Afscheid van den heer Vernède VRIJDAG 28 FEBRUARI 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 ALS BURGEMEESTER VAN VOORSCHOTEN GEMEENTERAAD VAN KATWIJK" Voorzitter: E. Vernède, Burgemeester. Aanwezig 9 leden. Afwezig de heeren J. Braggaar en C. Mulholland met kennisgeving, wegens ziekte. Ingekomen stukken: Een drietal missiven van Ged. Staten goedkeurende eenige genomen raadsbeslui ten. Een verslag van de oommissie van toe zicht op het middelbaar onderwijs over 1935. Deze stukken worden voor kennisge ving aangenomen. Ingekomen is een verzoekschrift van Th. J. Lastdragers om restitutie van 5 inzake te veel betaald watergeld. Wordt gezonden naar B. en W. om praedaviee uit te bren gen. De notulen der vorige vergadering wor den gelezen en onveranderd vastgesteld. Thans komt aan de orde het vaststellen van een pensioensgrondslag van den heer E. Vernède als secretaris. Deze pensioens grondslag wordt vastgesteld op 3300 voor 1935. De pensioensgrondslag van den nieuw- benoemden secretaris, den heer A. P. Schram de Jong, wordt vastgesteld op 3450 en wel met ingang van 1 Maart aA Van den heer A. P. Schram de Jong is een verzoek ingekomen om eervol ontslag met ingang van 1 Maart als gemeente-ont vanger in verband met zijne benoeming als secretaris der gemeente. B. en W. stel len den raad voor den heer A. P. Schram de Jong eervol ontslag te verleenen. Aldus besloten. Beëediging nieuwe gemeente secretaris. Vervolgens komt aan de orde de beëedi ging van den nieuwbenoemden Gemeente secretaris, den heer A. P. Schram de Jong. De heer A. P. Schram de Jong legt in han den van den voorzitter de bij de wet ver- eischte eeden af, waarna de voorzitter hem gelukwenscht en de hoop uitspreekt, dat ae nieuwe secretaris ijverig en trouw zijn functie in het belang der gemeente zal waarnemen. Een circulaire is ingekomen van den Minister van Binnenlandsche Zaken, waar in door den minister wordt aangedrongen om de salarissen van den tweeden en der den ambtenaar ter secretarie, den bode-oon- cierge, den gemeente-opzichter, boekhou der-kassier der bedrijven en den machinist- fitter wederom met 5 pet. te verlagen. Voorts zal naar de meening van den Mi nister de wedde van den eersten ambte naar ter secretarie met 2 1/2 pet. dienen te worden verlaagd. B. en W. adviseeren den raad den minister te verzoeken deze salarissen niet wederom te verlagen, daar vóór eenigen tijd deze salarissen belangrijk zijn geslaagd en van excessen of te hoo- ge salarieering niet gespoken kan wor den. Zonder hoofdelijke stemming wordt met algemeene stemmen het praeadvies van B. en W. aangenomen. Vervolgens worde n nog eenige beslui ten comptabiliteit genomen. Afscheidsrede van burgemeester Vernède. Daarna spreekt de voorzitter de volgen de rede uit: Zoo is deze vergadering dan de laatste geweest, aldus spr., die ik als uwe voor zitter heb mogen leiden. Gaarne wil ik thans nog een kort af scheidswoord spreken. Terugziende op het verleden mag ik met groote dankbaarheid constateeren, dat ik in 40 jaren geen enkele vergadering we gens ongesteldheid heb moeten verzuimen. Alleen verleden jaar heb ik eenmaal die taak aan Wethouder Mens moeten over dragen. Ik ben toen, zooals de heeren we ten, ernstig ongesteld geweest en ofschoon ik van die ziekte gelukkig weder hersteld ben is deze toch de aanleiding geweest om op medisch advies mijn ontslag aan te vra gen. Ik heb in de jaren, die achter mij lig gen, veel geluk gekend, zoowel in mijn huisgezin, als in mijne betrekkingen als burgemeester en secretaris Toen ik hier kwam telde de gemeente ruim 2400 zielen. Het was een klein dorp met weinig drukte op de wegen en waar onder de inwoners een groote mate van gemoedelijkheid heerschte. Om de 2 uur ging er een stoom- trammetje naar Den Haag, om het uur één naar Leiden. De menschen kenden elkaar allen. Petroleum was de bron van ver lichting. Er bestond geen gas, geen water leiding, geen electriciteit. Er vergelijk dit alles eens met den tegenwoordigen toe stand. Voorschoten is thans een flinke plat telandsgemeente van ongeveer 6500 inwo ners, welk getal ieder jaar met meer dan 200 zielen wordt vermeerderd. De electri se he tram, die om de 20 minuten rijdt, ver bindt het dorp met de beide steden Den Haag en Leiden. 3 bloeiende bedrijven gas, waterleiding en electriciteit zijn verrezen, wij hebben een volksbadhuis, een arbei- derswoningpark met 80 huizen, een nieuw Raadhuis, dat aan alle moderne eischen beantwoordt en een nieuwe openbare school. Verder is er op hygiënisch gebied, voor al in het belang van de jeugd heel wat tot stand gebracht. Met de gemeenten Katwijk, Oegstgeest, Veur en Stompwijk is een sohoolarqtsen- dienst opgericht, waardoor de kinderen van de Lagere Scholen en van de Bewaarscho len onder geneeskundig schooltoezicht zijn gebracht. Door de zorgen van het Groene Kruis is verder een consultatiebureau voor zuigelingen en voor de kinderen van 13 jaar, zoogenaamd consultatiebureau voor kleuters opgericht, zoodat de kinderen thans vanaf htm geboorte totdat ztj de school verlaten onder medisch toezicht staan. Op vereenigingsgebied zijn allerlei nut tige instellingen verrezen n.L Boerenleen bank, Groene Kruis, Burgerwacht, Kon. Wilhelminavereeniging, e.a. Dat ik heb mogen medewerken aan de tot standkoming van dit alles vervult mij met groote dankbaarheid. Voor zoover het gemeentelijke instellin gen betreft heb ik daarbij altijd hogen re kenen op uw steun en die van uw voorgan gers. Er heeft In onze vergaderingen en in die van Burgemeester en Wethouders altijd geheerscht een sfeer van vertrou wen en hartelijke samenwerking, waar voor ik u en uw voorgangers uit den grond van mijn hart, dank breng, want zonder dat hadden wij niet kunnen bereiken wat wij te zamen mochten tot stand brengen. De ambtenaren der gemeente van den hoogsten tot den laagsten hebben door ge trouwe plichtsbetrachting er veel toe bij gedragen om mijn taak te verlichten en daarvoor breng ik him mijn hartelij ken dank. Ook van de zijde der burgerij heb ik steeds zeer veel sympathie mogen onder vinden. Deze is nog niet lang-geleden tot uiting gekomen bij de viering van mijn 40-jarig ambtsjubileum toen ik van alle kanten zooveel belangstelling heb mogen ondervinden. De moeilijke oorlogsjaren zijn wij, dank zij de houding van de burgerij, al ging deze ook wel eens met eenig gemor ge paard, gelukkig te boven mogen komen. Moge dit ook het geval zijn met de zorg volle tijden, die wij thans beleven. Geluk kig behoort onze gemeente nog niet tot de z.g. noodlijdende gemeenten. Ik zeg „ge lukkig" want mocht dit te eeniger tijd het geval' worden dan is het gedaan met de gemeentelijke autonomie, waaraan ook thans reeds geknaagd wordt en heeft de gemeente zich eenvoudig te onderwerpen aan hetgeen van hoogerhand over haar wordt beschikt. Maar dit gevaar dreigt voorloopig nog niet. De belastingen zijn niet tot den top opgevoerd, de rekening over 1935 zal waarschijnlijk met een belangrijk batig saldo sluiten en de bedrijven verkeer en in bloeienden staat, hetgeen voor de ge meente belangrijke financieele baten ople vert. Wanneer ik dan nu mijn betrekkingen ga nederleggen om als ambteloos burger, zoolang het het Opperwezen behaagt, mijn verder leven te 's-Gravenhage te gaan voortzetten, dan zal ik u niet behoeven te zeggen, dat het mij moeite kost om mij los te maken uit de vele banden, die mij hech ten aan de plaats, waar ik het grootste ge deelte van mijn leven heb doorgebracht en waar ik zooveel goeds heb mogen on dervinden en twee betrekkingen heb mo gen bekleeden, waaraan ik met hart en ziel was gehecht. Ik zal van uit de verde mij van ganscher harte verheugen, wanneer ik mag verne men, dat het Voorschoten en zijn burgerij goed gaat en ik zal nimmer vergeten al het geluk, dat mij in deze gemeente is ten deel gevallen. Zoo zij het! Toespraak van wethouder Mens. Toen de voorzitter zijne toespraak ge ëindigd had, vroeg wethouder J. A. Mens het woord en sprak den voorzitter toe als volgt: Het zij mij vergund aan het einde van deze vergadering van den gemeenteraad een kort woord van afscheid tot u te rich ten. Immers het is heden de laatste vergade ring van den raad, die gij hebt gepresi deerd, daar u door H. M. de Koningin met ingang van. Zondag 1 Maart a.s. eervol ontslag als burgemeester en secretaris is verleend. Ruim 43 jaar lang zijt gij secretaris dezer gemeente geweest, waarvan ruim 40 jaar lang ook burgemeester en voorzitter van den raad dezer gemeente. In deze lange pariode hebt gij u met hart en ziel aan de gemeentebelangen gegeven en zeer veel voor de gemeente gedaan en onder uwe leiding is er veel tot stand ge bracht in het belang van onze gemeente. In al die jaren zijt gij in onzen raad een uitstekend leider geweest en hebt gij het geluk gesmaakt bijna geen enkele vergade ring niet hebben kunnen bijwonen, daar gij steeds een goede gezondheid hebt ge noten. Thans is het oogenblik van schei den aangebroken. Scheiden is een weinig sterven. Immers bij het scheiden moet»men veel achterlaten, wat steeds onze sympathie en liefde heeft verworven. Wij zouden zeer zeker in onzen plicht te kort schieten, indien wij verzuimden u een woord van dank te wijden voor de ac tiviteit, welke gij tijdens uw ambtelijk leven hebt ontplooid in het belang der ge meente en waardoor onze gemeente in bloei is toegenomen Toen gij burgemeester zijt geworden in het jaar 1895, telde onze gemeente 2600 inwoners, thans ruim 6500. Onder uwe leiding zijn tot stand geko men het gas, water- en het electriciieits- bedrijf. Gesticht werd de Voorschotensche bouwvereeniging, waarvan gij vanaf de stichting in 1917 de voorzitter zijt ge weest. Het badhuisbedrijf is gesticht en in 1925 werd onder uwe leiding besloten tot den bouw van het nieuwe Raadhuis en een nieuwe openbare lagere school ge sticht. In 1935 heeft de gemeente uw 40-jarig ambtsjubileum met vreugde gevierd, wat ons allen nog versch in het geheugen ligt. De Raad dezer gemeente vergaderde Donderdagavond. Voorzitter was burge meester Woldringh van der Hoop. Aanwe zig alle leden. Punt 1: ingekomen stukken, voorname lijk missiven van Ged. Staten, houdende goedkeuring van genomen raadsbesluiten. Voorts adressen van de Vereeniging voor Volksonderwijs en de Katwijksche Bestu renbond om van gemeentewege school kindervoeding in te voeren. B. en W. wa ren van oordeel, dat, waar bij de behan deling van de begrooting gebleken is, dat de meerderheid van den Raad geen school- oveding wenscht, deze adressen voor ken nisgeving aan te nemen. De heer van 't Wout vraagt, met het oog op de groote nood, of het niet mogelijk is, allen melk te verstrekken. Na uitvoerige verdediging van den heer van Rijs, wordt dit verzoek afgewezen. Vervolgens punt 2 voorstel tot het ver leenen van medewerking ingevolge art. 72 der L. O. wet 1920 ten behoeve van de Christ, school aan de M. A. de Ruyter- straat. In een lange toelichting motiveeren B. en W. waarom voor het eene wel en voor het andere niet medewerking ver plicht is. B.v. voor het aanschaffen van kaarten, die wel aanwezig doch oud zijn, wenschen B. en W. geen medewerking te. verleenen. Voor verschillende posten tot een bedrag van plm. 700 stellen B. en W. voor geen medewerking te verleenen. Tot het aanschaffen van zangbundels, kinder bijbels, potloodslijpmachines, thermome ters bestaan bij B. en W. geen bezwaren. Dit college stelt den Raad voor te beslui ten als B. en W. in deze adviseeren. Punt 2 van de agenda vervalt, daar het betreffende verzoek van het bestuur der Chr. school aan de M. A. de Ruyterstraat tot het verleenen van medewerking inge volge art. 72 der L. O.-wet is ingetrokken Punt 3 is een voorstel tot het verleenen van meewerking ingevolge art. 72 der L. O. wet 1920 ten behoeve der Geref. School aan den Sluisweg, welk bestuur vraagt vernieuwing van de plafonds dezer school. Gebleken is, dat bij de verbouwing in 1922 contsructiefouten zijn gemaakt, die nu gevaar opleveren. Er is voor noodig een bedrag van f340. B. en W. stellen voor op het verzoek goedgunstig te beschikken. Z. h. st. aangenomen. Punt 4. Voorstel tot het verleenen van een voorschot op de vergoeding ingevolge art. 101 der L. O. wet 1920. Het gemid deld bedrag per leerling voor het gewoon lager onderwijs is gebleken te zijn ƒ10.20 per leerling, va n het uitgebreid L. O. ƒ21.94. Aan voorschot kan dus worden uit gekeerd resp. 80 pet. van 10.20 is 8.16 en 80 pet. van 21.94 is 17.55. B. en W. stellen voor deze voorschotten te verlee nen en de betaling te doen plaats hebben in 4 termijnen, Maart, Juni, September, December. Aldus wordt besloten. Punt 5. Voorstel tot het toekennen van een bijdrage aan het Plaatselijk Crisisco mité. Het betreft een bedrag voor extra- hteun voor kleeding, dekking en schoeisel z.g. B. steun, waarvoor ten hoogste ƒ4.20 per werklooze mag worden besteed. Van deze 4.20 komt 2.20 voor rekening van het Departement van Sociale Zaken. De Raad moet dan voor 1936 beschikbaar stel len 710 x 2 of 1420. B. en W. stellen voor hiertoe te besluiten. Conform be sloten. Het gekkenhuis Als punt 5a is alsnog aan de agenda toe gevoegd: voorstellen tot ruiling van grond Een fontein met vijver nabij het Raadhuis werd door u onthuld. Dit eenvoudig monu ment gesticht door de burgerij uit dank baarheid, zal tot in lengte van dagen spre ken tot het nageslacht van uwe activiteit als burgemeester dezer gemeente. Uw opvolger, Mijnheer de Vdbrzitter, zal alhier een gemeente vinden, waarin alles aanwezig is, wat noodig is om Voorscho ten grooter te maken en in bloei te doen toenemen. Bij de viering van uw zeventigste ver jaardag in 1934, heb ik u ook namens den raad gecomplimenteerd en gezegd, dat het ambt van burgemeester in deze jaren zwaar en moeizaam is door de vele maatregelen, die getroffen nuoesten worden om de vele nooden te helpen lenigen en ik sprak des tijds den wensch uit, dat het u gegeven mocht zfjn een betere dageraad te zien aanbreken. Deze wensch is echter tot op heden nog niet in vervulling gegaan, waardoor het ambt van burgemeester te zijn der gemeente tot de laatste oogenblik- ken is verzwaard geworden. Het lijkt ons op dezen avond nog zoo vreemd toe, u alhier in onze vergadering te moeten missen als voorzitter van den raad en toch is het een feit. Nu gij ons gaat verlaten en een welver diende rust gaat genieten, danken wij u voor uwe leiding in onze gemeente en als voorzitter van den raad en wij hopen dat God u schenke nog een langen tijd van uwe rust te mogen genieten opdat gij nog vanuit de verte zult mogen aanschouwen het aanbreken van een nieuw tijdperk, waarin de burgerij en de gemeente een grooteren welstand zal ten deel vallen en de groote nooden van ons volk zullen wor den verminderd. Leef gelukkig en tevreden nog vele ja- Met een handdruk en een woord van dank tot wethouder Mens voor zijn waardeeren- de woorden tot hem gericht, en een woord van dankbaarheid voor de groote belang stelling van hedenavond getoond door de burgerij van Voorschoten, (want de be langstelling op de publieke tribune was zoo groot, dat men zich genoodzaakt had gezien in de Raadszaal zelf plaatsen be schikbaar te stellen voor deze vergade ring), sluit de voorzitter deze openbare vergadering, waarmede wederom een stuk gemeentegeschiedenis is afgesloten. met de wed. W. Schoneveld en A. Lam mens, ter verbreeding van een gedeelte van de Kerkstraat en van den Achterweg, daar waar de openbare bewaarschool heeft gestaan. Van de Wed. Schoneveld was een verzoek ingekomen tot aankoop van een strook grond ter verkrijging van een vrij uitzicht in de v. Egmondstraat. Idem van A. Lammens ten behoeve van den bouw van twee woningen aan den Achterweg. Uit besprekingen met wed. Schoenveld dat zij genegen was twee nieu we huizen te bouwen aan de Kerkstraat, waardoor het mogelijk wordt daar zoowel uit verkeers- als uit aesthetisch oogpunt een veel betere toestand te scheppen. Overeengekomen werd dat de gemeente haar 800 uitkeert onder voorwaarde, dat de rooilijn in de Kerkstraat over een leng te van 11/4 M. plm. 334 M. achteruit zal worden gebracht. Ten aanzien van de aan vrage van A. Lammens leidde de bespre kingen tot het resultaat dat deze bereid gevonden werd tot ruiling van grond om niet. De gemeente staat een strook af van 23 M2. in ruil van een strook groot 44 M2. noodig voor rooilijn-doeleinden langs den Achterweg. Het bestaande pand moet uiterlijk 31 Juli zijn afgebroken, het nieu we uiterlijk 31 Dec. a.s. zfjn voltooid. Het bouwplan van den heer Lammens moet uiterlijk 1 Aug. 1937 zfjn voltooid. Na af trek van 655 voor afbraak Bewaarschool, opmetingen enz. en na aftrek van 100 die de gemeente ontving van den A.N.W.B. zal nog een uitgaaf van ƒ1500 voor welke uit gaaf de goedkeuring van den Raad wordt gevraagd. De heer M. v. d. Marei wyst er op, dat er geen juiste hoekoplossing verkregen wordt. Onder hilariteit der vergadering merkt spr. op, dat het op Katwijk-Binnen toch al zoo'n gekkenhuis is. De heer J. van Elk kan zich met de voorgestelde uitvoering niet vereenigen. De toestand van de bestrating aldaar is onhoudbaar. Nadat de betrokken wethouder toezeg ging heeft gedaan, dat de bestrating waar schijnlijk wel uit den post onderhoud kan bestreden worden, wordt het voorstel z. h. st. aangenomen. Punt 6 is een voorstel tot wijziging der gementebegrootingen 1935 en 1930 in ver band met extra uitgaven, waartoe zonder besprekingen wordt besloten. En punt 7, behandeling van belasting reclames is niet voor openbaarmaking ge schikt. Volgt punt 8, het praeadvies op het ver zoek van W. v. Rfjn om verlaging van huishuur. Het perceel is gehuurd 23 Juni 1932 voor 5 jaren tegen een huur van 208 per jaar in termijnen van ƒ4 per week. B. en W. zijn van meening, dat de huur niet te hoog is en adviseeren te hoog. De heer v. d. Marei stelt voor de huur te brengen op 3.50. De heer Guijt wil, in overeen komst met de huren van de woningen de Bouwvereeniging verlagen tot ƒ3.20. De heeren v. d. Perk en v. d. Zwan stellen voor den heer v. Rijn te ontslaan van huurverplichting. Het voorstel Guijt wordt met 115 stemmen verworpen. Over het voorstel v. d. Marei staken de stemmen (8 8), zoodat er de volgende vergadering nogmaals gestemd moet worden. (De heer Lodder had inmiddels de vergadering ver laten). Volgt punt 9, praeadvies op het verzoek van H. Bestebroer om verlaging van huis huur. De heer B., kantoorhouder van het hulppostkantoor te Katwijk a. d Rijn heeft in een onderhoud met B. en W. ver klaard het pand slechts onder de bestaan de voorwaarden in huur te willen hou den, n.l. per jaar, mits de huur wordt te ruggebracht van ƒ375 op ƒ250 per jaar en aangezien niet gemakkelijk een andere huurder zal zijn te vinden stellen B. en W. voor aan het verzoek te voldoen. Aldus besloten. De heer C. v. Tongeren verzocht aan- teekening, dat hij er tegen was. De heer B. moet dan maar een andere woning zoe ken. Punt 10 is een praedadvies op het ver zoek van de voetbalvereeniging „Quick Boys" om vermindering van terreinhuur. Quick Boys heeft twee terreinen van de gemeente in huur tegen een huurprijs van ieder 250 p. jaar, totaal 500. De huur eindigt 31 Dec. 1936. Volgens B. en W. is er geen reden om de huur te verlagen. Een beroep op de algemeene verlaging van pachten is wel op landbouwgebied, doch niet in dit geval op zijn plaats, weshalve B. en W. adviseeren het verzoek af te wijzen. De heer J. G. Schoneveld vindt het be drag van ƒ500 veel te hoog. Gezien de hooge waarde van de voetbalsport voor de jeugd, acht hij het een onzedelijke daad dit hooge bedrag te handhaven. Spr. stelt voor dit bedrag terug te brengen op ƒ300. Met de stem van den heer Schoneveld te gen wordt het praeadvies aangenomen. Kindertoeslag lagere loonen Punt 11, praeadvies op de voorstellen van de heeren v. Tongeren en Schoneveld inzake het toekennen van een kindertoe slag, welke voorstellen beoogen om aan het gemeente-personeel met een jaarloon van 1200 en minder een kindertoeslag toe te kennen. B. en W. hebben zich ge wend tot den minister van Binnenlandsche Zaken, welke bewindsman berichtte, dat, aangezien de loonen in overeenstemming met het plaatselijk loonpeil zijn geregeld, in dit geval van een kindertoeslag geen sprake kan zijn. B. en W. achten zich hierna ontslagen om verder op de zaak in te gaan, aangezien een besluit tot het ver leenen van bijslag zonder twijfel door de Kroon zou worden vernietigd. Over dit punt wordt langdurig gediscus sieerd. De heeren v. Tongeren, Schone veld en v. Rijs leveren scherpe critiek op het praeadvies. Tenslotte wordt met 9—7 stemmen het voorstel van den heer v. Tongeren om van af het derde kind een toeslag van ƒ0.50 per weok en per kind te verleenen tot 16 jaar aangenomen. Volgt punt 12, een voorstel tot verlen ging van den duur der verordening op de heffing en invordering van schoolgeld en praeadvies op het voorstel van de heeren v. Rijs c.s. tot wijziging van de heffings verordening. Een onderzoek, welke de gevolgen zou den zijn van dit voorstel, leidde tot de conclusie, dat 113 schoolgeldplichtigen zijn aangeslagen naar een inkomen van minstens ƒ500 en hoogstens ƒ699. Het to taal dezer aaslagen levert op rond 400, terwijl de hoogste aanslag 7.80 en de laagste 1.80 bedraagt. Uit deze cijfers is gemakkelijk af te leiden, dat het door de vooi stellers op den voorgrond gebrach te motief om de minst draagkrachtigen ingezetenen van het betalen van school geld vrij te stellen, zeer belangrijk aan waarde verliest. Het grootste deel van genoemde 118 be talen niet meer dan ƒ3.50 per jaar, zoo dat niet van een drukkende last kan ge sproken worden. Een ingezetene met een belastbaar inkomen van ƒ500 tot 700 is verplicht en in staat om een geringe bij drage te gven in de kosten van het onder wijs zijner kinderen. En de tarieven van een andere categorie xou verhoogd moe ten worden. En van de 2845 schoolgaande kinderen wordt momenteel voor slechts plm. 1083 schoolgeld betaald. B. en W. adviseeren ten sterkte het be doelde voorstel niet aan te nemen. De heer van Rijs verdedigt uitvoerig het voorstel. De heer Guijt sluit zich hierbij aan. Reeds jaren heeft spr. er voor gestre den, dat de minst draagkrachtigen zullen worden vrijgesteld. Het voorstel van de heeren v. Rijs ca wordt verworpen met 124 stemmen. Aan de orde is dan punt 13, een prae advies op het voorstel van de heeren Scho neveld c.s. betreffende wijziging van het reglement van orde voor de raadsvergade ringen. In het voorstel wordt gevraagd, dat in het reglement van orde wordt vast gelegd het recht van interpellatie en het indienen van moties. B. en W. meenen wijziging van het re glement van orde te moeten ontraden. Dit voorstel wordt met 106 st. verworpen. Punt 14 is een praeadvies op het voor stel van de heeren v. 't Wout c.s. In rak a wijziging van het Ambtenaren- en Werk liedenreglement. Deze wijziging heeft ten doel van de aan B. en W. gegeven be voegdheid tot het verleenen van vrijstel ling van het verbod tot het bekleeden van nevenbetrekkingen, niet in dienst van de gemeente. B. en W. meenen dat het voor stel niet voor inwilliging vatbaar is. De reglement werden pas kort geleden, 24 April 1935, vastgesteld, zoodat het uit een oogpunt van rechtszekerheid niet aanbe velenswaardig is te achten om deze thans weer te wijzigen, zonder dat er dringende reden aanwezig is. Voorts kunnen zich in de practijk geval len voordoen, waarin het gemis van een dispensatie-bepaling onbillijke toestanden zou scheppen. Op grond van een en ander adviseeren B. en W. de voorgestelde wijziging niet aan de orde te brengen. De heer van Rijs moet ook thans B. en W. weer bestrijden. Hij wijst op de onbil lijke toestanden, dat de best bezoldigde ambtenaren nog dikwijls nevenbetrekkin gen bekleeden. Dit moet verboden worden. Hoewel de heer Grimbergen erkent, dat het raadzaam kan zijn, dat er uitzonderin gen bestaan heeft spr. zulke onpleizierige ervaringen opgedaan, dat hij zijn stem aan het voor stel-v. Rijs zal geven. De heer P. Guiit veroordeelt cumulatie.. Doch bij consequente doorvoering van het voorge stelde systeem zal men voor eigenaardig heden komen te staan, dat men onrecht vaardig wordt. Spr. toont dit met voor beelden aan. De heer Schoneveld bestrijdt zijn partijgenoot. Als we het mes er in zetten, doet het wel eens pijn. In principe is cumulatie verkeerd. En wat verkeerd is moeten we uitroeien met wortel en tak. De voorz. wijst er op, dat er door dit college geen enkele toestemming is gege ven; enkel de bestaande toestand gecon tinueerd. Wordt dit voorstel aangenomen, dan zal spr. het aan de Kroon ter vernie tiging voordragen. Bij de stemming staakten de stemmen 8 8, zoodat ook dit voorstel tot de vol gende vergadering werd aangehouden. Vervolgens punt 15, een voorstel tot wij ziging van de verordeningen op de heffing en invordering der hondenbelasting. Ged. Staten hebben bericht eenige technische bezwaren te hebben tegen de verordening. Ten einde aan die bezwaren tegemoet te komen, stellen B. en W. voor in de veror dening een bepaling op te nemen om het op den openbaren weg laten loopen van honden, zonder „hondenpenning" strafbaar te stellen. Conform besloten. Na rondvraag volgde sluiting met dank gebed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 10