Afscheid van den heer Vernède
VRIJDAG 28 FEBRUARI 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
ALS BURGEMEESTER VAN VOORSCHOTEN
GEMEENTERAAD VAN KATWIJK"
Voorzitter: E. Vernède, Burgemeester.
Aanwezig 9 leden.
Afwezig de heeren J. Braggaar en C.
Mulholland met kennisgeving, wegens
ziekte.
Ingekomen stukken:
Een drietal missiven van Ged. Staten
goedkeurende eenige genomen raadsbeslui
ten.
Een verslag van de oommissie van toe
zicht op het middelbaar onderwijs over
1935. Deze stukken worden voor kennisge
ving aangenomen.
Ingekomen is een verzoekschrift van Th.
J. Lastdragers om restitutie van 5 inzake
te veel betaald watergeld. Wordt gezonden
naar B. en W. om praedaviee uit te bren
gen.
De notulen der vorige vergadering wor
den gelezen en onveranderd vastgesteld.
Thans komt aan de orde het vaststellen
van een pensioensgrondslag van den heer
E. Vernède als secretaris. Deze pensioens
grondslag wordt vastgesteld op 3300 voor
1935.
De pensioensgrondslag van den nieuw-
benoemden secretaris, den heer A. P.
Schram de Jong, wordt vastgesteld op
3450 en wel met ingang van 1 Maart aA
Van den heer A. P. Schram de Jong is
een verzoek ingekomen om eervol ontslag
met ingang van 1 Maart als gemeente-ont
vanger in verband met zijne benoeming
als secretaris der gemeente. B. en W. stel
len den raad voor den heer A. P. Schram
de Jong eervol ontslag te verleenen. Aldus
besloten.
Beëediging nieuwe gemeente
secretaris.
Vervolgens komt aan de orde de beëedi
ging van den nieuwbenoemden Gemeente
secretaris, den heer A. P. Schram de Jong.
De heer A. P. Schram de Jong legt in han
den van den voorzitter de bij de wet ver-
eischte eeden af, waarna de voorzitter hem
gelukwenscht en de hoop uitspreekt, dat
ae nieuwe secretaris ijverig en trouw zijn
functie in het belang der gemeente zal
waarnemen.
Een circulaire is ingekomen van den
Minister van Binnenlandsche Zaken, waar
in door den minister wordt aangedrongen
om de salarissen van den tweeden en der
den ambtenaar ter secretarie, den bode-oon-
cierge, den gemeente-opzichter, boekhou
der-kassier der bedrijven en den machinist-
fitter wederom met 5 pet. te verlagen.
Voorts zal naar de meening van den Mi
nister de wedde van den eersten ambte
naar ter secretarie met 2 1/2 pet. dienen
te worden verlaagd. B. en W. adviseeren
den raad den minister te verzoeken deze
salarissen niet wederom te verlagen, daar
vóór eenigen tijd deze salarissen belangrijk
zijn geslaagd en van excessen of te hoo-
ge salarieering niet gespoken kan wor
den. Zonder hoofdelijke stemming wordt
met algemeene stemmen het praeadvies van
B. en W. aangenomen.
Vervolgens worde n nog eenige beslui
ten comptabiliteit genomen.
Afscheidsrede van burgemeester
Vernède.
Daarna spreekt de voorzitter de volgen
de rede uit:
Zoo is deze vergadering dan de laatste
geweest, aldus spr., die ik als uwe voor
zitter heb mogen leiden.
Gaarne wil ik thans nog een kort af
scheidswoord spreken.
Terugziende op het verleden mag ik met
groote dankbaarheid constateeren, dat ik
in 40 jaren geen enkele vergadering we
gens ongesteldheid heb moeten verzuimen.
Alleen verleden jaar heb ik eenmaal die
taak aan Wethouder Mens moeten over
dragen. Ik ben toen, zooals de heeren we
ten, ernstig ongesteld geweest en ofschoon
ik van die ziekte gelukkig weder hersteld
ben is deze toch de aanleiding geweest om
op medisch advies mijn ontslag aan te vra
gen.
Ik heb in de jaren, die achter mij lig
gen, veel geluk gekend, zoowel in mijn
huisgezin, als in mijne betrekkingen als
burgemeester en secretaris Toen ik hier
kwam telde de gemeente ruim 2400 zielen.
Het was een klein dorp met weinig drukte
op de wegen en waar onder de inwoners
een groote mate van gemoedelijkheid
heerschte. Om de 2 uur ging er een stoom-
trammetje naar Den Haag, om het uur één
naar Leiden. De menschen kenden elkaar
allen. Petroleum was de bron van ver
lichting. Er bestond geen gas, geen water
leiding, geen electriciteit. Er vergelijk dit
alles eens met den tegenwoordigen toe
stand. Voorschoten is thans een flinke plat
telandsgemeente van ongeveer 6500 inwo
ners, welk getal ieder jaar met meer dan
200 zielen wordt vermeerderd. De electri
se he tram, die om de 20 minuten rijdt, ver
bindt het dorp met de beide steden Den
Haag en Leiden. 3 bloeiende bedrijven gas,
waterleiding en electriciteit zijn verrezen,
wij hebben een volksbadhuis, een arbei-
derswoningpark met 80 huizen, een nieuw
Raadhuis, dat aan alle moderne eischen
beantwoordt en een nieuwe openbare
school.
Verder is er op hygiënisch gebied, voor
al in het belang van de jeugd heel wat tot
stand gebracht.
Met de gemeenten Katwijk, Oegstgeest,
Veur en Stompwijk is een sohoolarqtsen-
dienst opgericht, waardoor de kinderen van
de Lagere Scholen en van de Bewaarscho
len onder geneeskundig schooltoezicht zijn
gebracht. Door de zorgen van het Groene
Kruis is verder een consultatiebureau voor
zuigelingen en voor de kinderen van 13
jaar, zoogenaamd consultatiebureau voor
kleuters opgericht, zoodat de kinderen
thans vanaf htm geboorte totdat ztj de
school verlaten onder medisch toezicht
staan.
Op vereenigingsgebied zijn allerlei nut
tige instellingen verrezen n.L Boerenleen
bank, Groene Kruis, Burgerwacht, Kon.
Wilhelminavereeniging, e.a.
Dat ik heb mogen medewerken aan de
tot standkoming van dit alles vervult mij
met groote dankbaarheid.
Voor zoover het gemeentelijke instellin
gen betreft heb ik daarbij altijd hogen re
kenen op uw steun en die van uw voorgan
gers. Er heeft In onze vergaderingen en
in die van Burgemeester en Wethouders
altijd geheerscht een sfeer van vertrou
wen en hartelijke samenwerking, waar
voor ik u en uw voorgangers uit den grond
van mijn hart, dank breng, want zonder dat
hadden wij niet kunnen bereiken wat wij
te zamen mochten tot stand brengen.
De ambtenaren der gemeente van den
hoogsten tot den laagsten hebben door ge
trouwe plichtsbetrachting er veel toe bij
gedragen om mijn taak te verlichten en
daarvoor breng ik him mijn hartelij ken
dank.
Ook van de zijde der burgerij heb ik
steeds zeer veel sympathie mogen onder
vinden. Deze is nog niet lang-geleden tot
uiting gekomen bij de viering van mijn
40-jarig ambtsjubileum toen ik van alle
kanten zooveel belangstelling heb mogen
ondervinden.
De moeilijke oorlogsjaren zijn wij, dank
zij de houding van de burgerij, al ging
deze ook wel eens met eenig gemor ge
paard, gelukkig te boven mogen komen.
Moge dit ook het geval zijn met de zorg
volle tijden, die wij thans beleven. Geluk
kig behoort onze gemeente nog niet tot de
z.g. noodlijdende gemeenten. Ik zeg „ge
lukkig" want mocht dit te eeniger tijd het
geval' worden dan is het gedaan met de
gemeentelijke autonomie, waaraan ook
thans reeds geknaagd wordt en heeft de
gemeente zich eenvoudig te onderwerpen
aan hetgeen van hoogerhand over haar
wordt beschikt.
Maar dit gevaar dreigt voorloopig nog
niet. De belastingen zijn niet tot den top
opgevoerd, de rekening over 1935 zal
waarschijnlijk met een belangrijk batig
saldo sluiten en de bedrijven verkeer en in
bloeienden staat, hetgeen voor de ge
meente belangrijke financieele baten ople
vert.
Wanneer ik dan nu mijn betrekkingen
ga nederleggen om als ambteloos burger,
zoolang het het Opperwezen behaagt, mijn
verder leven te 's-Gravenhage te gaan
voortzetten, dan zal ik u niet behoeven te
zeggen, dat het mij moeite kost om mij los
te maken uit de vele banden, die mij hech
ten aan de plaats, waar ik het grootste ge
deelte van mijn leven heb doorgebracht
en waar ik zooveel goeds heb mogen on
dervinden en twee betrekkingen heb mo
gen bekleeden, waaraan ik met hart en
ziel was gehecht.
Ik zal van uit de verde mij van ganscher
harte verheugen, wanneer ik mag verne
men, dat het Voorschoten en zijn burgerij
goed gaat en ik zal nimmer vergeten al
het geluk, dat mij in deze gemeente is ten
deel gevallen. Zoo zij het!
Toespraak van wethouder
Mens.
Toen de voorzitter zijne toespraak ge
ëindigd had, vroeg wethouder J. A. Mens
het woord en sprak den voorzitter toe als
volgt:
Het zij mij vergund aan het einde van
deze vergadering van den gemeenteraad
een kort woord van afscheid tot u te rich
ten.
Immers het is heden de laatste vergade
ring van den raad, die gij hebt gepresi
deerd, daar u door H. M. de Koningin met
ingang van. Zondag 1 Maart a.s. eervol
ontslag als burgemeester en secretaris is
verleend.
Ruim 43 jaar lang zijt gij secretaris dezer
gemeente geweest, waarvan ruim 40 jaar
lang ook burgemeester en voorzitter van
den raad dezer gemeente.
In deze lange pariode hebt gij u met hart
en ziel aan de gemeentebelangen gegeven
en zeer veel voor de gemeente gedaan en
onder uwe leiding is er veel tot stand ge
bracht in het belang van onze gemeente.
In al die jaren zijt gij in onzen raad een
uitstekend leider geweest en hebt gij het
geluk gesmaakt bijna geen enkele vergade
ring niet hebben kunnen bijwonen, daar
gij steeds een goede gezondheid hebt ge
noten. Thans is het oogenblik van schei
den aangebroken. Scheiden is een weinig
sterven.
Immers bij het scheiden moet»men veel
achterlaten, wat steeds onze sympathie en
liefde heeft verworven.
Wij zouden zeer zeker in onzen plicht
te kort schieten, indien wij verzuimden u
een woord van dank te wijden voor de ac
tiviteit, welke gij tijdens uw ambtelijk
leven hebt ontplooid in het belang der ge
meente en waardoor onze gemeente in bloei
is toegenomen
Toen gij burgemeester zijt geworden in
het jaar 1895, telde onze gemeente 2600
inwoners, thans ruim 6500.
Onder uwe leiding zijn tot stand geko
men het gas, water- en het electriciieits-
bedrijf. Gesticht werd de Voorschotensche
bouwvereeniging, waarvan gij vanaf de
stichting in 1917 de voorzitter zijt ge
weest. Het badhuisbedrijf is gesticht en in
1925 werd onder uwe leiding besloten tot
den bouw van het nieuwe Raadhuis en
een nieuwe openbare lagere school ge
sticht.
In 1935 heeft de gemeente uw 40-jarig
ambtsjubileum met vreugde gevierd, wat
ons allen nog versch in het geheugen ligt.
De Raad dezer gemeente vergaderde
Donderdagavond. Voorzitter was burge
meester Woldringh van der Hoop. Aanwe
zig alle leden.
Punt 1: ingekomen stukken, voorname
lijk missiven van Ged. Staten, houdende
goedkeuring van genomen raadsbesluiten.
Voorts adressen van de Vereeniging voor
Volksonderwijs en de Katwijksche Bestu
renbond om van gemeentewege school
kindervoeding in te voeren. B. en W. wa
ren van oordeel, dat, waar bij de behan
deling van de begrooting gebleken is, dat
de meerderheid van den Raad geen school-
oveding wenscht, deze adressen voor ken
nisgeving aan te nemen. De heer van 't
Wout vraagt, met het oog op de groote
nood, of het niet mogelijk is, allen melk
te verstrekken. Na uitvoerige verdediging
van den heer van Rijs, wordt dit verzoek
afgewezen.
Vervolgens punt 2 voorstel tot het ver
leenen van medewerking ingevolge art. 72
der L. O. wet 1920 ten behoeve van de
Christ, school aan de M. A. de Ruyter-
straat. In een lange toelichting motiveeren
B. en W. waarom voor het eene wel en
voor het andere niet medewerking ver
plicht is. B.v. voor het aanschaffen van
kaarten, die wel aanwezig doch oud zijn,
wenschen B. en W. geen medewerking te.
verleenen. Voor verschillende posten tot
een bedrag van plm. 700 stellen B. en W.
voor geen medewerking te verleenen. Tot
het aanschaffen van zangbundels, kinder
bijbels, potloodslijpmachines, thermome
ters bestaan bij B. en W. geen bezwaren.
Dit college stelt den Raad voor te beslui
ten als B. en W. in deze adviseeren.
Punt 2 van de agenda vervalt, daar het
betreffende verzoek van het bestuur der
Chr. school aan de M. A. de Ruyterstraat
tot het verleenen van medewerking inge
volge art. 72 der L. O.-wet is ingetrokken
Punt 3 is een voorstel tot het verleenen
van meewerking ingevolge art. 72 der L.
O. wet 1920 ten behoeve der Geref. School
aan den Sluisweg, welk bestuur vraagt
vernieuwing van de plafonds dezer school.
Gebleken is, dat bij de verbouwing in
1922 contsructiefouten zijn gemaakt, die
nu gevaar opleveren. Er is voor noodig een
bedrag van f340. B. en W. stellen voor
op het verzoek goedgunstig te beschikken.
Z. h. st. aangenomen.
Punt 4. Voorstel tot het verleenen van
een voorschot op de vergoeding ingevolge
art. 101 der L. O. wet 1920. Het gemid
deld bedrag per leerling voor het gewoon
lager onderwijs is gebleken te zijn ƒ10.20
per leerling, va n het uitgebreid L. O.
ƒ21.94. Aan voorschot kan dus worden uit
gekeerd resp. 80 pet. van 10.20 is 8.16
en 80 pet. van 21.94 is 17.55. B. en W.
stellen voor deze voorschotten te verlee
nen en de betaling te doen plaats hebben
in 4 termijnen, Maart, Juni, September,
December. Aldus wordt besloten.
Punt 5. Voorstel tot het toekennen van
een bijdrage aan het Plaatselijk Crisisco
mité. Het betreft een bedrag voor extra-
hteun voor kleeding, dekking en schoeisel
z.g. B. steun, waarvoor ten hoogste ƒ4.20
per werklooze mag worden besteed. Van
deze 4.20 komt 2.20 voor rekening van
het Departement van Sociale Zaken. De
Raad moet dan voor 1936 beschikbaar stel
len 710 x 2 of 1420. B. en W. stellen
voor hiertoe te besluiten. Conform be
sloten.
Het gekkenhuis
Als punt 5a is alsnog aan de agenda toe
gevoegd: voorstellen tot ruiling van grond
Een fontein met vijver nabij het Raadhuis
werd door u onthuld. Dit eenvoudig monu
ment gesticht door de burgerij uit dank
baarheid, zal tot in lengte van dagen spre
ken tot het nageslacht van uwe activiteit
als burgemeester dezer gemeente.
Uw opvolger, Mijnheer de Vdbrzitter, zal
alhier een gemeente vinden, waarin alles
aanwezig is, wat noodig is om Voorscho
ten grooter te maken en in bloei te doen
toenemen.
Bij de viering van uw zeventigste ver
jaardag in 1934, heb ik u ook namens den
raad gecomplimenteerd en gezegd, dat het
ambt van burgemeester in deze jaren zwaar
en moeizaam is door de vele maatregelen,
die getroffen nuoesten worden om de vele
nooden te helpen lenigen en ik sprak des
tijds den wensch uit, dat het u gegeven
mocht zfjn een betere dageraad te zien
aanbreken. Deze wensch is echter tot op
heden nog niet in vervulling gegaan,
waardoor het ambt van burgemeester te
zijn der gemeente tot de laatste oogenblik-
ken is verzwaard geworden.
Het lijkt ons op dezen avond nog zoo
vreemd toe, u alhier in onze vergadering
te moeten missen als voorzitter van den
raad en toch is het een feit.
Nu gij ons gaat verlaten en een welver
diende rust gaat genieten, danken wij u
voor uwe leiding in onze gemeente en als
voorzitter van den raad en wij hopen dat
God u schenke nog een langen tijd van
uwe rust te mogen genieten opdat gij nog
vanuit de verte zult mogen aanschouwen
het aanbreken van een nieuw tijdperk,
waarin de burgerij en de gemeente een
grooteren welstand zal ten deel vallen en
de groote nooden van ons volk zullen wor
den verminderd.
Leef gelukkig en tevreden nog vele ja-
Met een handdruk en een woord van dank
tot wethouder Mens voor zijn waardeeren-
de woorden tot hem gericht, en een woord
van dankbaarheid voor de groote belang
stelling van hedenavond getoond door de
burgerij van Voorschoten, (want de be
langstelling op de publieke tribune was
zoo groot, dat men zich genoodzaakt had
gezien in de Raadszaal zelf plaatsen be
schikbaar te stellen voor deze vergade
ring), sluit de voorzitter deze openbare
vergadering, waarmede wederom een stuk
gemeentegeschiedenis is afgesloten.
met de wed. W. Schoneveld en A. Lam
mens, ter verbreeding van een gedeelte
van de Kerkstraat en van den Achterweg,
daar waar de openbare bewaarschool heeft
gestaan. Van de Wed. Schoneveld was een
verzoek ingekomen tot aankoop van een
strook grond ter verkrijging van een vrij
uitzicht in de v. Egmondstraat.
Idem van A. Lammens ten behoeve van
den bouw van twee woningen aan den
Achterweg. Uit besprekingen met wed.
Schoenveld dat zij genegen was twee nieu
we huizen te bouwen aan de Kerkstraat,
waardoor het mogelijk wordt daar zoowel
uit verkeers- als uit aesthetisch oogpunt
een veel betere toestand te scheppen.
Overeengekomen werd dat de gemeente
haar 800 uitkeert onder voorwaarde, dat
de rooilijn in de Kerkstraat over een leng
te van 11/4 M. plm. 334 M. achteruit zal
worden gebracht. Ten aanzien van de aan
vrage van A. Lammens leidde de bespre
kingen tot het resultaat dat deze bereid
gevonden werd tot ruiling van grond om
niet. De gemeente staat een strook af van
23 M2. in ruil van een strook groot 44 M2.
noodig voor rooilijn-doeleinden langs den
Achterweg. Het bestaande pand moet
uiterlijk 31 Juli zijn afgebroken, het nieu
we uiterlijk 31 Dec. a.s. zfjn voltooid. Het
bouwplan van den heer Lammens moet
uiterlijk 1 Aug. 1937 zfjn voltooid. Na af
trek van 655 voor afbraak Bewaarschool,
opmetingen enz. en na aftrek van 100 die
de gemeente ontving van den A.N.W.B. zal
nog een uitgaaf van ƒ1500 voor welke uit
gaaf de goedkeuring van den Raad wordt
gevraagd.
De heer M. v. d. Marei wyst er op, dat
er geen juiste hoekoplossing verkregen
wordt. Onder hilariteit der vergadering
merkt spr. op, dat het op Katwijk-Binnen
toch al zoo'n gekkenhuis is.
De heer J. van Elk kan zich met de
voorgestelde uitvoering niet vereenigen.
De toestand van de bestrating aldaar is
onhoudbaar.
Nadat de betrokken wethouder toezeg
ging heeft gedaan, dat de bestrating waar
schijnlijk wel uit den post onderhoud kan
bestreden worden, wordt het voorstel z.
h. st. aangenomen.
Punt 6 is een voorstel tot wijziging der
gementebegrootingen 1935 en 1930 in ver
band met extra uitgaven, waartoe zonder
besprekingen wordt besloten.
En punt 7, behandeling van belasting
reclames is niet voor openbaarmaking ge
schikt.
Volgt punt 8, het praeadvies op het ver
zoek van W. v. Rfjn om verlaging van
huishuur. Het perceel is gehuurd 23 Juni
1932 voor 5 jaren tegen een huur van 208
per jaar in termijnen van ƒ4 per week. B.
en W. zijn van meening, dat de huur niet
te hoog is en adviseeren te hoog. De heer
v. d. Marei stelt voor de huur te brengen
op 3.50. De heer Guijt wil, in overeen
komst met de huren van de woningen de
Bouwvereeniging verlagen tot ƒ3.20. De
heeren v. d. Perk en v. d. Zwan stellen
voor den heer v. Rijn te ontslaan van
huurverplichting. Het voorstel Guijt wordt
met 115 stemmen verworpen. Over het
voorstel v. d. Marei staken de stemmen (8
8), zoodat er de volgende vergadering
nogmaals gestemd moet worden. (De heer
Lodder had inmiddels de vergadering ver
laten).
Volgt punt 9, praeadvies op het verzoek
van H. Bestebroer om verlaging van huis
huur. De heer B., kantoorhouder van het
hulppostkantoor te Katwijk a. d Rijn
heeft in een onderhoud met B. en W. ver
klaard het pand slechts onder de bestaan
de voorwaarden in huur te willen hou
den, n.l. per jaar, mits de huur wordt te
ruggebracht van ƒ375 op ƒ250 per jaar en
aangezien niet gemakkelijk een andere
huurder zal zijn te vinden stellen B. en W.
voor aan het verzoek te voldoen. Aldus
besloten.
De heer C. v. Tongeren verzocht aan-
teekening, dat hij er tegen was. De heer
B. moet dan maar een andere woning zoe
ken.
Punt 10 is een praedadvies op het ver
zoek van de voetbalvereeniging „Quick
Boys" om vermindering van terreinhuur.
Quick Boys heeft twee terreinen van de
gemeente in huur tegen een huurprijs van
ieder 250 p. jaar, totaal 500. De huur
eindigt 31 Dec. 1936. Volgens B. en W. is
er geen reden om de huur te verlagen.
Een beroep op de algemeene verlaging van
pachten is wel op landbouwgebied, doch
niet in dit geval op zijn plaats, weshalve
B. en W. adviseeren het verzoek af te
wijzen.
De heer J. G. Schoneveld vindt het be
drag van ƒ500 veel te hoog. Gezien de
hooge waarde van de voetbalsport voor de
jeugd, acht hij het een onzedelijke daad
dit hooge bedrag te handhaven. Spr. stelt
voor dit bedrag terug te brengen op ƒ300.
Met de stem van den heer Schoneveld te
gen wordt het praeadvies aangenomen.
Kindertoeslag lagere loonen
Punt 11, praeadvies op de voorstellen
van de heeren v. Tongeren en Schoneveld
inzake het toekennen van een kindertoe
slag, welke voorstellen beoogen om aan
het gemeente-personeel met een jaarloon
van 1200 en minder een kindertoeslag
toe te kennen. B. en W. hebben zich ge
wend tot den minister van Binnenlandsche
Zaken, welke bewindsman berichtte, dat,
aangezien de loonen in overeenstemming
met het plaatselijk loonpeil zijn geregeld,
in dit geval van een kindertoeslag geen
sprake kan zijn. B. en W. achten zich
hierna ontslagen om verder op de zaak in
te gaan, aangezien een besluit tot het ver
leenen van bijslag zonder twijfel door de
Kroon zou worden vernietigd.
Over dit punt wordt langdurig gediscus
sieerd. De heeren v. Tongeren, Schone
veld en v. Rijs leveren scherpe critiek op
het praeadvies.
Tenslotte wordt met 9—7 stemmen het
voorstel van den heer v. Tongeren om van
af het derde kind een toeslag van ƒ0.50
per weok en per kind te verleenen tot 16
jaar aangenomen.
Volgt punt 12, een voorstel tot verlen
ging van den duur der verordening op de
heffing en invordering van schoolgeld en
praeadvies op het voorstel van de heeren
v. Rijs c.s. tot wijziging van de heffings
verordening.
Een onderzoek, welke de gevolgen zou
den zijn van dit voorstel, leidde tot de
conclusie, dat 113 schoolgeldplichtigen
zijn aangeslagen naar een inkomen van
minstens ƒ500 en hoogstens ƒ699. Het to
taal dezer aaslagen levert op rond 400,
terwijl de hoogste aanslag 7.80 en de
laagste 1.80 bedraagt. Uit deze cijfers
is gemakkelijk af te leiden, dat het door
de vooi stellers op den voorgrond gebrach
te motief om de minst draagkrachtigen
ingezetenen van het betalen van school
geld vrij te stellen, zeer belangrijk aan
waarde verliest.
Het grootste deel van genoemde 118 be
talen niet meer dan ƒ3.50 per jaar, zoo
dat niet van een drukkende last kan ge
sproken worden. Een ingezetene met een
belastbaar inkomen van ƒ500 tot 700 is
verplicht en in staat om een geringe bij
drage te gven in de kosten van het onder
wijs zijner kinderen. En de tarieven van
een andere categorie xou verhoogd moe
ten worden. En van de 2845 schoolgaande
kinderen wordt momenteel voor slechts
plm. 1083 schoolgeld betaald.
B. en W. adviseeren ten sterkte het be
doelde voorstel niet aan te nemen.
De heer van Rijs verdedigt uitvoerig het
voorstel. De heer Guijt sluit zich hierbij
aan. Reeds jaren heeft spr. er voor gestre
den, dat de minst draagkrachtigen zullen
worden vrijgesteld.
Het voorstel van de heeren v. Rijs ca
wordt verworpen met 124 stemmen.
Aan de orde is dan punt 13, een prae
advies op het voorstel van de heeren Scho
neveld c.s. betreffende wijziging van het
reglement van orde voor de raadsvergade
ringen. In het voorstel wordt gevraagd,
dat in het reglement van orde wordt vast
gelegd het recht van interpellatie en het
indienen van moties.
B. en W. meenen wijziging van het re
glement van orde te moeten ontraden. Dit
voorstel wordt met 106 st. verworpen.
Punt 14 is een praeadvies op het voor
stel van de heeren v. 't Wout c.s. In rak a
wijziging van het Ambtenaren- en Werk
liedenreglement. Deze wijziging heeft ten
doel van de aan B. en W. gegeven be
voegdheid tot het verleenen van vrijstel
ling van het verbod tot het bekleeden van
nevenbetrekkingen, niet in dienst van de
gemeente. B. en W. meenen dat het voor
stel niet voor inwilliging vatbaar is. De
reglement werden pas kort geleden, 24
April 1935, vastgesteld, zoodat het uit een
oogpunt van rechtszekerheid niet aanbe
velenswaardig is te achten om deze thans
weer te wijzigen, zonder dat er dringende
reden aanwezig is.
Voorts kunnen zich in de practijk geval
len voordoen, waarin het gemis van een
dispensatie-bepaling onbillijke toestanden
zou scheppen.
Op grond van een en ander adviseeren
B. en W. de voorgestelde wijziging niet
aan de orde te brengen.
De heer van Rijs moet ook thans B. en
W. weer bestrijden. Hij wijst op de onbil
lijke toestanden, dat de best bezoldigde
ambtenaren nog dikwijls nevenbetrekkin
gen bekleeden. Dit moet verboden worden.
Hoewel de heer Grimbergen erkent, dat
het raadzaam kan zijn, dat er uitzonderin
gen bestaan heeft spr. zulke onpleizierige
ervaringen opgedaan, dat hij zijn stem aan
het voor stel-v. Rijs zal geven. De heer P.
Guiit veroordeelt cumulatie.. Doch bij
consequente doorvoering van het voorge
stelde systeem zal men voor eigenaardig
heden komen te staan, dat men onrecht
vaardig wordt. Spr. toont dit met voor
beelden aan. De heer Schoneveld bestrijdt
zijn partijgenoot. Als we het mes er in
zetten, doet het wel eens pijn. In principe
is cumulatie verkeerd. En wat verkeerd
is moeten we uitroeien met wortel en tak.
De voorz. wijst er op, dat er door dit
college geen enkele toestemming is gege
ven; enkel de bestaande toestand gecon
tinueerd. Wordt dit voorstel aangenomen,
dan zal spr. het aan de Kroon ter vernie
tiging voordragen.
Bij de stemming staakten de stemmen 8
8, zoodat ook dit voorstel tot de vol
gende vergadering werd aangehouden.
Vervolgens punt 15, een voorstel tot wij
ziging van de verordeningen op de heffing
en invordering der hondenbelasting. Ged.
Staten hebben bericht eenige technische
bezwaren te hebben tegen de verordening.
Ten einde aan die bezwaren tegemoet te
komen, stellen B. en W. voor in de veror
dening een bepaling op te nemen om het
op den openbaren weg laten loopen van
honden, zonder „hondenpenning" strafbaar
te stellen. Conform besloten.
Na rondvraag volgde sluiting met dank
gebed.