De wankelende torens van Zevenhoven. DONDERDAG 5 MAART 1936 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 1» BINNENLAND GRENSHOTELS DOOR REISBELASTING ZEER GEDUPEERD. Klein© tochten over de grenzen worden nu* belangrijk duurder. Wat maakt veelal de attractie uit van de hotels en pensions aan de grenzen, b.v. bij Oldenzaal, in Montferland, of in Zuid- Limburg? De gasten kunnen hun verblijf in de aardige boschrijke of heuvelachtige omgeving afwisselen met tochtjes over de grenzen, zoodat ze dan toch in het buiten land zijn geweest. Ze gaan dan b.v. naar Bentheim, Kleef, Anholt, Keulen, het Ahrdal, Aken, Luik, Remonchamps met zijn grotten enz. In de vacantiemaanden rijden talrijke autobussen de grens over, zonder moeilijk heden bij de douane. De hoteliers en pen sionhouders geven lunchpakketten mee en ieder is tevreê. Hoe zal dit nu worden, als de aange kondigde reisbelasting er komt? Speciaal de hotels en pensions in de grensplaatsen zullen daarvan de nadeelen ondervinden, want zij zien deze attractie nu verdwijnen. Wij spraken een eigenaar van een be kend hotel in Montferland. „Van de reisbelasting zal ik slechts het grootste nadeel en geen enkel voordeel heb ben, zoo zeide deze Nederlandsche hotelier, „Een attractie van mijn hotel, en zoo zijn er vele zaken aan onze grens, is immers juist hierin gelegen, dat de gasten gemak kelijk de grens over kunnen per autocar of per fiets. Alle hotels arrangeeren daartoe aardige tochtjes. En nu moet u eens zien. Hij haalde een keurig prospectus te voor schijn, en toonde ons aan, dat b.v. op een rit van den Achterhoek naar Kleef, welke van 's morgens negen uur tot 's avonds zes uur duurt, en welke 1.25 kost, na de reis belasting nog ƒ0.50 extra betaald moet worden. Juist op dergelijke goedkoope tochtjes drukt deze belasting zeer zwaar. „Maar nog sterker", zoo zeide hij. „Ik heb hier een aardigen tocht van 1.50, waar bij mijn gasten twee maal de grens pas- seeren, eerst bij Emmerik en later bij Grü- newald. Men zal dus op 1.50 zegge één gulden aan den fiscus moeten offeren. Hon derden gaan per fiets tochtjes maken. Al deze attracties worden door de nieuwe nu reeds zeer impopulaire belasting ver moord", aldus de verontwaardigde hotel houder. Wij vernamen nog, dat in de grensgebie den de vereenigingen voor vreemdelingen verkeer in het geweer zullen komen, om tegen de belastingplannen actie te voeren, en te protesteeren. Reeds zijn voorloopige bijeenkomsten gehouden. „Tel." RUKS-AUTOMOBIELCENTRALE INGESTELD. In beheer bij het staatsbedrijf der P.T.T. Bij K. B. van 2 Maart is ingesteld een Rijks-Automobielcentrale gevestigd te 's-Gravenhage. Zij is in beheer bij het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. De taak van de centrale bestaat in: a. het aanschaffen van automobielen en motorrijwielen ten behoeve van Rijksinstel lingen; b. het verleenen van bemiddeling by het aanschaffen van de voor de Rijksautomo bielen en -motorrijwielen benoodigde on- derdeelen, uitrustingstukken en verbruiks- stoffen; c. de zorg voor, het onderhoud en de her stellingen van deze vervoermiddelen; d. het houden van toezicht op de uitvoe ring van de door haar gesloten overeen komsten en, voor zooveel dit niet door haar zelf plaats vindt, op het onderhoud en de herstellingen, waartoe haar o.a. worden toegezonden de rekeningen, welke het ge volg zijn van het gebruiken van de ver voermiddelen; e. het geven van adviezen, automobielen, motorrijwielen en him gebruik betreffende. Voor zoover betreft het Staatstoezicht der P.T.T. strekken de vorengenoemde be moeiingen zich tevens uit tot rijwielen en aanverwante transportmiddelen. Buiten haar bemoeiing vallen automobie len en motorrijwielen van de onder het De partement van Defensie ressorteerende in stellingen, alsmede die, ten aanzien waar van zulks door den Minister van Binnen- landsche Zaken, in overleg met den be trokken minister, wordt bepaald. EEN RUMOERIGE PROTESTVERGADE RING VAN DEN VRIJHEIDSBOND TE AMSTERDAM. Naar aanleiding van het gebeurde in den door een lid der N. S. B. beheerden sigarenwinkel in de Kalverstraat. Onder buitengewoon groote belangstel ling is gisteravond in de groote zaal van „Bellevue" de openbare protestvergade ring gehouden, belegd door de afdeeling Amsterdam van de Liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond", naar aanleiding van het feit, dat door een lid der N. S. B., be heerder van den sigarenwinkel „Het Ne- derlandsch Sigarenbedrijf de Driehoek" in de Kalverstraat, het blad „Der Stuermer" van Julius Streicher zij het op bedekte wijze werd verkocht. Twee bekende figuren van de Liberale Staatspartij, mr. W. C. Wendelaar, voor zitter en lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zoomede het lid der Ka mer, mr. G. A. Boon, hebben in deze ver gadering het licht van hun oordeel over het gebeurde doen schijnen en een krach tig pleidooi gehouden voor het behoud van de geloofsvrijheid in ons land. Een aantal personen, dat tijdens de vergadering de orde trachtte te verstoren, werd met krach tige hand uit de zaal verwijderd, terwijl zich aan het einde der biieenkomst heftige incidenten voordeden, waarbij de politie moest ingrijpen. Een inleidend woord sprak de voorzit ter der afdeeling Amsterdam, mr. K. Jansma, die er zijn blijdschap over uit sprak, dat zoovelen zijn opgekomen om stelling te nemen tegen het voortschrij dende anti-semitisme in ons land. Spr. deed uitkomen, dat de N.S.B. zich gaande weg in anti-semitische richting gaat be wegen en daartegen is krachtig verzet ge boden, opdat in Nederland de door de eeuwen heen bewaarde traditie, volgens welke ieders geloof wordt geëerbiedigd, gehandhaafd blijve. Mr. Wendelaar, vervolgens het woord verkrijgende, zeide, dat hij zich, ter voor bereiding van zijn onderwerp van dezen avond, verplicht had gezien kennis te ne men van den inhoud van eenige exempla ren van „Der Stuermer". Spr. adviseerde de vergadering, dit voorbeeld niet na te volgen, want die inhoud in onsmakelijk, walgelijk en goor! (krachtig applaus). Het blad is zeide spr. in strijd met de menschelijke waardigheid, hetgeen hij, enkele rubrieken besprekende en passages voorlezende, aantoonde; erop wijzende, dat, wat de hoofdpagina's vermelden zui vere pornografie is. Als spreker het woord „Stuermer" vertalen moet zou hij dit doen met de woorden „lawaaischopper" en „dol leman". Spr. belichtte vervolgens de figuur van Julius Streicher; naar voren bren gend, dat bekende nationaal-socialisten in het openbaar verklaard hebben niet met hem te kunr~-samenwerken en de vraag hebben gesi wie met dezen Streicher in één partij wil zijn. En het blad van dezen man wordt zeide spreker in Duitschland in het openbaar verkocht ter voorlichting van het Duitsche volk, ter wijl de Hitlerjugend wordt opgewekt voor dit orgaan propaganda te maken. Voor ons, Nederlanders, is dat niet anders dan waanzin! Dit zelfde blad wordt thans door den beheerder van den N.S.B.-sigaren- winkel in Nederland geimporteerd en door deze daad heeft hij, afgezien van den strafrechterlijken kant van deze zaak, ge handeld in flagranten strijd met de groot- 'ste plichten van den mensch (applaus). Spreker heeft, de vraag stellende, of er voor de andere volken geen taak is wegge legd om het Duitsche volk, waarvan groo te massa's toch anders denken, tot bezin ning te brengen, het vaste vertrouwen, dat in Nederland een actie, als hij hier heeft moeten schilderen, nimmer vasten voet zal kunnen krijgen. Wij willen in onze medeburgers menschen van vleesch en bloed zien als wij zijn; menschen, die wij kunnen vertrouwen en voor wie wij, on geacht hun ras of geloof, waardeering hebben. Op het stuk van geloofsvrijheid in ons land heeft onze Koningin, die enkele jaren geleden de Hoofdsynagoge te Am sterdam bezocht, het voorbeeld gegeven en deze voorbeelden zijn door bekende Nederlanders als Minister van Lidth de Jeude en burgemeester De Vlugt nage volgd. Te Amsterdam weet men zeide mr. Wendelaar dat de haatzaaiende artike len in ,Der Stuermer" vuige leugens zijn, falsificaties, geschreven om politieke buit binnen te halen. Het perfide is, dat de fou ten, die door enkelen gemaakt worden, op rekening van het geheel worden geschre ven. Ten hemel schreiend is wel, wat in Duitschland gebeurt, ten hemel schreiend dat Duitsche Joden, die met het eerekruis uit den wereldoorlog zijn teruggekeerd, over de grenzen werden gejaagd. Spr. heeft voor vele uitingen van den Duitschen geest den grootsten eerbeid, doch door tal van nobele werken naar den brandstapel te verbannen, hebben de Duit- schers zich onsterfelijk geblameerd. Voor één keer wilde spreker dit voor beeld volgen en, de daad bij het woord voegende, verbrandde hij voor het front der vergadering een exemplaar van „Der Stuermer" voor welk gebaar hem door 1800 aanwezigen een ovatie werd gebracht. Mr. Boon, hierna sprekende, bracht met nadruk onder de aandacht van zijn ge hoor, dat hij zijn vragen over het gebeur de niet dan na grondig onderzoek heeft gesteld. Persoonlijk heeft hij in een achterkamer van den winkel een exem plaar van „Der Stuermer" gekocht, waar bij hem op het hart is gedrukt, het blad in het openbaar niet te vertoonen. Eerst toen men lont rook en begrepen had, dat het blad ook door niet-N.S.B.'ers was gekocht, heeft men de nog voorhanden zijnde voor raad van „Der Stuermer" uit de zaak ver wijderd. Dat de N.S.B.t volgens de gisteren ver schenen proclamatie van haar hoofdbe stuur, in geen enkel opzicht bij den ver koop van het blad in den bewusten win kel betrokken is, moge formeel waar zijn; materieel is het een leugen. Ook de twee de ontkenning van het hoofdbestuur, n.l. dat het de inhoud van het blad afkeurt, is niet waar, want spreker weet, dat „Der Stuermer" o.a. verkrijgbaar is in het Kringhuis van de N.S.B. te Rotterdam (ge fluit). Onomstootelijk staat niet vast op welke wijze het blad in Nederland is geimpor teerd; wpl staat echter vast, dat er alle reden is om den Minister van Justitie te doen ingrijpen. Dat de N.S.B., zooals door de leiding wordt beweerd, niet anti-semitisch geo riënteerd is, moet ten stelligste worden ontkend; ter staving hiervan haalde spr. zeventien uitlatingen aan uit N.S.B.-krin- gen. Een feit is, dat als ooit de N.S.B. aan het bewind zou komen, het precies zoo zou gaan als thans in Duitschland het geval is. Strijd is geboden, opdat het gevaar zich niet uitbreide; het is onze taak, te zorgen, dat een dergelijke beweging geen vasten voet in ons land krijgt (applaus). Spreker constateert, dat hier meer anti semitisme is dan vroeger en dit verschijn sel moet in de kiem gesmoord worden. Er is een zeker publiek, dat vatbaar is voor deze dingen en daartegen kan niet genoeg worden gewaakt. Laat men niet vergeten, dat ons land door een wisselwerking tus- schen Joden en Christenen groot is ge worden. Laat Nederland met het kostbare erfgoed van zijn vrijheid, gebracht door Om een scheeve toren te zien, behoeft men waarlijk niet meer naar Pisa te gaan. Het 1100 zielen tellende Zevenhoven heeft er twee en al zijn deze uit een architecto nisch oogpunt dan wellicht niet zoo be zienswaardig als die in Italië, scheef zijn zij ongetwijfeld en in hun recalcitrante houding bezorgen zij het gemeentebestuur van dit, onder den druk der tijden gebukt gaande Zuid-Hollandsche dorp heel wat meer hoofdbrekens dan hun soortgenoot aan de Arno. Wanneer men echter beide torens nog wil zien, diene men zich te haasten, want zeer binnenkort zal een der twee, n.l. die van de R.-K. kerk, worden afgebroken om plaats te maken voor een andere, welke een geheel nieuw kerkgebouw zal sieren. Dan rest den vreemdeling, die kans ziet, het, sinds de opheffing van de Haarlem mermeerspoorlijn volkomen geisoleerd lig gende dorp te bereiken, nog slechts het wankele torentje van de Ned. Herv. Kerk als bezienswaardigheid, een bezienswaar digheid weliswaar, waaraan hoegenaamd geen aesthetisch of kunsthistorisch belang kan worden toegekend, maar die op het oogenblik toch ongetwijfeld de aandacht verdient door de absolute onmacht van haar eigenaars om ook maar iets tot haar behoud te ondernemn. Een stukje geschiedenis. De heer W. M. C. Regt, gemeente-archi varis te Alphen aan den Rijn, wien wij dienaangande om inlichtingen vroegen, deelt ons met betrekking tot de geschiede nis der kerk het volgende mede: De oude R.-K. kerk te Zevenhoven, van vóór de Hervorming, dagteekende uit het midden der 15e eeuw of iets vroeger. Op een plaat van 1650, in mijn bezit, een tee- kening van Johannes van Beerstraten, is deze kerk duidelijk afgebeeld. Het schip der kerk en de toren schijnen nog van den eersten bouw te zijn, het transept en het koor van later tijd, misschien van circa 1550. De kerk was van vrij groote afme tingen, de toren ging vierkant op tot aan den nok van het kerkdak, ging daarna in een achthoek over met groote galmgaten en eindigde in een fraaie spits. Het koor was gesloten door de vijf zijden van een tienhoek en was gedekt door een dakrui ter. Een muurtje omgaf het verhoogde kerkhof, dat hier slecht is onderhouden, en daar de kerk van alle zijden, zoo het schijnt, door water is omgeven, schenkt een klein massief brugetje door een ope ning in het muurtje toegang tot het ge heel. In den tijd der Hervorming was deze kerk aan de protestanten overgegaan en heeft daarbij nog 100 jaar dienst gedaan. Toen was zij zóó bouwvallig geworden, dat men besloot een geheel nieuw kerkgebouw te stichten. Daar de gemeente door de her vorming tot op de helft was geslonken en in 1620 deze helft door de remonstrantsche troebelen opnieuw was gehalveerd, was er geen sprake van een even groot gebouw als het vorige te stichten. Op bescheiden Willem van Oranje, voorzichtig zijn. Onze Koningin zet deze traditie van vrijheid voort, getuige Haar: „Wij willen ons zelf zijn en blijven!" (daverend applaus). Wat na eeuwen strijd in Nederland is veroverd, kan niet verloren gaan; wij ver trouwen, dat wij ons vrije Nederland, ons Nederland met Oranje, vrij aan onze kin deren zullen kunnen overgeven. Staande werd hierna den heer Boon door de vergadering een ovatie gebracht, waar na het „Wilhelmus" werd gezongen. Het feit, dat een aantal personen het volkslied met gestrekten arm meezong en zich op deze wijze als tegenstanders kenbaar maakte, gaf aanleiding tot heftige inciden ten, die in een formeele kloppartij over gingen. Slechts met moeite kon de orde worden hersteld en kreeg mr. Jansma ge legenheid voor het spreken van een slot woord. Onder krachtig applaus vereenigde- de vergadering zich met een door het bestuur der afdeeling in den geest van het bespro kene voorgestelde protestmotie tegen het anti-semitisme, als zijnde in flagranten strijd met het Nederlandsch volkskarakter. Naar aanleiding van de incidenten, die zich aan het einde van de vergadering in de zaal hebben voorgedaan, is een vrou welijk lid van de N.S.B., die ervan be schuldigd werd, dat zij een der aanwezi gen een klap op den neus had gegeven, door enkele agenten naar het bureau Leid- scheplein overgebracht. Nadat de kwestie aan de hand van verschillende, nogal ver warde getuigenverklaringen onderzocht was, is haar de vrijheid teruggegeven. STEUNVERLEENING POOTAARDAPPELEN. Naar wij van bevoegde zijde vernemen, zal binnenkort een Ministerieele beschik king afkomen, betreffende steunverleening voor goedgekeurde pootaardappelen van denj)ogst 1935, welke niet hun bestemming als zoodanig hebben gekregen of zullen krijgen. Deze steun zal varieeren tusschen 0.50 en 1.50 per 100 K.G. naar gelang van de klassificatie door de Nederlandsche Akker bouw Centrale. In verband met deze steunverleening zullen, evenals het vorige jaar, tusschen 1 en 10 April, de voorraden goedgekeurde pootaardappelen worden geïnventariseerd, hetgeen namens de Nederlandsche Akker bouw Centrale zal geschieden door den Nederlandsche Algemeene Keuringsdienst, in samenwerking met de Provinciale Landbouw Crisis-organisaties. schaal en met beperkte geldmiddelen kwam een nieuwe kerk tot stand; de laatste leer rede in de oude werd gehouden 18 Mei 1783 en de nieuwe werd 2 October 1785 in gebruik genomen. Een nieuwe pastorie kwam in Nov. 1821 tot stand. Had de oude kerk 300 jaar dienst ge daan, de nieuwe was reeds na 50 jaar zoo danig in verval, dat zij grootendeels moest worden vernieuwd. Daartoe werd er 10 April 1936 voor het laatst in gepreekt en de herstelde en vernieuwde kerk 11 Aug. 1837 ingewijl. In 1881 is opnieuw de kerk en de pastorie gerestaureerd; in 1906 de pastorie nogmaals en in Aug. 1919 ook de kerk nog eens weer hersteld. In den toren hangt een klok, die blij kens het opschrift door G. H. van Hengel te Rotterdam is gegoten. Een met hetzelf de opschrift hangt in den herstelden dorps- toren te Nieuwkoop. Inwendig heeft de kerk weinig bezienswaardigs. Bij een be zoek dat ik er 10 jaar geleden bracht, hing er nog een 18e eeuwsch kerkkroontje. De preekstoel was uit 1787 en bevatte naast dit jaartal de initiatlen J. P. (links, en rechts als spiegelbeeld herhaald). De bij bellegger, van hout vervaardigd, was met de letters G. R. (en dezelfde letters als spiegelbeeld er door heen) kunstig besne den. Bij het avondmaal gebruikte men 2 eenvoudige, maar uit de 17e eeuw dagtee- kenende, zilveren bekers. Het overige ge: rei was van tin. Grafzerken uit de oude kerk vóór 1783 -lagen in den stal bij den heer Straat en te Nieuwveen bij den heer Kieber. Tot zoover de heer Regt. Toren en kerk. De toren is, zooals die van oude ker ken in vele andere gemeenten, volgens een staatsregeling van 1798, eigendom der gemeente. Reeds drie jaar geleden open baarden zich ernstige teekenen van ver val, ook aan het kerkgebouw zelf, dat hier en daar bedenkelijke scheuren begon te vertoonen. Zooals gewoonlijk in dergelijke gevallen, was er aanvankelijk eenig mee- ningsverschil tusschen de Kerkvoogdij eenerzijds en het gem.-bestuur anderzijds over de vraag, wie de oorzaak was van dit verval; de toren of de kerk. De gemeente opzichter constateerde, dat de toren 3 a 4 c.M. naar het oosten overhelde, maar de -reden daarvan moest worden gezocht in 't feit, dat de fundamenten van de kerk ge heel verteerd waren. Overigens was dit, in de beste verstandhouding gevoerde dis puut eigenlijk van zeer geringe beteeke- nis, want tne slotte had noch de gemeente, noch de kerkvoogdij ook maar een cent be schikbaar om de noodige herstellingen te laten aanbrengen. Intusschen namen de scheuren in de bui tenmuren toe, in het metselwerk van den toren hadden ernstige ontwrichtingen plaats, waardoor verschillende ankers wer den verwrongen en tengevolge daarvan verzakte het noordwestelijk gedeelte van het kerkgebouw meer en meer. De fun deering van den noordgevel week, vooral aan de westzijde, sterk naar buiten uit, het opgaande muurwerk bolde van buiten zeer opmerkelijk en in het kerkgebouw zelf openbaarden zich groote scheuren ter plaatse van het dichtgemetselde noordelijk venster in den westgevel. De gemeente-opzichter constateerde te vens, dat de toren jaarlijks pl.m. 2 c.M. meer naar het oosten overhelde, zoodat thans drie jaar later de afwijking duidelijk te zien is. Geen geld. Zevenhoven zat in zak en asch. Op de gemeentebegrooting was een bedrag van vijftig gulden uitgetrokken voor restau ratie van den scheeven toren en de kleine kerkelijke gemeente staarde op den bo dem van een leege schatkist. Desondanks moest er iets worden gedaan. De toestand kon zoo niet blijven en het gemeentebe stuur wendde zich in arren moede tot Ged. Staten van Zuid-Holland. Men vroeg dit college een onderzoek te willen instel len, maar een toren is nu eenmaal ge meentelijk bezit en Ged. Staten achtten het daarom den veiligsten weg het Ge meentebestuur naar de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg te verwijzen, welke reeds zoovele oude gebouwen voor den ondergang heeft bewaard. Hoewel de kerk er niet naar uitzag, achtte men de mogelijkheid niet uitgesloten, dat hieraan nog kunst-historische waarde kon worden toegekend, zoodat men de gemeenschap slechts een dienst zou bewijzen, wanneer tijdig pogingen werden aangewend tot haar behoud. „Monumentenzorg" zond twee harer bekwaamste ambtenaren, düe een gron dig onderzoek instelden en hun bevindin gen neerlegden in een rapport, dat dezer dagen is afgekomen. Daarmee is echter tevens alle hoop, welke er ten aanzien van hulp van buiten nog in den boezem van gemeente- en kerkbestuur mocht leven, in rook vervlogen, want van eenige fin an- cieele medewerking van deze zijde kan geen sprake zijn. Het rapport des deskundigen. De kerk, aldus het rapport, waaraan we hier verder een en ander ontleenen, is een rechthoekige zaal van vier traveëen, ten westen voorzien van een toren, voor de helft bestaande uit een rechthoekig uit springend gedeelte van den voorgevel en voor de ander helft uit een paar hooge grenenhouten stijlen in de kerk, die het metsel- en houten schotwerk dragen, dat, met het uitspringend deel van den voorge vel, boven het kerkdak den rechthoekigen grondslag vormt voor een open, houten klokke-achterkant. De Nederl. Stads- en Dorpsbeschrijver geeft een grove afbeelding van de kerk in 1801, waaruit blijkt, dat deze destijds al dezelfde vormen had als tegenwoordig. Wellicht is het gebouw kort tevoren opge trokken en geeft het jaartal 1787 op den soberen Lodewijk XVI-preekstoel den bouwtijd ongeveer aan. In 1937 is de kerk, volgens van der Aa, wegens bouwvallig heid „vernieuwd en uitnemend verfraaid". Dat de vroegere kerk, aan Joh. den Doo- per gewijd, er geheel anders uitzag, be wijst een teekening van J. Beerstraten (1622—1666). Kerk en toren verkeeren thans in een toestand van ernstige bouwvalligheid. Hoewel een onderzoek van de paalfun- deering en den daarop rustenden voet der muren niet kon plaats hebben, kan toch met vrij groote zekerheid' worden aange nomen, dat een groot deel der gebreken ontstaan zijn door den slechten toestand der fundeering. De geheele kerk helt vrij regelmatig naar het oosten over. De oostgevel vliegt ongeveer 20 cM. Inwendig helden de pilas ters en vensters over een hoogte van 4 me ter ongeveer 6 c.M. naar het oosten over, evenals de westgevel met den torenuit bouw. Gevaar voor instorting! Na een uitvoerige beschrijving van de verschillende afwijkingen, welke wij hier voor reeds noemden, besluit het rapport: Een juiste voorstelling van den toestand is slechts te verkrijgen door nauwkeurig onderzoek van de fundeering en regelma tig aflooden van de muren. Dit onderzoek zal waarschijnlijk aantoonen, dat het be houd van de kerk alleen kan worden ver kregen door een algeheele vernieuwing van de fundeering en tevens dat handhaving van den bestaanden toestand gevaarlijk kan worden, bepaaldelijk omdat instorting van het uitbuikenden deel van den noord west gevel geenszins is uitgesloten. Herstelling van dezen hoek zal echter slecht tydelijk verbetering brengen, om dat de oorzaak van het kwaad daardoor niet wordt weggenomen. Daar kerk en toren uit oudheidkundig oogpunt waardeloos zijn, ligt het niet op den weg van ons bureau advies te geven over de vraag, wat bij den gegeven stand van zaken behoort te geschieden. Als ons aanvankelijk oordeel kunnen wij echter mededeel en, dat een afdoende herstelling zóó kostbaar zal zijn, dat het de voorkeur verdient het gebouw te sloopen en door een nieuw te vervangen. Maar wie zal dat betalen? Dit laatste advieh, hoe goed ook bedoeld, is in Zevenhoven uiteraard met gemeng de gevoelens ontvangen. Met vijftig gul den op de begrooting sloopt men zelfs geen scheeven toren, laat staan een volledig kerkgebouw! De vroede vaderen hebben in hun laat ste vergadering nog eens de hoofden bij een gestoken en in machtelooze resignatie besloten zich nu maar weer eens tot Ged. Staten te wenden met de boodschap, dat „Monumentenzorg" er ook geen raad mee weet. Eiken Zondag, waarop de Zevenhovena- ren ter kerke tijgen, helt de toren 0.4 m.m. meer naar het oosten, buikt het opgaande muurwerk van het kerkgebouw meer naar buiten uit en zit er weer een nieuwe scheur bij het lichtgemetselde noordelijk venster in den westgevel...'. De toestand lijkt ons thans inderdaad zeer gevaarlijk en mede met het oog op de, in de onmiddellijke nabijheid liggende en gedeeltelijk aan de kerk aangebouwde wo ningen, dunkt het ons dan ook noodzake lijk, dat de dienst wordt gestaakt en ten spoedigste tot afbraak van de geheele kerk wordt besloten. De instorting van de eveneens zeer bouw vallige kerk te Hoogmade, eenige jaren geleden, moge in deze als waarschuwend voorbeeld dienen! Het gemeentebestuur zal het gemis van den toren niet betreuren en het, op de begrooting uitgetrokken bedrag van vijf tig gulden voor restauratie wellicht gaarne beschikbaar stellen als basis voor den bouw van een nieuwe kerk, wanneer anderen zich geroepen achten daarin mede 'n steen tje bij te dragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 12