypo theken uitstaat tegen een hoogere rente dan 4% pet., wordt erop gewezen, dat van de ruim 1 milliard aan hypotheken, uit staande bij banken, die bij de Vereemging van Directeuren van Hypotheekbanken zijn aangesloten, 80 a 85 pet. boven de 4% pet. gelegen zijn. Uit dezen hoofde zal dus een aanzienlijk bedrag aan huiseige naren hypothecaire debiteuren ten goede komen. Daar komen nog bij de boven de 4 yK pet. liggende hypotheken, welke door Levensverzekering-maatschappij en, Spaar banken en particulieren zijn verleend. Verschillende leden stelden de vraag, of na de in dit wetsontwerp voorgestelde maatregelen nog andere van denzelfden aard zullen volgen. De regeering is niet van plan op het gebied van de exploitatie van onroerend goed en het daarmede ver band houdend credietwezen, na de thans bekend gemaakte maatregelen (Crisis- landbouwhypotheekwet, Crisis-hypotheek- aflossingswet, Vaste-lastenontwerp) nog andere wettelijke maatregelen op dit ge bied voor te stellen. Een individueel stelsel voor huur- verlaging. Met het oog op het feit, dat in het al gemeen de noodzakelijke huurdaling reeds langs natuurlijken weg heeft plaats ge had, behalve in de categorie woningen van den laagsten huurprijs en winkels enz. met langloopende contracten, is de^ regee ring te rade geworden voor de hüurver- laging een individueel stelsel voor te stel len, waarbij met de bijzonderheden van elk geval rekening kan worden gehouden. Daarmede is dan tevens aan den hoe lan ger hoe meer naar voren getreden wensch, dat n.l. huurverlaging slechts zou plaats vinden in de gevallen, waarin handhaving van den bestaanden toestand in strijd zou zijn met het algemeen belang. Landbouw-hypotheken. Naar aanleiding van hetgeen in het Ver slag is opgemerkt ten aanzien van de on gelijke behandeling van landbouw- en an dere hypotheken en in aansluiting aan de meening der leden, die betoogden, dat ook op het gebied van de landbouwhypothe- ken aan algemeen werkende maatregelen tot verlaging van rente dringende behoef te bestaat, is de Regeering te rade gewor den het Vaste-Lastenontwerp ook van toe passing te maken op vorderingen, gedekt door hypotheken op landelijke eigendom men. Zulks is te meer billijk, omdat de hypotheekbanken over de geheele linie pandbriefrenteverlaging zullen verkrij gen, dus ook waar tegenover uitstaande pandbrieven, gelden uitstaan, tot waar borg waarvan landelijk eigendom is ver bonden, hetwelk door den eigenaar zelf wordt bewerkt. De vraag, of en zoo ja,( welke maatre gelen in zake de scheepshypotheken zijn te noemen, is in onderzoek. Wanneer nu het Gewijzigd Ontwerp wet wordt, zal ten aanzien van den landbouw het volgende gelden: de rente van alle be staande landbouwordeningen, gedekt door hypotheken op landelijke eigendommen, wordt tot 4% pet. verlaagd (resp. 5y, voor tweede en verdere hypotheken), onver schillig of de eigenaar zelf het landbouw bedrijf daarop uitoefent of dat het eigen dom verpacht is. Daarenboven kunnen de bepalingen der Crisislandbouwhypotheek- wet 1936 worden ingeroepen door de be werkers van het landelijk eigendom, voor wie het Vaste Lastenontwerp onvoldoende verlichting zou brengen. Rijkstoezicht op de hypotheekbanken. Waar in belanghebbende kringen zelve reeds voor jaren de wenschelijkheid werd betoogd van het instellen van een Rijks toezicht op de hypotheekbanken, over weegt de Regeering, na overleg met de daarbij betrokken partijen, een zoodanig toezicht, wellicht in den trant van het toe zicht op het levensverzekeringsbedrijf, in het leven te roepen. Belastingverhooging mogelijk voor ver laging van de vaste lasten op onroe rende goederen. Met het oog op het primaire belang, aan de verlaging van de vaste lasten op onroerende goederen verbonden, acht de Regeering het bij nadere overweging ver antwoord, de mogelijkheid om daartoe te geraken voor de gemeentebesturen te ver- grooten, door hun toe te staan 10 opcen ten op de gemeentefondsbelasting meer te heffen dan waartoe thans hun bevoegd heid reikt. Deze opcenten zullen echter uitsluitend mogen dienen om voor de overeenkomstig artikel 6 van het ontwerp aangewezen ge meenten een verlaging der vaste lasten mogelijk te maken in die gevallen, waar in door die gemeenten geen andere com pensatie vcor het nadeel, uit de verlaging voortvloeiend, kan worden verkregen. Met het oog op de zeer bijzondere bevoegdheid, welke den daarvoor in aanmerking ko- I menden gemeenten bij deze wet zal wor den gegeven, is bepaald, dat daarvan slechts telkens voor niet langer dan één belastingjaar mag worden gebruik ge maakt. Geen imperatieve huurverlaging. Niet toepasselijk op gebouwen voor bedrijven. De door verscheidene leden gehuldigde opvatting, dat de aanvankelijk ontworpen maatregelen ter bereiking van de huur verlaging verder gaan dan noodig is, heeft de Regeering doen besluiten af te zien van een imperatieve huurverlaging over de ge heele linie. Zij meent daarvoor thans in de plaats te moeten stellen een systeem van individueele huurbepaling, in dier voege, dat de draagkracht van den huur der, zoomede de belangen van den ver huurder, tegen elkander worden afgewo gen. Als grens voor de huurdaling hand haven zij de norm van 80 pet. in de oor spronkelijke artikelen vervat. Anders dan die leden, die zouden wen- schen, dat ook de huurprijzen van pan den en terreinen, bij bedrijven in gebruik, in de huurverlaging worden betrokken, is de Regeering van oordeel, dat die weg niet moet worden ingeslagen. Daarmede zou immers de sfeer van woninghuurpoli- tiek al te zeer worden verlaten en worden afgegleden naar een industrieele politiek, die buiten den opzet van het ontwerp ligt. Niet van toepassing op nieuw te bou wen woningen. De door sommige leden gedane vraag, of de regeling niet tevens van toepassing behoort te zijn op nieuw te bouwen wonin gen, beantwoordt de Regeering ontken nend. Zij meent, dat de vorming van den huur prijs van nieuw gebouwde woningen aan de vrije werking van de thans geldende economische verhoudingen moet worden overgelaten, althans zoolang niet blijkt, dat daardoor aan de doelstelling van het ontwerp te kort wordt gedaan. Vooralsnog kan zij niet inzien, dat zulks het geval zal zijn. Huiseigenaren niet ernstig gedupeerd. In verband met de opmerking van ver schillende zijden, dat de huiseigenaren door een huurverlaging van 20 pet. ernstig gedupeerd zullen worden, meent de re geering, dat het thans voorgestelde sys teem van individueele huurbepaling aan de geopperde bezwaren tegemoet komt. De kantonrechter heeft o.m. tot taak de wederzijdsche belangen af te wegen. Art. 14 lid 1 van het gewijzigde ontwerp waar borgt, dat ook met de belangen van den verhuurder zal worden rekening gehou den. Niet toepasselijk op woningen, ge bouwd met Rijkssteun. Tegenover de meening van verscheide ne leden, die het niet verdedigbaar acht ten, dat de huurprijzen van woningen, welke met Rijkssteun krachtens de Wo- ningwet zijn gebouwd, buiten de regeling vallen, zegt de regeering, dat het reeds daarom niet juist zou zijn, die woningen onder de regeling te brengen, omdat de semi-publiekrechtelijke sfeer, waarin de overheid de huurzetting behandelt, niet tot gelijkschakeling noodt. Maar bovendien bestaat er niet de noodzaak toe, omdat de overheid ten deze vrijwillig offers brengt, welke de door het ontwerp beoogde huur- verlagingen ten minste zullen evenaren. Dat de Woningwetwoningen buiten de re geling blijven, verdiént voorts nog aanbe veling, opdat Rijk en gemeente voor ieder geval kunnen overleggen omtrent de huur verlaging en de wijze van kostendekking. Het ligt in de bedoeling der regeering voor huurverlaging slechts in aanmerking te brengen woningen van een lage huur waarde; voor de winkels daarentegen zal met het oog op de omstandigheid, dat voor groote winkels nog lange contracten loo- pende zijn met zeer hoogen huurprijs, de begrenzing, waar noodig, ruim worden ge- Verlaging van canon. Volgens het gewijzigd wetsvoorstel zal een verlaging van canon slechts worden toegestaan, indien de erfpachter aanneme lijk maakt, dat hij uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten gevolge van de huidige tijdsomstandigheden niet in staat is de contractueele erfpacht te voldoen. Crisis landbouwhypotheek- wet. Verschenen is de memorie van ant woord inzake het wetsontwerp, houdende bijzondere maatregelen ten aanzien van loopende landbouwhypotheek- en pacht overeenkomsten. Het volgende is daaraan ontleend: Regeling met betrekking tot de land- bouwhypotheken. Gegeven het uitgangspunt van de voor gestelde regeling, welke wenscht te voor komen, dat de eigengeërfde boer van huis en hof wordt verjaagd, omdat door de te genwoordige tijdsomstandigheden zijn hy pothecaire verplichtingen te drukkend zijn en hij derhalve zijn verplichtingen niet kan nakomen, spreekt het vanzelf, dat al leen debiteuren de helpende hand wordt geboden in de gevallen, waarin de hou ding der crediteuren aanleiding geeft te verwachten, dat bij niet algeheele nako ming van de verplichtingen tot executie zal worden overgegaan. Wordt de druk van jaarlijksche ver plichtingen inzake rente en aflossing ver minderd, dan heeft de debiteur voorshands de noodige verlichting verkregen. De aanvaarding van het individueele stelsel brengt mee, dat men den debiteur slechts dan verlichting kan geven, wan neer die verlichting niet wordt verkregen ten koste van een grootere schade aan de zijde van den crediteur. In de gevallen, waarin de wet wordt toegepast, kan zij den schuldenaar een verlichting geven, die. zeer belangrijk is te noemen. De rechter toch kan het aan rente en aflossing van geldleening jaar lijks te betalen bedrag terugbrengen tot 5 pet. 's jaars, niet van het geleende be drag, doch van de gebruikswaarde. De druk derhalve, welke uitgaat van het be drag der hoofdsom, wordt zoodanig ver licht, dat zonder definitieve aantasting van de hoofdsom, toch dat gedeelte der hoofd som, hetwelk uitgaat boven de gebruiks waarde van het onderpand, tijdelijk geen rente draagt. De Regeering is dan ook van oordeel, dat in de gevallen, waarin er termen zijn voor verlichting tot de uiterste grens, wel ke art. 6 (thans art. 10), lid 2, aangeeft, deze verlichting als een zeer belangrijke moet worden gequalificeerd. Van den an deren kant mag toch zeker de eisch wor den gesteld, dat met de belangen van de schuldeischers niet lichtvaardig wordt om gesprongen. De Regeering vermeent, dat het gekozen stelsel met beider belangen zooveel mogelijk rekening houdt. De regeering zal niet meer over deva luatie discussieeren. De regeering is het eens met die leden, die betoogden, dat het niet juist zou zijn bij dit wetsontwerp een uitvoerig debat over devaluatie te voeren. Waar boven dien sedert het verschijnen van het Voor loopig Verslag het devaluatievraagstuk herhaaldelijk aan de orde is geweest, acht de regeering in aansluiting aan het door haar bij de Memorie van Antwoord op Hoofdstuk I der Rijksbegrooting 1936 in genomen standpunt en op de gronden, daar genoemd, verdere discussie over devaluatie ongewenscht en gaat zij bijgevolg daarop niet verder in. De Boerenleenbanken. De Regeering erkent volgaarne, dat de boerenleenbanken over het algemeen ten aanzien van haar debiteuren inschikkelijk zijn geweest, doch wenscht daartegenover te stellen, dat de opzet van het ontwerp zoodanig is, dat zijn bepalingen niet wer ken tegenover crediteuren, die de belan gen ontzien van hun debiteuren, die een coulante behandeling waard zijn, aange zien echter bij de te regelen verhoudingen meestal een veelheid van crediteuren op treedt, kan het natuurlijk gebeuren, dat sommigen van deze tot de noodige cou lance vrijwillig bereid zijn, anderen daar entegen daartoe met de door het ontwerp gegeven middelen zullen moeten worden gedwongen. En zoo zal het kunnen gebeu ren, dat ten gevolge van het optreden te genover minder goedwillige crediteuren, andere, die geen misbruik van hun machts middelen hebben gemaakt, worden betrok ken in een saneeringsregeling, die, waren zij de eenige crediteuren, niet zouden zijn uitgelokt. De voorstellen van de Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht, waar in ook sprake is van financieele medewer king van den Staat komen uit dien hoofde voor verwezenlijking niet in aanmerking. De regeling van het ontwerp is gebaseerd op de gedachte, dat wanneer de hypothe caire debiteur niet de middelen heeft om zijn rente en perodieke aflossing te beta len, de rechter een regeling zal geven voor de verdeeling van de beschikbare gelden tusschen de onderscheidene schuld eischers. Het behoeft, nauwelijks betoog, dat het niet aangaat om wanneer een boerenleenbank één der crediteuren is de boerenleenbank te onttrekken aan de belastingregeling. Aldus zou een crediteur van lageren rang dan de eerste hypotheek houder zelfs een boven dezen geprivile- geerde positie worden toegekend. De regeling met betrekking tot de pacht. De Regeering kan het door verscheide ne leden geopperde bezwaar tegen verlen ging der Crisispachtwet 1932 niet deelen. Het feit, dat men na 1932 land heeft ge pacht tegen een prijs, welke achteraf te hoog blijkt, getuigt in zich zelf niet van een ondermijnd verantwoordelijkheidsge voel. Het ontgaat der Regeering, hoe in het voorstellen dezer verlenging een symptoom kan worden gezien van een crisisbestrij- dlnig, welke zich nog niet voldoende aan het structueel karakter van de crisis zou hebben aangepast. Inderdaad zal de Crisispachtwet in af wachting van de totstandkoming der nieu we regeling van de pacht, goede diensten bewijzen. Of wanneer laatstgenoemde wet tot stand komt, de regeling der Crisis pachtwet geheel zal kunnen vervallen, Is een vraag, die bij de behandeling der ge noemde Pachtwet nader onder de oogen zal worden gezien. DE NEDERLANDSCHE REGEERING INGELICHT. Naar wij vernemen heeft de Duitsche Regeering via de Duitsche legatie te Den Haag, de Nederlandsche Regeering officieel in kennis gesteld met Duitschlands voor nemen om Nederland eventueel te betrek ken bij een verdrag van non-agressie tus schen het Duitsche Rijk, Frankrijk en Bel gië, onder garantie van Engeland en Italië. De Nederlandsche Regeering zal, alvo rens haar houding te bepalen, deze aange legenheid in al haar draagwijdte nauwkeu rig overwegen en bestudeeren. AGENDA LEIDEN. Dinsdag, De Hanze, Rector Bots over: „De Katholiek-sociale plichten van den middenstander", Zomerzorg 8.30 uur. De avond-, nacht- en Zondagdienst der apotheken wordt van Maandag 9 tot en met Zondag 15 Maart a.s. waar genomen door de apotheken: M. Boekwijt, Vischmarkt 4, telef. 552 en C. van Zijp, Wilhelminapark 8, Oegstgeest, telef. 274. Officieele Crisisberichten INVOER VAN VEEVOEDER De Nederlandsche Meelcentrale maakt bekend: Behalve het sub 1 van de Ministerieele beschikking van 30 Augustus 1935, no. 11896 genoemde bedrag ad ƒ0.50 per 100 kg. veevoeder zijn de prijsverschillen bij invoer van tot veevoeder verwerkte olie houdende zaden, pitten en noten als volgt vastgesteld: Inklaring van Inklaring van 9 Maart af t/m. 1 Mei af t/m. 30 April 1936: 31 Aug. 1936: voor lijnkoeken 1.10 ƒ1.10 voor soyaschroot 0.60 1. voor soyakoeken ï.io 1.10 voor grondn.koeken 0.70 voor grondn.schilfers 1.45 1.45 voor cocoskoeken 1.30 1.35 voor Ned. Oost-Indische cocoskoeken 0.80 0.90 voor tot andere soor ten veevoeder ver werkte oliehouden de zaden, pitten en noten 0.50 0.50 Indien men zijn import op verderen ter- mijn nu reeds wenscht vast te leggen tot bovengenoemde prijsverschillen, gelieve men zich daarover met de Nederlandsche Meelcentrale te 'sGravenhage in verbin ding te stellen (1628) STADSNIEUWS HET VIJFJARIG BESTAAN VAN HET GRAALHUIS. Een intieme herdenking. De Graal heeft de aardige gedachte ge- had, om ter gelegenheid van het vijf-jarig bestaan van het Graalhuis alhier voor een kleinen kring van genoodigden een intie- men herdenking van dit eerste lustrum te vieren. Daartoe kwam gistermiddag om half vier een aantal belangstellenden in het Graalhuis bijeen, waar zij zich aller eerst naar de kleine, intieme kapel bega ven, die geheel door hen gevuld werd. Hier werd door den directeur der Graal, den Zeereerw. Heer A. Vollaerts, leeraar op „Hageveld", een Lof gecelebreerd, waar onder Graalmeisjes de kerkelijke gezangen zongen in een aangrenzend vertrek. Na het Lof vereenigden allen zich in de benedenzalen van het Graalhuis, waar een thee werd aangeboden. Hier werd het woord gevoerd door de overste van het huis, Mej. J. Spronk, die alle aanwezigen, waaronder directeur A. Vollaerts, Pastoor I. Smeets O.F.M., Pater Drs B. de Goede O.F.M., Rector Reijnen en Pater Dr. H. van Rooyen O.S.Cr., van harte welkom heette. Mej. Spronk zeide dankbaar te zijn voor deze vijf jaren en het werk, dat de Graal in dezen tijd had mogen doen. Zij bracht dank voor 't medeleven, de steun, de daad werkelijke belangstelling, in deze vijf jaren ondervonden en sprak den wensch uit de zelfde steun en belangstelling ook in de toekomst te mogen ontvangen. Hierna werd het woord gevoerd door den Directeur, den Zeereerw. Heer A. Vollaerts, die zich verontschuldigde voor de gemeng de gevoelens waarmede hij sprak. Spr. dacht n.l. aan Mgr. Aengenent z.g., die de Graal niet alleen heeft gesticht, maar ook heeft gedragen en gestuwd, die voor de Graal heeft gewerkt en die voor de Graal heeft geleden(Deze sympa thieke herinnering aan den edelmoedigen bisschoppelijken Jeugd-vriend en Jeugd leider, wiens nagedachtenis in eere moet blijven, maakte voelbaar indruk). Spr. herinnerde verder de Graalmeisjes aan het feest van heden, het feest van den Thabor. Zoo ook is er in de Graal de schoone vreugde van het begin geweest, de vreugde van den Thabor, de nabijheid van Jezus. Maar daarna is het dagelijksch werk gekomen, het dagelijksche leven, zooals het kwam voor de leerlingen, toen Jezus na den Thabor niet meer bij hen was. Spr. hebben zoo getroffen die woorden uit het lied dat na het Lof gezongen werd: „Wij weten, wij zullen niet maaien, wij zijn slechts de draagsters van 't zaad". Met Adema van Scheltema gaat spr. verder, zeggende, dat wij in de voren zul len moeten uitzaaien „ons heele, heete bloed". Zoo mogen wij vandaag ook blij zijn om hetgeen wij hebben mogen doen en om hetgeen wij, ondanks vele moeilijkheden, nog zullen mogen doen. De leden van de Graal moeten zich iederen dag opnieuw geven, vensch en frisch, voor het heerlijke ideaal van de Graal Door eenige leden der Graal werden hierna eenige demonstraties gegeven van reidansen en volksdansen, waarna het Graalkoor onder aleiding van den heer W. Mizee op voortreffelijke wijze een drietal liederen ten gehoore bracht welke zeer veel bijval vonden. Hierna bleven de aanwezigen nog eenigen tijd bijeen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 2