3)e £eicbcfie Gou^cmt
Op Het stationsemplacement te Deventer had Zaterdag een treinbotsing plaats
waarbij twee goederenwagens geheel werden vernield. Een kijkje tijdens
het opruimingswerk
Adolf Hitler bij aankomst aan de Kroll-opera te Berlijn, waar hij Zaterdag
tijdens de gedenkwaardige zitting van den Duitschen Rijksdag zijn belang
rijke rede hield
Stram in den pas marcheeren de Duitsche troepen die Zaterdag Keulen
binnentrokken door de straten der stad. De bezetting van het Rijnland
was een feit geworden
De p_rachtige boeg van de .Queen
Mary", Engelands grootste mailschip,
dat op de Clyde de voltooiing thans
nabij is
De restauratiewerkzaamheden aan den
St. Laurenstoren te Rotterdam, welke
vier jaar zullen duren, zijn thans in
vollen gang. Het klokkenspel is naar
den beganen grond gebracht
Van de werf der Ned. ^Scheepsbouw Mij. te Amsterdam
is Zaterdag de .Renata", weike gebouwd werd voor de
Kon. Shell, met goed gevolg te watergelaten. Het schip
in zijn element
FEUILLETON.
DE GOUDEN BRUG
Roman van Hanno Flessen,
H£| (Nadruk verboden).
13) 7'
„Eigenlijk jammer", zegt de barones, ter
wijl zij zorgvuldig een ei onthoofd, „ik
zou graag nog wat langer zijn gebleven.
Het bevalt me werkelijk uitstekend bij je,
Renate, ondanks alle eenzaamheid, waar ik
op den duur niet tegen zou kunnen
Maar we verdwijnen natuurlijk. Zoo vlak
voor Kerstmis heb je stellig van alles te
doen, zoodat je zeker blij zult zijn, als je
ons kwijt bent. Maar na de feestdagen kom
•je naar Igles, ja?"
„Dat zal helaas niet gaan, tante...."
Terwijl de barones op levendige wijze
haar spijt betuigt over dit antwoord, waar-
bij zij trouw geassisteerd wordt door dr.
Falk en miss Spencer, blijft Szartossy diep
teleurgesteld zwijgen.
Als de storm, welke haar weigering
heeft veroorzaakt, eenigszins geluwd is,
vervolgt Renate lachend:
„M'n Kerstprogram is al lang geleden
vastgesteld."
„Dan ben ik toch werkelijk benieuwd,
wat jij hier in die verlatenheid voor
Kerstprogram kan hebben!" merkt de ba
rones, vermakelijk beleedigd op.
„Den avond vóór Kerstmis ga ik naar
de Hofkerk te Innsbruck, waarna ik
dan in een hotel overnacht. Den eersten
Kerstdag ben ik de gast van Delmer en den
tweeden Kerstdag ga ik met hem op jacht.
Hij heef zijn jachtterrein in het Gnaden-
wald dicht bij Hall".
„Nou ja, de kerb is vanzelfsprekend, zegt
de barones, al weer half verzoend, „en de
aardigheid een paar hazen te schieten, kan
ik me ook nog voorstellen, maar altijd dat
samen hokken met dien ouden Delmer
enfin, dat is een kwestie van smaak. Mis
schien zul je er later nog wel eens aan
denken, wat je oude tante, die het heusch
goed met je meent, je gezegd heeft."
„Kent u Eugen Delmer dan, tante?"
vraagt Renate, die de openhartigheid van
haar goede tante Sopherl in tegenwoordig
heid der anderen eenigszins pijnlijk vindt.
„Nou, óf ik de Delmers ken! Zij heb
ben toch destijds die heele fidekommis-
kwestie behandeldWacht eens,, hoe
zat dat ook weer....? Ach ja, juist, daar
bij is Eugen een knappe vent was hij
toen al met een dochter van Hardegg
in kennis gekomen en daar is toen een
heel liefdesdrama uit gegroeid, ja, ja.
Maar gekregen heeft hij haar natuurlijk
niet. Dat kan je net denken bij een man
met zulke principes als Hardegg. Later is
ze toen getrouwd met eenen Kolowrat uit
PraagFanerl heette ze, juist jaen
toen is Delmer uit Weenen vertrokken om
zich hier in de eenzaamheid op te slui
ten
„Aha, was dat de reden", zegt Renate
peinzend.
„Ja kind, zoo was het en zoo gaat het
meestal", antwoordt de barones met eeni-
gen nadruk en daarmee stapt zij van het
onderwerp af. De ontbijttafel wordt opge
heven en Renate stelt voor nog een korte
wandeling te maken.
Een uur later rijdt de ar van Iglerhof
voor om de gasten af te halen. Het afscheid
is allerhartelijkst met dure beloften van
beide kanten voor een 'spoedig weerzien.
Szartossy ziet er ook ditmaal van af het
gezelschap te vergezellen; hij zal op ski's
naar Iglerhof teruggaan.
Het is een stralende winterdag. Een
diepblauwe hemel welft zich boven het
vredige sneeuwlandschap. Zóó helder en
doorachtig is de lucht, alsof nooit nog een
mistbank haar verduisterd heeft.
De ar verdwijnt in een bocht van den
weg uit het gezicht. Renate, die de inzit
tenden lang heeft nagewuifd, laat einde
lijk de arm zakken.
Szartossy prutst wat aan zijn overi
gens volmaakt zittende ski's.
„Is er iets niet in orde?" informeert Re
nate belangstellend.
„Een kleinigheid", jokt hij.
Bella verstoort de idylle. Zij legt haar
kop op Renate's hand, een zeker teeken,
dat zij haar aandacht vraagt en een
wensch koestert.
„Wat is er Bella?"
De dog blaft kort. Dan loopt zij achter
het huis om terug te keeren met Renate's
ski's, welke zij tot voor haar voeten sleept.
„Kijk eens aan", zegt ze lachend, „wat
zegt u daarvan, meneer Szartossy? Bella
wil, dat we u een eindje vergezellen!"
„Dat is de intelligentste hond, dien ik
ooit gezien heb", antwoordt Szartossy met
volle overtuiging. „Ik hoop, dat Bella's
wensch u een bevel is, mevrouw
„Natuurlijk! Wat dat betreft, heeft ze
mij goed geadresseerd".
Haastig bukt Szartossy zich om Rena
te's ski's onder te binden en hij tracht
daarbij zijn groote blijdschap te verber
gen onder de banale woorden:
„Het weer is vandaag ook werkelijk te
verlokkend!"
Renate knikt slechts; dan wendt zij zich
tot Therese: „Ik breng meneer Szartossy
tot Sistrans. Over een uurtje ben ik weer
terug, dan gaan we den boom versieren."
Een oogenblik later glijden ze samen
over de sneeuw, terwijl de /rooly'k blaf
fende dog uitgelaten om hen heen springt.
Tijdens dit ongedwongen samenzijn tre
den Renate Lien's bijzondere eigenschap
pen wel zeer duidelijk aan het licht. Als een
openbaring gevoelt de man aan haar zijde
de zeldzame bekoring, welke er uitgaat van
deze vrouw, die een ruime mate van in
telligentie en levenswijsheid aan de gracie
en de opgewektheid van het jonge meisje
paart. Steeds dieper wortelt deze liefde op
het eerste gezicht in zijn hart, maar hij
wacht zich er wel voor door een of ander
ondoordacht woord de vertrouwelijke
sfeer, welke er tusschen hen beiden
heerscht, te verbreken.
Met een hartelijken, kameraadschappe-
lijken handdruk nemen zij afscheid. Maar
lang staart Stefan Szartossy de terugkee-
rer.de vrouwenfiguur na, zóó lang tot zij
nog slechts als een kleine zwarte stip aan
de horizon waarneembaar is.
De Kerstdagen zijn voorbij. Renate's
feestprogramma is geheel volgens de oor-'
spronkelijke vaststelling verloopen: samen
zijn onder den kerstboom met Therese en
Bella in de Lantaarn; bijwonen van de
H. Mis in de Franciskanerkerk; logies in ho
tel „Maria Theresia"; den eersten Kerst
dag bij dr. Delmer met het gebruikelijke,
welverzorgde Kerstmaal en het gezellige
praatuurtje; den volgenden dag een mooie
sledetocht naar Hall en een interessante
jacht in het Gnadenwald, mede in gezel
schap van den bejaarden houtvester Sepp
Leibner, voor de schrijfster Renate Lien
een onuitputtelijke bron van oude volks
verhalen. En Sepp Leibner, die de bewoon
ster van de Lantaarn een buitengewone
achting toedraagt, heeft haar dar ook ten
slotte persoonlijk thuis gebracht.
Nu zit ze dan weer op haar lievelings
plaatsje, haar „schrijfboek" in de Lan
taarn. Haar tengere gestalte verdwijnt bij
na in de geweldige fauteuil met de hoo-
ge leuning. Bella heeft den kop op haar
knie gelegd en laat zich genadiglijk door
de slanke, blanke hand het gladde vel
streelen
Een aangename verrassing in den vorm
van een onverwachte ontmoeting is Rena
te tijdens de feestdagen toch nog bescho
ren geweest. Het was bij de H. Mis in de
Franziskanerkerk, dat Stefan Szartossy
naast haar knielde. Zwijgend, slechts met
de oogen hadden zij elkaar onder de to
nen van het orgel begroet. Na de plechtige
godsdienstoefening, die op beiden diepen
indruk had gemaakt, had hij haar verge
zeld door de plechtige stilte van het be
sneeuwde bergstadje. Goede, innige woor
den hadden zij met elkaar gewisseld, woor
den, zooals men die slechts bij bijzondere
gelegenheden vindt en die twee menschen
nader tot elkaar brengen....
(Wordt vervolgd).