VRIJDAG 21 FEBRUARI 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 kwam. Toen spr. met zijn ambt kennis maakte vond hij een te overbruggen te kort van rond 8 ton. Dat was een hoog be drag en ingrijpende maatregelen waren noodzakelijk, hoewel kleine maatregelen niet mochten veronachtzaamd. Er moest bezuinigd worden, maar hoe verder de cri sis voortschrijdt, des te moeilijker wordt het. Er is reeds veel bezuinigd en aan den anderen kant is men meer en meer aange wezen "op den steun van de overheid. B. en W. hebben gemeend met een salarisverla ging te moeten komen. Wanneer de regee ring van welk land ook een bepaalde koers volgt, is het de lagere organen onmogelijk die koers te ontloopen. De heer Goslinga A.R.). Dat hebben wij altijd beweerd. Wethouder Verwey (S.D.A.P.). Dat behoeft niet in te houden dat men er mee instemt. Ik stem er niet mee in, maar ben aan handen en voeten gebonden. Het beste standpunt in deze kwestie was. zich te rich ten naar den uitslag van het G. O. Spr. is uitgegaan van de oplossing van de werk lieden en toen een basis van 4 pet. was aan vaard, heeft spr. deze ook gehouden voor de andere groepen, daar er z. i. uniformiteit moet bestaan. Wil de raad anders, dan be- teekènt dit dat de belasting dienovereen komstig zal moeten worden verhoogd. De heer Wilmer (R.K.) vraagt of de wethouder een tegenstander is van belas tin gverhooging. Wethouder Ver we ij (S.D.A.P.). In be ginsel niet, maar wel uitsluitend om per- soneels-aangelegenheden te dienen. Omtrent de reserves constateert spr. dat er geen verschil bestaat omtrent het be ginsel. Men hoede zich echter voor over- j drijving. F.eeds vroeger is uit de reserven geput en is dat toelaatbaar geacht. Z. i. is het in deze omstandigheden verant- i woord iets minder te storten in het ver- j nieuwingsfonds der Lichtfabrieken. De heer Goslinga stelt 1 pet. voor, doch spr. meent, dat ook y, pet. te verantwoorden is. Het vernieuwingsfonds van de Elec- triciteitsfabriek is in de laatste jaren vooruitgegaan met ongeveer 3 ton. De heer Goslinga wil het geld halen uit de algemeene reserve, maar dan steekt men behalve een kaars, die aan twee zijden opbrandt, nog een kaars aan. De heer Goslinga (A.-R.). Dan komt er meer klaarheid! De heer De Reede (C.H.). Daar heb ik nu jaren voor gevochten, maar het nooit klaar kunnen spelen. Wethouder Verwey (S.D.A.P.). De algemeene reserve moet blijven voor even- tueele stroppen van den gewonen dienst. Het voorstel-de Reede inzake de afschrij vingen ontraadt spr. Door de afschrijvin gen te verlengen is het gelukt de begroo ting sluitend te krijgen. De heer de Reede heeft ook bezwaar gemaakt tegen het te veel aanzetten van de inkomsten uit de bedrijven, speciaal uit de LeidscheDuin water Mij. Het achterwege laten van de reserveering is slechts een mogelijkheid, in de practijk kan het nog wel meevallen. Inzake de reserves van het grondbedrijf zegt spr. dat mocht de taxatie tegenvallen, het college naar andere maatregelen zal omzien. Deze reserve berust echter op een buitengewoon gezonde basis. Spr. v deert de groote bedoelingen van den heer van Weizen inzake de wederinvoering van een bedrijfsbelasting. De heer Wilbrink (C.H.). Dat over komt je niet dikwijls. Wethouder Ver w e ij (S.D.A.P.) moet echter toegeven, dat de bedrijven er in Leiden zoo weinig rooskleurig voorstaan, dat het ongewenscht is om tot wederin voering van deze belasting over te gaan. Spreker ontkent, dat er in belastingver- hooging geen verdere voortgang meer zou zijn. Leiden en Den Haag hebben de laagste opcenten op de personeele belas ting, zoodat spr. niet begrijpt, dat er nog Nederlanders gevonden worden, die niet in Leiden willen wonen. (Gelach). Eenige belastingverhooging is dus nog wel mo gelijk. Er is voorts getwijfeld aan de 35.000 bezuiniging op de Lichtfabrieken. De directie en de commissarissen hebben gezegd, dat dit mogelijk is, en daaraan houdt spr. zich. Er zal dit jaar 3 millioen geleend moeten worden, maar men moet daarmede niet denken, dat de schuld van de gemeente door dit bedrag stijgt. De heer Goslinga (A.R.). Neen, maar wij moeten toch crediet hebben. Wethouder V e r we y (S.D.A.P.) meent, dat men de finantieele situatie niet al te somber moet afschilderen, wil men de cre diet waardigheid van Leiden behouden. Men heeft gesproken over een gemis aan een vaste lijn in de begrooting. Wat be doelt men daarmee? Er was een tekort en dat tekort is overbrugd, dat is het voor naamste. De heer Romijn miste elk pers pectief in de begrooting maar zoolang de regeering een aanpassingspolitiek volgt, zijn wij gedwongen te volgen. De heer R o m ij n (V.B.) Laat de S. D. A. P. zich aan dat woord houden. Wethouder Verweij (S.D.A.P.): Het perspectief ligt in het Plan van den Ar beid. Spr. staat welwillend tegenover het Leidsche Werkplan. Het is een goedbe doelde poging om de werkloosheid in te perken. Maar de stand der gemeentefinan- ciën spreekt een woordje mee. In ver band daarmee vestigt spr. de aandacht op de werken, die op het oogenblik in uitvoe ring of in voorbereiding zijn. Het bedrag daarvoor is uiteraard van invloed op het bedrag voor andere doeleinden bestemd. De kwestie der werkverruiming staat in het middelpunt van de belangstelling van het gemeentebestuur. Spr. verwerpt uit drukkelijk alle roekeloosheid op financieel gebied, maar niet een gezonde voortva rendheid, gepaard met eenig optimisme in de komende opleving. Spr. geeft den heer v. Eek in overweging zijn voorstel in te trekken. (Stemmen: Aha!), dat is beter, dan dat het om bijkomstige redenen ver worpen wordt. Wenscht hij dat niet, dan verzoekt hij den voorsteller, de passage er aan toe te voegen, voor zoover de finan ciën het toelaten. Bij spr. staat de bereid willigheid voorop om de werkverruiming zoo groot mogelijk te doen zijn. Die be reidheid bestaat bij allen en daarom is het beter een stemming daarover niet te ver troebelen. De financieele positie van de gemeente moet zoodanig zijn, dat wij met succes een beroep op de kapitaalmarkt kunnen doen. De heer Romijn (V.B.).: Meneer van Eek begrijpt u dat? 1 Wethouder Verweij (S.D-A.P.) gaat verder in op eenige gemaakte losse opmer kingen. Spr. zal aandacht schenken aan de consumptie-tenten op 3 October, maar men moet niet al te krenterig zijn op zoo'n dag. Den heer Manders antwoordt spr. dat bezuiniging op de verlichting geen waarde heeft, want dan krijgen de Lichtfabrieken minder inkomsten; dat is dus rokzak of broekzak. Er is gesproken over de dienst- rijwielen; doch er geen teveel aan rij wielen. Verdere vermindering beteekent geen bezuiniging meer. Spr. wil de kwes tie van een gemeentelijke brandassurantie gaarne in studie nemen. Verlaging van de slachttarieven is in overweging. Spr. hoopt thans duidelijk te zijn geweest en hij verwacht, dat men thans weet wat men aan hem heeft. SOCIALE ZAKEN. Weth. v. Stralen over zijn dienst. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) kan zich, wat betreft de positie der soc.-dem. wethouders volledig aansluiten bij den heer Verwey. Spr. komt daarna op de opmer kingen gemaakt over Maatsch. Hulpbetoon. Mevr. Braggaar was voldaan over de af schaffing der over uren. Dat aantal overuren was zeer groot, hoewel er nu en dan wel aanlei ding toe bestaan heeft. Met ingang van dit jaar is elke overwerkbetaling ge staakt. Aan elk overwerk is echter geen einde gemaakt. Er wordt wel langer ge werkt, doch dit bedraagt niet meer dan ge middeld 1 uur per dag. Ook bij andere diensten is het niet gebruikelijk, dat over uren worden betaald. Het is niet de bedoe ling de ambtenaren te dupeeren, doch om te constateeren of er werkelijk overuren ge maakt moeten worden. Op grond daarvan ligt het in het voornemen om dezen dienst te ontlasten en een gedeelte over te bren gen naar den Dienst v. Sociale Zaken. Overwerk bij den Soc. Dienst wordt nog betaald, maar ook hier ligt inperking c.q. afschaffing in het voornemen met even- tueele herziening van het salaris. Inzake de klachten van mevr. Braggaar verzocht spr. haar die klachten in zijn handen te stellen. Het z.g. kweeken van handelaren is in den laatsten tijd sterk ingekrompen; ook deze kwestie wordt nog nader onder de oogen gezien. Mevr. Braggaar heeft vergrooting van het aantal soc.-dem. in M. H. bepleit. Bij een eventueele vacature zal daaraan aandacht worden besteed. Spr. persoonlijk vindt dit verlangen billijk. Mevr. Braggaar was teleurgesteld door de wederinvoering van het tweemaal stempelen voor de trans portarbeiders. Persoonlijk is spr. het met haar eens, doch de meerderheid van het col lege wenschte uniformiteit. De voorgestelde verhooging der steunnormen heeft ook spr.'s sympathie, maar desniettemin acht hij een uitspraak dienomtrent door den raad op dit oogenblik niet gewensoht. Een voorafgaan de bespreking in M. H. acht hij beter en daarom vraagt hij van mevr. Braggaar in trekking van de motie. Spr. begrijpt de be zwaren tegen de Stedel. Werkinrichting, doch het is voor bepaalde personen toch wel eens nuttig om daarnaar te worden verwe zen. Wel is waar is de Werkinrichting zoo danig, dat zij Leiden onwaardig is, doch het college is voornemens om binnenkort na dere mededeelingen te doen omtrent een re organisatie door het Leger des Heils.. Mevr. de Cler en de heer Schoneveld hebben de blindenzorg ter sprake gebracht. Het is spr. gebleken, dat de vereeniging wel met ijver heeft gewerkt, doch ook fouten heeft gemaakt. Mevr. de Cler heeft een com missie voor onvolwaardigen in het alge meen voorgesteld. Daardoor wordt de zaak uitgebreider dan alleen voor blinden en daarom kan spr. geen spoedig praeadvies toezeggen. B. en W. zijn bereid om te over wegen in hoeverre er behoefte is aan een gemeentelijk Tehuis voor Ouden van Da gen. Er zijn 76 ouden van dagen, die van wege M. H. zoowel in als buiten de stad worden verpleegd. Het is onwenschelijk om. deze personen buiten Leiden te verplegen en overwogen wordt hieraan tegemoet te komen. Het college zal ook ijveren voor de plannen tot het doen bouwen van huizen voor ouden van dagen door jeugdige werk- loozen. Den heer Snel deelt spr. mede, dat een nader onderzoek zal worden ingesteld naar den toestand in de gezinnen der werk- loozen. De kwestie der jeugdwerkloosheid heeft eveneens de volle aandacht van B. en W. Van Katholieke zijde is een onderzoek ingesteld, welke tot ontstellende ontdekkin gen heeft geleid. Verleden jaar heeft spr. een voorstel tot een dergelijk onderzoek in gediend en toen is dat verworpen. Spr. zal thans al het mogelyke doen voor deze jeug dige slachtoffers van de crisis. Er moet veel meer contact komen met de gemeente in tegenstelling met den vorigen wethouder Romijn, die deze zaak zooveel mogelijk wilde overlaten aan de particuliere commis sie. Spr. begrijpt niet, dat de heer Romijn de moed heeft, thans nog met zyn voorstel te komen. Alles wat voor de werkloozen gedaan kan worden, zal gedaan worden, maar het tewerk stellen van werkloozen heeft vooreerst financieele bezwaren, maar 'vi ook z.L geen deugdelijk middel om de werkloosheid te bestrijden. De bedoeling is, de werkloozen te laten werken voor den steun. De heer Romp (V.B.): Geef den men- schen, die werken willen, de gelegenheid. Wethouder v. Stralen (S.DAP.): De werkloozen willen. Jawel, maar onder het wethouderschap van den heer Romijn heb ben zich slechts 2 menschen aangemeld. De heer Romijn heeft er trouwens weinig voor gedaan. De heer Romijn (V.B.): Dat is niet waar. Dat kan ik u bewijzen. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) con stateert in ieder geval een échec van deze poging tot tewerkstelling. Spr. begrijpt dat volkomen. De poging zou beter geslaagd zijn, als slechts zoolang gewerkt behoefde te worden als de steun verdiend was en dat er gelegenheid bestaat om een behoorlijk weekloon te verdienen. De heer Wilmer (R.K.): Werkt u dan zoo'n regeling uit. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) twy- felt ook aan het succes van het voorstel- Beekenkamp inzake de instelling van een economische commissie. In tegenstelling met den heer Wilmer is spr. niet bevreesd voor een teleurstelling van de arbeiders over het optreden van de soc.-dem. wethou ders. Ook wij moeten zwichten als de regee ring anders wil. Een inconsequentie is er z.i. niet te constateeren in de houding der SJD. A.P. Wij hebben nimmer voorstellen gedaan, waarvan het vaststond, dat de regeering er zich niet bij neer kon leggen. De heer Wilmer (R.K.): Dat is zeer ze ker onjuist. De heer Beekenkamp (A.R.)Eenigs- zins fantastisch. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) er kent, dat niet alles wat thans bereikt is, te danken is aan het optreden van soc.-dem. wethouders, doch hij meent, dat aan som mige zaken wel wat meer aandacht wordt besteed. Zoo bijv. de sohoolbaden; bij het nasnuffelen der archieven. De voorz.: Die bescheiden zyn u ter hand gesteld. Zij lagen op uw bureau. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.): An dere bescheiden lagen reeds een jaar op het bureau van den wethouder v. soc. zaken. De heer R o m ij n (V.B.): Dat is pertinent onjuist. Wethouder v. Stralen (S.DAP.) wil niemand persoonlijk afkammen, maar hy meent, dat er thans een wethouder is, die beschikt over veel sociaal gevoel. DE BURGEMEESTER SLUIT. De voorz. zegt, dat hy morgen met een voorstel zal komen om de debatten tot het uiterste te beperken. Voor spr. is er geen reden om een lange rede te houden. Hij dankt voor de waardeerende woorden en belooft, dat het college zijn uiterste best zal doen in het belang van de gemeente. Hij wijst erop, dat de verhouding in het college goed is, maar dat er zakelijk geen homogeniteit bestaat. Er is ook herhaalde lijk sprake van een meerderheid en een minderheid. Maar de samenwerking wordt allengs beter; de noodzaak dwingt daartoe. In de practijk van een stadsbestuur kan men met de politiek niet altijd rekening houden. Het heeft spr. getroffen, dat in de „Vooruit" met zooveel ophef melding gemaakt is van het succes van het optreden van de roode wethouders. Dat is misleidend, ook vroegere colleges hebben hun uiterste best gedaan om de maatregelen te nemen, welke noodig waren. De heer v. Eek (S.D.A.P.): Ik heb ge sproken van het resultaat der samenwer king. De voorz.: In ieder geval hebt u dat resultaat geweten aan het optreden der soc.- dem. wethouders. De heer v. Eek heeft de gedachte van annexatie warm willen hou den. Inderdaad moet de aandacht op deze kwestie gevestigd blijven, hoewel de moge lijkheid daartoe voorloopig minimaal is. De N. Malth. Bond heeft aanleiding tot discussie gegeven. Het is z.i. de plicht van het gemeentebestuur om toezicht te houden op hetgeen in de stedelijke zalen gebeurt. De advertenties van dien bond waren voor spr. aanleiding om de overtuiging te krij gen, dat het hier niet ging om wetenschap pelijke voordrachten, maar dat op sensatie gespeculeerd werd. De abnormale belang stelling bevestigde hem in die overtuiging. De optochten op Zondag blijven verboden en spr. hoopt, dat de heer v. Eek dat stok paardje voor eenige jaren op stal zal zet ten. Al mocht het college geen bezwaar heb ben, dan nog zou spr. als burgemeester moe ten overwegen of hij ze niet verbieden zou, al zou het alleen maar zijn om deze reden, dat hij het politiecorps niet nog meer belas ten wil. In zake het dooreen haspelen van persoonlijke opinies en die van het college door een wethou. zegt spr., dat men lee- ren moet, deze twee kwaliteiten uit elkaar te houden. Wat de salarieering der wethou ders betreft, merkt spr. op, dat het wethou derschap van Leiden niet den geheelen mensch vordert. Dat er wethouders zijn, die al hun tijd daaraan geven, is hun eigen ver kiezing. Omtrent het voorstel inzake vesti- gings-eischen meent spr., dat het niet wen- schelijk is, plotseling in te grijpen in het economisch leven door een gemeentelijke verordening. Alvorens een stap in die rich ting te doen, moeten wij ons afvragen of wij het terrein wel beheerschen. Z.i. moet een landelijke regeling worden afgewacht. Er doen zich op dit gebied allerlen moeilijkhe den voor. Spr. zou het beter vinden als de belanghebbenden eens vast stelden wat zij precies geregeld wilden zien en dan de hulp van de regeering inroepen. Spr. geeft den heer Beekenkamp in overweging zijn voor stel in te trekken. Wat de salarieering van de politie betreft, gelooft spr. niet, dat de samenvoeging met de brandweer den dienst verzwaart. In antwoord op verschillende vragen geeft spr. eenige gegevens omtrent de salarieering en de positie van de brand- wachts. Het klasse-stelsel wordt over het al- BUITENLAND DUITSCHLAND. DUITSCHE BEZWAREN TEGEN FRANSCH—RUSSISCH PACT Toetreding door de „Germania" onmogelijk geacht Nóch in volkenrechtelijk, nóch in poli tiek, nóch in strategisch opzicht is het mo gelijk, dat Duitschland toetreedt tot het FranschRussische pact, schrijft de „Ger mania" in een artikel, gewijd aan de Ka merdebatten over het voorstel tot ratifi catie van het pact. Het geeft te denken, vervolgt het blad, dat Laval steeds weer heeft geaarzeld, het voorstel tot ratificatie bij de Fransche Ka mer in te dienen. Hij begreep, dat hij daardoor de betrekkingen met Berlijn op een onhoudbare proef zou stellen. Van Duitsche zijde is er herhaaldelijk op gewezen, dat het pact slechts formeel binnen het kader van den Volkenbond is geplaatst, doch dat het in werkelijkheid ver buiten dit kader uitgaaf doordat het op grond van het pact bij voorbaat vast staat, dat elke uitspraak van den Volken bondsraad ten gunste van het Fransch Russische enheidsfront uitvalt, zoodat het a priori den staten de vrijheid tot vast stelling van den aanvallen ontneemt. Door tot dit pact toe te treden, zou Duitschland zich Volkenbondsgezinder toonen dan de Volkenbondsleden zelf; het zou daardoor min of meer de toepassing waarborgen en legaliseeren van een politieke metho de, die op een gegeven oogenblik nood zakelijkerwijs tot een ontzettende uitbar sting zou moeten leiden, een uitbarsting waarvan uitsluitend Duitschland het too- neel zou kunnen zijn. Immers dit pact is vervolgt de „Ger mania" duidelijk enkel tegen Duitsch land gericht. Door van het Duitsche rijk het onmogelijke te verlangen, hoopt men het in het ongelijk te stellen, doch thans heeft men moeten beleven, dat althans een deel der Fransche openbare meening zelf overtuigd is van de onmogelijkheid van zulk een concessie. Laten wij eens aannemen, dat zulk een driemogendhedenverdrag naar den aard van het Locarno-pact werkelijk gelijke veiligheid voor de drie .verdragsluitende mogendheden zou inhouden. Dan zou dit eventueel kunnen beteekenen, dat een Russisch leger ten gunste van Duitschland aan den Rijn verschijnt, of een Fransch leger ten gunste van Duitschland naar Leningrad oprukt. De meening aangaande de waarde van Ruslands militaire macht vatte reeds Bismarck met betrekking tot het tsaristische Rusland samen in de uit spraak, dat een zwak leger Duitschland niet zou kunnen helpen, een sterk leger daarentegen een gevaar zou beteekenen voor zijn onafhankelijkheid. Wat in Bicmarck's tijd gold, geldt in nog veel sterker mate tegenover de roode strijdkrachten der wereldrevolutie. Frank rijk laadt tegenover de toekomst van Europa een ontzaglijke verantwoordelijk heid op zich, wanneer het een verdrag van kracht laat worden, dat staat in het teeken van oorlogsvoorbereidingen". HET VERBOD DER N.S.D.A.P. IN ZWITSERLAND Duitsche stappen te Bern De Duitsche gezant te Bern heeft in structie gekregen de Zwitsersche regeering een nota te overhandigen, waarin op de meest nadrukkelijke wijze protest wordt ingediend tegen het besluit van den Bonds raad, waarin een landsleiding en districts leidingen der N.S.D.A.P. in Zwitserland verboden worden. Deze Duitsche nota wijst op de ontoe laatbaarheid van het Zwitsersche optre den, welke met bewijzen wordt gestaafd en keert zich tegen de in dit optreden gele gen politieke demonstratie. Er wordt uiting gegeven aan de verwachting, dat het besluit van den Bondsraad ongedaan zal worden gemaakt. SPANJE. DE EERSTE MINISTERRAAD BIJEEN Ambassadeur bij Vaticaan neemt ontslag De nieuwe Spaansche regeering heeft gisteren haar eerste ministerraadszitting Daar staat de „doodstraf" op! Fietsen in het donker zonder reflector en zonder wit achter spatbord kost 'n paar gulden boete (als de politie u ziet) of.~ uw leven (als het verkeer o niet zietl) #P.S. Wist u, dat alleen „wit" „wit" is..*, („smoezelig" of „verroest" is dus niet voldoende gemeen niet onbillijk geacht en spr. denkt er niet over, het af te schaffen. Dat zou een premie zijn op het aanwenden van minder energie. De heer Goslinga heeft als bezui niging afschaffing van het raadsverslag aan bevolen. Spr. is wel voorstander van inkor ting, doch niet van afschaffing. Evenmin is hij voorstander van identiteitskaarten, juist omdat daaraan een recht ontleend wordt tot toegang tot de bedrijven. Een bezoek van raadsleden behoort niet te geschieden zon der voorkennis van de directeuren. In ant woord aan den heer de Vries zegt spr., dat het college volkomen bereid is om het gezag hoog te houden. Hoewel spr. het eens is in zake het Vernieuwingsfonds der Lichtfa brieken met wethouder Verwey, deelt hij het bezwaar van den heer De Reede over de boekhouding en hij denkt er over een voorstel te formuleeren daarin verandering te brengen, opdat er meer waarheid en klaarheid kome. Spr. is niet gerust, dat ook verder op de Lichtfabrieken zal kunnen worden geteerd en dat zal dwingen alle aandacht te wijden aan bezuinigingsobjec ten. Maar in ieder geval, het beroep voor deze begrooting was noodig. Voor het werken der Vereeniging in het belang der blinden, wil hij warmer sympa thie betuigen dan wethouder van Stralen uitsprak. Hierna ruim half twaalf schorsing tot hedenmiddag. gehouden. Na de benoeming van een reeks hoogere regeeringsambtenaren werden de verschillende punten van het reeds voor dc verkiezingen tusschen de links-republi keinen, de socialisten en communisten overeengekomen regeeringsprogram be sproken, teneinde zoo spoedig mogelijk te kunnen aanvangen met de uitwerking van het werkplan De ministerraad aanvaardde verder het aftreden van den Spaanschen ambassa deur by het Vaticaan, Pita Romero en dat van den voorzitter van den staatsraad, Samper, lid van de radicale partij. Het is twijfelachtig of een nieuwen gezant bij he1 Vaticaan zal worden benoemd. De naar aanleiding van de revolte van October 1934 geschorste linksch-georiënteerde ge meenteraden zullen achtereenvolgens in alle Spaansche provincies in hun bevoegd heden hersteld worden, De minister van Binnenlandsche Zaken, Amos Salvador, verklaarde bij zijn aan komst aan het ministerpresidium ter bij woning van den ministerraad: „Ik ben van plan den door Portela Val- ladares afgekondigden staat van beleg op te heffen, want overal in Spanje is het thans volkomen rustig". Dé staat van alarm is op 17 Februari afgekondigd. Een verklaring van Azana Minister-president Azana heeft in een interview met Elie Richard, den specialen verslaggever te Madrid van het blad „Soir", o.a. verklaard: „Wij zijn vrienden en handhavers van de grondwet. Wij wil len voor alles, dat er orde heerscht. Wij willen vrede en sociale rechtvaardigheid. Om te beginnen zullen wij trachten een oplossing te vinden van een voor Spanje zoo moeilijk probleem: de gelijkheid op belastinggebied. Wij zullen er naar streven een oplossing te vinden voor het agrari sche vraagstuk en tegelijkertijd een ar beidsregime vestigen. Wij zullen met amnestie accoord gaan, doch gewacht moet worden tot de Cortes weder bijeengekomen is, om over deze wet te stemmen. Morgen zullen wij de verschillende ge vallen gaan bestudeeren. Wij zullen er toe overgaan om zooals de grondwet toestaat, de gevangenen voorwaardelijk in vrijheid te stellen. De Cortes, die van rechts tot links vrijwel eenstemmig van meening zijn, dat op groote schaal amnestie dient te worden verleend, zullen op 16 Maart over de amnestiewet hebben te stemmen". Op de vraag, of hij zonder de socialis ten zou regeeren, antwoordde Azana be vestigend, er aan toevoegend: „Voor de verkiezingscampagne hebben wij een pro gramma met zoo weinig mogelijk hervor mingen opgesteld en hieraan zullen wij ons houden. Ik wil op wettige wijze regeeren. Wij willen socialen vrede en wenschen orde". AUSTRALIË. HET GEVAAR DER WERKLOOSHEID Volgens Hynes, den minister van Ar beid van Queensland) staat Australië voor een nieuw gevaar, n.l. de werklooze jeugd, die zich over het geheele land vereenigt tot een groote communistische! organisa tie, en door haar aanraking met misdadi gers een positieve bedreiging voor de maatschappij is geworden. Overal waar ik kom, aldus de minister, bemerk ik, dat zich in Australië een jeugd ontwikkelt van landloopers. De meeste** hunner voelen zich te onafhankelijk om thuis te blijven en een blok aan het been te zijn van hun familieleden, en zijn daar om op avontuur uitgegaan. Na eenige maanden, hoogstens binnen het jaar, wor den zij, door aanraking met misdadigers, een gevaar voor de samenleving. Geleide lijk treden zij toe tot de communistische partij en worden een organisatie op zich zelf, op zoek naar voedsel en kleeren en zinnend op middelen, hoe de wet te ont duiken. BUITENLANDSCHE BERICHTEN AARDSCHOK IN CHERBOURG. De inwoners van Cherbourg en omge ving zijn gistermorgen tegen 5 uur ge wekt door een hevigen aardschok, die door langdurig onderaardsch gerommel bege leid werd. Schade van belang is echter niet aangericht. JONGE MAN IN TREIN OVERVALLEN? In een wagen van den z,g. Arlberg-ex- press is in de nabijheid van Linz in Oos tenrijk in een coupé derde klasse een jonge man op den grond liggende gevonden. Hij was geboeid en had een prop in den mond. Zijn kleeren waren verscheurd. De man beweert door onbekende daders te zijn overvallen. Men acht het echter niet uit gesloten, dat het hier een gefingeerden overval betreft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6