COMMISSIE VAN ACHTTIEN WIL HET NOG EENS PROBEEREN DINSDAG 3 MAART 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 BUITENLAND DUITSCHLAND. GULDEN WOORDEN VAN KERRL Minacht dengene, die beschimpt, wat den naaste heilig is In een bijeenkomst van studenten heeft rijksminister Kerrl Zondagmorgen een uitvoerige rede uitgesproken over proble men van wereldbeschouwing en religie. In den loop van deze redevoering zeide Kerrl ojn.: Wij staan in een omwenteling, waarin oude waarden vallen, nieuwe waarden naar boven komen. Het is geen worsteling om woorden en formules, het is een wor steling om houding, om een volgens na tuurlijke ordeningen georiënteerd leven. Het gaat er om deze worsteling als werke lijk Duitsch mensch uit te voeren. Met. klem vermaande de minister zijn toehoorders de volgens het bloed gegeven eenheid en daarmede door God gewilde gemeenschap van alle Duitschers geen oogenblik te verloochenen of voorbij te loopen door de gevormdheid naar belijde nis, klasse en vermogen. „Minacht, aldus de minister, dengene, die zijn naaste beschimpt in datgene, wat hem heilig is. Je hebt niet in te grijpen in het recht van den enkeling. Je moet eer bied hebben voor de waardigheid van de autonome persoonlijkheid. Geloof je, dat je een groot man bent, wanneer je den volksgenoot om der wille van zijn geloof belachelijk maakt? Wie dat doet, is be slist niet van het juiste geloof'. AFVALLIGHEID IN DE NAZI-PARTIJ? Verscheidene ambtenaren nemen hun ontslag als lid Gedurende de laatste maanden zijn ver schillende functionarissen der openbare diensten uit de nationaal-socialistische par tij getreden. De afvalligheid is zoo groot geworden, dat de rijksminister van bin- nenlandsche zaken last heeft gegeven een onderzoek in te stellen naar ieder afzon derlijk geval. Het onderzoek zal tot ontslag van den ambtenaar kunnen leiden. GEHEIME CONFERENTIE TE BERLIJN Hitier keerde gisteren uit Beieren terug naar Berlijn, om een belangrijke geheime conferentie te presideeren, welke gehou den werd in het paleis van den Rijkskan selier. De conferentie zoo verluidt uit ge zaghebbende bron, hield zich bezig met het nieuwe vlootverdrag met Engeland. De conferentie was een soort „raad der chefs", der bij het vlootverdrag geinteres- seerde departementen. Aanwezig waren generaal von Blomberg, generaal von Fritsch, admiraal Raeder, generaal Goe- ring, minister Goebbels, von Ribbentrop en waarschijnlijk ook von Neurath. De conferentie duurde van des morgens tot des middags en werd dan hervat tot in den avond. Een communiqué werd niet uitgegeven, ENGELAND. DUITSCH—ENGELSCH VLOOTVERDRAG Berlijn tot aanvulling bereid Nader wordt bekend, dat de Duit- sche gezantschapsraad, vorst Bismarck, Zaterdag den Engelschen minister van buitenlandsche zaken, Eden medegedeeld heeft, dat Duitschland in principe bereid is onderhandelingen te voeren over een zoodanige aanvulling op de basis van het kwalitatieve accoord, dat op de huidige vlooteonferentie bereikt zou worden. Er bestaat echter overeenstemming over, dat deze besprekingen aangegaan worden onder voorwaarde, dat een dergelijk bila teraal, kwalitatief verdrag tusschen Enge land en Rusland gesloten worden zal. BUITENLANDSCHE BERICHTEN 13 ARBEIDERS GEDOOD Uit Revelstoke (Britsch Columbië) wordt gemeld, dat daar een verschrikkelijk on geluk heeft plaats gehad, waarbij, naar tot nu toe bekend is, dertien arbeiders om het leven zijn gekomen; acht arbeiders zijn ernstig gewond, terwijl twee werklie den nog worden vermist. De arbeiders probeerden een ontspoor den tender weer op de rails te zetten. Door tot nu toe onbekende oorzaak geraakte de tender in beweging. Eenige arbeiders wer den overreden, terwijl anderen tegen de locomotief werden gedrukt en een ontzet ten den dood vonden. AARDBEVING OP HOKKAIDO? Gistermiddag om 3 uur 29 minuten 40 seconden (Greenwichtijd) heeft het cen traal Russisch seismologisch station een aardbeving van aanzienlijke kracht gere gistreerd op een afstand van 7160 km. van Moskou. Het epicentrum bevindt zich in Noord-Japan, in de streek van het eiland Hokkaido. De trilling van den grond te Moskou bedroeg 65 microns. Nieuwe vredespoging De Italianen eischen gaan thans verder dan vroeger ROME'S EISCHEN. Omtrent de onderhandelingen te Genève en de berichten over vredespogingen al dus het Duitsohe Nieuwsbureau is men in politieke kringen te Rome van meening, dat vredesvoorstellen aanvaardbaar zou den zijn, wanneer zij rekening hielden met alle Italiaansche eischen. Uiteraard gaan deze eischen thans zeer veel verder dan eenige maanden geleden. Omtrent den omvang van de Italiaan sche eischen wil men echter geen mede- deelingen doen. Men legt er echter den na druk op, dat Italië er niet bijzonder veel prijs opstelt, deze kwestie aan te snijden. Men voelt te Rome het feit als beslissend, dat vier belangrijke Abessijnsche leger corpsen, welker sterkte men hier op min stens 50.000 man schat, vernietigend ver slagen hebben kunnen worden. In ieder geval wil men te Rome geen geloof slaan aan eenigerlei beinvloedin'g van de mili taire operaties door den tijd der z.g. klei ne regens. NA DEN SLAG. De troepen van het eerste en het derde Italiaansche legercorps zijn thans, naar Ste- fani meldt, bezig met het verzamelen van den oorlogsbuit op het oorlogsterrein in Tembien en met het tellen van de gedoode vijanden. De luchtstrijdkrachten achtervolgen nog steeds de vluchtende Abessijnsche afdee- lingen. De genie heeft een aanvang ge maakt met het aanleggen van een weg in de bezette gebieden. Speciale dagbladcorrespondenten aan het noordelijk front seinen, aldus Stefani uit Rome, bijzonderheden over de overwin ning in Tembien, waarbij zij o.m. doen uit komen met welke hardnekkigheid, vuur en drift de Abessijnen gevochten hebben tij dens de wanhopige pogingen, om den Am- ba Work te hernemen, den berg, waarvan de alpenjagers en zwarthemden zich had den meester gemaakt, na een schitterende beklimming gedurende den nacht van een bijna loodrechten wand aan de zuidzijde van den berg. Twaalf malen vielen de Abessijnen zonder succes dan Amba Work aan: Ras Kassa wierp zelfs manschappen van de intendance-diensten in het vuur. Volgens de eerste tellingen hebben de Abessijnsche troepen reeds in den slag om den Amba Work meer dan drieduizend doo- den op het slagveld achtergelaten. De correspondenten melden aan hun bla den, dat Ras Seyoem er niet in geslaagd is te vluchten, en dat hij achtervolgd wordt door Italiaansche detachementen. Vliegtuigen strooien manifesten uit. Boven het nog niet onderworpen Abes sijnsche land hebben gisteren Italiaansche vliegtuigen een manifest in de talen des lands uitgestrooid, waarin den Abessyniërs kond wordt gedaan van Italië's triomfen en onweerstaanbaren opmarsch. Het mani fest luidt aldus: „De legers van den mach tige der machtigen, den koning van Italië, hebben die van den negus neghesti, aan bei de uiteinden van zijn rijk, verslagen. Generaal Graziani vernietigde het leger van Ras Desta. Onze luchtstrijdkrachten naderen Addis Abeba. Maarschalk Badoglio versloeg de legers van Ras Kassa en Ras Seyoem. Wij maken ons gereed, om onze opmarsch voort te zetten. Gij zult geen weer stand kunnen bieden. Indien ge de Italianen als vrienden ont vangt, zullen zij uw huizen, uw kerken, uwe vrouwen eerbiedigen, en u niet storen bij uwe werkzaamheden, maar indien ge u verzet tegen hun opmarsch, zullen ze on verbiddelijk zijn, gelijk de wapenen, die met hen oprukken." De stemming in de Abessijnsche hoofd stad schijnt gespannen te zijn, tengevolge van de dreiging, uit Noord en Zuid en de moorddadige gevechten op het front. Men is van meening, dat de oorlog thans wer kelijk is begonnen en spoedig in een beslis send stadium kan komen. ONZE AMBULANCE IN ABESSINIë. In twee secties verdeeld; de leider blijft te Dessie. Reuter seint ons uit Addis Abeba d.d. 2 Maart, dat de Nederlandsche Roode Kruis- ambulance in twee secties is verdeeld: één onder leiding van dr. v. d. Dv°s en één on der leiding van dr. van Schelven. De eerste sectie is naar het Noorden ge trokken en is op het oogenblik vermoede lijk in de omgeving van het Asjangi- meer; de tweede is vermoedelijk nabij Wal- dir. Dr. Winckel, de leider van de ambulance, blijft in de ba EEN OLIE-EMBARGO OOK ZONDER AMERIKA? De Commissie van achttien der coördi natie-conferentie heeft gistermiddag om 4 uur in aanwezigheid van den Engelschen en den Franschen minister van Buitenland sche Zaken hare werkzaamheden in een niet-openbare zitting hervat. De gedelegeerden beraadslaagden aller eerst over de uitvoering der bestaande sancties. De Zweedsche vertegenwoordiger, Westman, bracht als voorzitter van de hier voor ingestelde commissie van deskundi gen rapport uit. In het verder verloop van de zitting der commissie van achttien stelde de Fran- sche minister van Buitenlandsche Zaken, Flandin voor aan den oorlog in Abessinië zoo spoedig mogelijk een einde te maken door wederom een poging tot verzoening in het werk te stellen. Tot dit doel zal de commisie van dertien van den Volkenbondsraad, d.w.z. van den raad zonder de confligeerende partijen, binnenkort bijeengeroepen worden. De Engelsche minister van Euitenland- sche Zaken, Eden, stemde in met dit voor stel, waarop het bijeenkomen van de com missie van dertien reeds voor Dinsdag on der oogen werd gezien. Er blijven nog formaliteiten te regelen voor de bijeenroeping, aangezien de com missie van achttien als orgaan van de coördinatie-conferentie daar geen bevoegd heid toe heeft. Voor het geval dat de nieuwe arbitrage pogingen niet tot een resultaat mochten leiden, heeft Eden in de zitting van giste ren aangekondigd, dat Engeland zal toe stemmen in het afkondigen van een pe troleum-embargo, ingeval de voor de pro ductie en het transport toonaangevende landen zich daarbij aansluiten. In de wandelgangen merkte men op, dat uit de verklaring van Eden volgt dat En geland bereid is de petroleumsanctie toe te passen, zelfs zonder deelnemen van de Vereenigde Staten. In Volkenbondskringen is men van mee ning, dat de Commissie van dertien in staat zal zijn snel haar opdracht tot raad plegen van de oorlogvoerenden uit te voe ren en dat de sanctiecommissie nog in de huidige zitting zoo noodig gevolg kan ge ven aan de Britsche voorstellen. Iedere automobilist kan u dadelijk vertellen, hoeveel kilomeier per uur zijn wagen haalt, maar slechts weinigen weten, hoeveel meter ze wel noodig hebben om met die vaart te stoppen I Na de mislukte putsch in Japan HOE OKADA ONTSNAPTE. Hij verborg zich in een lijkkist. De „North China Daily News" verhaalt de dramatische omstandigheden van de red ding van Okada: Terwijl kolonel Matsoei, een zwager van Okada, ziende, dat de aanvallers hem voor den admiraal hielden, zich in diens plaats liet dooden, verborg de door zijn dienaren gewaarschuwde Okada zich in een meta len koffer. Vervolgens liet hij de familie waarschuwen, die gekomen was om het stoffelijk overschot van den vermoorde weg te halen. Met behulp van eenige be dienden nam Okada daarop plaats in een lijkkist van groote afmetingen, waarin het lijk van zijn zwager reeds was gelegd om op deze wijze buiten zijn paleis te worden gebracht, dat door de muiters bezet werd gehouden. HARAKIRI. „Om het voorbeeld te geven" aan de op standige officieren, die de militaire regle menten heben overtreden, heeft een 31- I jarige luitenant van de keizerlijke garde, Kenkisji Aosjima genaamd, zich volgens den j zoogenaamden „eervollen ritus" der Japan- ners van het leven beroofd, door zich den I buik open te snijden. IZijn vrouw, Kimoko, 23 jaar oud, sneed zich na hem de keel af. Beiden waren ge kleed in het gewaad, waarin op plechtige wijze harakiri wordt gepleegd. In een brief, dien hij achterliet, deelde de luitenant mede, niet te kunnen verdra gen, dat keizerlijke Japansche troepen tegen elkaar hadden gestreden. De daad van den jongen officier heeft zeer veel opzien gebaard. Het stoffelijk overschot van den vermoor den minister van financiën, Takahashi, is, na een groote plechtigheid in het sterfhuis overgebracht naar het crematorium. In de hoofdstad heerscht groote militaire bedrijvigheid. Troepen-afdeelingen, die in verband met den opstand in Tokio waren samengetrokken, worden weer naar de sta tions gedirigeerd, terwiji andere troepen naar Mandsjoekoeo verrtekken ter aflossing van de afdeelingen, die daar thans dienst doen. Op de belangrijkste punten der stad zijn kleine posten achtergebleven. NEDERLANDERS IN UITSTEKENDEN TOESTAND. Gistermorgen kreeg het hoofdbestuur van Aneta te Batavia, na dagenlange vergeef- sche pogingen, rechtstreeksche telefonische aansluiting met Tokio en kon men infor- meeren naar den toestand van de aldaar ge vestigde Nederlanders. Hierop werd geant woord dat dezen zich in uitstekenden toe stand bevinden en alles thans weer rustig is. Alhoewel de staat van beleg nog niet is opgeheven, is het stadsbeeld wederom nor maal. Ten aanzien van de bewaking van de Ne derlandsche legatie werd vernomen, dat deze bestond uit politie, daar de legatie buiten de gevaarlijke zone is gelegen. Deze afdeeling politie is thans ingerukt. Sedert BINNENLAND VERLAGING VAN PENSIOENEN. RAPPORT COMMISSIE-PALM. Bezuiniging voor het Rijk ten bedrage van ruim drie mil li oen gulden. Dezer dagen werd vermeld, dat een wets ontwerp tot verlaging van de pensioenen der burgerlijke en militaire ambtenaren, overeenkomstig het rapport der commissie- Palm spoedig is te wachten. Nader verneemt het „N. v. d. Dag", dat het de bedoeling is deze verlaging te doen ingaan op 1 Juli 1936 en van kracht te doen zijn tot 1 Januari 1941. Uit den voorgestel- den maatregel wordt een jaarlijksche be zuiniging verkregen voor het Rijk van 3.300.000; voor het veertigtal gemeenten, dat voor een deel har er ambtenaren het risico van eigen pensioen draagt, van 800.000 en voor het Alg. Burgerlijk Pen sioenfonds van 1.600.000. Besloten werd, uit te gaan van de alge- meene wijzigingen, welke de salarissen der amtbenaren in den loop der jaren hebben ondergaan, met inachtneming van een li miet, beneden welke het herberekende pen sioen niet zal mogen dalen. Te verwachten valt, dat een pensioenverlaging tot ten hoogste 10 pCt. vrijwel zal overeenkomen met de daling der ambtenaarssalarissen in het algemeen. In aansluiting aan het bepaalde in de Ambtenarenwet 1929, volgens welke bepa ling de eerste 800 van het pensioen niet vatbaar is voor inhouding, beslag en kor ting, wordt voorgesteld van de herbereke ning en de daaruit voortvloeiende verlaging der pensioenen uit te sluiten de pensioenen van 800 en daar beneden. Aangezien de pensioenen voor het reser ve-personeel van de zee- en landmacht voor alle gevallen als een pensioen uit een nevenbetrekking moeten worden be schouwd, wordt voorgesteld voor deze pen sioenen bedoelde limiet niet in acht te ne men. Vrijstelling van de pensioenen van 800 en lager van de herberekening brengt van zelf mede, dat door de herberekening ook geen pensioen van boven 800 tot beneden dat bedrag mag dalen. Het schijnt rationeel de maximum verla ging van 10 pet. eerst toe te passen op de pensioenen der na 1 Januari 1923 ontslagen ambtenaren en met vrijstelling der pen sioenen der in 1920 of daarvoor ontslar gen ambtenaren de verlaging der pen sioenen van de in 1921 en 1922 ontslagen ambtenaren op een verminderd percentage te stellen. Bij de berekening van het pensioen naar de middelsom der pensioengrondslagen over de laatste 3 dienstjaren, welke berekenings wijze, wegens de salarisverhoogingen in die jaren wel de meest gebruikelijke zal zijn geweest, is het redelijk de stijging in ver lagingspercentages voor genoemde jaren dienovereenkomstig te doen zijn. De regeling stelt daarom naast de verla ging van de pensioenen der in 1923 ontsla gen ambtenaren met 10 pet. de verlaging op 2 en 6 pet. voor de pensioenen der respec tievelijk in 1921 en 1922 ontslagen ambte naren. Uitgaande van een normale pensioenbe rekening voor de burgerlijke ambtenaren naar de middelsom der pensioengrondslagen der laatste 3 dienstjaren zullen de na 1 Januari 1937 te verleenen pensioenen vol ledig aan deze 10 pet. salarisverlaging aan gepast zijn te achten en die van na 1 Januari 1939 aan de 5 pet. salarisverlaging van 1 Januari 1936. Gedurende het jaar 1938 behoeft dus nog slechts van de 5 pet. verlaging van 1 Ja nuari 1936 van 1/3 op 1 Januari tot nihil te worden, hetgeen een te verwaarloozen per centage oplevert in een op globale afgeron de verlagingspercentages berustend systeem. Vandaar dat de regeling de pensioenen der in 1938 en later ontslagen ambtenaren onaangetast laat. Voor de militairen, met een pensioenbe rekening over de inkomsten van het laatste dienstjaar, is het salarispeil van 1 Januari 1920 reeds ten volle verdisconteerd in de pensioenen, verleend na 1 Januari 1921, en dat van 1 Januari 1936 in de pensioenen van de na 1 Januari 1937 ontslagenen. Vandaar dat de regeling de pensioenver laging voor de militaire pensioenen van na 1 Januari 1921 onmiddellijk op de volle 10 pet. stelt en de verlaging beperkt tot de pensioenen der militairen vóór 1 Juli 1936 ontslagen, terwijl ook de daling in de per centages na 1 Januari 1934 sneller verloopt. Rapport nog onderwerp van bespreking. Naar aanleiding van bovenstaande mede- deelingen vernemen wij, dat de regeering, alvorens haar standpunt definitief te bepa len, het rapport der commissie, zooals te doen gebruikelijk is, aan de commissies voor Georganiseerd Overleg heeft toege zonden. Het bedoelde rapport maakt thans een onderwerp van besprekingen uit in deze commissies. Het trekken van conclusies ten aanzien van het regeeringsstandpunt moet dus als voorbarig worden aangemerkt. Overigens zij er op gewezen, dat de in het rapport genoemde korting vrijwel over eenkomt met de voor de spoorwegpen sioenen getroffen maatregelen. gisteren zijn de Japansche bladen wederom uitgekomen. Het publiek hield zich tijdens den op stand buitengewoon kalm. Nogmaals wordt er de nadruk opgelegd, dat de Nederland sche bedrijven en de scheepvaart rustig doorgaan. CREDIETEN VOOR WERKVERRUIMING. Er is nog 13.7 millioen van de 60 millioen uit het Werkfonds beschikbaar; verhooging tot 20 millioen. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging en verhooging van het zevende hoofd stuk B der Rijksbegrooting voor het dienst jaar 1935. (Crediet voor werkverruiming). Aan de toelichting hiervan is ontleend: Gelijk uit het aan de Staten-Generaal toe gezonden driemaandelijksche verslag van het Werkfonds 1934, loopende van 16 Sep tember 1935, blijkt, is ten laste van den be- grootingspost van het Werkfonds 1934 rond 17.7 millioen bestemd voor zgn. industri- eele projecten. Inmiddels zijn deze bedra gen (midden Februari 1936) op respectie velijk rond 64.2 en 17.9 millioen te stel len. Laatstgenoemde som zal worden overge bracht naar de op den kapitaaldienst van Hoofdstuk X uit te trekken post voor te verstrekken geldleeningen aan de N.V. Maatschappij voor Industriefinnaciering. Als gevolg daarvan blijft dan van het toegestaan crediet ad 60.000.000 rond 13.7 millioen beschikbaar voor nieuwe plannen voor openbare werken. De regeering acht het echter wenschelijk, dat voor dit doel de beschikking worde verkregen over een som van in totaal 20 millioen. Vandaar, dat bij het bij deze memorie behoorend wetsont werp een nieuw crediet wordt aangevraagd, ten beloope van het verschil tusschen deze twee bedragen, zijnde 6.3 millioen. De werken, die zullen worden uitgevoerd, zijn onder andere de voortzetting van de scheepvaartverbinding van Groningen met de Zuiderzee en het IJsselmeer, de voort zetting van het reeds aangevangen afwate ringskanaal voor de Geldersche Vallei, van het spoorwegplan Utrecht en nog verschil lende wegenverbeteringen met name de verbindingen Amsterdamden Haag, den Haag en RotterdamUtrecht. INDUSTRIE-FINANCIERING. Gelden voor deelneming in het aandeelen kapitaal gevraagd. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging en verhooging van het tiende hoofd stuk der Rijksbegrooting voor het dienst jaar 1936. (Industrie-financiering). Aan de Staten-Generaal is reeds ter over weging aangeboden een ontwerp van wet tot oprichting van een naamlooze vennoot- schop n.v. Maatschappij voor Industrie financiering. De noodige gelden voor de deelneming iin het aandeelenkapitaal van deze vennootschap worden bij het onder havige wetsontwerp aangevraagd. Tevens zijn hierbij memorieposten opgenomen voor een bijdrage aan genoemde n.v. in even- tueele verliezen op verstrekte credieten of op deelneming in het kapitaal van indus- trieele ondernemingen resp. voor het ver strekken van een geldleening aan deze n.v. DE CLEARING MET DUITSCHLAND. Het Nederlandsche Clearinginsituut deelt het volgende mede over den stand der clearing met Duitschland per 29 Februari, vergeleken met 22 Februari: 1.Stortingen in Nederland 33.549.900 29.815.500, waarvan bestemd voor: a. achterstallige vorderingen 4.589.400 4.085.700; b. rentedienst Dawes- en Youngleening en Still halte; rentetransfer 2.457.000 1.875.000; c. vrij rekening Reichsbank 1.312.600 1.168.600; d. nieuwe onder de cearing vallende vor deringen 25.190.900 22.686.200. 2. Stortingen in Duitschland (nieuw on der de cearing vallende vorderingen) (in clusief saldo 1935 ad 35.655.500) 65.534.600 61.663.000 3. Uitbetalingen in Nederland op nieuwe vorderingen (in mindering komend van het bedrag onder 1. d) 23.907.300 21.199.800. Laatst uitbetaald nummer van storting: 183457. 4. Speciale verrekening tegen afgegeven reischèques (inclusief saldo '35 ad 367.800) 792.200 728.400; Uitbetalingen in Nederland 1500 1500. Nog beschikbaar 790.700 726.900. NED. SPOORWEGEN. Definitieve ontvangsten tot Nov. 1935 10 millioen gedaald. De definitieve ontvangsten der Neder landsche Spoorwegen over November 1935 waren 7.511.769.22 tegen f 8.410.981.in 1934. De totale ontvangsten van 1 Januari af zijn respectievelijk 93.446.791.57 en 103.954.104.96, hetgeen dus een verschil van ruim 10.000.000 uitmaakt. DE VOEDINGSTOESTAND VAN SCHOOLKINDEREN. Een commissie van onderzoek naar de meest bruikbare methode. De minister van sociale zaken, zal een commissie van vjjf leden instellen met de opdracht een voor het geheele land bruik bare methode aan te geven, volgens welke het onderzoek naar den voedingstoestand van schoolkinderen en de verwerking van de verkregen gegevens moet plaats hebben. Naar wij vernemen zijn de navolgende hoeren aangezocht in die commissie zitting te nemen, n.l. dr. C. L. Deyll, dr. J. C. Streng en dr. G. D. Swanenburg de Veye, respectievelijk leiders van den schoolartsen- dienst te Amsterdam, Den Haag en Veen- dam, benevens de heeren dr. E. H. J. van der Heyden, directeur van den gemeente lijken geneeskundigen- en gezondheids dienst te Maastricht en prof. dr. N. Tinber gen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6