BEGROOTINGSDEBATTEN IN
DEN LEIDSCHEN RAAD
De Algemeene Beschouwingen geopend.
De sprekers, die de debatten inleidden.
DINSDAG 18 FEBRUARI 1936
OE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
De eerste dag.
De heer v. Eek opent het touraooi.
De heer v. Eek (S.D.A.P.) oordeelt
het wenschelijk, eenmaal in het jaar een
uiteenzetting te geven van de beginse
len der partij. Wij zijn van meening, dat
het kapitalisme maat
schappelijk verou
derd en zedelijk ver
oordeeld is. In het
bijzonder is het
schrijnend te zien,
hoe het mogelijk is,
dat er van alles over
vloedig geprodu
ceerd wordt, terwijl
er zoovelen zijn, die
bijna van honger en
gebrek sterven. Spr.
citeert een artikel in
de „Leidsche Cou
rant" waarin de En
cycliek „Quadrage-
waarna
simo Anno" wordt
hij concludeert, dat ook in andere kringen
het kapitalisme wordt veroordeeld.
De socialisten verwachten alleen verbe
tering van den toestand, wanneer diep in
het volk het besef gewekt wordt, in welke
richting gewerkt moet worden. De verant
woordelijkheid daarvoor is te groot, dan
dat zij gedragen kan worden op de
schouders van enkelen. Niet alleen de
politieke noodzakelijkheid, maar ook on
ze democratisch overtuiging heeft er
toe geleid, dat wy deel hebben genomen
aan het dagelijksch bestuur der gemeente
in samenwerking met andere partijen. Om
twee redenen zijn wij geneigd tot samen
werking. Ten eerste omdat er onmiddel
lijk moet worden ingegrepen in de econo
mische nooden der bevolking. Daarom zyn
wij gekomen met ons Plan van den Ar
beid, dat eensdeels mef gejuich ander
deels met hoongelach is begroet. Spr.
gaat na wat het Plan van den Arbeid be
helst en ziet het groote nut ervan hierin,
dat getracht wordt een begin van verbe
tering tot stand-te brengen. Zijn de prin
cipes daarvan juist, dan gelden deze ook
voor de gemeente-politiek. Het Plan is
niet alleen voor de arbeiders bestemd,
maar voor het heele volk. De sociaal-de
mocraten kunnen het Plan niet alleen tot
uitvoering brengen en daarom is samen
werking gezocht.
De tweede reden voor de bereidheid tot
samenwerking is het gevaar, dat ook hier
de democratie onder de voet zal worden
geloopen.
De samenwerking heeft reeds geleid tot
eenige resultaten, waarinder verbetering
der brandstoffemvoorziening, verbetering
in Maatschappelijk Hulpbetoon, verstrek
king van goedkoope groenten, enz. Spr.
wil de eer niet alleen geven aan het op
treden van soc.-dem. wethouders, maar
het is de vrucht van de samenwerking ge
weest.
De soc. dem. wethouders.
Spr. gaat vervolgens na, welke bezwa
ren er uitgesproken zijn tegen het optre
den van de soc. dem. wethouders. Zoo
heeft men beweerd, dat de S. D. A. P. een
gezag-ondermijnende richting zou zijn.
Dat is absoluut onjuist, wij zijn vóór hand
having der orde. Het geval van de „Zeven
Provinciën" heeft men geweldig opgebla
zen; daaruit mag men niet de houding van
een heele partij afleiden.
Op een interruptie van den heer de
Reede, zegt spr. dat er ook tijden zijn ge
weest, dat zelfs de Anti-Revolutionairen
volbloed revolutionairen waren. Dat hangt
van de omstandigheden af.
Voorts is ons verweten, dat wij inzake
de bezetting der twee wethouderszetels
geen overleg hebben gepleegd met Nat.
Herstel en de Communisten. Deze partijen
zijn tegenstanders van de parlementaire
democratie en daarom is met hen geen
overleg moge'ijk.
Men heeft de vrees uitgesproken, dat ons
financieel beheer zou voeren tot een ban
kroet. Daar is tot nu toe geen aanleiding
voor; ook wij zijn voorstanders van een
sluitende begrooting, niet in 't minst om
daardoor de uitvoering van ons Werkpro
gram mogelijk te maken. Dat onze begroo
ting nog sluitend is, is te danken aan de
Lichtfabrieken. Dat kan op den duur niet
blyven bestaan.
Spr. wijst er voorts op, dat de houding
der S. D. A. P. als regeeringspartij geheel
anders kan zijn als oppositie-partij. Iedere
oppsitie verkeert in een andere positie dan
een bestuurspartij.
De fractie verdeeld.
Inzake de loonsverlaging van het ge-
meentepersoneel zegt spr., dat de S. D. A.
P. in 't algemeen daarvan tegenstander is;
doch dat 'n gedeelae der fractie van mee
ning is dat de omstandigheden dartoe
thans dwingen.
Een ander gedeelte van de frac
tie blijft echter staan op haar emmaal in
genomen standpunt, dat de raad zich niet
moet neerleggen bij den dwang der re
geering. Spr. sluit zich daarbij aan; voor
spr. heeft de uitslag van het georganiseerd
SOC. BEGINSELEN EN HET PLAN.
overleg geen waarde, omdat de vrijheid
ontbroken heeft. Spr. zal derhalve zijn
steun niet geven aan het voorstel tot
loonsverlaging van B. en W. doch zal het
voorstel van de heeren Lombert en Eiker
bout steunen om de positie van het politie
personeel te verbeteren.
Spr. verdedigt voorts zijn partij tegen
het verwijt dat zij de grondslagen van het
Christendom zou aantasten. Dat zou vol
gens spr. geheel bezijden de werkelijkheid
zijn.
Spr. komt dan op het voorstel, door hem
en anderen ingediend, tot het doen uitvoe
ren van openbare werken. Hij is niet on
tevreden over hetgeen het college van B.
en W. voorgesteld heeft.
De heer G os ling a (A.R.): Allemaal
voorstellen van het oude college!
De heer v. Eek (S.D.A.P.) kan er zelfs
zijn waardeering voor uitspreken. De
bedoeling van de S. D. A. P. is echter
niet, dat deze werken geleidelijk worden
uitgevoerd, maar Üat deze op een gege
ven oogenblik in zóó sterke mate worden
uitgevoerd, dat de kóopkracht wordt ver
meerderd en het economisch leven daar
door wordt geprikkeld. Daarom is spr.
voorstander van uitvoering dezer werken
in werkverruiming, niet in werkverschaf
fing. De kosten daarvan zullen moeten
worden betaald uit de gewone inkomsten
van de gemeente. Spr. had thans geen
voorstel ingediend tot invoering van een
distributie-raad naar aanleiding van een
toezegging van B. en W. Inmiddels heeft
de rechterzijde een voorstel ingediend tot
het stellen van vestigingseischen voor
nieuwe winkelbedrijven. Dit voorstel ligt
geheel in spr.'s lijn, doch hij kan zich niet
vereenigen met het inwinnen van inlich
tingen bij de Kamer van Koophandel en
de plaatselijke Middenstandsorganisaties
alleen. Spr. wil ook de consumenten laten
hooren en daarom dient spr. een amende
ment op het voorstel in, tot het instellen
van een distributie-raad, waarbij speciaal
het stellen van vestigingseischen zal wor
den overwogen en daartoe de meening zal
worden ingewonnen ook van de consumen
ten. Spr. heeft thans ook geen voorstel in
gediend om te komen tot annexatie van
Oegstgeest, maar hij wil het denkbeeld wel
warm houden omdat het z. i. in het alge
meen belang is.
Voorstellen verdedigd.
Vervolgens bespreekt spr. de voorstel
len, die hij wel gedaan heeft.
Zoo komt het voorstel weer ter sprake
om optochten met muziek op Zondagmid
dag toe te staan. In Zoeterwoude b.v. wil
len de Katholieken wel optochten met
muziek, hier niet.
Ook heeft spr. een motie ingediend om
gemeentezalen niet te weigeren aan den
Neo-Malthusiaanschen Bond. Spr. is geen
voorstander van de Neo-Malthusiaansche
practijken, maar hij is van meening, dat
de gemeente zich niet behoort te mengen
in den strijd vóór of tegen het Neo-Mal-
thusianisme. Aan het fascisme stelt men
wel zalen beschikbaar, wat inconsequent
is. Vervolgens verdedigt spr. een motie
om het aantal leden der commissie van
fabricage te vermeerderen van vier tot
vijf. Een groote fractie als de S. D. A. P.
behoort z. i. door meer dan één lid verte
genwoordigd te zijn. Terloops merkt spr.
op, dat het niet te vermijden is, dat een
soc.-dem. wethouder zijn eigen soc. dem.
cachet drukt op de aoor hem namens het
college van B. en W. verdedigde voorstel
len. Dit naar aanleiding van een opmer
king, dat wethouder v. Stralen bij de ver
dediging van de groentendistributie sprak
als sociaal-democraat.
Spr. eindigt tenslotte met een aanhaling
uit het ontwerp-plan van de R. K. Staats
partij tegen het kapitalisme, waarvan hij
hoopt, dat deze partij de aangehaalde
woorden ook in practijk zal brengen. Z.i.
kan dat alleen in het socialisme. Wanneer
echter de doelstelling gelijk is, dan kan sa
menwerking op verschillende punten niet
onmogelijk zijn. Wij zullen elk voorstel
tot samenwerking tegen het kapitalisme,
van welke zijde ook in welwillende over
weging nemen.
EXCESSEN VAN DE PARTIJ-POLITIEK.
De heer Wilmer wraakt eenige fouten.
De heer Wilmer (R. K.) zal niet gaan
spreken over het Plan van den Arbeid.
Niet omdat hij het Plan niet zou waardee-
ren, maar omdat een
dergelijke bespre
king hier niet op zijn
plaats is. Een derge
lijke bespreking toch
houden, is één van
die fouten, welke de
partij-politiek in dis-
crediet brengen. Wij
hebben den plicht te
verhinderen, dat een
zekere Beweging
veld wint, die zich
beroept op de fouten
van het parlementa
risme. Daarom zal
spr. zich houden aan
datgene, wat direct betrekking heeft op
de belangen van de gemeente.
Een van de fouten is, het in den gemeente
raad ter sprake brengen van dingen, die
er niet in thuis hooren en slechts om pro
pagandistische redenen naar voren worden
gebracht. Het is vooral de S. D. A. P., die
zich daaraan schuldig heeft gemaakt. Een
tweede fout acht spr. de z. g. oppositie-
politiek in verworden vorm; waaronder
spr. verstaat, dat een minderheid verlan
gens naar voren dringt, welke zij zelf
niet zou kunnen vervullen, als zij aan het
bestuur zou zijn. Ook hieraan heeft de S.
D. A. P. zich herhaaldelijk schuldig ge
maakt.Aan deze fouten heeft de Kath.
fractie zich nimmer schuldig gemaakt.
Alle voorstellen, welke in de raad komen,
moeten beschouwd worden naar hun za
kelijk waarde en niet naar de partij, die
ze indient. De oppositie-politiek wordt
vaak bevorderd dooi' een soort kleingees
tigheid, welke in de eigen partij alles vol
maakt en in de tegenpartij alles slecht ziet
Men moet ook in zijn tegenpartij 't goede
weten te zien. Wanneer b.v. de communis
ten de overhand zouden krijgen, zou spr.
dat de grootste ramp voor ons land ach
ten, maar desniettemin ziet spr. in het
communisme toch enkele gedachten be
lichaamd, welke eigenlijk Christelijk zijn.
Een derde fout is het, belangen te bespre
ken in het openbaar, die beter in kleiner
kring en in besloten vergadering hadden
kunnen worden behandeld. Als voorbeeld
wijst spr. op het voorstel van mevr. Brag-
gaar-de Does inzake Maalsch. Hulpbetoon,
dat thans een goede kans maakt om in de
commissie te worden aangenomen. Daar
hoort het ook op de eerste plaats thuis.
Thans zal de Kath. Raadsfractie tegen
stemmen, niet om den inhoud, maar om
dat zij meent, dat het voorstel eerst in
M. H. besproken dient te worden.
Een andere fout is. die, waarvan niet spr.
maar Nat. Herstel de politieke partijen be
schuldigt. De wijze waarop en de propagan
da waarmee de candidaat van Nat. Herstel
in den raad is gebracht kan spr.'s waardee
ring niet wegdragen. Men heeft den raad in
vlugschriften verdacht gemaakt, maar nooit
bewezen, welke feiten men op het oog had.
Spr. vraagt nu rar. de Vries, de feiten te
noemen.
Wijziging in het college.
Inzake de wethoudersverkiezing merkt
spr. op, dat het gezien de uitslag der ver
kiezingen gewenscht was, dat er vertegen
woordigers van de S.D.A.P. zitting zouden
nemen in het college van B. en W. De recht-
sche fracties waren echter niet geneigd, om
hun eigen politiek te wijzigen. Spr. herin
nert aan het woord van Albarda, dat de
arbeid der soc. dem. wethouders na de
Leidsche oppositie-tactiek der S.D.A.P. moet
leiden tot een teleurstelling.
Natuurlijk mag men alles wat door B. en
W. wordt voorgesteld, nadat de soc. dem.
wethouders aan het bewind kwamen, niet
voorstellen alsof dat gekomen is door het
optreden van de soc. dem. wethouders. Dit
aan het adres van den heer v. Eek, die wees
op de resultaten der s.-d. wethouders. Men
zou in dit verband ook kunnen wijzen op
de veranderde houding der S.D.A.P. en van
de soc. dem. wethouders. Vroeger wilden
zij zich nimmer neerleggen bij wat van hoo-
gerhand werd opgelegd. Nu wordt dat alles
zonder eenig verzet aanvaard. Vroeger ver
zette de S.D.A.P. zich tegen elke loonsver
laging. Vergelijk dat eens met nu! De heer
v. Eek heeft dat verdedigd met te wijzen
op het geopend perspectief. Waaruit bestaat
dat perspectief? Alleen in het feit, dat er
twee soc. dem. wethouders zijn? Of beroept
men zich op het nieuwe werkplan? Maar
dan is dat perspectief niet erg lichtend.
Spr.'s fractie zal stemmen vóór de salaris
verlaging, als er anders vrees is voor
erger. Wanneer het spr.'s fractie duidelijk
wordt gemaakt, dat deze vrees niet bestaat,
dan zal zij haar stem herzien.
Stem-motiveering.
Spr. gaat daarna over tot een bespreking
van diverse voorstellen. Het voorstel-
Schüller inzake ordening in het bouwbe
drijf zal spr. steunen, als hy de strekking
goed heeft begrepen, al acht hij het vry
vaag.
De Kathol, fractie gaat niet mee met het
voorstel-v. Eek inzake uitbreiding van het
aantal leden van de Comm. v. Fabricage.
Evenmin met het voorstel in zake het hou
den, van optochten op Zondagmiddag. De
omstandigheden kunnen plaatselijk geheel
verschillend zijn. Voor de Kathol, betreft
het hier geen dogma. Spr. zal ook stem
men tegen het voorstel om de zweminrich
ting op Zondag open te stellen.
Natuurlijk is spr. ook een tegenstander
van het geven van gemeentezalen aan den
N Malth. Bond. De overheid behoort zich
te verzetten tegen een ondermijning van de
Christel, zedenwet, zooals die door alle
Christenen wordt aanvaard.
Waarschijnlijk kan spr. zich ook niet ver
eenigen met het voorstel tot invoeren van
identiteitskaarten voor gemeenteraads
leden.
Voorts heeft de heer v. Eek een amende
ment ingediend op het voorstel der rechter
zijde inzake de ordening van het winkel
bedrijf. Spr. houdt zich zijn stem voor,
doch op het eerste gezicht lijkt hem dit
amendement aannemelijk. Spr. steunt ook
de motie-Manders. Tegen de motie-v. d.
Voort (geen nevenfuncties van ambtenaren
tenzij met verlof van den raad) waarschuwt
spr. nadrukkelijk. Dat is geen werk van
den raad, maar van B. en W. Het voorstel-
Schüller inzake uitbreiding van het be
stuur der gemeentewoningen heeft even
min spr.'^ steun.
Ten slotte acht spr. werkverruiming van
het hoogste gewicht; hij zal aan alle der
gelijke voorstellen gaarne zijn stem geven.
Doch hy wijst nog op de ramp der jeugd
werkloosheid, waartegen z.i nog veel te
weinig gedaan wordt. Er kan meer gedaan
worden, en spr. wijst op het voorbeeld van
andere steden. Alleen onder de Katholieken
in Leiden loopen meer dan 500 jonge men-
schen rond zonder werk.
DE BEGROOTING IS SLUITEND,
MAAR....
De heer Wilbrink twijfelt aan de toekomst.
De heer Wilbrink (C.H.) herinnert aan
de moeilijke taak an het gemeentebestuur
in deze moeilijke tijdsomstandigheden. Het
is thans geen tijd om elkaar vliegen af te
vangen, door te wy-
zen op onvervulde
verkiezingsbeloften.
Wij kunnen ons ver
heugen op een slui
tende begrooting,
doch gezien de dek
kingsmiddelen mo
gen wij toch wel een
vraagteeken plaat
sen. De heer de Ree-
de heeft daaromtrent
reeds een voorstel in
gediend en spr. is
het daarmee eens.
Practisch raken de
reserve-bronnen uit
geput en het zal de vraag zijn, of de be
grooting in het volgend jaar gesloten kan
worden. De grootste voorzichtigheid is ge
boden. Werkverruimingsvoorstellen doen, is
gemakkelijk, maar men mag de financiën
niet vergeten. Het college beweert te stre
ven naar de grootst mogelijke bezuiniging
en soberheid, doch spr. twijfelt aan het suc
ces. B. en W. stellen voor een opzichter bij
den Ontsmettingsdienst te ontslaan, en di
rect staan vertegenwoordigers van 4 frac
ties gereed om een voorstel in te dienen in
tegenovergestelde richting. Waar blijft de
mogelijkheid van bezuiniging? Bovendien
lijdt het prestige van het bedrijfshoofd er
door. Spr. aarzelt niet te zeggen, dat men
aldus voortgaande de democratie vermoordt.
De heer Bergers (R.K.): Dat is sterk
gesproken.
De heer Wilbrink (C.H.): Ja, men mag
het algemeen belang der gemeente niet ach
ter stellen bij het persoonlijk belang van
gemeente-ambtenaren. Op den duur loopt
op die manier het gemeentelijk apparaat
vast.
De vergadering wordt vervolgens ver
daagd tot 's avonds 8 uur.
AVONDZITTING.
De heer Wilbrink (C.-H.) vervolgt
zijn betoog. Hij komt thans op de salaris
verlaging van het gemeentepersoneel. Het
denkbeeld van den heer v. Eek, om de ver
antwoordelijkheid maar voor den minister
te laten, heeft ook voor spr. veel bekoring,
temeer daar aan het georg. overleg elke
vrijheid ontbrak. Niettemin heeft de minis
ter 5 pet. verlaging over het geheel ge-
eischt en heeft het overleg geleid tot een
compromis, waarbij voor de werklieden
een verlaging van 4 pet. is beraamd. Gaat
de minister daarmee accoord, dan is ten
minste iets gewonnen en daarom is spr. ge
neigd met het voorstel van B. en W. mee
te gaan, ofschoon hij zich zyn stem nog
voorbehoudt. Anders staat het met de sa-
larieering van de tijdelijke krachten en die
op arbeidscontract. Z.i. komen de tijdelijke
voor een vaste aanstelling in aanmerking.
Tegenover den heer v. Eek is spr. van
meening, dat ook de democratie krachtige
persoonlijkheden niet kan missen. Het
Plan van den Arbeid heeft althans dit nut
gehad, dat het de soc. dem. geneigd heeft
gemaakt tot samenwerking. Van het Plan
zelf verwacht hij niet dezelfde resultaten
als de heer v. Eek. De gemeente in 't bij
zonder kan het maatschappelijk leven niet
zoodanig stimuleeren, dat daarvan een blij
vende opleving het gevolg is. De oplossing
kan allen gevonden worden in een verbe
tering van den internationalen toestand
door gezamenlijke conferenties, die tot nu
toe evenwel mislukt zijn. Wij kunnen alleen
tijdelyke verzachtingen invoeren. Spr. gaat
daarna over tot een bespreking der ge
dane voorstellen.
Het voorstel der rechterzijde inzake het
stellen van vestigingseischen voor nieuwe
winkelbedrijven beveelt spr. aan. In dit
verband spreekt spr. zijn verwondering uit
over de handelwijze van M. H. die door het
uitzenden van werkloozen met handelswa
ren de concurrentie voor den middenstand
weer vergroot. Spr. verklaart zich tegen
een uitbreiding van de Comm. v. Fabri
cage. De S. D. A. P. is er reeds in vertegen
woordigd en politiek moet niet de hoofd
bezigheid van de commissie zijn. Hy kan
zich evenmin als de heer Wilmer vereeni
gen met de motie-v. d. Voort inzake de ne
venfuncties van ambtenaren. Den heer Car
ton begrijpt spr. niet. Hij heeft gestemd
tegen zeggenschap van den raad inzake
Zondagsopening van de Sportstichting.
Thans stelt hij voor den raad te laten be
slissen over de wenschelijkheid van open
stelling der openbare zweminrichting op
Zondag.
T.o.v. den Neo-Malth. Bond merkt spr.
op, dat de zedelijkheid van ons volk een
te hoog goed is, dan dat de overheid er
neutraal tegenover mag staan. Ook t.o.v.
de Zondagsheiliging heeft de Christelijke
overheid een taak. Wil de overheid trou
wens neutraal zijn, dan moet elke optocht
verhinderd worden, want het is alleen de
S. D. A. P., die het monopolie wil hebben
van propaganda op traat op Zondag.
De heer v. E c k (S. D. A. P.): Dat moet
u eens tegen de Katholieken zeggen.
De heer Wilbrink (C. H.): Die bren
gen het houden van optochten op Zondag
niet in het geding. Maar u wel en daarom
keer ik mij tegen u. In verband daarmede
constateert spr. dat het wezen der S. D.
A. P. materialistisch is en daarom onder
mijnt het socialisme de grondslagen van
den godsdienst. De S. D. A. P. heeft trou
wens vaak niet alleen Christelijke perso
nen maar ook het Christendom zelf aan
gevallen. Het Christendom aanvaardt geen
klassenstrijd, doch eisebt offers van ons
zelf in onderlinge broederschap. Spreker
wenscht onder Gods zegen het college van
B. en 'W. kracht en wijsheid toe in het
komende jaar.
PERSOONLIJKE
VERANTWOORDELIJKHEID.
De heer Beekenkamp over het
A.-R. standpunt.
De heer Beekenkamp (A.-R.) ci
teert prof. Huizinga over het politieke he
roïsme. Men waant zich tegenwoordig
vaak veilig in de ver
antwoordelijkheid
van de collectiviteit,
Joch men vergete de
persoonlijke verant
woordelijkheid niet.
Spr. denkt daarbij
aan het feit, dat de
oc. democraten zeer
verre achter zijn ge-
oleven, by hetgeen
zij vóór de verkiazin-
;an hebben beloofd.
De „dag des oor
deels" is evenwel nog
niet aangebroken. In.
ieder geval constateert spr. met voldoe
ning, dat de beide sociaal-democraten niet
hebben geluisterd naar de stem in een soc.
blad, dat de S. D. A. P. zie' behoort te
verzetten tegen elke loonsverlaging van
het gemeentepersoneel. De practijk is wel
geheel anders dan de verkiezingsleuzen. Van
den anderen kant begrypt spr. dat een wet
houder, die staat voor de noodzakelijkheid
van een sluitende begrooting, volstaat met
z'n stem te laten afhangen van den uit
slag van het Georg. Overleg. Men beroept
zich op de koopkracht-theorie, maar het
gat moest gestopt worden en bij belasting-
verhooging was de koopkracht van de bur
gerij eveneens aangetast. De rede van den
heer v. Eek stond geheel in 't teeken van
de Plan-narcose. Spr. zal daar niet op in
gaan; de raad behoeft niet te discussieeren
over een landelijk propaganda- niddel van
de S. D. A. P. Hij acht de oppositie-politiek
van de S. D.. A. P. vóór de verkiezingen
allesbehalve in overeenstemming met een
sterk gevoelde persoonlijke verantwoorde
lijkheid. Het gemis van zulk een verant
woordelijkheid acht Huizinga een van de
oorzaken van de huidige crisis.
Wat de voorstellen betreft, keert spr.
zich tegen het voorstel-Schüller c.s. om
den opzichter van den Ontsmettingsdienst
niet te ontslaan. Wy moeten dit overlaten
aan de prudentie van den directeur. De
bezuinigingsstorm zal nog wel heel wat
dood hout afwaaien; wij moeten er niet
voor ijveren, dat maar te laten zitten. Het
voorstel-Schüller tot ordening van het
bouwbedrijf ziet spr. in het licht van het
Plan v. d. Arbeid. Laat de heer Schüller
zich wat betreft den bouw van arbeiders
woningen laten inspireer en door de richt
lijnen van dat Plan. Aan het saneeren van
krotwoningen is trouwens te Leiden reeds
heel wat gedaan. Wil de heer Schüller een
plaatselijk bouwschap, dan zal hij moeten
wachten op de instelling van een lande
lijk bouwschap. Overigens heeft elke po
ging tot ordening zijn sympathie, doch niet
langs den weg van het Plan, maar in vrij
willige samenwerking.
Inzake de Zondagswet sluit spr. zich aan
bij de heeren Wilmer en Wilbrink. Hij zal
heid van B. en W. zegt hy evenwel zijn
steun toe.
DE HEER ROMIJN HEEFT WEINIG
VERWACHTINGEN
De heer Komijn (V.B.) zal zich beper
ken. Men kan urenlang debatteeren over
beginselen, maar waar het op aan komt
zijn daden. Boven
dien staat spr. te
genover het college
niet geheel vrij. Hij
verklaart dat hij ge
heel instemt met de
huidige samenstel-»
ling van het college;
het is een gevolg van
politieke noodzake
lijkheid. De heer Vos
(afwezig) koestert
zeer groote verwach
tingen van dit colle
ge; misschien zou hy
hedenmiddag be
keerd zijn. De S. D.
A P. wil thans niet langer oppositie-par
ty zijn, en de heer v. Eek heeft toegege
ven, dat de voorstellen der S. D. A. P.
vroeger niet uitvoerbaar waren. Geluk
kig, dat de S.D.A.P. die tactiek thans laat
varen, maar veel verwachtingen koestert
spr. niet van de nieuwe sociale politiek.
Voorloopig heeft de S.DA..P. slechts per
spectieven, maar daarmee is weinig te be
reiken. Het Plan van den Arbeid kan
slechts succes hebben, wanneer het lande
lijk wordt toegepast. Voorloopig is dat
nog niet het geval. Maar wat men ook be
gint, daarnaast zal een constructieve finan-
cieele politiek noodig zijn. En daar kan
Leiden nu reeds mee beginnen. De weer
klank daarvan in de voorstellen van B. en
W. is echter teleurstellend. Spr. mist lijn
en constructieve opzet in de begrooting.
Men klampt zich vast aan de gemaakte
reserves,maar daarmee moet men erg voor
zichtig zijn. Men moet thans beginnen
met het verlengen van afschrijvingen en
dergelijke kleine middelen. Dat is geen
contructieve financieele politiek. Gaarne
zou spr. zien, hoe de wethouder zich voor
stelt de veel grootere uitgaven in de toe
komst te dekken.
Mevr. de Braggaarde Does wil de
normen bij M. H. verhoogen, doch de wet
houder van financiën weet, dat het geld
er niet voor aanwezig is. De heer Wilmer
heeft gezegd, dat dit voorstel thans meer
kans van aanvaarding in M. H. heeft dan
onder spr.'s vc rzitterschap. Het lag niet
aan spr. alleen, dat dit voorstel toen in
M. H. werd verworpen. Wat men thans