HET HUIS IN DE STILTE
3)e £cicbclie0o«4cmt
De zuurkoolfabrieken aan den
Langediik moeten thans de kool...
uit het buitenland betrekken, daar
het vorig jaar geheele akkers door
de luizenplaag vernield zijn. Het
lossen der Deenscha kool
.Verboden aan te plakken". Een
frappante tegenstelling met de boven
staande ver ordering biedt een muur
vlakte in de Scbouwburgstraat te den
Haag, welke met affiches is vol geplakt
In de marine-vlieghaven te Schel-
lingwoude zijn Donderdag proe
ven genomen met het nieuwe
Fokker-torpedo- en bombarde
mentsvliegtuig T 13. Het toestel
bij de marineloods
Koamg Edward VIII van Engeland bezichtigt een Leden van de civiele garde patrouilleeren, het geweer in den aanslag, voor het ministerie van Binnenlandsche Zaken De -Winchester Castle welke nabij Portland BSI
«kr inzendingen tijdens zijn bezoek aan de Britsche aan den grond liep, bevindt zich thans in een der
k iijui.li Tentoonstelling in Olympia Hall te Londen Madrid, teneinde relletjes m verband met de verkiezingsuitslagen te voorkomen droogdokken te Southampton, waar de schade
wordt opgenomen
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van
ADELINE SERGEANT.
(Nadruk verboden).
45)
„Je kent me toch goed, nietwaar Jacob?"
begon Hume rustig.
„Ja meneer, ik heb u vijf jaar in de Ver-
eenigde Staten gekend."
„En je weet ook dat meneer Valery en
ik vrienden waren?" ging Everard voort.
„Ja, meneer". Jacob was door deze vraag
een beetje in de war gebracht.
„En je weet zeker ook wel, dat, toen de
oude heer Valery jou'naar Engeland zond,
jy hoofdzakelijk meeging om voor juf
frouw Valery te zorgen en er van je ver
wacht werd, dat je alles wat in je vermo
gen was, voor haar zou doen?"
„J-ja, mijnheer!"
„En wil je me nu eens vertellen, of me
neer Lancaster juffrouw Valery behoorlijk
behandeld heeft?"
„Neen meneer, ik vond van niet. Maar
ik ik wist niet goed was ik doen moest."
„Natuurlijk lag het niet op jouw weg om
tusschenbeide te komen", zei Hume. „Maar
je had mij kunnen schrijven, of je had de
brieven die de beide meisjes wilden ver
zenden, kunnen posten. Het schijnt dat ze
nooit op je konden vertrouwen en je hen
niet wenschte te helpen; en toch dacht
ik dat je juffrouw Valery wel mocht. Ik
weet, dat haar vader heel goed voor je is
rjeweest, en ik herinner me, dat er gezegd
werd, dat je erg veel van juffrouw Claire
hield, toen zij nog een kind was."
„Ik weet dat allemaal, meneer ik weet
het maar al te goed! Ik heb mijn best ge
daan", stamelde de oude man, „maar ik
had niet zoo gauw in de gaten, wat er
ande was. Ik ben langen tijd zelf bedro
gen toen ik meneer Lancaster begon te ver
denken, zette hij mij de duimschroeven aan
als ik het zoo noemen mag."
„De duimschroeven?" vroeg Hume ver
baasd.
„Het is nu een oude geschiedenis, me
neer", verklaarde de man, en zijn gerim
pelde wangen bloosden bij de herinnering
aan iets, dat hij gaarne verzwegen zou
hebben. „Maar jaren geleden was ik ge
trouwd en ik had een zoon, die het slechte
pad op ging, meneer. Hij was in dienst bij
den ouden heer Valery, hij maakte een val-
sche handteekening en ontstal zijn patroon
groote bedragen. Meneer Valery was heel
goed voor hem, om mijnentwil; hij heeft
nooit een vervolging ingesteld en hij stuur
de mijn jongen naar Engeland, en zorgde
dat hij een betrekking kreeg, zoodat ik
kan het met trots zeggen hij het goed
maakt en getrouwd is, en zelfs twee kin
dertjes heeft. Maar meneer Lancaster
kwam die geschiedenis te weten, meneer,
en op de een of andere manier kreeg hij en
kele papieren, die op die zaak betrekking
hebben in handen en dreigde alles be
kend te maken. Ziet u meneer, als hij naar
den patroon van mijn zoon toeging, en hem
de geheele geschiedenis vertelde, dan was
het te verwachten dat Joe ontslagen zou
worden. Ik moet bekennen, dat ik dat niet
durfde riskeeren, meneer. Ik zei tegen me
zelf, dat ik zelfs ter wille van Joe nooit
iets slechts zou doen, maar ik zag er geen
kwaad in om alle gewone orders uit te voe
ren, zooals brieven verzenden en bood
schappen aannemen."
„Dat zie ik. Ik begrijp het nu beter, Ja- I
cob. Maar vertel me eens, wat dacht je, l
dat Lancaster wilde doen?"
„Lancaster moest geld hebben. Dat wist
ik maar al te goed. Hij had gespeculeerd
met juffrouw Valery's geld en verloren.
Als u de boeken aan een onderzoek onder
werpt, zult u bemerken, dat er groote som
men verdwenen zyn."
„Dit wist je, Jacob, en je hebt er geen
woord over gezegd?" klonk het streng.
„Ja, ziet u meneer, ik was er niet héél
zeker van. Pas later is het tot mij doorge
drongen, dat het zoo was. Ongeveer een
jaar geleden begon meneer Lancaster te
praten over een huwelijk tusschen juffrouw
Claire en zijn zoon, en ik wist toen niet
beter dan dat Claire dat zelf wenschte.
„En wist je ook waarom een gezelschaps
dame ia aangenomen?" vroeg Geoffrey.
„Neen meneer, maar ik geloofde niet dat
Lancaster er goede bedoelingen mee had.
Ik heb ten minste een waarschuwing op
den brief dien mijnheer Lancaster haar
zond, geschreven, ik had al een paar jonge
dames op die manier weggehouden, maar
de patroon meneer Lancaster kreeg
argwaan, en ik had geen gelegenheid meer
om juffrouw Davenant te vertellen, waar
ik bang voor was."
„Dus jij was het, die de waarschuwing
schreef? Natuurlijk was het een poging om
haar tot voorzichtigheid aan te manen.
Maar wanneer je half zoo moedig was ge
weest als juffrouw Davenant zelf, zou je
nu in een betere positie verkeeren, Ja
cob!"
„Was je op de hoogte van de schandelijke
misdaad, dje Lancaster wilde begaan?"
vroeg Hume.
„Neen meneer, ik wist alleen dat de be
dienden ontslagen werden en meneer Lan
caster, zyn zoon en de juffrouw op het
punt stonden op reis te gaan."
„Is dat alles wat je te vertellen hebt?"
drong Hume aan.
„Ik bezweer u dat het alles is, meneer!
En ik vraag juffrouw Claire nederig excuus
omdat ik zoo weinig voor haar gedaan heb.
Het was de gedachte aan mijn zoon, die mij
weerhouden heeft mijn plicht te doen."
„Nu Jacob", besloot Hume, „ik geef je
den raad zoo min mogelijk over deze zaak
te spreken. Juffrouw Valery wordt binnen
kort mijn vrouw en zij heeft me gevraagd
je te zeggen, dat zij je een pensioen wil
toekennen, zoodat je een rustigen ouden
dag hebt. Maar zij kan er niet toe besluiten
je in dienst te houden."
„Kan ik haar niet zelf spreken, meneer,
om haar vergiffenis te vragen?"
„Misschien later, als ze sterker is, maar
op het oogenblik niet. Na het gerechtelijk
onderzoek zal ik een regeling met je tref
fen over het geld. Ik geloof, dat dit alles
is wat ik nu te zeggen heb."
Jacob verdween, zichtbaar onder den in
druk.
„Oude gek!" riep Geoffrey uit, toen de
deur achter den ouden man gesloten was.
„Hij had je ieder oogenblik kunnen waar
schuwen nadat hij tot de ontdekking was
gekomen dat Lancaster zijn positie mis
bruikte."
„Hij is een beetje onnoozel", zei Hume.
„En natuurlijk beng voor zyn zoon. Het is
wel te begrijpen. Laten we het gebeurde
zou gauw mogelijk vergeten, Geoffrey. Het
is beter om zoo min mogelijk te spreken
over alles wat met Moat House verband
houdt."
Waarmede Geoffrey volkomen instemde.
XXX VIL
Liefde overwint.
Voordat het drietal Cheselden Park be
reikt had was Claire al op de hoogte van
den waren naam van Claude Meynell en
ook van zijn verstandhouding het kon
nauwelijks als een verloving worden aan
geduid tot Nell Davenant. Zij was er
over in de wolken, en zou nog verrukter
geweest zyn als, haar angst over Hume uit
haar hoofd gezet had kunnen worden. Te
vergeefs verzekerde de hertog haar, dat
hij den arm van zijn vriend onderzocht had
en bevonden dat de wond weliswaar pijn
lijk, maar niet gevaarlijk was.
Claude had al eerder aan Nell verteld,
dat hij op het oogenblik niet in Cheselden
Park woonde. Hij had gelogeerd in het
„Wapen van Langdale", omdat vrienden
van hem op het huis verblijf hielden. En
toen Nell hem nogal verlegen vroeg, of
zijn vrienden er nog waren, had hij „ja"
geantwoord, en haar met een geheimzinni-
gen glimlach aangekeken.
Maar zij was er heelemaal niet op voor
bereid om bij de voordeur haar zuster An
gela te zien.
„Waar kom jij vandaan?" riep ze een en
al verbazing, toen zij haar zuster om
helsde.
„Geoffrey kwam ons een uitnoodiging
van den hertog brengen", vertelde Angela.
„We zijn hier sinds gisteren. Ze schenen er
zeker van te zijn dat jy en Claire Valery
vandaag of morgen zouden komen, de her-
tig stuurde tenminste vroeg in den morgen
een boodschap dat jullie waarschijnlijk te
gen het ontbyt hier zouden zyn."
(Slot volgt).