De wankelende torens
van Zevenhoven.
DONDERDAG 5 MAART 1936
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 1»
BINNENLAND
GRENSHOTELS DOOR REISBELASTING
ZEER GEDUPEERD.
Klein© tochten over de grenzen worden nu*
belangrijk duurder.
Wat maakt veelal de attractie uit van
de hotels en pensions aan de grenzen, b.v.
bij Oldenzaal, in Montferland, of in Zuid-
Limburg? De gasten kunnen hun verblijf
in de aardige boschrijke of heuvelachtige
omgeving afwisselen met tochtjes over de
grenzen, zoodat ze dan toch in het buiten
land zijn geweest.
Ze gaan dan b.v. naar Bentheim, Kleef,
Anholt, Keulen, het Ahrdal, Aken, Luik,
Remonchamps met zijn grotten enz.
In de vacantiemaanden rijden talrijke
autobussen de grens over, zonder moeilijk
heden bij de douane. De hoteliers en pen
sionhouders geven lunchpakketten mee en
ieder is tevreê.
Hoe zal dit nu worden, als de aange
kondigde reisbelasting er komt? Speciaal
de hotels en pensions in de grensplaatsen
zullen daarvan de nadeelen ondervinden,
want zij zien deze attractie nu verdwijnen.
Wij spraken een eigenaar van een be
kend hotel in Montferland.
„Van de reisbelasting zal ik slechts het
grootste nadeel en geen enkel voordeel heb
ben, zoo zeide deze Nederlandsche hotelier,
„Een attractie van mijn hotel, en zoo zijn
er vele zaken aan onze grens, is immers
juist hierin gelegen, dat de gasten gemak
kelijk de grens over kunnen per autocar
of per fiets. Alle hotels arrangeeren daartoe
aardige tochtjes. En nu moet u eens
zien.
Hij haalde een keurig prospectus te voor
schijn, en toonde ons aan, dat b.v. op een
rit van den Achterhoek naar Kleef, welke
van 's morgens negen uur tot 's avonds zes
uur duurt, en welke 1.25 kost, na de reis
belasting nog ƒ0.50 extra betaald moet
worden. Juist op dergelijke goedkoope
tochtjes drukt deze belasting zeer zwaar.
„Maar nog sterker", zoo zeide hij. „Ik
heb hier een aardigen tocht van 1.50, waar
bij mijn gasten twee maal de grens pas-
seeren, eerst bij Emmerik en later bij Grü-
newald. Men zal dus op 1.50 zegge één
gulden aan den fiscus moeten offeren. Hon
derden gaan per fiets tochtjes maken. Al
deze attracties worden door de nieuwe nu
reeds zeer impopulaire belasting ver
moord", aldus de verontwaardigde hotel
houder.
Wij vernamen nog, dat in de grensgebie
den de vereenigingen voor vreemdelingen
verkeer in het geweer zullen komen, om
tegen de belastingplannen actie te voeren,
en te protesteeren. Reeds zijn voorloopige
bijeenkomsten gehouden. „Tel."
RUKS-AUTOMOBIELCENTRALE
INGESTELD.
In beheer bij het staatsbedrijf der P.T.T.
Bij K. B. van 2 Maart is ingesteld een
Rijks-Automobielcentrale gevestigd te
's-Gravenhage.
Zij is in beheer bij het Staatsbedrijf der
Posterijen, Telegrafie en Telefonie.
De taak van de centrale bestaat in:
a. het aanschaffen van automobielen en
motorrijwielen ten behoeve van Rijksinstel
lingen;
b. het verleenen van bemiddeling by het
aanschaffen van de voor de Rijksautomo
bielen en -motorrijwielen benoodigde on-
derdeelen, uitrustingstukken en verbruiks-
stoffen;
c. de zorg voor, het onderhoud en de her
stellingen van deze vervoermiddelen;
d. het houden van toezicht op de uitvoe
ring van de door haar gesloten overeen
komsten en, voor zooveel dit niet door haar
zelf plaats vindt, op het onderhoud en de
herstellingen, waartoe haar o.a. worden
toegezonden de rekeningen, welke het ge
volg zijn van het gebruiken van de ver
voermiddelen;
e. het geven van adviezen, automobielen,
motorrijwielen en him gebruik betreffende.
Voor zoover betreft het Staatstoezicht
der P.T.T. strekken de vorengenoemde be
moeiingen zich tevens uit tot rijwielen en
aanverwante transportmiddelen.
Buiten haar bemoeiing vallen automobie
len en motorrijwielen van de onder het De
partement van Defensie ressorteerende in
stellingen, alsmede die, ten aanzien waar
van zulks door den Minister van Binnen-
landsche Zaken, in overleg met den be
trokken minister, wordt bepaald.
EEN RUMOERIGE PROTESTVERGADE
RING VAN DEN VRIJHEIDSBOND
TE AMSTERDAM.
Naar aanleiding van het gebeurde in den
door een lid der N. S. B. beheerden
sigarenwinkel in de Kalverstraat.
Onder buitengewoon groote belangstel
ling is gisteravond in de groote zaal van
„Bellevue" de openbare protestvergade
ring gehouden, belegd door de afdeeling
Amsterdam van de Liberale Staatspartij
„De Vrijheidsbond", naar aanleiding van
het feit, dat door een lid der N. S. B., be
heerder van den sigarenwinkel „Het Ne-
derlandsch Sigarenbedrijf de Driehoek" in
de Kalverstraat, het blad „Der Stuermer"
van Julius Streicher zij het op bedekte
wijze werd verkocht.
Twee bekende figuren van de Liberale
Staatspartij, mr. W. C. Wendelaar, voor
zitter en lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, zoomede het lid der Ka
mer, mr. G. A. Boon, hebben in deze ver
gadering het licht van hun oordeel over
het gebeurde doen schijnen en een krach
tig pleidooi gehouden voor het behoud van
de geloofsvrijheid in ons land. Een aantal
personen, dat tijdens de vergadering de
orde trachtte te verstoren, werd met krach
tige hand uit de zaal verwijderd, terwijl
zich aan het einde der biieenkomst heftige
incidenten voordeden, waarbij de politie
moest ingrijpen.
Een inleidend woord sprak de voorzit
ter der afdeeling Amsterdam, mr. K.
Jansma, die er zijn blijdschap over uit
sprak, dat zoovelen zijn opgekomen om
stelling te nemen tegen het voortschrij
dende anti-semitisme in ons land. Spr.
deed uitkomen, dat de N.S.B. zich gaande
weg in anti-semitische richting gaat be
wegen en daartegen is krachtig verzet ge
boden, opdat in Nederland de door de
eeuwen heen bewaarde traditie, volgens
welke ieders geloof wordt geëerbiedigd,
gehandhaafd blijve.
Mr. Wendelaar, vervolgens het woord
verkrijgende, zeide, dat hij zich, ter voor
bereiding van zijn onderwerp van dezen
avond, verplicht had gezien kennis te ne
men van den inhoud van eenige exempla
ren van „Der Stuermer". Spr. adviseerde
de vergadering, dit voorbeeld niet na te
volgen, want die inhoud in onsmakelijk,
walgelijk en goor! (krachtig applaus).
Het blad is zeide spr. in strijd met
de menschelijke waardigheid, hetgeen hij,
enkele rubrieken besprekende en passages
voorlezende, aantoonde; erop wijzende,
dat, wat de hoofdpagina's vermelden zui
vere pornografie is. Als spreker het woord
„Stuermer" vertalen moet zou hij dit doen
met de woorden „lawaaischopper" en „dol
leman". Spr. belichtte vervolgens de figuur
van Julius Streicher; naar voren bren
gend, dat bekende nationaal-socialisten in
het openbaar verklaard hebben niet met
hem te kunr~-samenwerken en de vraag
hebben gesi wie met dezen Streicher
in één partij wil zijn. En het blad van
dezen man wordt zeide spreker in
Duitschland in het openbaar verkocht ter
voorlichting van het Duitsche volk, ter
wijl de Hitlerjugend wordt opgewekt voor
dit orgaan propaganda te maken. Voor
ons, Nederlanders, is dat niet anders dan
waanzin! Dit zelfde blad wordt thans door
den beheerder van den N.S.B.-sigaren-
winkel in Nederland geimporteerd en door
deze daad heeft hij, afgezien van den
strafrechterlijken kant van deze zaak, ge
handeld in flagranten strijd met de groot-
'ste plichten van den mensch (applaus).
Spreker heeft, de vraag stellende, of er
voor de andere volken geen taak is wegge
legd om het Duitsche volk, waarvan groo
te massa's toch anders denken, tot bezin
ning te brengen, het vaste vertrouwen, dat
in Nederland een actie, als hij hier heeft
moeten schilderen, nimmer vasten voet
zal kunnen krijgen. Wij willen in onze
medeburgers menschen van vleesch en
bloed zien als wij zijn; menschen, die wij
kunnen vertrouwen en voor wie wij, on
geacht hun ras of geloof, waardeering
hebben. Op het stuk van geloofsvrijheid
in ons land heeft onze Koningin, die enkele
jaren geleden de Hoofdsynagoge te Am
sterdam bezocht, het voorbeeld gegeven
en deze voorbeelden zijn door bekende
Nederlanders als Minister van Lidth de
Jeude en burgemeester De Vlugt nage
volgd.
Te Amsterdam weet men zeide mr.
Wendelaar dat de haatzaaiende artike
len in ,Der Stuermer" vuige leugens zijn,
falsificaties, geschreven om politieke buit
binnen te halen. Het perfide is, dat de fou
ten, die door enkelen gemaakt worden, op
rekening van het geheel worden geschre
ven. Ten hemel schreiend is wel, wat in
Duitschland gebeurt, ten hemel schreiend
dat Duitsche Joden, die met het eerekruis
uit den wereldoorlog zijn teruggekeerd,
over de grenzen werden gejaagd.
Spr. heeft voor vele uitingen van den
Duitschen geest den grootsten eerbeid, doch
door tal van nobele werken naar den
brandstapel te verbannen, hebben de Duit-
schers zich onsterfelijk geblameerd.
Voor één keer wilde spreker dit voor
beeld volgen en, de daad bij het woord
voegende, verbrandde hij voor het front
der vergadering een exemplaar van „Der
Stuermer" voor welk gebaar hem door
1800 aanwezigen een ovatie werd gebracht.
Mr. Boon, hierna sprekende, bracht met
nadruk onder de aandacht van zijn ge
hoor, dat hij zijn vragen over het gebeur
de niet dan na grondig onderzoek heeft
gesteld. Persoonlijk heeft hij in een
achterkamer van den winkel een exem
plaar van „Der Stuermer" gekocht, waar
bij hem op het hart is gedrukt, het blad in
het openbaar niet te vertoonen. Eerst toen
men lont rook en begrepen had, dat het
blad ook door niet-N.S.B.'ers was gekocht,
heeft men de nog voorhanden zijnde voor
raad van „Der Stuermer" uit de zaak ver
wijderd.
Dat de N.S.B.t volgens de gisteren ver
schenen proclamatie van haar hoofdbe
stuur, in geen enkel opzicht bij den ver
koop van het blad in den bewusten win
kel betrokken is, moge formeel waar zijn;
materieel is het een leugen. Ook de twee
de ontkenning van het hoofdbestuur, n.l.
dat het de inhoud van het blad afkeurt, is
niet waar, want spreker weet, dat „Der
Stuermer" o.a. verkrijgbaar is in het
Kringhuis van de N.S.B. te Rotterdam (ge
fluit).
Onomstootelijk staat niet vast op welke
wijze het blad in Nederland is geimpor
teerd; wpl staat echter vast, dat er alle
reden is om den Minister van Justitie te
doen ingrijpen.
Dat de N.S.B., zooals door de leiding
wordt beweerd, niet anti-semitisch geo
riënteerd is, moet ten stelligste worden
ontkend; ter staving hiervan haalde spr.
zeventien uitlatingen aan uit N.S.B.-krin-
gen. Een feit is, dat als ooit de N.S.B. aan
het bewind zou komen, het precies zoo zou
gaan als thans in Duitschland het geval is.
Strijd is geboden, opdat het gevaar zich
niet uitbreide; het is onze taak, te zorgen,
dat een dergelijke beweging geen vasten
voet in ons land krijgt (applaus).
Spreker constateert, dat hier meer anti
semitisme is dan vroeger en dit verschijn
sel moet in de kiem gesmoord worden. Er
is een zeker publiek, dat vatbaar is voor
deze dingen en daartegen kan niet genoeg
worden gewaakt. Laat men niet vergeten,
dat ons land door een wisselwerking tus-
schen Joden en Christenen groot is ge
worden. Laat Nederland met het kostbare
erfgoed van zijn vrijheid, gebracht door
Om een scheeve toren te zien, behoeft
men waarlijk niet meer naar Pisa te gaan.
Het 1100 zielen tellende Zevenhoven heeft
er twee en al zijn deze uit een architecto
nisch oogpunt dan wellicht niet zoo be
zienswaardig als die in Italië, scheef zijn
zij ongetwijfeld en in hun recalcitrante
houding bezorgen zij het gemeentebestuur
van dit, onder den druk der tijden gebukt
gaande Zuid-Hollandsche dorp heel wat
meer hoofdbrekens dan hun soortgenoot
aan de Arno.
Wanneer men echter beide torens nog
wil zien, diene men zich te haasten, want
zeer binnenkort zal een der twee, n.l. die
van de R.-K. kerk, worden afgebroken om
plaats te maken voor een andere, welke
een geheel nieuw kerkgebouw zal sieren.
Dan rest den vreemdeling, die kans ziet,
het, sinds de opheffing van de Haarlem
mermeerspoorlijn volkomen geisoleerd lig
gende dorp te bereiken, nog slechts het
wankele torentje van de Ned. Herv. Kerk
als bezienswaardigheid, een bezienswaar
digheid weliswaar, waaraan hoegenaamd
geen aesthetisch of kunsthistorisch belang
kan worden toegekend, maar die op het
oogenblik toch ongetwijfeld de aandacht
verdient door de absolute onmacht van
haar eigenaars om ook maar iets tot haar
behoud te ondernemn.
Een stukje geschiedenis.
De heer W. M. C. Regt, gemeente-archi
varis te Alphen aan den Rijn, wien wij
dienaangande om inlichtingen vroegen,
deelt ons met betrekking tot de geschiede
nis der kerk het volgende mede:
De oude R.-K. kerk te Zevenhoven, van
vóór de Hervorming, dagteekende uit het
midden der 15e eeuw of iets vroeger. Op
een plaat van 1650, in mijn bezit, een tee-
kening van Johannes van Beerstraten, is
deze kerk duidelijk afgebeeld. Het schip
der kerk en de toren schijnen nog van den
eersten bouw te zijn, het transept en het
koor van later tijd, misschien van circa
1550. De kerk was van vrij groote afme
tingen, de toren ging vierkant op tot aan
den nok van het kerkdak, ging daarna in
een achthoek over met groote galmgaten
en eindigde in een fraaie spits. Het koor
was gesloten door de vijf zijden van een
tienhoek en was gedekt door een dakrui
ter. Een muurtje omgaf het verhoogde
kerkhof, dat hier slecht is onderhouden, en
daar de kerk van alle zijden, zoo het
schijnt, door water is omgeven, schenkt
een klein massief brugetje door een ope
ning in het muurtje toegang tot het ge
heel.
In den tijd der Hervorming was deze
kerk aan de protestanten overgegaan en
heeft daarbij nog 100 jaar dienst gedaan.
Toen was zij zóó bouwvallig geworden, dat
men besloot een geheel nieuw kerkgebouw
te stichten. Daar de gemeente door de her
vorming tot op de helft was geslonken en
in 1620 deze helft door de remonstrantsche
troebelen opnieuw was gehalveerd, was er
geen sprake van een even groot gebouw
als het vorige te stichten. Op bescheiden
Willem van Oranje, voorzichtig zijn. Onze
Koningin zet deze traditie van vrijheid
voort, getuige Haar: „Wij willen ons zelf
zijn en blijven!" (daverend applaus).
Wat na eeuwen strijd in Nederland is
veroverd, kan niet verloren gaan; wij ver
trouwen, dat wij ons vrije Nederland, ons
Nederland met Oranje, vrij aan onze kin
deren zullen kunnen overgeven.
Staande werd hierna den heer Boon door
de vergadering een ovatie gebracht, waar
na het „Wilhelmus" werd gezongen. Het
feit, dat een aantal personen het volkslied
met gestrekten arm meezong en zich op
deze wijze als tegenstanders kenbaar
maakte, gaf aanleiding tot heftige inciden
ten, die in een formeele kloppartij over
gingen. Slechts met moeite kon de orde
worden hersteld en kreeg mr. Jansma ge
legenheid voor het spreken van een slot
woord.
Onder krachtig applaus vereenigde- de
vergadering zich met een door het bestuur
der afdeeling in den geest van het bespro
kene voorgestelde protestmotie tegen het
anti-semitisme, als zijnde in flagranten
strijd met het Nederlandsch volkskarakter.
Naar aanleiding van de incidenten, die
zich aan het einde van de vergadering in
de zaal hebben voorgedaan, is een vrou
welijk lid van de N.S.B., die ervan be
schuldigd werd, dat zij een der aanwezi
gen een klap op den neus had gegeven,
door enkele agenten naar het bureau Leid-
scheplein overgebracht. Nadat de kwestie
aan de hand van verschillende, nogal ver
warde getuigenverklaringen onderzocht
was, is haar de vrijheid teruggegeven.
STEUNVERLEENING
POOTAARDAPPELEN.
Naar wij van bevoegde zijde vernemen,
zal binnenkort een Ministerieele beschik
king afkomen, betreffende steunverleening
voor goedgekeurde pootaardappelen van
denj)ogst 1935, welke niet hun bestemming
als zoodanig hebben gekregen of zullen
krijgen.
Deze steun zal varieeren tusschen 0.50
en 1.50 per 100 K.G. naar gelang van de
klassificatie door de Nederlandsche Akker
bouw Centrale.
In verband met deze steunverleening
zullen, evenals het vorige jaar, tusschen
1 en 10 April, de voorraden goedgekeurde
pootaardappelen worden geïnventariseerd,
hetgeen namens de Nederlandsche Akker
bouw Centrale zal geschieden door den
Nederlandsche Algemeene Keuringsdienst,
in samenwerking met de Provinciale
Landbouw Crisis-organisaties.
schaal en met beperkte geldmiddelen kwam
een nieuwe kerk tot stand; de laatste leer
rede in de oude werd gehouden 18 Mei
1783 en de nieuwe werd 2 October 1785
in gebruik genomen.
Een nieuwe pastorie kwam in Nov. 1821
tot stand.
Had de oude kerk 300 jaar dienst ge
daan, de nieuwe was reeds na 50 jaar zoo
danig in verval, dat zij grootendeels moest
worden vernieuwd. Daartoe werd er 10
April 1936 voor het laatst in gepreekt en
de herstelde en vernieuwde kerk 11 Aug.
1837 ingewijl. In 1881 is opnieuw de kerk
en de pastorie gerestaureerd; in 1906 de
pastorie nogmaals en in Aug. 1919 ook de
kerk nog eens weer hersteld.
In den toren hangt een klok, die blij
kens het opschrift door G. H. van Hengel
te Rotterdam is gegoten. Een met hetzelf
de opschrift hangt in den herstelden dorps-
toren te Nieuwkoop. Inwendig heeft de
kerk weinig bezienswaardigs. Bij een be
zoek dat ik er 10 jaar geleden bracht, hing
er nog een 18e eeuwsch kerkkroontje. De
preekstoel was uit 1787 en bevatte naast
dit jaartal de initiatlen J. P. (links, en
rechts als spiegelbeeld herhaald). De bij
bellegger, van hout vervaardigd, was met
de letters G. R. (en dezelfde letters als
spiegelbeeld er door heen) kunstig besne
den. Bij het avondmaal gebruikte men 2
eenvoudige, maar uit de 17e eeuw dagtee-
kenende, zilveren bekers. Het overige ge:
rei was van tin.
Grafzerken uit de oude kerk vóór 1783
-lagen in den stal bij den heer Straat en
te Nieuwveen bij den heer Kieber.
Tot zoover de heer Regt.
Toren en kerk.
De toren is, zooals die van oude ker
ken in vele andere gemeenten, volgens
een staatsregeling van 1798, eigendom der
gemeente. Reeds drie jaar geleden open
baarden zich ernstige teekenen van ver
val, ook aan het kerkgebouw zelf, dat hier
en daar bedenkelijke scheuren begon te
vertoonen. Zooals gewoonlijk in dergelijke
gevallen, was er aanvankelijk eenig mee-
ningsverschil tusschen de Kerkvoogdij
eenerzijds en het gem.-bestuur anderzijds
over de vraag, wie de oorzaak was van dit
verval; de toren of de kerk. De gemeente
opzichter constateerde, dat de toren 3 a 4
c.M. naar het oosten overhelde, maar de
-reden daarvan moest worden gezocht in 't
feit, dat de fundamenten van de kerk ge
heel verteerd waren. Overigens was dit,
in de beste verstandhouding gevoerde dis
puut eigenlijk van zeer geringe beteeke-
nis, want tne slotte had noch de gemeente,
noch de kerkvoogdij ook maar een cent be
schikbaar om de noodige herstellingen te
laten aanbrengen.
Intusschen namen de scheuren in de bui
tenmuren toe, in het metselwerk van den
toren hadden ernstige ontwrichtingen
plaats, waardoor verschillende ankers wer
den verwrongen en tengevolge daarvan
verzakte het noordwestelijk gedeelte van
het kerkgebouw meer en meer. De fun
deering van den noordgevel week, vooral
aan de westzijde, sterk naar buiten uit, het
opgaande muurwerk bolde van buiten zeer
opmerkelijk en in het kerkgebouw zelf
openbaarden zich groote scheuren ter
plaatse van het dichtgemetselde noordelijk
venster in den westgevel.
De gemeente-opzichter constateerde te
vens, dat de toren jaarlijks pl.m. 2 c.M.
meer naar het oosten overhelde, zoodat
thans drie jaar later de afwijking
duidelijk te zien is.
Geen geld.
Zevenhoven zat in zak en asch. Op de
gemeentebegrooting was een bedrag van
vijftig gulden uitgetrokken voor restau
ratie van den scheeven toren en de kleine
kerkelijke gemeente staarde op den bo
dem van een leege schatkist. Desondanks
moest er iets worden gedaan. De toestand
kon zoo niet blijven en het gemeentebe
stuur wendde zich in arren moede tot
Ged. Staten van Zuid-Holland. Men vroeg
dit college een onderzoek te willen instel
len, maar een toren is nu eenmaal ge
meentelijk bezit en Ged. Staten achtten
het daarom den veiligsten weg het Ge
meentebestuur naar de Rijkscommissie
voor de Monumentenzorg te verwijzen,
welke reeds zoovele oude gebouwen voor
den ondergang heeft bewaard. Hoewel de
kerk er niet naar uitzag, achtte men de
mogelijkheid niet uitgesloten, dat hieraan
nog kunst-historische waarde kon worden
toegekend, zoodat men de gemeenschap
slechts een dienst zou bewijzen, wanneer
tijdig pogingen werden aangewend tot
haar behoud.
„Monumentenzorg" zond twee harer
bekwaamste ambtenaren, düe een gron
dig onderzoek instelden en hun bevindin
gen neerlegden in een rapport, dat dezer
dagen is afgekomen. Daarmee is echter
tevens alle hoop, welke er ten aanzien van
hulp van buiten nog in den boezem van
gemeente- en kerkbestuur mocht leven,
in rook vervlogen, want van eenige fin an-
cieele medewerking van deze zijde kan geen
sprake zijn.
Het rapport des deskundigen.
De kerk, aldus het rapport, waaraan we
hier verder een en ander ontleenen, is een
rechthoekige zaal van vier traveëen, ten
westen voorzien van een toren, voor de
helft bestaande uit een rechthoekig uit
springend gedeelte van den voorgevel en
voor de ander helft uit een paar hooge
grenenhouten stijlen in de kerk, die het
metsel- en houten schotwerk dragen, dat,
met het uitspringend deel van den voorge
vel, boven het kerkdak den rechthoekigen
grondslag vormt voor een open, houten
klokke-achterkant.
De Nederl. Stads- en Dorpsbeschrijver
geeft een grove afbeelding van de kerk in
1801, waaruit blijkt, dat deze destijds al
dezelfde vormen had als tegenwoordig.
Wellicht is het gebouw kort tevoren opge
trokken en geeft het jaartal 1787 op den
soberen Lodewijk XVI-preekstoel den
bouwtijd ongeveer aan. In 1937 is de kerk,
volgens van der Aa, wegens bouwvallig
heid „vernieuwd en uitnemend verfraaid".
Dat de vroegere kerk, aan Joh. den Doo-
per gewijd, er geheel anders uitzag, be
wijst een teekening van J. Beerstraten
(1622—1666).
Kerk en toren verkeeren thans in een
toestand van ernstige bouwvalligheid.
Hoewel een onderzoek van de paalfun-
deering en den daarop rustenden voet der
muren niet kon plaats hebben, kan toch
met vrij groote zekerheid' worden aange
nomen, dat een groot deel der gebreken
ontstaan zijn door den slechten toestand
der fundeering.
De geheele kerk helt vrij regelmatig
naar het oosten over. De oostgevel vliegt
ongeveer 20 cM. Inwendig helden de pilas
ters en vensters over een hoogte van 4 me
ter ongeveer 6 c.M. naar het oosten over,
evenals de westgevel met den torenuit
bouw.
Gevaar voor instorting!
Na een uitvoerige beschrijving van de
verschillende afwijkingen, welke wij hier
voor reeds noemden, besluit het rapport:
Een juiste voorstelling van den toestand
is slechts te verkrijgen door nauwkeurig
onderzoek van de fundeering en regelma
tig aflooden van de muren. Dit onderzoek
zal waarschijnlijk aantoonen, dat het be
houd van de kerk alleen kan worden ver
kregen door een algeheele vernieuwing van
de fundeering en tevens dat handhaving
van den bestaanden toestand gevaarlijk
kan worden, bepaaldelijk omdat instorting
van het uitbuikenden deel van den noord
west gevel geenszins is uitgesloten.
Herstelling van dezen hoek zal echter
slecht tydelijk verbetering brengen, om
dat de oorzaak van het kwaad daardoor
niet wordt weggenomen.
Daar kerk en toren uit oudheidkundig
oogpunt waardeloos zijn, ligt het niet op
den weg van ons bureau advies te geven
over de vraag, wat bij den gegeven stand
van zaken behoort te geschieden. Als ons
aanvankelijk oordeel kunnen wij echter
mededeel en, dat een afdoende herstelling
zóó kostbaar zal zijn, dat het de voorkeur
verdient het gebouw te sloopen en door
een nieuw te vervangen.
Maar wie zal dat betalen?
Dit laatste advieh, hoe goed ook bedoeld,
is in Zevenhoven uiteraard met gemeng
de gevoelens ontvangen. Met vijftig gul
den op de begrooting sloopt men zelfs geen
scheeven toren, laat staan een volledig
kerkgebouw!
De vroede vaderen hebben in hun laat
ste vergadering nog eens de hoofden bij
een gestoken en in machtelooze resignatie
besloten zich nu maar weer eens tot Ged.
Staten te wenden met de boodschap, dat
„Monumentenzorg" er ook geen raad mee
weet.
Eiken Zondag, waarop de Zevenhovena-
ren ter kerke tijgen, helt de toren 0.4 m.m.
meer naar het oosten, buikt het opgaande
muurwerk van het kerkgebouw meer naar
buiten uit en zit er weer een nieuwe scheur
bij het lichtgemetselde noordelijk venster
in den westgevel...'.
De toestand lijkt ons thans inderdaad
zeer gevaarlijk en mede met het oog op de,
in de onmiddellijke nabijheid liggende en
gedeeltelijk aan de kerk aangebouwde wo
ningen, dunkt het ons dan ook noodzake
lijk, dat de dienst wordt gestaakt en ten
spoedigste tot afbraak van de geheele kerk
wordt besloten.
De instorting van de eveneens zeer bouw
vallige kerk te Hoogmade, eenige jaren
geleden, moge in deze als waarschuwend
voorbeeld dienen!
Het gemeentebestuur zal het gemis van
den toren niet betreuren en het, op de
begrooting uitgetrokken bedrag van vijf
tig gulden voor restauratie wellicht gaarne
beschikbaar stellen als basis voor den bouw
van een nieuwe kerk, wanneer anderen
zich geroepen achten daarin mede 'n steen
tje bij te dragen.