No. 8344 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN 27 ste Jaargang ZATERDAG 15 FEBRUARI 1936 Gddad^Soii/^a/tit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per weekt 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: S 0J>0 Dit nummer bestaat uit vijf bladen, w.o. geïllustreerd Zondagsblad. V Het grootste gevaar Het grootste gevaar, dat de menschheid bedreigt is ongetwijfeld! het com munisme. Dat moeten wij inzien. Daarvan moe ten wij zoo diep doordrongen zijn, dat wij dat communisme bestrijden zoo krachtig mogelijk, op de meest doeltreffende wijze. Met erkennig, dat óók in het communis me goede gedachten liggen! Aan een artikel in de „Nieuwe Eeuw", van deze week, waarin een beschouwing over het communisme wordt gegeven, ont- leenen we de volgende passage: „Het communisme tracht gedachten te verwerkelijken, welke de Christenen tot hun groote schande verwaarloosd hebben. Het schrijft niet alleen maar verhandelingen tegen de principieel-chaotische economie van het liberalisme, doch bouwt de volks huishouding inderaad stelselmatig op. Het keert terug naar de opvattingen van het leven als een dienst een opvatting, die in de ontkerstende burgerlijk-liberale pe riode geheel en al is verdwenen", zooals Berdjajew het uitdrukt. Doch alle waarheden in het communis me worden gecorrumpeerd door den vree- selijken leugen der godloosheid. Dat maakt het tot het grootste gevaar, hetwelk ooit boven de menschheid heeft gehangen. Het communisme vervangt den geest door de vergoddelijkte materie en zal daardoor nooit anders kunnen scheppen dan een wanstaltige carricatuur van een goed-ge- ordende samenleving. Onze taak daartegenover kan slechts zijn het Christendom te doen kennen als de kracht, waardoor zulk een maatschappij wèl geboren kan worden. Dat is pas echte, doelmatige, vruchtbare bestrijding van het bolsjewisme. Naarmate we in die taak te kort schie ten, zal het bolsjewisme zijn aantrekkings kracht op velen behouden. Ondanks de uitvoerige schildering van gruwelen en wantoestanden in het Sovjet-rijk". Positief moeten wij het verderfelijke communisme bestrijden positief: door christenen te z ij n! Katitteekeninqen bij een ten toonstelling. OTTO VAN REES Zelfportret Otto van Rees exposeert op het oogemblik een kleine collectie schilderyen in het Instituut voor kerkelijke kunst te Amsterdam. 1). Het zijn wel voor het meerendeel portretten, vooral portretten van kinderen. Verder hangen er een paar landschap pen en enkele doeken en ont werpen van reli gieuzen aard. Dr. A. Ramselaar, Pr., heeft bij de opening van den tentoonstelling een korte inleiding uitgesproken. Hij heeft daar rake dingen gezegd. Aan zijn rede, zooals die in de „Maasbode" werd afge drukt, willen we het volgende ontleenen: „De Kerk heeft altijd gezegd, dat zij de beschermster is van de kunst. Dat past ook in het kader van haar b.ijzondere zending: een vereeniging tot stand te brengen tus- schen Goddelijk en menschelijk leven in een harmonisch geheel. Zij zegt het nog, maar het is een gemeenplaats geworden. Dat is een kwaad teeken. Inderdaad is zij niet meer de beschermster van de kunst. Zij heeft den fakkel laten vallen. Een eeuw lang welhaast zyn er in ons land voortdurend nieuwe kerken gebouwd, maar hoeveel leelijke en hoe weinig schoonheid is er te vinden! Op uitzon deringen na zijn de werkelijke kunste naars er buiten gebleven, is het een fa bricage geworden van de ergste soort, die het meest schrijnend en het meest onbe grijpelijk is, als zij haar intrede deed in de heiligdommen, die ons van vroeger eeuwen nog waren overgebleven. In andere landen is het, wederom met uitzonderingen, niet beter. Welke kathe draal ge ook bezoekt, ge schrikt altijd voor de uitingen van de devoties uit den nieu wen tijd: van het H. Hart, van O. L. Vr. van Lourdes, van de H. Theresia en ge staat verstomd van de elementaire schoonheid, die nog spreekt uit de meest onhandige volkskunst van oude tijden. Zelfs in de kunstzinnige Benedictijner-abdij lijdt de kunst een bestaan als kinderen in een weeshuis, waar zij liefdevol worden ver pleegd, maar niet de natuurijke krachten opdoen van het huisgezin. Het Vaticaan zelf is de beste illustratie van wat ik met hartzeer moet zeggen. Het is een trieste wandeling langs de beelden van de nieu we ordestichters, de monumenten van de laatste Pausen en kardinalen, de schilde ringen van heilig- en zaligverklaringen. De kunst, eens de glorie van de Kerk, maar ook het voedsel, dat zij gaf, toever trouw meest aan geestloozen door een van de kunst vervreemde clergé". Dr. Ramselaar heeft er daarna op ge wezen, dat de schuld niet alleen aan de kant van de opdrachtgevers lag: de kunste naars hebben van hun kant een dubbel spel gespeeld. Ze beweerden wel, dat ze de ge meenschap wilden dienen; maar misleid door subjectimistische leuzen heLben ze zich in zelfheerlijking opgesloten en daardoor het contact met leven en volk verloren, nietigd. De spreker wees daarom op het werk van Otto van Rees als vruchtbaar voorbeeld van een kunst, die werkelijk in staat is, de harmonie tusschen kunste naar en publiek te herstellen. Hij heeft dat werk uitmuntend gekarakteriseerd. Hij legde bijzonder den nadruk op de beschei den, rustigen aard van deze schilder kunst, die haar voor de kerk zoo uitermate geschikt maakt. Een kerkschilder mag toch nimmer vergeten, dat hij van een kerk nooit een museum mag maken. Hij speelt geen melodie, hij is maar begeleiding: hij moet Gods onuitsprekelijke geheimenissen, die in de kerk voltrokken worden, met een mantel van schoonheid omkleeden. Dat is zeer zeker een grootsche, verheven taak de hoogste taak, die men aan dit zuiver natuurlijk handelen kan stellen het mag echter nooit geschieden op een wij ze, die de aandacht van het eigenlijk ge beuren op de entourage zou afleiden. De omgeving moet met gepaste bescheiden heid haar plaats bewaren. En dit is de ge lukkige eigenschap van het werk van Van Rees. Het heeft een zekere ingekeerdheid, een fijngevoelige schroom, rust, die tot meditatie neigt.. Opmerkelijk is de voort durende bezorgdh eid van dezen schilder, zijn figuren zoo „er in" te zetten, dat ze in het geheel worden opgenomen: werke lijk onderdeel worden, om de rust van het geheel te verhoogen. En als we hier van rust spreken, dan moet men dat niet ver staan van rust, die met slapen gelijk staat. Het is de rust van de volheid, de rust van een droomend kind, dat zich een wereld van schoone verbeeldingen schept, de rust van de liefde, die geen woorden meer vin den kan. Albert Plasschaert heeft onlangs bij het werk van Van Rees teekenend van Franciscaansche kunst gesproken. Dat woord geeft volkomen de sfeer van dit schilderwerk weer. Soberheid, maar waar de jubel doorbreekt! Dat komt bij voorbeeld sterk tot uitdrukking in het kleurengamma, dat door Van Rees wordt aangewend. Hij is in de keuze van zijn kleuren uiterst bescheiden, bijna armelijk, spoedig bezorgd, dat het te zoet zal worden. En toch bezitten al zijn doeken een inwen dig stralen, ergens verrast ons plotseling een onuitsprekelijke harmonie, er hangt iets als een nagalm van het lied, dat God zelf na de schepping gezongen heeft, toen Hij zag, „dat het goed was". Elk van de doeken, die Van Rees hier geëxposeerd heeft, is een stukje blijdschap op zich. We kunnen dit nog maar wenschen: dat men het eens aandurft, dezen stillen wer ker in een onzer kerken de volle kans te geven. Enzou het niet mogelijk zijn, de Amsterdamsche tentoonstelling in Lei den te herhalen? Zijn er geen instanties, die dat op zich kunnen nemen? Het zou een onvervalscht stuk cultureele arbeid zyn. Dr. HENRI VAN ROOIJEN, Kruisheer. Zoeterwoude, -6 Februari 1936. Een Paterspraatje over de film. vr CONTRASTEN Wie ziet ze niet? Wie kent ze niet? Con trasten! Wie denkt er niet aan in den komenden heiligen vastentijd, als we dat geweldige con trast, die felle tegenstelling overwegen tus schen goddelijke liefde en menschelijke haat. Dat contrast tusschen de kus van Joannes in de zaal van het Laatste Avond maal en die van Judas in de Olyfhof. Dat contrast tusschen de streelende liefdedaad van Veronica en de ploffende vuistslag van den knecht van den Opperpriester. De te genstelling tusschen den goeden en dien kwaden moordenaar. Contrasten; Nu ik dit schrijf een paar we ken geleden. Ergens bij een groot station, 'n Kerel met 'n lichaam forsch als de mu ren van Jericho, maar zoo zat als een kanon, 'n Vriend van hem moest hem vasthouden en waarschuwde een taxi. Hij werd erin gegooid zooals men een beest in zijn hok jaagt. Hy plofte neer. Naar huis, waar vrouw en kinderen misschien weer met angst het oogenblik afwachten, dat de bel overgaat en „vader" binnenkomt. Wat een tegenstelling! Wat een contrast, die „hij" van thans en van toen, van heden en ver leden. Die „hy" van nu en die „hij" van 20 30 jaar geleden, toen het allemaal koek en ei was en hij de beste man en vader van de wereld beloofde te worden. Contrasten! Een moeder: „Eerwaarde, mijn zoon is 20 en thuis en hij steelt als een raaf, dat zwijn". Wat een tegenstelling met die flinke boy van 19, die zoo terloops langs zijn neus weg zei, dat ze onder vrienden een club hadden opgericht, waarin degenen, die zich erbij aansloten, zich verbonden om dagelijks te communiceeren, opdat God uit komst mag geven in de benarde en moeilij ke tijden. Contrasten! Meisjes van pretjes en gille tjes, van strikjes en flikjes, van grillen zon der willen, van nukken en immer misluk ken, van scheeve hoedjes en met zieltjes als arme bloedjes, met leege en vooze en op pervlakkige gezichten goed als garnituur op een schoorsteenmantel, die meisjes te genover haar, die een verrassing zijn in ieders leven, een alleluja in elke droefheid, die woekeren met haar vrouwelijke eigen schappen om er goed mee te doen, die arme huisgezinnen opzoeken, helpen, troosten, die dagelijks zingend moeder helpen met stof fer en blik, met poetsdoek en stofzuiger, met „vim" voor de vaten en met „glim" voor de schoenen blij, tevreden! Contrasten! Die kennen wij ook bij onze actie voor de Gezinsfilm „Roma". Daar zijn de goddank vele menschen, zelfs protestan ten, die hun instemming betuigen, het idee luide toejuichen, hun steun geven. Daar zijn de propagandisten, de vuurvreters, de idea listen, die zich uitsloven en zich aftobben. De menschen, die zonder eenig honorarium of zonder eenige verdienste den heelen dag dikwyls schiet hun diner erby in rondsjouwen, om maar donateurs te winnen. En daar zijn de menschen, die na alle predi katies en explicaties, na alle opwekkingen en alle redevoeringen van de propagandis ten, deze met een kluitje in het riet rach- ten te sturen. Ze zullen nog wel eens zien. En ze rook en hun sigaartje en ze smoren hun pijpje. Ze pikken nog een koekje of bonibonnetje en ze zetten Zondagsmorgens de radio aan en luisteren naar een predika tie over naasteliefde en behulpzaamheid, over offervaardigheid en apostolaat. En ze zeggen met een bevende stem: „Wat kan die man prachtig spreken en wat wist hij dat mooi bij te brengen". Wat 'n contrasten toch! Pater AUX. VAN SCHALEN O.F.M. Voorzitter Gezinsfilm „Roma" Voorzitter Gezinsfilm „Roma", Minderbroedersklooster Woerden. Eerste Kamer Bezuiniging op onderwijs De Eerste Kamer heeft met 24 tegen 11 stemmen het ontwerp tot bezuiniging op de onderwijsuitgaven goedgekeurd. De S.DA.P. en de N.S.B. stemden tegen. Op verzoek van president De Vos van Steen wijk heeft de Senaat het pijnlijke punt van de concentratie van het bijzon der onderwijs zoo goed als buiten debat ge houden, al kon de heer Nivard (R.K.) zich niet weerhouden, nog eens te wijzen op wat daar op dit gebied reeds is geschied en al sprak de heer De Savornin Lob man (C.H.) de hoop uit, dat de aangele genheid nog eens zoo zakelijk mogelijk zal worden bekeken, opdat geen nieuwe school strijd ontbrande in een tijd, waar een der gelijke strijd hoogst ongewenscht zou zijn. Minister Slotemaker de Bruïne, die mededeelde, dat het Koninklijk Besluit tot instelling van deze „pacificatie-commissie" intusschen door Hare Majesteit geteekend en door hem gecontrasigneerd is, sloot zich bij dien wensch van den heer Lohman aan en verklaarde, uit besprekingen, door hem gevoerd, den indruk te hebben ontvangen, dat er inderdaad bereidheid tot het zoeken naar een oplossing bestaat aan de zijde van het Bijzonder Onderwijs. De Minister heeft vervolgens de Verschil lende nog eens aangevoerde punten aan een korte beschouwing onderworpen. Stippen wij daaruit aan, netgeen hij aan het adres van den heer Osendorp zeide over de pen- sionneering van de 60-jarige onderwijzers en over het ontslag, met ingang van 1 Janu ari 1937 te geven aan de gehuwde onder wijzeres. Wat het eerste punt betreft, verklaarde de Minister zich niet bereid, alsnog met een wetswijziging te komen, om de uitzonde ringen, door een amendement-Suring in de wet gelegd, weer ongedaan te maken. Hij weigerde dit om de goede reden, dat inwil liging van dezen wensch neer zou komen op een verkapte amendeering van het ont werp door de Eerste Kamer. En wat het tweede punt aangaat, onthield de Minister zich van iedere principieele uit eenzetting. Wat, ondanks zijne bestrijding door de Tweede Kamer in het ontwerp was inge voegd, wenschte hij thans ten overstaan van den Senaat voor zijn verantwoording te nemen, omdat het in dien zin geamen deerde ontwerp hem ten slotte liever was dan in het geheele géén ontwerp. Wèl heeft hij mevrouw Pothuis-Smit nog eens toege zegd, het betreffend artikel, dat hem daar toe de bevoegdheid geeft, soepel te zullen uitvoeren, opdat schrijnende gevallen zoo veel mogelijk zullen worden voorkomen. Minister Oud heeft na het betoog van zyn ambtgenoot van Onderwijs nog van gedachten gewisseld met den katholieken afgevaardigde Nivard over de voorgestelde regeling van de schoolgeldheffing. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Dessle opnieuw gebombardeerd. Succes der Abessijnen door de Italianen toegege ven. (2de blad). Het verbod van de Action Fran$aise. (2de blad). De Londensche vlootconferentie in een impasse. (2de blad). BINNENLAND. De Eerste Kamer heeft het wetsontwerp tot verlaging van de onderwijs-uitgaven goedgekeurd. (1ste blad). LEMMER VISSCHERS IN HET NAUW. Gistermiddag is de motorreddingboot „Hilda" van de N. en Z.-Holl. Redding- Mij., welke te Lemmer is gestationneerd, uitgevaren teneinde assistentie te verlee-' nen aan een aantal visschersschepen uit Lemmer, die tengevolge van het ijs danig in het nauw waren geraakt. De visschers waren 's morgens met hun botters, nadat het ijs was weggedreven, uitgevaren om nog wat te gaan visschen. Tengevolge van den Zuidoostelijken wind, kwam het ijs later weer opzetten, waardoor de scheep jes, die zich toen nog op een afstand van ongeveer 1000 M. van de haven van Lem mer bevonden, tusschen het ijs en de stee- nen van de dijk van Friesland bekneld dreigden te geraken. De Hilda" is het om streeks half 8 hedenmorgen mogen geluk ken 5 botters behouden in de haven van Lemmer binen te brengen. Een sleepboot, die eveneens hulp verleende, slaagde erin de 3 andere botters in de haven te bren gen. Eenige visschersvaartuigen, die het ijs hadden ontloopen door naar zee te gaan, zijn den geheelen nacht uitgebleven. Ook zij zijn vanmorgen met sleepboothulp in de Lemmer haven binnen gekomen. De haven te Lemmer zit op het oogenblik weer vol ijs. TWEE JAPANSCHE MARNE- VLIEGTUIGEN VERGAAN. Buiten Kotsji in de prefectuur Sjikokoe (Japan) zijn gistermorgen twee marine vliegtuigen met elkaar in volle vaart in botsing gekomen. De toestellen vielen, to taal vernield, in zee. De inzittenden zijn om het leven gekomen. 1) Vondelstraat 158. WATERVLIEGTUIG TERECHT. Geruchten omtrent vergaan gelukkig ongegrond. De geruchten, dat een groot watervlieg tuig in den Zuidelijken Atlantischen Oceaan bij Punta Delgada zou zijn veron gelukt zijn gelukkig niet waar gebleken. Een vliegtuig van de Lufthansa dat een proefvlucht maakte, had draadloos om hulp verzocht, maar heeft die hulp niet noodig gehad aangezien het de Azoren heeft be reikt. Do aankomst van Z. H. Exc. Mgr. dr. J. da Jong voof da plechtige overdracht van I Aartsbisdom namens Z. H. Exc. Mgr. J. H. G. Jansen aan xljn opvolger

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1