DE GOUDEN BRUG
Een groot gedeelte van den inventaris der sleepboot
.Drente" is Donderdag te Egmond aan Zee in het
openbaar verkocht Wat er aan den man gebracht
werd
Een droeve thuiskomst. Het stoffelijk
overschot der slachtoffers v^n het on
geluk met een Engelsch bombardeer
vliegtuig nabij Havre is met het s.s.
oSaint-Briac" naar Engeland gebracht
Gasmasker-oefeningen voor een leerling der lucht-
beschermingsschool, welke voor officieele instanties,
zooals politie, brandweer en spoorwegpersoneel te
Falfield is geopend
in Gelderland, ir. W. A. KruysdijV,
dekt te Renkum de koplampen van
zijn auto af tijdens de Donderdag in
West-Gelderland gehouden luchtbe
schermingsoefeningen
Het vernevelen van de haven aan den Rijn te Renkum tijdens de luchtbeschermingsoefeningen, die Donderdag
In West-Gelderland werden gehouden
Een die weer heel wat voor de boeg heeft. De „Manoeran",
die door de aanvaring met de .Algenib" in het Noord
zeekanaal schade had opgeloopen, is gerepareerd
FEUILLETON.
Roman van Hanno Plassen.
(Nadruk verboden).
6)
„Oh, i suppose.... u gevoelt u zeker
oiiet goed...." zegt miss Spencer, die ook
haar duit in het zakje wenscht te doen.
De aldus berispte grijzen dame bloost
van ergernis en mompelt iets van „een
beetje hoofdpijn". De partij wordt nog
slechts teneinde gespeeld en daarna gaat
men uiteen. Dr. F alk heeft alle kranten
nog niet gelezen, wat per ae eiken dag ge
beuren moet, miss Spencer heeft nog een
paar brieven te schrijven en Szartossy be
sluit nog eenmaal zijn sneeuwschoenen aan
te trekken. Onder den helderen sterren
hemel is het bepaald verleidelijk voor het
diner nog een uurtje te wandelen.
„Welken kant gaat u op?" informeert
de barones belangstellend.
„Den weg naar Lans. Ik wil op dezelf
de hoogte blijven, want om nog wat te
gaan glimmen ben ik toch werkelijk te
moe", antwoordt Szartossy.
„Dat begrijp ik.... U bent vanmorgen
vroeg immers al 'naar de Kranebitterklamm
geweestTja, wat ik u eigenlijk vra
gen wou, meneer SzartossyMijn nicht
je en meneer Vonberg zijn al sinds negen
uur vanochtend op pad en...." De oude
dame aarzelt.
„Naar ik hoorde, wilden zij naar de Pat-
scherkofl", helpt Szartossy haar op weg.
„Dat is een trip, die tot in den laten avond
kan duren."
„Als er maar niets gebeurd is", laat de
bezorgde tante zich nu toch ontvallen.
„Maar barones!" Szartossy lacht gerust
stellend. „Bij een serpetine-d aling als deze
is heusch geen gevaar. Zelfs beginnelin
gen kunnen dien tocht maken. En de baro
nes en meneer zijn toch uitstekend ge
trainde ski'ers!"
„Ach ja!" zucht Sophie von Geitier kla
gend, maar zy blijft besluiteloos in de ho
telhall staan, met een wat zieligen blik
voor zich uitstarend. Zy kan dien man
daar toch niet zeggen, dat ze nog een an
der gevaar voor Hannerl ducht? Boven
dien. de barones en meneer heeft hij
gezegd, uitdrukkelijk „meneer" en niet
„meneer Vonberg". Ligt daarin al niet een
onmiskenbare geringschatting, een minder
gunstige critiek op den persoon van den
jongen componist? Want Stefan Szartossy
weet toch werkelijk wel hoe het hoort en
als hij zoo'n onderscheid maakt, dan doet
hij dat bewust en heeft hij er een bepaal
de reden voor. Waarom zou die Vonberg
hem eigenlijk onsympathiek zijn? Of die
musicus misschien niet geheel achttien
karaats is en de Hongaar het een of ander
van hem weet? Al deze en nog vele an
dere vragen bestormen de barones en er
ligt iets hulpeloos in de beweging, waar
mee zij haar witte wollen shawl dichter
om de schouders slaat.
Szartossy, gentleman in elke situatie,
buigt zijn rijzige figuur eenigszins voor
over en biedt haar zijn arm.
„Permitteeert u, barones, dat ik u naar
uw kamer breng? Om hier op den terug
keer van de jongelui te wachten, heeft
werkelijk geen zin. U zoudt slechts ge
vaar loopen om kou te vatten. Als ik u
daarmee gerust kan stellen, ben ik echter
graag bereid de jongelui tegemoet te
gaan."
„Ach ja, als u zoo vriendelijk wilt zyn!"
De oude dame slaakt een zucht van verlich
ting, zonder te bedenken, dat de bereid
willige Hongaar met zyn ridderlijk aanbod
toch niets meer zal kunnen redden, goed
maken of verhinderen, wanneer inderdaad
het nichtje op dezen ski-tocht het een of
ander mocht zijn overkomen.
Vóór zij naar haar kamer gaat, haalt zy
nog een boek uit de hotel-biblotheek. „Wat
de natuur vertelt", verzamelde novellen
van Renate Lien.
„Renate Lien", zegt ze, zijna overluid,
terwijl ze peinzend het voorhoofd fronst.
Wie is dat ook weer? Ze ontmoet den
naam niet voor het eerst, maar als dien
van een schrijfster kent ze hem toch niet.
Neen, dat zeker niet. Alleen hij zegt
haar iets, al weet ze dan op het oogenblik
niet wat dat zijn kan. Nee maar, 't is toch
te dwaas, dat zij daar niet op kan komen!
Niet zonder moeite tracht zy haar gedach
ten op het onderwerp te ooncentreeren.
„Renate Lien", mompelt ze nog eens voor
zichzelf en plotseling is ze er.
Ach ja, dat is immers die kleine Roy-
terl De dochter van Lisa Zerlett van Zer-
lett-Calmeroni uit Triest, die met Peppi
Roy ter getrouwd en zoo jong gestorven
was. Hemel, ja, wat was dét destijds een
begrafenis geweest! Zelfs de aartehertog
troonopvolger had acte de présenoe gege
ven! Natuurlijk door dien ouden graaf
Zerlett, die immers een of andere functie
aan het hof had gehad. Want de doorluch
tige Pep Royter, nou, die was toch eigen
lijk niet veel meer dan een flinke, aardige
jongen geweest. En als zoodanig was hij
dan ook in Krief gebleven, de arme kerel!
Maar Renaterl, die was steeds bij een tan
te of een nicht geweest; meestal bij Betty
Hasslingen, de oudste zuster van Royter.
Veel drukte hebben ze nooit met haar ge
maakt. Zij was altijd een beetje een As-
schepoes, die Renate. Hoogst onbeduidend
en niet bijster interessant in die onbedui
dendheid. Pas door haar mesalliance was
ze opgevallen; de wijze, waarop zij haar
huwelijk met dien architect Lien wist
door te zetten, leverde zelfs dagen lang
stof voor allerlei praatjes. Enfin, ook dat
was voorbij gegaan. Ja, ja, nu herinnert
barones Geitier zdch plotseling alles weer.
Ook dat Lien bij een vlucht over de Alpen
verongelukt is en zyn weduwe daarna
Weenen verliet om zich ergens als schrijf
ster te vestigen. De kleine comtesse Roy
ter, Renate Lien, het Asschepoesje.
In gedachten verzonken, bladert de ba
rones in het boek. Vergeten zijn op dit
oogenblik Hannerl en Vonberg en de gansch
niet passende, ja zelfs min of meer zorg
wekkende skitocht van dit tweetal....
Stefan Szartossy heeft inmiddels eenigs
zins spijt gekregen van zyn aanbod, waar
toe hij zich tegenover de, zoo kennelijk in
ongerustheid verkeerende oude dame liet
verleiden, want de jonge componist is hem
inderdaad zoo weinig sympathlek(, dat hij
hem tot dusver steeds uit den weg is ge
gaan. Bovendien meent hij de jonge baro
nes Geitler-Hattrof te kennen als een per
soontje, dat geen bescherming noodig heeft
en zeer wel in staat is om zich een dozijn
Vonberg5» van het lijf te houden. Althans,
als zy wil! En dat is voorloopig nog eenigs
zins twijfelachtig. Het is Stefan Szartossy
niet ontgaan, dat Vonberg steeds weer het
gezelschap van de jonge barones zoekt, ja,
zich zelfs min of meer aan haar opdringt.
Daarbij komt nog, dat de muziek, die bei
de jonge menschen zich als beroep hebben
gekozen, hen in zekeren zin verbindt.
Juist de muziek kan zoo'n geraffineerde
koppelaarster zijn! En per saldo is die
knappe, verstandige Johanna toch slechts
een jong meisje. Een onbedorven jong
meisje is iets onbeschrijfelijk kostbaars in
haar teerheid en onschuld. Veel te goed,
voor dien Vonberg, dien.Bohémien! Ja,
dat is het, wat de vroegere Honvedofficier
instinctief verwerpt, het zigeunerachtige,
dat hy in dien eleganten, jongen componist
vermoedt achter diens masker van buiten
gewone wellevendheid en de volmaakte
wijze, waarop Vonberg zich weet voor te
doen. Maar hij moge dan daarmee elkeen
overbluffen, hem Stefan Szartossy
bedriegt hij niet. Hem zegt zijn menschen-
kenis, dat onder deze effen, schijnbaar on
bewogen oppervlakte iets sluimert en
smeult, dat eenmaal tot uitbarsting ko
mend ernstige verwoestingen kan aan
richten.
Maar misschien is dat een meer voorko
mend verschijnsel bij, op kunstgebied «eer
begaafde menschen, besluit Sxartossy zijn
meditaties. Want dat die Vonberg op een
of andere manier geniaal k dat moet hij,
bij al zijn bedenkingen tegen desan jon
geman zonder eenig voorbohomi toega
ven.
(Wordt vervolgd).