VRIJDAG 21 FEBRUARI 1936
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
kwam. Toen spr. met zijn ambt kennis
maakte vond hij een te overbruggen te
kort van rond 8 ton. Dat was een hoog be
drag en ingrijpende maatregelen waren
noodzakelijk, hoewel kleine maatregelen
niet mochten veronachtzaamd. Er moest
bezuinigd worden, maar hoe verder de cri
sis voortschrijdt, des te moeilijker wordt
het. Er is reeds veel bezuinigd en aan den
anderen kant is men meer en meer aange
wezen "op den steun van de overheid. B. en
W. hebben gemeend met een salarisverla
ging te moeten komen. Wanneer de regee
ring van welk land ook een bepaalde koers
volgt, is het de lagere organen onmogelijk
die koers te ontloopen.
De heer Goslinga A.R.). Dat hebben
wij altijd beweerd.
Wethouder Verwey (S.D.A.P.). Dat
behoeft niet in te houden dat men er mee
instemt. Ik stem er niet mee in, maar ben
aan handen en voeten gebonden. Het beste
standpunt in deze kwestie was. zich te rich
ten naar den uitslag van het G. O. Spr. is
uitgegaan van de oplossing van de werk
lieden en toen een basis van 4 pet. was aan
vaard, heeft spr. deze ook gehouden voor de
andere groepen, daar er z. i. uniformiteit
moet bestaan. Wil de raad anders, dan be-
teekènt dit dat de belasting dienovereen
komstig zal moeten worden verhoogd.
De heer Wilmer (R.K.) vraagt of de
wethouder een tegenstander is van belas
tin gverhooging.
Wethouder Ver we ij (S.D.A.P.). In be
ginsel niet, maar wel uitsluitend om per-
soneels-aangelegenheden te dienen.
Omtrent de reserves constateert spr. dat
er geen verschil bestaat omtrent het be
ginsel. Men hoede zich echter voor over- j
drijving. F.eeds vroeger is uit de reserven
geput en is dat toelaatbaar geacht. Z. i.
is het in deze omstandigheden verant- i
woord iets minder te storten in het ver- j
nieuwingsfonds der Lichtfabrieken. De
heer Goslinga stelt 1 pet. voor, doch spr.
meent, dat ook y, pet. te verantwoorden
is. Het vernieuwingsfonds van de Elec-
triciteitsfabriek is in de laatste jaren
vooruitgegaan met ongeveer 3 ton. De
heer Goslinga wil het geld halen uit de
algemeene reserve, maar dan steekt men
behalve een kaars, die aan twee zijden
opbrandt, nog een kaars aan.
De heer Goslinga (A.-R.). Dan komt
er meer klaarheid!
De heer De Reede (C.H.). Daar heb
ik nu jaren voor gevochten, maar het nooit
klaar kunnen spelen.
Wethouder Verwey (S.D.A.P.). De
algemeene reserve moet blijven voor even-
tueele stroppen van den gewonen dienst.
Het voorstel-de Reede inzake de afschrij
vingen ontraadt spr. Door de afschrijvin
gen te verlengen is het gelukt de begroo
ting sluitend te krijgen. De heer de Reede
heeft ook bezwaar gemaakt tegen het te
veel aanzetten van de inkomsten uit de
bedrijven, speciaal uit de LeidscheDuin
water Mij. Het achterwege laten van de
reserveering is slechts een mogelijkheid,
in de practijk kan het nog wel meevallen.
Inzake de reserves van het grondbedrijf
zegt spr. dat mocht de taxatie tegenvallen,
het college naar andere maatregelen zal
omzien. Deze reserve berust echter op een
buitengewoon gezonde basis. Spr. v
deert de groote bedoelingen van den heer
van Weizen inzake de wederinvoering
van een bedrijfsbelasting.
De heer Wilbrink (C.H.). Dat over
komt je niet dikwijls.
Wethouder Ver w e ij (S.D.A.P.) moet
echter toegeven, dat de bedrijven er in
Leiden zoo weinig rooskleurig voorstaan,
dat het ongewenscht is om tot wederin
voering van deze belasting over te gaan.
Spreker ontkent, dat er in belastingver-
hooging geen verdere voortgang meer zou
zijn. Leiden en Den Haag hebben de
laagste opcenten op de personeele belas
ting, zoodat spr. niet begrijpt, dat er nog
Nederlanders gevonden worden, die niet
in Leiden willen wonen. (Gelach). Eenige
belastingverhooging is dus nog wel mo
gelijk. Er is voorts getwijfeld aan de
35.000 bezuiniging op de Lichtfabrieken.
De directie en de commissarissen hebben
gezegd, dat dit mogelijk is, en daaraan
houdt spr. zich. Er zal dit jaar 3 millioen
geleend moeten worden, maar men moet
daarmede niet denken, dat de schuld van
de gemeente door dit bedrag stijgt.
De heer Goslinga (A.R.). Neen, maar
wij moeten toch crediet hebben.
Wethouder V e r we y (S.D.A.P.) meent,
dat men de finantieele situatie niet al te
somber moet afschilderen, wil men de cre
diet waardigheid van Leiden behouden.
Men heeft gesproken over een gemis aan
een vaste lijn in de begrooting. Wat be
doelt men daarmee? Er was een tekort en
dat tekort is overbrugd, dat is het voor
naamste. De heer Romijn miste elk pers
pectief in de begrooting maar zoolang de
regeering een aanpassingspolitiek volgt,
zijn wij gedwongen te volgen.
De heer R o m ij n (V.B.) Laat de S. D.
A. P. zich aan dat woord houden.
Wethouder Verweij (S.D.A.P.): Het
perspectief ligt in het Plan van den Ar
beid. Spr. staat welwillend tegenover het
Leidsche Werkplan. Het is een goedbe
doelde poging om de werkloosheid in te
perken. Maar de stand der gemeentefinan-
ciën spreekt een woordje mee. In ver
band daarmee vestigt spr. de aandacht op
de werken, die op het oogenblik in uitvoe
ring of in voorbereiding zijn. Het bedrag
daarvoor is uiteraard van invloed op het
bedrag voor andere doeleinden bestemd.
De kwestie der werkverruiming staat in
het middelpunt van de belangstelling van
het gemeentebestuur. Spr. verwerpt uit
drukkelijk alle roekeloosheid op financieel
gebied, maar niet een gezonde voortva
rendheid, gepaard met eenig optimisme in
de komende opleving. Spr. geeft den heer
v. Eek in overweging zijn voorstel in te
trekken. (Stemmen: Aha!), dat is beter,
dan dat het om bijkomstige redenen ver
worpen wordt. Wenscht hij dat niet, dan
verzoekt hij den voorsteller, de passage
er aan toe te voegen, voor zoover de finan
ciën het toelaten. Bij spr. staat de bereid
willigheid voorop om de werkverruiming
zoo groot mogelijk te doen zijn. Die be
reidheid bestaat bij allen en daarom is het
beter een stemming daarover niet te ver
troebelen. De financieele positie van de
gemeente moet zoodanig zijn, dat wij met
succes een beroep op de kapitaalmarkt
kunnen doen.
De heer Romijn (V.B.).: Meneer van
Eek begrijpt u dat? 1
Wethouder Verweij (S.D-A.P.) gaat
verder in op eenige gemaakte losse opmer
kingen. Spr. zal aandacht schenken aan de
consumptie-tenten op 3 October, maar
men moet niet al te krenterig zijn op zoo'n
dag. Den heer Manders antwoordt spr. dat
bezuiniging op de verlichting geen waarde
heeft, want dan krijgen de Lichtfabrieken
minder inkomsten; dat is dus rokzak of
broekzak. Er is gesproken over de dienst-
rijwielen; doch er geen teveel aan rij
wielen. Verdere vermindering beteekent
geen bezuiniging meer. Spr. wil de kwes
tie van een gemeentelijke brandassurantie
gaarne in studie nemen. Verlaging van de
slachttarieven is in overweging. Spr.
hoopt thans duidelijk te zijn geweest en
hij verwacht, dat men thans weet wat
men aan hem heeft.
SOCIALE ZAKEN.
Weth. v. Stralen over zijn dienst.
Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) kan
zich, wat betreft de positie der soc.-dem.
wethouders volledig aansluiten bij den heer
Verwey. Spr. komt
daarna op de opmer
kingen gemaakt over
Maatsch. Hulpbetoon.
Mevr. Braggaar was
voldaan over de af
schaffing der over
uren. Dat aantal
overuren was zeer
groot, hoewel er nu
en dan wel aanlei
ding toe bestaan
heeft. Met ingang
van dit jaar is elke
overwerkbetaling ge
staakt. Aan elk overwerk is echter geen
einde gemaakt. Er wordt wel langer ge
werkt, doch dit bedraagt niet meer dan ge
middeld 1 uur per dag. Ook bij andere
diensten is het niet gebruikelijk, dat over
uren worden betaald. Het is niet de bedoe
ling de ambtenaren te dupeeren, doch om
te constateeren of er werkelijk overuren ge
maakt moeten worden. Op grond daarvan
ligt het in het voornemen om dezen dienst
te ontlasten en een gedeelte over te bren
gen naar den Dienst v. Sociale Zaken.
Overwerk bij den Soc. Dienst wordt nog
betaald, maar ook hier ligt inperking c.q.
afschaffing in het voornemen met even-
tueele herziening van het salaris. Inzake de
klachten van mevr. Braggaar verzocht spr.
haar die klachten in zijn handen te stellen.
Het z.g. kweeken van handelaren is in den
laatsten tijd sterk ingekrompen; ook deze
kwestie wordt nog nader onder de oogen
gezien. Mevr. Braggaar heeft vergrooting
van het aantal soc.-dem. in M. H. bepleit.
Bij een eventueele vacature zal daaraan
aandacht worden besteed. Spr. persoonlijk
vindt dit verlangen billijk. Mevr. Braggaar
was teleurgesteld door de wederinvoering
van het tweemaal stempelen voor de trans
portarbeiders. Persoonlijk is spr. het met
haar eens, doch de meerderheid van het col
lege wenschte uniformiteit. De voorgestelde
verhooging der steunnormen heeft ook spr.'s
sympathie, maar desniettemin acht hij een
uitspraak dienomtrent door den raad op dit
oogenblik niet gewensoht. Een voorafgaan
de bespreking in M. H. acht hij beter en
daarom vraagt hij van mevr. Braggaar in
trekking van de motie. Spr. begrijpt de be
zwaren tegen de Stedel. Werkinrichting,
doch het is voor bepaalde personen toch wel
eens nuttig om daarnaar te worden verwe
zen. Wel is waar is de Werkinrichting zoo
danig, dat zij Leiden onwaardig is, doch het
college is voornemens om binnenkort na
dere mededeelingen te doen omtrent een re
organisatie door het Leger des Heils..
Mevr. de Cler en de heer Schoneveld
hebben de blindenzorg ter sprake gebracht.
Het is spr. gebleken, dat de vereeniging wel
met ijver heeft gewerkt, doch ook fouten
heeft gemaakt. Mevr. de Cler heeft een com
missie voor onvolwaardigen in het alge
meen voorgesteld. Daardoor wordt de zaak
uitgebreider dan alleen voor blinden en
daarom kan spr. geen spoedig praeadvies
toezeggen. B. en W. zijn bereid om te over
wegen in hoeverre er behoefte is aan een
gemeentelijk Tehuis voor Ouden van Da
gen. Er zijn 76 ouden van dagen, die van
wege M. H. zoowel in als buiten de stad
worden verpleegd. Het is onwenschelijk om.
deze personen buiten Leiden te verplegen
en overwogen wordt hieraan tegemoet te
komen. Het college zal ook ijveren voor de
plannen tot het doen bouwen van huizen
voor ouden van dagen door jeugdige werk-
loozen. Den heer Snel deelt spr. mede, dat
een nader onderzoek zal worden ingesteld
naar den toestand in de gezinnen der werk-
loozen. De kwestie der jeugdwerkloosheid
heeft eveneens de volle aandacht van B. en
W. Van Katholieke zijde is een onderzoek
ingesteld, welke tot ontstellende ontdekkin
gen heeft geleid. Verleden jaar heeft spr.
een voorstel tot een dergelijk onderzoek in
gediend en toen is dat verworpen. Spr. zal
thans al het mogelyke doen voor deze jeug
dige slachtoffers van de crisis. Er moet veel
meer contact komen met de gemeente in
tegenstelling met den vorigen wethouder
Romijn, die deze zaak zooveel mogelijk
wilde overlaten aan de particuliere commis
sie. Spr. begrijpt niet, dat de heer Romijn
de moed heeft, thans nog met zyn voorstel
te komen. Alles wat voor de werkloozen
gedaan kan worden, zal gedaan worden,
maar het tewerk stellen van werkloozen
heeft vooreerst financieele bezwaren, maar
'vi ook z.L geen deugdelijk middel om de
werkloosheid te bestrijden. De bedoeling is,
de werkloozen te laten werken voor den
steun.
De heer Romp (V.B.): Geef den men-
schen, die werken willen, de gelegenheid.
Wethouder v. Stralen (S.DAP.): De
werkloozen willen. Jawel, maar onder het
wethouderschap van den heer Romijn heb
ben zich slechts 2 menschen aangemeld. De
heer Romijn heeft er trouwens weinig voor
gedaan.
De heer Romijn (V.B.): Dat is niet
waar. Dat kan ik u bewijzen.
Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) con
stateert in ieder geval een échec van deze
poging tot tewerkstelling. Spr. begrijpt dat
volkomen. De poging zou beter geslaagd
zijn, als slechts zoolang gewerkt behoefde
te worden als de steun verdiend was en dat
er gelegenheid bestaat om een behoorlijk
weekloon te verdienen.
De heer Wilmer (R.K.): Werkt u dan
zoo'n regeling uit.
Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) twy-
felt ook aan het succes van het voorstel-
Beekenkamp inzake de instelling van een
economische commissie. In tegenstelling
met den heer Wilmer is spr. niet bevreesd
voor een teleurstelling van de arbeiders
over het optreden van de soc.-dem. wethou
ders. Ook wij moeten zwichten als de regee
ring anders wil. Een inconsequentie is er z.i.
niet te constateeren in de houding der SJD.
A.P. Wij hebben nimmer voorstellen gedaan,
waarvan het vaststond, dat de regeering er
zich niet bij neer kon leggen.
De heer Wilmer (R.K.): Dat is zeer ze
ker onjuist.
De heer Beekenkamp (A.R.)Eenigs-
zins fantastisch.
Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) er
kent, dat niet alles wat thans bereikt is, te
danken is aan het optreden van soc.-dem.
wethouders, doch hij meent, dat aan som
mige zaken wel wat meer aandacht wordt
besteed. Zoo bijv. de sohoolbaden; bij het
nasnuffelen der archieven.
De voorz.: Die bescheiden zyn u ter
hand gesteld. Zij lagen op uw bureau.
Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.): An
dere bescheiden lagen reeds een jaar op het
bureau van den wethouder v. soc. zaken.
De heer R o m ij n (V.B.): Dat is pertinent
onjuist.
Wethouder v. Stralen (S.DAP.) wil
niemand persoonlijk afkammen, maar hy
meent, dat er thans een wethouder is, die
beschikt over veel sociaal gevoel.
DE BURGEMEESTER SLUIT.
De voorz. zegt, dat hy morgen met een
voorstel zal komen om de debatten tot het
uiterste te beperken. Voor spr. is er geen
reden om een lange rede te houden. Hij
dankt voor de waardeerende woorden en
belooft, dat het college zijn uiterste best zal
doen in het belang van de gemeente.
Hij wijst erop, dat de verhouding in het
college goed is, maar dat er zakelijk geen
homogeniteit bestaat. Er is ook herhaalde
lijk sprake van een meerderheid en een
minderheid. Maar de samenwerking wordt
allengs beter; de noodzaak dwingt daartoe.
In de practijk van een stadsbestuur kan men
met de politiek niet altijd rekening houden.
Het heeft spr. getroffen, dat in de „Vooruit"
met zooveel ophef melding gemaakt is van
het succes van het optreden van de roode
wethouders. Dat is misleidend, ook vroegere
colleges hebben hun uiterste best gedaan
om de maatregelen te nemen, welke noodig
waren.
De heer v. Eek (S.D.A.P.): Ik heb ge
sproken van het resultaat der samenwer
king.
De voorz.: In ieder geval hebt u dat
resultaat geweten aan het optreden der soc.-
dem. wethouders. De heer v. Eek heeft de
gedachte van annexatie warm willen hou
den. Inderdaad moet de aandacht op deze
kwestie gevestigd blijven, hoewel de moge
lijkheid daartoe voorloopig minimaal is.
De N. Malth. Bond heeft aanleiding tot
discussie gegeven. Het is z.i. de plicht van
het gemeentebestuur om toezicht te houden
op hetgeen in de stedelijke zalen gebeurt.
De advertenties van dien bond waren voor
spr. aanleiding om de overtuiging te krij
gen, dat het hier niet ging om wetenschap
pelijke voordrachten, maar dat op sensatie
gespeculeerd werd. De abnormale belang
stelling bevestigde hem in die overtuiging.
De optochten op Zondag blijven verboden
en spr. hoopt, dat de heer v. Eek dat stok
paardje voor eenige jaren op stal zal zet
ten. Al mocht het college geen bezwaar heb
ben, dan nog zou spr. als burgemeester moe
ten overwegen of hij ze niet verbieden zou,
al zou het alleen maar zijn om deze reden,
dat hij het politiecorps niet nog meer belas
ten wil. In zake het dooreen haspelen van
persoonlijke opinies en die van het college
door een wethou. zegt spr., dat men lee-
ren moet, deze twee kwaliteiten uit elkaar
te houden. Wat de salarieering der wethou
ders betreft, merkt spr. op, dat het wethou
derschap van Leiden niet den geheelen
mensch vordert. Dat er wethouders zijn, die
al hun tijd daaraan geven, is hun eigen ver
kiezing. Omtrent het voorstel inzake vesti-
gings-eischen meent spr., dat het niet wen-
schelijk is, plotseling in te grijpen in het
economisch leven door een gemeentelijke
verordening. Alvorens een stap in die rich
ting te doen, moeten wij ons afvragen of wij
het terrein wel beheerschen. Z.i. moet een
landelijke regeling worden afgewacht. Er
doen zich op dit gebied allerlen moeilijkhe
den voor. Spr. zou het beter vinden als de
belanghebbenden eens vast stelden wat zij
precies geregeld wilden zien en dan de hulp
van de regeering inroepen. Spr. geeft den
heer Beekenkamp in overweging zijn voor
stel in te trekken. Wat de salarieering van
de politie betreft, gelooft spr. niet, dat de
samenvoeging met de brandweer den dienst
verzwaart. In antwoord op verschillende
vragen geeft spr. eenige gegevens omtrent
de salarieering en de positie van de brand-
wachts. Het klasse-stelsel wordt over het al-
BUITENLAND
DUITSCHLAND.
DUITSCHE BEZWAREN TEGEN
FRANSCH—RUSSISCH PACT
Toetreding door de „Germania" onmogelijk
geacht
Nóch in volkenrechtelijk, nóch in poli
tiek, nóch in strategisch opzicht is het mo
gelijk, dat Duitschland toetreedt tot het
FranschRussische pact, schrijft de „Ger
mania" in een artikel, gewijd aan de Ka
merdebatten over het voorstel tot ratifi
catie van het pact.
Het geeft te denken, vervolgt het blad,
dat Laval steeds weer heeft geaarzeld, het
voorstel tot ratificatie bij de Fransche Ka
mer in te dienen. Hij begreep, dat hij
daardoor de betrekkingen met Berlijn op
een onhoudbare proef zou stellen.
Van Duitsche zijde is er herhaaldelijk
op gewezen, dat het pact slechts formeel
binnen het kader van den Volkenbond is
geplaatst, doch dat het in werkelijkheid
ver buiten dit kader uitgaaf doordat het
op grond van het pact bij voorbaat vast
staat, dat elke uitspraak van den Volken
bondsraad ten gunste van het Fransch
Russische enheidsfront uitvalt, zoodat het
a priori den staten de vrijheid tot vast
stelling van den aanvallen ontneemt. Door
tot dit pact toe te treden, zou Duitschland
zich Volkenbondsgezinder toonen dan de
Volkenbondsleden zelf; het zou daardoor
min of meer de toepassing waarborgen
en legaliseeren van een politieke metho
de, die op een gegeven oogenblik nood
zakelijkerwijs tot een ontzettende uitbar
sting zou moeten leiden, een uitbarsting
waarvan uitsluitend Duitschland het too-
neel zou kunnen zijn.
Immers dit pact is vervolgt de „Ger
mania" duidelijk enkel tegen Duitsch
land gericht. Door van het Duitsche rijk
het onmogelijke te verlangen, hoopt men
het in het ongelijk te stellen, doch thans
heeft men moeten beleven, dat althans
een deel der Fransche openbare meening
zelf overtuigd is van de onmogelijkheid
van zulk een concessie.
Laten wij eens aannemen, dat zulk een
driemogendhedenverdrag naar den aard
van het Locarno-pact werkelijk gelijke
veiligheid voor de drie .verdragsluitende
mogendheden zou inhouden. Dan zou dit
eventueel kunnen beteekenen, dat een
Russisch leger ten gunste van Duitschland
aan den Rijn verschijnt, of een Fransch
leger ten gunste van Duitschland naar
Leningrad oprukt. De meening aangaande
de waarde van Ruslands militaire macht
vatte reeds Bismarck met betrekking tot
het tsaristische Rusland samen in de uit
spraak, dat een zwak leger Duitschland
niet zou kunnen helpen, een sterk leger
daarentegen een gevaar zou beteekenen
voor zijn onafhankelijkheid.
Wat in Bicmarck's tijd gold, geldt in
nog veel sterker mate tegenover de roode
strijdkrachten der wereldrevolutie. Frank
rijk laadt tegenover de toekomst van
Europa een ontzaglijke verantwoordelijk
heid op zich, wanneer het een verdrag van
kracht laat worden, dat staat in het teeken
van oorlogsvoorbereidingen".
HET VERBOD DER N.S.D.A.P. IN
ZWITSERLAND
Duitsche stappen te Bern
De Duitsche gezant te Bern heeft in
structie gekregen de Zwitsersche regeering
een nota te overhandigen, waarin op de
meest nadrukkelijke wijze protest wordt
ingediend tegen het besluit van den Bonds
raad, waarin een landsleiding en districts
leidingen der N.S.D.A.P. in Zwitserland
verboden worden.
Deze Duitsche nota wijst op de ontoe
laatbaarheid van het Zwitsersche optre
den, welke met bewijzen wordt gestaafd en
keert zich tegen de in dit optreden gele
gen politieke demonstratie. Er wordt
uiting gegeven aan de verwachting, dat
het besluit van den Bondsraad ongedaan
zal worden gemaakt.
SPANJE.
DE EERSTE MINISTERRAAD BIJEEN
Ambassadeur bij Vaticaan neemt ontslag
De nieuwe Spaansche regeering heeft
gisteren haar eerste ministerraadszitting
Daar staat de „doodstraf" op!
Fietsen in het donker zonder
reflector en zonder wit achter
spatbord kost 'n paar gulden
boete (als de politie u ziet)
of.~ uw leven (als het verkeer
o niet zietl)
#P.S. Wist u, dat alleen „wit"
„wit" is..*, („smoezelig"
of „verroest" is dus niet
voldoende
gemeen niet onbillijk geacht en spr. denkt
er niet over, het af te schaffen. Dat zou een
premie zijn op het aanwenden van minder
energie. De heer Goslinga heeft als bezui
niging afschaffing van het raadsverslag aan
bevolen. Spr. is wel voorstander van inkor
ting, doch niet van afschaffing. Evenmin is
hij voorstander van identiteitskaarten, juist
omdat daaraan een recht ontleend wordt tot
toegang tot de bedrijven. Een bezoek van
raadsleden behoort niet te geschieden zon
der voorkennis van de directeuren. In ant
woord aan den heer de Vries zegt spr., dat
het college volkomen bereid is om het gezag
hoog te houden. Hoewel spr. het eens is in
zake het Vernieuwingsfonds der Lichtfa
brieken met wethouder Verwey, deelt hij
het bezwaar van den heer De Reede over
de boekhouding en hij denkt er over een
voorstel te formuleeren daarin verandering
te brengen, opdat er meer waarheid en
klaarheid kome. Spr. is niet gerust, dat ook
verder op de Lichtfabrieken zal kunnen
worden geteerd en dat zal dwingen alle
aandacht te wijden aan bezuinigingsobjec
ten. Maar in ieder geval, het beroep voor
deze begrooting was noodig.
Voor het werken der Vereeniging in het
belang der blinden, wil hij warmer sympa
thie betuigen dan wethouder van Stralen
uitsprak.
Hierna ruim half twaalf schorsing
tot hedenmiddag.
gehouden. Na de benoeming van een reeks
hoogere regeeringsambtenaren werden de
verschillende punten van het reeds voor
dc verkiezingen tusschen de links-republi
keinen, de socialisten en communisten
overeengekomen regeeringsprogram be
sproken, teneinde zoo spoedig mogelijk te
kunnen aanvangen met de uitwerking van
het werkplan
De ministerraad aanvaardde verder het
aftreden van den Spaanschen ambassa
deur by het Vaticaan, Pita Romero en dat
van den voorzitter van den staatsraad,
Samper, lid van de radicale partij. Het is
twijfelachtig of een nieuwen gezant bij he1
Vaticaan zal worden benoemd. De naar
aanleiding van de revolte van October
1934 geschorste linksch-georiënteerde ge
meenteraden zullen achtereenvolgens in
alle Spaansche provincies in hun bevoegd
heden hersteld worden,
De minister van Binnenlandsche Zaken,
Amos Salvador, verklaarde bij zijn aan
komst aan het ministerpresidium ter bij
woning van den ministerraad:
„Ik ben van plan den door Portela Val-
ladares afgekondigden staat van beleg op
te heffen, want overal in Spanje is het
thans volkomen rustig". Dé staat van
alarm is op 17 Februari afgekondigd.
Een verklaring van Azana
Minister-president Azana heeft in een
interview met Elie Richard, den specialen
verslaggever te Madrid van het blad
„Soir", o.a. verklaard: „Wij zijn vrienden
en handhavers van de grondwet. Wij wil
len voor alles, dat er orde heerscht. Wij
willen vrede en sociale rechtvaardigheid.
Om te beginnen zullen wij trachten een
oplossing te vinden van een voor Spanje
zoo moeilijk probleem: de gelijkheid op
belastinggebied. Wij zullen er naar streven
een oplossing te vinden voor het agrari
sche vraagstuk en tegelijkertijd een ar
beidsregime vestigen.
Wij zullen met amnestie accoord gaan,
doch gewacht moet worden tot de Cortes
weder bijeengekomen is, om over deze wet
te stemmen.
Morgen zullen wij de verschillende ge
vallen gaan bestudeeren. Wij zullen er toe
overgaan om zooals de grondwet toestaat,
de gevangenen voorwaardelijk in vrijheid
te stellen. De Cortes, die van rechts tot
links vrijwel eenstemmig van meening
zijn, dat op groote schaal amnestie dient
te worden verleend, zullen op 16 Maart
over de amnestiewet hebben te stemmen".
Op de vraag, of hij zonder de socialis
ten zou regeeren, antwoordde Azana be
vestigend, er aan toevoegend: „Voor de
verkiezingscampagne hebben wij een pro
gramma met zoo weinig mogelijk hervor
mingen opgesteld en hieraan zullen wij
ons houden.
Ik wil op wettige wijze regeeren. Wij
willen socialen vrede en wenschen orde".
AUSTRALIË.
HET GEVAAR DER WERKLOOSHEID
Volgens Hynes, den minister van Ar
beid van Queensland) staat Australië voor
een nieuw gevaar, n.l. de werklooze jeugd,
die zich over het geheele land vereenigt
tot een groote communistische! organisa
tie, en door haar aanraking met misdadi
gers een positieve bedreiging voor de
maatschappij is geworden.
Overal waar ik kom, aldus de minister,
bemerk ik, dat zich in Australië een jeugd
ontwikkelt van landloopers. De meeste**
hunner voelen zich te onafhankelijk om
thuis te blijven en een blok aan het been
te zijn van hun familieleden, en zijn daar
om op avontuur uitgegaan. Na eenige
maanden, hoogstens binnen het jaar, wor
den zij, door aanraking met misdadigers,
een gevaar voor de samenleving. Geleide
lijk treden zij toe tot de communistische
partij en worden een organisatie op zich
zelf, op zoek naar voedsel en kleeren en
zinnend op middelen, hoe de wet te ont
duiken.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
AARDSCHOK IN CHERBOURG.
De inwoners van Cherbourg en omge
ving zijn gistermorgen tegen 5 uur ge
wekt door een hevigen aardschok, die door
langdurig onderaardsch gerommel bege
leid werd. Schade van belang is echter
niet aangericht.
JONGE MAN IN TREIN OVERVALLEN?
In een wagen van den z,g. Arlberg-ex-
press is in de nabijheid van Linz in Oos
tenrijk in een coupé derde klasse een jonge
man op den grond liggende gevonden. Hij
was geboeid en had een prop in den mond.
Zijn kleeren waren verscheurd. De man
beweert door onbekende daders te zijn
overvallen. Men acht het echter niet uit
gesloten, dat het hier een gefingeerden
overval betreft.