COMMISSIE VAN ACHTTIEN WIL HET
NOG EENS PROBEEREN
DINSDAG 3 MAART 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
BUITENLAND
DUITSCHLAND.
GULDEN WOORDEN VAN KERRL
Minacht dengene, die beschimpt,
wat den naaste heilig is
In een bijeenkomst van studenten heeft
rijksminister Kerrl Zondagmorgen een
uitvoerige rede uitgesproken over proble
men van wereldbeschouwing en religie. In
den loop van deze redevoering zeide Kerrl
ojn.:
Wij staan in een omwenteling, waarin
oude waarden vallen, nieuwe waarden
naar boven komen. Het is geen worsteling
om woorden en formules, het is een wor
steling om houding, om een volgens na
tuurlijke ordeningen georiënteerd leven.
Het gaat er om deze worsteling als werke
lijk Duitsch mensch uit te voeren.
Met. klem vermaande de minister zijn
toehoorders de volgens het bloed gegeven
eenheid en daarmede door God gewilde
gemeenschap van alle Duitschers geen
oogenblik te verloochenen of voorbij te
loopen door de gevormdheid naar belijde
nis, klasse en vermogen.
„Minacht, aldus de minister, dengene,
die zijn naaste beschimpt in datgene, wat
hem heilig is. Je hebt niet in te grijpen in
het recht van den enkeling. Je moet eer
bied hebben voor de waardigheid van de
autonome persoonlijkheid. Geloof je, dat
je een groot man bent, wanneer je den
volksgenoot om der wille van zijn geloof
belachelijk maakt? Wie dat doet, is be
slist niet van het juiste geloof'.
AFVALLIGHEID IN DE NAZI-PARTIJ?
Verscheidene ambtenaren nemen hun
ontslag als lid
Gedurende de laatste maanden zijn ver
schillende functionarissen der openbare
diensten uit de nationaal-socialistische par
tij getreden. De afvalligheid is zoo groot
geworden, dat de rijksminister van bin-
nenlandsche zaken last heeft gegeven een
onderzoek in te stellen naar ieder afzon
derlijk geval.
Het onderzoek zal tot ontslag van den
ambtenaar kunnen leiden.
GEHEIME CONFERENTIE TE BERLIJN
Hitier keerde gisteren uit Beieren terug
naar Berlijn, om een belangrijke geheime
conferentie te presideeren, welke gehou
den werd in het paleis van den Rijkskan
selier. De conferentie zoo verluidt uit ge
zaghebbende bron, hield zich bezig met
het nieuwe vlootverdrag met Engeland.
De conferentie was een soort „raad der
chefs", der bij het vlootverdrag geinteres-
seerde departementen. Aanwezig waren
generaal von Blomberg, generaal von
Fritsch, admiraal Raeder, generaal Goe-
ring, minister Goebbels, von Ribbentrop
en waarschijnlijk ook von Neurath. De
conferentie duurde van des morgens tot
des middags en werd dan hervat tot in
den avond. Een communiqué werd niet
uitgegeven,
ENGELAND.
DUITSCH—ENGELSCH
VLOOTVERDRAG
Berlijn tot aanvulling bereid
Nader wordt bekend, dat de Duit-
sche gezantschapsraad, vorst Bismarck,
Zaterdag den Engelschen minister van
buitenlandsche zaken, Eden medegedeeld
heeft, dat Duitschland in principe bereid
is onderhandelingen te voeren over een
zoodanige aanvulling op de basis van het
kwalitatieve accoord, dat op de huidige
vlooteonferentie bereikt zou worden. Er
bestaat echter overeenstemming over,
dat deze besprekingen aangegaan worden
onder voorwaarde, dat een dergelijk bila
teraal, kwalitatief verdrag tusschen Enge
land en Rusland gesloten worden zal.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
13 ARBEIDERS GEDOOD
Uit Revelstoke (Britsch Columbië) wordt
gemeld, dat daar een verschrikkelijk on
geluk heeft plaats gehad, waarbij, naar
tot nu toe bekend is, dertien arbeiders om
het leven zijn gekomen; acht arbeiders
zijn ernstig gewond, terwijl twee werklie
den nog worden vermist.
De arbeiders probeerden een ontspoor
den tender weer op de rails te zetten. Door
tot nu toe onbekende oorzaak geraakte de
tender in beweging. Eenige arbeiders wer
den overreden, terwijl anderen tegen de
locomotief werden gedrukt en een ontzet
ten den dood vonden.
AARDBEVING OP HOKKAIDO?
Gistermiddag om 3 uur 29 minuten 40
seconden (Greenwichtijd) heeft het cen
traal Russisch seismologisch station een
aardbeving van aanzienlijke kracht gere
gistreerd op een afstand van 7160 km. van
Moskou. Het epicentrum bevindt zich in
Noord-Japan, in de streek van het eiland
Hokkaido. De trilling van den grond te
Moskou bedroeg 65 microns.
Nieuwe vredespoging
De Italianen eischen gaan thans verder dan vroeger
ROME'S EISCHEN.
Omtrent de onderhandelingen te Genève
en de berichten over vredespogingen al
dus het Duitsohe Nieuwsbureau is men
in politieke kringen te Rome van meening,
dat vredesvoorstellen aanvaardbaar zou
den zijn, wanneer zij rekening hielden met
alle Italiaansche eischen. Uiteraard gaan
deze eischen thans zeer veel verder dan
eenige maanden geleden.
Omtrent den omvang van de Italiaan
sche eischen wil men echter geen mede-
deelingen doen. Men legt er echter den na
druk op, dat Italië er niet bijzonder veel
prijs opstelt, deze kwestie aan te snijden.
Men voelt te Rome het feit als beslissend,
dat vier belangrijke Abessijnsche leger
corpsen, welker sterkte men hier op min
stens 50.000 man schat, vernietigend ver
slagen hebben kunnen worden. In ieder
geval wil men te Rome geen geloof slaan
aan eenigerlei beinvloedin'g van de mili
taire operaties door den tijd der z.g. klei
ne regens.
NA DEN SLAG.
De troepen van het eerste en het derde
Italiaansche legercorps zijn thans, naar Ste-
fani meldt, bezig met het verzamelen van
den oorlogsbuit op het oorlogsterrein in
Tembien en met het tellen van de gedoode
vijanden.
De luchtstrijdkrachten achtervolgen nog
steeds de vluchtende Abessijnsche afdee-
lingen. De genie heeft een aanvang ge
maakt met het aanleggen van een weg in
de bezette gebieden.
Speciale dagbladcorrespondenten aan het
noordelijk front seinen, aldus Stefani uit
Rome, bijzonderheden over de overwin
ning in Tembien, waarbij zij o.m. doen uit
komen met welke hardnekkigheid, vuur en
drift de Abessijnen gevochten hebben tij
dens de wanhopige pogingen, om den Am-
ba Work te hernemen, den berg, waarvan
de alpenjagers en zwarthemden zich had
den meester gemaakt, na een schitterende
beklimming gedurende den nacht van een
bijna loodrechten wand aan de zuidzijde
van den berg. Twaalf malen vielen de
Abessijnen zonder succes dan Amba Work
aan: Ras Kassa wierp zelfs manschappen
van de intendance-diensten in het vuur.
Volgens de eerste tellingen hebben de
Abessijnsche troepen reeds in den slag om
den Amba Work meer dan drieduizend doo-
den op het slagveld achtergelaten.
De correspondenten melden aan hun bla
den, dat Ras Seyoem er niet in geslaagd
is te vluchten, en dat hij achtervolgd wordt
door Italiaansche detachementen.
Vliegtuigen strooien manifesten uit.
Boven het nog niet onderworpen Abes
sijnsche land hebben gisteren Italiaansche
vliegtuigen een manifest in de talen des
lands uitgestrooid, waarin den Abessyniërs
kond wordt gedaan van Italië's triomfen en
onweerstaanbaren opmarsch. Het mani
fest luidt aldus: „De legers van den mach
tige der machtigen, den koning van Italië,
hebben die van den negus neghesti, aan bei
de uiteinden van zijn rijk, verslagen.
Generaal Graziani vernietigde het leger
van Ras Desta. Onze luchtstrijdkrachten
naderen Addis Abeba.
Maarschalk Badoglio versloeg de legers
van Ras Kassa en Ras Seyoem. Wij maken
ons gereed, om onze opmarsch voort te
zetten. Gij zult geen weer stand kunnen
bieden.
Indien ge de Italianen als vrienden ont
vangt, zullen zij uw huizen, uw kerken,
uwe vrouwen eerbiedigen, en u niet storen
bij uwe werkzaamheden, maar indien ge u
verzet tegen hun opmarsch, zullen ze on
verbiddelijk zijn, gelijk de wapenen, die
met hen oprukken."
De stemming in de Abessijnsche hoofd
stad schijnt gespannen te zijn, tengevolge
van de dreiging, uit Noord en Zuid en de
moorddadige gevechten op het front. Men
is van meening, dat de oorlog thans wer
kelijk is begonnen en spoedig in een beslis
send stadium kan komen.
ONZE AMBULANCE IN ABESSINIë.
In twee secties verdeeld; de leider blijft
te Dessie.
Reuter seint ons uit Addis Abeba d.d. 2
Maart, dat de Nederlandsche Roode Kruis-
ambulance in twee secties is verdeeld: één
onder leiding van dr. v. d. Dv°s en één on
der leiding van dr. van Schelven.
De eerste sectie is naar het Noorden ge
trokken en is op het oogenblik vermoede
lijk in de omgeving van het Asjangi-
meer; de tweede is vermoedelijk nabij Wal-
dir.
Dr. Winckel, de leider van de ambulance,
blijft in de ba
EEN OLIE-EMBARGO OOK ZONDER
AMERIKA?
De Commissie van achttien der coördi
natie-conferentie heeft gistermiddag om
4 uur in aanwezigheid van den Engelschen
en den Franschen minister van Buitenland
sche Zaken hare werkzaamheden in een
niet-openbare zitting hervat.
De gedelegeerden beraadslaagden aller
eerst over de uitvoering der bestaande
sancties. De Zweedsche vertegenwoordiger,
Westman, bracht als voorzitter van de hier
voor ingestelde commissie van deskundi
gen rapport uit.
In het verder verloop van de zitting der
commissie van achttien stelde de Fran-
sche minister van Buitenlandsche Zaken,
Flandin voor aan den oorlog in Abessinië
zoo spoedig mogelijk een einde te maken
door wederom een poging tot verzoening
in het werk te stellen.
Tot dit doel zal de commisie van dertien
van den Volkenbondsraad, d.w.z. van den
raad zonder de confligeerende partijen,
binnenkort bijeengeroepen worden.
De Engelsche minister van Euitenland-
sche Zaken, Eden, stemde in met dit voor
stel, waarop het bijeenkomen van de com
missie van dertien reeds voor Dinsdag on
der oogen werd gezien.
Er blijven nog formaliteiten te regelen
voor de bijeenroeping, aangezien de com
missie van achttien als orgaan van de
coördinatie-conferentie daar geen bevoegd
heid toe heeft.
Voor het geval dat de nieuwe arbitrage
pogingen niet tot een resultaat mochten
leiden, heeft Eden in de zitting van giste
ren aangekondigd, dat Engeland zal toe
stemmen in het afkondigen van een pe
troleum-embargo, ingeval de voor de pro
ductie en het transport toonaangevende
landen zich daarbij aansluiten.
In de wandelgangen merkte men op, dat
uit de verklaring van Eden volgt dat En
geland bereid is de petroleumsanctie toe te
passen, zelfs zonder deelnemen van de
Vereenigde Staten.
In Volkenbondskringen is men van mee
ning, dat de Commissie van dertien in
staat zal zijn snel haar opdracht tot raad
plegen van de oorlogvoerenden uit te voe
ren en dat de sanctiecommissie nog in de
huidige zitting zoo noodig gevolg kan ge
ven aan de Britsche voorstellen.
Iedere automobilist kan u dadelijk
vertellen, hoeveel kilomeier per
uur zijn wagen haalt, maar slechts
weinigen weten, hoeveel meter
ze wel noodig hebben om met
die vaart te stoppen I
Na de mislukte putsch
in Japan
HOE OKADA ONTSNAPTE.
Hij verborg zich in een lijkkist.
De „North China Daily News" verhaalt
de dramatische omstandigheden van de red
ding van Okada:
Terwijl kolonel Matsoei, een zwager van
Okada, ziende, dat de aanvallers hem voor
den admiraal hielden, zich in diens plaats
liet dooden, verborg de door zijn dienaren
gewaarschuwde Okada zich in een meta
len koffer. Vervolgens liet hij de familie
waarschuwen, die gekomen was om het
stoffelijk overschot van den vermoorde
weg te halen. Met behulp van eenige be
dienden nam Okada daarop plaats in een
lijkkist van groote afmetingen, waarin het
lijk van zijn zwager reeds was gelegd om
op deze wijze buiten zijn paleis te worden
gebracht, dat door de muiters bezet werd
gehouden.
HARAKIRI.
„Om het voorbeeld te geven" aan de op
standige officieren, die de militaire regle
menten heben overtreden, heeft een 31-
I jarige luitenant van de keizerlijke garde,
Kenkisji Aosjima genaamd, zich volgens den
j zoogenaamden „eervollen ritus" der Japan-
ners van het leven beroofd, door zich den
I buik open te snijden.
IZijn vrouw, Kimoko, 23 jaar oud, sneed
zich na hem de keel af. Beiden waren ge
kleed in het gewaad, waarin op plechtige
wijze harakiri wordt gepleegd.
In een brief, dien hij achterliet, deelde
de luitenant mede, niet te kunnen verdra
gen, dat keizerlijke Japansche troepen tegen
elkaar hadden gestreden.
De daad van den jongen officier heeft zeer
veel opzien gebaard.
Het stoffelijk overschot van den vermoor
den minister van financiën, Takahashi, is,
na een groote plechtigheid in het sterfhuis
overgebracht naar het crematorium.
In de hoofdstad heerscht groote militaire
bedrijvigheid. Troepen-afdeelingen, die in
verband met den opstand in Tokio waren
samengetrokken, worden weer naar de sta
tions gedirigeerd, terwiji andere troepen
naar Mandsjoekoeo verrtekken ter aflossing
van de afdeelingen, die daar thans dienst
doen. Op de belangrijkste punten der stad
zijn kleine posten achtergebleven.
NEDERLANDERS IN UITSTEKENDEN
TOESTAND.
Gistermorgen kreeg het hoofdbestuur van
Aneta te Batavia, na dagenlange vergeef-
sche pogingen, rechtstreeksche telefonische
aansluiting met Tokio en kon men infor-
meeren naar den toestand van de aldaar ge
vestigde Nederlanders. Hierop werd geant
woord dat dezen zich in uitstekenden toe
stand bevinden en alles thans weer rustig is.
Alhoewel de staat van beleg nog niet is
opgeheven, is het stadsbeeld wederom nor
maal.
Ten aanzien van de bewaking van de Ne
derlandsche legatie werd vernomen, dat
deze bestond uit politie, daar de legatie
buiten de gevaarlijke zone is gelegen. Deze
afdeeling politie is thans ingerukt. Sedert
BINNENLAND
VERLAGING VAN PENSIOENEN.
RAPPORT COMMISSIE-PALM.
Bezuiniging voor het Rijk ten bedrage van
ruim drie mil li oen gulden.
Dezer dagen werd vermeld, dat een wets
ontwerp tot verlaging van de pensioenen
der burgerlijke en militaire ambtenaren,
overeenkomstig het rapport der commissie-
Palm spoedig is te wachten.
Nader verneemt het „N. v. d. Dag", dat
het de bedoeling is deze verlaging te doen
ingaan op 1 Juli 1936 en van kracht te doen
zijn tot 1 Januari 1941. Uit den voorgestel-
den maatregel wordt een jaarlijksche be
zuiniging verkregen voor het Rijk van
3.300.000; voor het veertigtal gemeenten,
dat voor een deel har er ambtenaren het
risico van eigen pensioen draagt, van
800.000 en voor het Alg. Burgerlijk Pen
sioenfonds van 1.600.000.
Besloten werd, uit te gaan van de alge-
meene wijzigingen, welke de salarissen der
amtbenaren in den loop der jaren hebben
ondergaan, met inachtneming van een li
miet, beneden welke het herberekende pen
sioen niet zal mogen dalen. Te verwachten
valt, dat een pensioenverlaging tot ten
hoogste 10 pCt. vrijwel zal overeenkomen
met de daling der ambtenaarssalarissen in
het algemeen.
In aansluiting aan het bepaalde in de
Ambtenarenwet 1929, volgens welke bepa
ling de eerste 800 van het pensioen niet
vatbaar is voor inhouding, beslag en kor
ting, wordt voorgesteld van de herbereke
ning en de daaruit voortvloeiende verlaging
der pensioenen uit te sluiten de pensioenen
van 800 en daar beneden.
Aangezien de pensioenen voor het reser
ve-personeel van de zee- en landmacht
voor alle gevallen als een pensioen uit een
nevenbetrekking moeten worden be
schouwd, wordt voorgesteld voor deze pen
sioenen bedoelde limiet niet in acht te ne
men.
Vrijstelling van de pensioenen van 800
en lager van de herberekening brengt van
zelf mede, dat door de herberekening ook
geen pensioen van boven 800 tot beneden
dat bedrag mag dalen.
Het schijnt rationeel de maximum verla
ging van 10 pet. eerst toe te passen op de
pensioenen der na 1 Januari 1923 ontslagen
ambtenaren en met vrijstelling der pen
sioenen der in 1920 of daarvoor ontslar
gen ambtenaren de verlaging der pen
sioenen van de in 1921 en 1922 ontslagen
ambtenaren op een verminderd percentage
te stellen.
Bij de berekening van het pensioen naar
de middelsom der pensioengrondslagen over
de laatste 3 dienstjaren, welke berekenings
wijze, wegens de salarisverhoogingen in die
jaren wel de meest gebruikelijke zal zijn
geweest, is het redelijk de stijging in ver
lagingspercentages voor genoemde jaren
dienovereenkomstig te doen zijn.
De regeling stelt daarom naast de verla
ging van de pensioenen der in 1923 ontsla
gen ambtenaren met 10 pet. de verlaging op
2 en 6 pet. voor de pensioenen der respec
tievelijk in 1921 en 1922 ontslagen ambte
naren.
Uitgaande van een normale pensioenbe
rekening voor de burgerlijke ambtenaren
naar de middelsom der pensioengrondslagen
der laatste 3 dienstjaren zullen de na 1
Januari 1937 te verleenen pensioenen vol
ledig aan deze 10 pet. salarisverlaging aan
gepast zijn te achten en die van na 1 Januari
1939 aan de 5 pet. salarisverlaging van 1
Januari 1936.
Gedurende het jaar 1938 behoeft dus nog
slechts van de 5 pet. verlaging van 1 Ja
nuari 1936 van 1/3 op 1 Januari tot nihil te
worden, hetgeen een te verwaarloozen per
centage oplevert in een op globale afgeron
de verlagingspercentages berustend systeem.
Vandaar dat de regeling de pensioenen
der in 1938 en later ontslagen ambtenaren
onaangetast laat.
Voor de militairen, met een pensioenbe
rekening over de inkomsten van het laatste
dienstjaar, is het salarispeil van 1 Januari
1920 reeds ten volle verdisconteerd in de
pensioenen, verleend na 1 Januari 1921, en
dat van 1 Januari 1936 in de pensioenen
van de na 1 Januari 1937 ontslagenen.
Vandaar dat de regeling de pensioenver
laging voor de militaire pensioenen van na
1 Januari 1921 onmiddellijk op de volle 10
pet. stelt en de verlaging beperkt tot de
pensioenen der militairen vóór 1 Juli 1936
ontslagen, terwijl ook de daling in de per
centages na 1 Januari 1934 sneller verloopt.
Rapport nog onderwerp van
bespreking.
Naar aanleiding van bovenstaande mede-
deelingen vernemen wij, dat de regeering,
alvorens haar standpunt definitief te bepa
len, het rapport der commissie, zooals te
doen gebruikelijk is, aan de commissies
voor Georganiseerd Overleg heeft toege
zonden.
Het bedoelde rapport maakt thans een
onderwerp van besprekingen uit in deze
commissies.
Het trekken van conclusies ten aanzien
van het regeeringsstandpunt moet dus als
voorbarig worden aangemerkt.
Overigens zij er op gewezen, dat de in
het rapport genoemde korting vrijwel over
eenkomt met de voor de spoorwegpen
sioenen getroffen maatregelen.
gisteren zijn de Japansche bladen wederom
uitgekomen.
Het publiek hield zich tijdens den op
stand buitengewoon kalm. Nogmaals wordt
er de nadruk opgelegd, dat de Nederland
sche bedrijven en de scheepvaart rustig
doorgaan.
CREDIETEN VOOR WERKVERRUIMING.
Er is nog 13.7 millioen van de 60 millioen
uit het Werkfonds beschikbaar;
verhooging tot 20 millioen.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging en verhooging van het zevende hoofd
stuk B der Rijksbegrooting voor het dienst
jaar 1935. (Crediet voor werkverruiming).
Aan de toelichting hiervan is ontleend:
Gelijk uit het aan de Staten-Generaal toe
gezonden driemaandelijksche verslag van
het Werkfonds 1934, loopende van 16 Sep
tember 1935, blijkt, is ten laste van den be-
grootingspost van het Werkfonds 1934 rond
17.7 millioen bestemd voor zgn. industri-
eele projecten. Inmiddels zijn deze bedra
gen (midden Februari 1936) op respectie
velijk rond 64.2 en 17.9 millioen te stel
len.
Laatstgenoemde som zal worden overge
bracht naar de op den kapitaaldienst van
Hoofdstuk X uit te trekken post voor te
verstrekken geldleeningen aan de N.V.
Maatschappij voor Industriefinnaciering.
Als gevolg daarvan blijft dan van het
toegestaan crediet ad 60.000.000 rond 13.7
millioen beschikbaar voor nieuwe plannen
voor openbare werken. De regeering acht
het echter wenschelijk, dat voor dit doel de
beschikking worde verkregen over een som
van in totaal 20 millioen. Vandaar, dat bij
het bij deze memorie behoorend wetsont
werp een nieuw crediet wordt aangevraagd,
ten beloope van het verschil tusschen deze
twee bedragen, zijnde 6.3 millioen.
De werken, die zullen worden uitgevoerd,
zijn onder andere de voortzetting van de
scheepvaartverbinding van Groningen met
de Zuiderzee en het IJsselmeer, de voort
zetting van het reeds aangevangen afwate
ringskanaal voor de Geldersche Vallei, van
het spoorwegplan Utrecht en nog verschil
lende wegenverbeteringen met name de
verbindingen Amsterdamden Haag, den
Haag en RotterdamUtrecht.
INDUSTRIE-FINANCIERING.
Gelden voor deelneming in het aandeelen
kapitaal gevraagd.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging en verhooging van het tiende hoofd
stuk der Rijksbegrooting voor het dienst
jaar 1936. (Industrie-financiering).
Aan de Staten-Generaal is reeds ter over
weging aangeboden een ontwerp van wet
tot oprichting van een naamlooze vennoot-
schop n.v. Maatschappij voor Industrie
financiering. De noodige gelden voor de
deelneming iin het aandeelenkapitaal van
deze vennootschap worden bij het onder
havige wetsontwerp aangevraagd. Tevens
zijn hierbij memorieposten opgenomen voor
een bijdrage aan genoemde n.v. in even-
tueele verliezen op verstrekte credieten of
op deelneming in het kapitaal van indus-
trieele ondernemingen resp. voor het ver
strekken van een geldleening aan deze n.v.
DE CLEARING MET DUITSCHLAND.
Het Nederlandsche Clearinginsituut deelt
het volgende mede over den stand der
clearing met Duitschland per 29 Februari,
vergeleken met 22 Februari:
1.Stortingen in Nederland 33.549.900
29.815.500,
waarvan bestemd voor:
a. achterstallige vorderingen 4.589.400
4.085.700;
b. rentedienst Dawes- en Youngleening
en Still halte; rentetransfer 2.457.000
1.875.000;
c. vrij rekening Reichsbank 1.312.600
1.168.600;
d. nieuwe onder de cearing vallende vor
deringen 25.190.900 22.686.200.
2. Stortingen in Duitschland (nieuw on
der de cearing vallende vorderingen) (in
clusief saldo 1935 ad 35.655.500)
65.534.600 61.663.000
3. Uitbetalingen in Nederland op nieuwe
vorderingen (in mindering komend van het
bedrag onder 1. d) 23.907.300 21.199.800.
Laatst uitbetaald nummer van storting:
183457.
4. Speciale verrekening tegen afgegeven
reischèques (inclusief saldo '35 ad 367.800)
792.200 728.400;
Uitbetalingen in Nederland 1500 1500.
Nog beschikbaar 790.700 726.900.
NED. SPOORWEGEN.
Definitieve ontvangsten tot Nov. 1935
10 millioen gedaald.
De definitieve ontvangsten der Neder
landsche Spoorwegen over November 1935
waren 7.511.769.22 tegen f 8.410.981.in
1934.
De totale ontvangsten van 1 Januari
af zijn respectievelijk 93.446.791.57 en
103.954.104.96, hetgeen dus een verschil
van ruim 10.000.000 uitmaakt.
DE VOEDINGSTOESTAND VAN
SCHOOLKINDEREN.
Een commissie van onderzoek naar de
meest bruikbare methode.
De minister van sociale zaken, zal een
commissie van vjjf leden instellen met de
opdracht een voor het geheele land bruik
bare methode aan te geven, volgens welke
het onderzoek naar den voedingstoestand
van schoolkinderen en de verwerking van
de verkregen gegevens moet plaats hebben.
Naar wij vernemen zijn de navolgende
hoeren aangezocht in die commissie zitting
te nemen, n.l. dr. C. L. Deyll, dr. J. C.
Streng en dr. G. D. Swanenburg de Veye,
respectievelijk leiders van den schoolartsen-
dienst te Amsterdam, Den Haag en Veen-
dam, benevens de heeren dr. E. H. J. van
der Heyden, directeur van den gemeente
lijken geneeskundigen- en gezondheids
dienst te Maastricht en prof. dr. N. Tinber
gen.