Instantine MAANDAG 3 FEBRUARI 1936 DE LEIDSCHE COURANl TWEEDE BLAD - PAG. 6 sche land-en de regeeringen nog lang tal men niet een nieuwe „ordening" op den grondslag van het christelijk recht wij dan zonder eenigen twijfel spoedig zeer korte metten te lezen krijgen, en dat al komt daardoor het menschdom in nog groo- ter ellende na heel korten tijd aan dezen chaos een einde wordt gemaakt met revo lutionair geweld. Wie de katholieke kiezers warm wil ma ken voor de Katholieke Staatspartij, moet vooral thans met geen vage theorieën ko men. Hij moet hen laten zien, wat die Partij voor het wegnemen van de niet langer te dragen ellende in vollen ernst wil doen en wat zij daarvoor doet. Voor wat gedaan moest worden, maar toch niet wordt gedaan, moet hij de kiezers zelf leeren begrijpen, waarom dit op het oogenblik niet. kan. Wie voor een echt christelijke politiek de menschen begeeste ren wil, moet hen leeren zien, dat, hoevele en hoe groote zondaars er onder ons ook zijn, het toch de Christenen zijn, waarvan zoowel voor deze nieuwe als voor de oude modern in den grond volkomen heidensch kapitalisme, dat, in dit bloeitijdperk van zooveel rijdom scheppende natuurweten schappen, de schoone voor den mensch door God geschapen wereld gemaakt heeft tot een ware hel voor die millioenen, die, tus- schen bergen van overvloed wanneer zij nog niet verhongeren toch feitelijk slechts als bedelaars hun armzalig stuk brood nog eten. Wie wil voorkomen, dat zelfs katholieken gaan dwalen in den huidigen doolhof van allerhande politieke, elkander gestadig kruisende moderne theorieën, moet eerst en vooral zorgen, dat te midden van al deze aardsche ellende tenminste de blikken van onze eigen katholieke menschen zich rich- een op de door Christus gestichte Kerk! Uit wier toren, wij, Katholieken, voorloopig al thans klaar en duidelijk de richting zien, die moet worden ingeslagen. Nooit was het oogenblik zoo gunstig Nooit, neen, nooit in heel de wereldhisto rie was voor de verspreiding van het Chris tendom het oogenblik zoo gunstig als wan neer die millioenen ongelukkigen, die uit deze matelooze ellende nergens meer een uitweg zien, ons, Katholieken thans overal met ontplooide vaandels zouden zien voor op marcheer en en in de richting gaan, die ons door Christus" Stedehouder zelf werd aangewezen. Ziedaar, dierbare geloofsbroeders, alle maal dingen, die wy althans voor onze eigen katholieke kiezers zonder groote moeite klaar en duidelijk kunnen maken. Het zijn deze dingen, die zij klaar en helder, met eigen oogen, moeten zien, willen wij hen inderdaad begeesteren voor de Katho lieke Staatspartij. Spr. noemde het een wonderbaar en on begrijpelijk verschijnsel, dat zich op dit oogenblik onder ons, Katholieken, een be weging openbaart, die ons blijkbaar meer nog dan voorheen wil terugdringen in de Kerk; en die onwillekeurig moet doen den ken aan wat de Duitschers „Weltflucht" noemen. Ik wijs hier op die beweging enkel en al leen, zeide spr., omdat, naar mijn diepe overtuiging, mocht zij veld winnen onder ons, dit ook voor onze Katholieke Staats partij maar daarvoor waarlijk niet alleen een der grootste rampen zou zijn, die Nederland kon treffen. Het is een van elk liberalisme gespeend rasecht Katholicisme, dat hier in Nederland in onze katholieke standsorganisaties leeft. Het zou een ware misdaad zijn, indien op die wijze uit onze katholieke standsorgani saties juist het hart werd weggenomen, dat door deze wereldlijke organisaties, via haar eigen organen, het bloed moet pompen van ook op wereldlijk terrein hun geloof bele vende geloofsbelijders. Ook onze Staatspartij is voorwaar geen kerkelijke partij, zooaJs juist haar tegen standers ze zoo gaarne noemen! Onze poli tieke leiders zijn geen Bisschoppen, maar leeken, door het katholiek volk zelf geko zen. Dti belet volstrekt niet, dat cok op sociaal en politiek gebied, misschien nergens in heel de wereld, dat Katholieken zoo ge trouw de richting volgen door den Paus van Rome aangewezen, als juist in Nederland. Dit belet eveneens niet, dat misschien ook nergens ter wereld het gezag der Bis schoppen door de Katholieken beter ge ëerbiedigd wordt, dan juist weer in Neder land. De een ge uitzondering, voor zoover ik mij herinner, ia de houding, welke op dit oogenblik door sommige Katholieken wordt aangenomen tegenover het door de vijf Bis schoppen van Nederland onderteekend, in alle Katholieke kerken van Nederland plechtig afgekondigd Mandement over de N.S.B. Een feit is, dat, voor al wie goed Neder- landsch verstaat, de gezamenlijke Bisschop pen van Nederland uitdrukkelijk en duide lijk hebben verklaard, dat aan de Neder- landsche Katholieken het steunen van de N.S.B. niet geoorloofd is. Sommigen schijnen echter de Bisschop pen te willen dwingen nog een keer en dan nog duidelijker Hun zoo hoogst ernstige waarschuwing te herhalen. Laat ons hopen, dat tenminste dan een einde komt aan de ergernis, die op dit oogenblik wordt gege ven aan het katholiek Neaerlandsche volk, dat tot hiertoe nooit het bisschoppelijk ge zag op zoo schandelijke wijze zag miskend. Mgr. Poels besloot met een opwekking tot sociale arbeid in de samenleving. Het is enkel en alleen door het uit chris telijke zielen overstorten van innerlijke, le vende overtuiging en „bezieling", dat wij werkelijk menschen kunnen winnen. Het is enkel en alleen op deze wijze, dat wij so cialisten en communisten weer vertrouwen >nen leeren stellen in de Katholieke i Maar het is ook alléén op deze ma nier, dat wij de katholieke kiezers weer echt warm kunnen maken voor de door het gezamenlijk Nederlandsch Episcopaat zoo zeer aanbevolen Katholieke Staatspartij. Indien er ergens een land is, waar katho lieke sociale werkers zwoegen en slaven juist in die velden, waar de groote econo mische problemen liggen, die thans, gelijk de Paus zoo uitdrukkelijk verklaart, hoe geweldig ook, toch „zonder dralen" moeten worden opgelost willen niet de duivels uit de hel naar boven komen dan is het ons dierbaar Nederland. Nederland is het klassieke land van de katholieke standsor ganisaties. Het is in Nederland, waar daarenboven overal afzonderlijke, maar daarom niet min der machtige, echt Jiatholieke vakorganisa ties zijn. Het is in Nederland, waar het al dus op wereldlijk terrein overal werkzaam „leekenapostolaat" altijd rekenen kan op den machtigen politieken steun van een Katholieke Staatspartij! Zietdaar, zeide spr., waarom ik, vooral wat Nederland betreft, mijn vertrouwen in de toekomst nooit verlies. Maar wee dan ook hen. die de zorg voor de godsdienstige en zedelijke belangen van heidensche maatschappij de Verlossing moet komen. Hen moet hen leeren zien, dat het is een ons volk tot een monopolie zouden willen maken van zuiver godsdienstige organisa ties. LEVE ONZE KATHOLIEKE STAATS PARTIJ! LEVE ONZE KATHOLIEKE STANDS- EN VAKORGANISATIES! ALPHONS ARIëNS, DIENAAR GODS, BED VOOR ONS! Arbeid voor ons volk DOOR MR M. P. L. STEENBERGHE. Economisch, sociaal en moreel en daar door ook politiek, is het probleem der werkloosheid ook voor Nederland het aller belangrijkste vraagstuk. Het is de oor sprong van tal van andere problemen. Een verdere voortschrijding der werkloosheid kan ons volk niet dragen en alle middelen zullen moeten worden aangewend, niet al leen om deze voortschrijding tegen te gaan, doch ook om het aantal van 468.000 werk- loozen aanmerkelijk te verminderen. De oorzaken, wortelend in de wereldcri sis, zijn voldoende bekend. Ook de bijzon der moeilijke omstandigheden, waarin juist ons land, bij de toenemende autarkie in het buitenland, de industrialisatie van het verre Oosten, de groote bevolkingstoena me hier te lande, verkeert. Dezelfde oorzaken en de bijzondere moei lijkheden voor ons land brengen echter me de, dat juist ons land niet voor ingrijpende middelen zal mogen terugschrikken. Spr. ging na wat de geneesmiddelen moe ten zijn. Primair is het herstel der rendabiliteit van het bedrijfsleven. Wanneer deze ren dabiliteit hersteld wordt, neemt de werk loosheid af en krijgt men verdere perspec tieven, die hierna besproken zullen worden. Deze rendabiliteit kan slechts verkregen worden door onze productiekosten te bren gen op het peil van het met ons concurree- rend buitenland. Dit kan theoretisch, zooals prof. Aalberse in Juli 1935 in de Tweede Kamer terecht stelde, slechts geschieden door deflatie- of devaluatie. Reeds gedurende enkele jaren heeft de Regeering getracht den deflationistischen weg te volgen. In deze jaren -is wel geble ken, dat, met erkenning van den ijver en toewijding der betreffende bewindslieden, deze weg wel theoretisch, doch niet prac- tisch bestaat. De steeds onrustbarende cij fers van het bedrijfsleven zijn daarvoor het beste bewijs. Men kan niet meer volstaan met de keu ze te stellen, die prof. Aalberse in Juli stel de. Men heeft practisch geen keuze meer; het deflatieprogram is muslukt.de defla- tiepolitiek is practisch stopgezet. Wij heb ben geen tijd te verliezen met een defini tieven keer te brengen in onze politiek. Maar, voert men tegen, het gedevalueer de buitenland lijdt ook nog onder de crisis! Zeer zeker, ook ons land is er met devalua tie niet bovenop. Maar wij zullen op hetzelf de, rendabele niveau, meedoen met de rest van de wereld. Terwijl uit de door mij gegeven cijfers duidelijk blijkt, dat het Centraal Bureau voor de Statistiek in de laatste Economische en Sociale Kroniek terecht vermeldt, dat in tegenstelling tot de meeste andere lan den, Nederland nog geen teekenen van op leving vertoont en de geheele toestand hier nog een sterk depressief karakter draagt, blijkt men in andere landen over het diepte punt der depressie heen te zijn. Vergeleken met 1932, het dieptepunt, is onze werkloos heid met bijna één derde gestegen, in En geland met een derde (1.000.000) gedaald, eveneens met eenzelfde percentage of meer, in Denemarken, Zweden, Australië, Ver een igde Staten en België. Een stijging constateer en wij in de goud landen Frankrijk en Zwitserland. Hierbij komt, dat alle wanhopige po gingen, die wij thans zien aangewend, om althans een deel van het bedrijfsleven door subsidies en andere steunmaatregelen ren dabel te maken, en die op niet te dragen wijze zullen moeten worden uitgebreid, bij een muntaanpassing grootendeels overbodig worden, terwijl onder de huidige politiek dé voor devaluatie zoo bevreesde spaarders langzaam maar zeker èn door rente èn door hoofdsommen (hypotheken, pandbrieven, industrieele obligaties) zonder perspectief onteigend worden en bij devaluatie slechts de geringe prijsstijging hebben te ondergaan met de zekerheid van een betere toekomst. Dan zal het, door de herstelde rendabili teit, ook uit zijn met de tekorten, die als wieken van een molen de bezuinigingen voorafgaan en door deze nooit worden in gehaald. Bij devaluatie zijn niet alle moeilijkheden overwonnen, maar. Wij zullen bij devaluatie niet alle moei lijkheden hebben overwonnen. Bezuinigin gen zullen noodig blijven. Maar men opent het perspectief van het verder wegblijven der tekorten en men komt op gelijke basis met 15/16 van de wereld, dat zich econo misch in opgang bevindt. Wij zijn er niet met devaluatie alléén. Devaluatie legt het noodzakelijk fundament voor een actieve economische politiek. Teekenend in dit opzicht is het verloop in België, dat in December 49.000 werkloo- zen minder had dan het jaar tevoren, en wij ruim 50.000 werklooaen meer. En dit, niettegenstaande in België èn door den sleohteren toestand der Banken èn door den grooteren invoer van levensmid delen, een devaluatie minder goed zal ver- loopen dan in Nederland. De secundaire middelen, die slechts met succes toegepast kunnen worden, nadat een muntaanpassing de rendabiliteit heeft her steld, zijn: a. Landbouwpolitiek en Land bouwsteun. b. Handelspolitiek, c. Industria lisatie en industrie-financiering, d. Verbe tering voorlichting in binnen- en buiten land. e. Ordening. Voorop zij gesteld, dat naar mijn mee ning, onder elke economische politiek de landbouw onder deze omstandigheden ge steund moet worden. Onder de huidige poli tiek is het echter, by de afnemende koop kracht, op den duur onmogelijk, de noodiige middelen op te brengen. Na devaluatie zul len de betere exportprijzen de thans be staande en in de toekomst zeker te ver wachten tekorten'kunnen opvangen en de positie der landbouwers kunnen verbete ren. Tenslotte zullen veel administratieve regelingen dèn kunnen worden opgeheven. De Handelspolitiek zal bij stuiting van het prijsdalings- en koopkrachtverminde- ringsproces betere resultaten kunnen afwer pen. De ongetwijfeld met veel moeite ge voerde onderhandelingen brengen thans handelsverdragen, die een theoretische ver ruiming van de binnenlandsche markt voor ons bedrijfsleven geven, doch achterhaald worden door de vermindering van de koop kracht en daardoor van de binnenlandsche markt zelf. De exportverbeteringen kunnen alleen gerealiseerd worden met verliesge vende prijzen. Na herstel van het rendabiliteitsniveau zullen onze onderhandelaars eerst gunstige resultaten van him werk zien.. Wat de industrialisatie betreft schatte de Minister van Handel, Nijverheid en Scheep vaart in zijn interview in de „Standaard" het kapitaal, benoodigd voor het industrieel aan het werk zetten van het normale bevol kingsaccres op 160.000.000 per jaar. Hierbij werd dus de bestaande werkloos heid van 468.000 arbeiders als gegeven aan genomen. De Minister meende, dat deze 160.000.000.wel uit ons volksvermogen te halen zijn. Ik ben het met den Minister geheel eens, dat deze industrialisatie ge- wenscht en noodzakelijk is. Doch zonder herstel der rendabiliteit heeft zij geen zin en is zij onmogelijk. Geen zin, omdat men apparaten in het leven roept, die onrendabel en dus steunbehoevend zijn. Onmogelijk, omdat het volksvermogen niet gestoken wordt in onrendabele ondernemingen en de Overheid niet in staat is, dergelijke bedra gen te verschaffen. Na herstel der rendabiliteit kan, tot ze gen van ons volk, deze industrialisatie, ter opvanging van het accres onzer bevolking, warden toegepast. De uitvoering der openbare werken zal dan ook, in verband met de betere finan- cieele perspectieven, sneller kunnen geschie den, hoewel het aantal dezer werken niet zoo groot is als men in het algemeen wel denkt en het tempo door technische voorbe reidingen sterk wordt vertraagd. Er moet ordening komen. Tenslotte heeft het rendabele bedrijfsle ven, om ook van alle kansen te profiteeren, ordening noodig. Er wordt van de zyde der tegenstanders wel verklaard, dat crisistijd niet geschikt is voor ordening. Zeker, de or dening is geen crisismiddel, doch een blij vend middel tot aanpassing aan de nieuwe structuur. Dit middel zal juist gedurende de structureele crisis, waarin wij nu leven, moeten worden ingevoerd. Daarmede is niet gezegd, dat hetgeen thans, veelal onder den druk van den nood, door de Overheid gere geld wordt, de gezonde ordening is, zooals wij die voorstaan. Ordening niet, zooals de Voorzitter terecht gezegd heeft, in den zin. dat de Staat de taak van het bedrijfs- leven zal overnemen. Wel, dat de Staat de mogelijkheid schept en stimuleert. Het be drijfsleven zelf, in al zijn geledingen, zal de I daden hebben te stellen en de leiding heb- ben te nemen. Doch de Staat zal het moge lijk moeten maken. j (48) De wetenschap en techniek van on zen tijd zijn koortsachtig werkzaam. Wat gisteren nog voor onmogelijk gehouden werd, kan misschien mor gen reeds werkelijkheid zijn. Zoo heeft ons nu ook de wetenschap in INSTANTINE een modern, pijnstillend middel ge schonken, dat tengevolge van zijn di- Prlls per doosje recfen invloed op het pijncentrum als slechts 50 ets. specifieke middel tegen allerlei pijnen te gebruiken is. De Regeering, besloot mr. Steenberghe, heeft de laatste jaren, ondanks ijver en toe wijding, het deflatiomstisch experiment niet tot een goed resultaat kunnen brengen. In tegendeel, wy gaan bergafwaarts. Een to tale ommekeer is noodzakelijk voor nu en voor de toekomst van ons volk. Moge het vlug geschieden, dan zal met Gods hulp be reikt worden, hetgeen in de eerste plaats noodig is. ARBEID VOOR ONS VOLK! (De drie katholieke Ministers hadden tijdens het uitspreken van de rede .geen teeken van instemming gegeven en ont hielden zich na het uitspreken van de rede van applaus). Ons werk SLOTREDE DOOR MR. C. M. J. GOSELINO. Het is er vandaag om gegaan, aldus spr., op pakkende wijze enkele groote leidende gedachten mee te geven. De drie sprekers hebebn dit gedaan, doordat ze gegeven heb ben van hun verstand, hun ervaring, hun kennis, hun inzicht, maar vooral van hun hart en hun liefde. Dat alles moet. nu blij ven voortleven in de sterkende herinnering aan ons samenzijn, ons samenstaan op de zen 2-Februari-dag. Daartoe wil ik trach ten in mijn slotwoord iets bij te dragen, op dat wy duidelijker zien de lijn van ons ge zamenlijke werk. De drie aspecten, die ik in mijn inleiding noemde, neem ik ook als facetten van ons werk: het nationale, het geestelijke, het stof felijke. Te scheiden zijn ze niet, hoogstens te onderscheiden. Het nationale. Zooals iedere deugd, zal ook de ware va derlandsliefde allereerst en bovenal moe ten worden gekweekt van binnen uit. Dan kan ontstaan een gezonde geest van fiere aanhankelijkheid aan eigen land en volk. In een tijdperk van massa-regie is het niet on dienstig aandacht te wijden aan dit per soonlijk element. Stellig heeft voor ons, Katholieken, het nationale element in het staatkundige werk nog een eigen bijzondere beteekenis. Wie iets van de geschiedenis van Nederland weet, begrijpt aanstonds, dat de Katholie ken een vrij lang tijdperk noodig hebben gehad om een plaats in het openbare leven te veroveren. Het is volkomen verklaarbaar en redelijk, dat ons werk in dit tijdperk naar inhoud en vorm den indruk moest maken van een „katholieke zaak". Ik weet wel, dat tijdperken zich zoo maar niet la ten afsluiten. Maar wie iets begrijpt van den tegenwoordigen tijd, ziet het grijpbaar voor oogen, dat wij ons werk, allereerst in de gedachteiwonming, sterk en bewust moeten instellen op de voorlichting, ja, onophoude lijke bewerking van het geheele Nederland- scho volk. Zonder dat blijft o>ns werk on vruchtbaar, juist omdat het niet is Room- sche machtsvorming, juist omdat het niet is politiek Katholicisme, maar omdat het is dienend medewerken aan het welzijn van ons volk uit de schatten van onze levens- en wereldbeschouwing, op den grondslag van haar innerlijke redelijkheid. Men moet zich niet laten wijs maken, dat door versterking van het partijverband de wezenlijke eenheid van het volk bedreigd wordt. Terecht zijn in de radiorede, waarop ik in mijn inleiding doelde, de partijen ge noemd „het zichtbaar bewijs van een geeste lijken adeldom, de gekenmerkt wordt door het bestaan, het dulden, het vry getuigen van meeningsverschillen in de wereld van het denken". Wezenlijk staatkundige par tijen op den grondslag een er levens- en we reldbeschouwing zijn van groote ordenende beteekenis voor de staatkundige medezeg genschap van het volk. Het is maar goed, dat wij in onze hechte staatkundige organi satie, er bij zijn en er bij blijven.... om Nederland! Het geestelijke. Het „alles vernieuwen in Christus"; de heiliging van zichzelf en van anderen; het supra-natureele, het bovennatuurlijke het moet ongetwijfeld qók in het staatkun dig werk worden beleefd. Maar de ervaring, vooral de jongste ervaring, ook elders, be vestigt het gevaar van een al te eenzijdig bovennatuurlijke opvatting, die geen uit monding heeft in het werkelijke leven van de gemeenschap. Zeker voor de Katho lieken in Nederland is een hechte, gelijk gerichte samenwerking, zoowel op sociaal als op staatkundig terrein, plicht tegenover het vaderland. Zooveel wij feilbare men schen Gods raadsbesluiten ten opzichte van Zijn Kerk kunnen doorgronden, wordt daar door ook het werk van de Kerk het best gediend. Nu wij de waarschuwing van cLr. Poels gehoord hebben, hernieuwen wij nog eens ons voornemen en onze wederkeerige be lofte: wij blijven waakzaam en werk zaam.... om Nederland! Het stoffelijke. Mr. Goseling kwam daarna tot den con- creten inhoud van de staatkundige werk zaamheid op dit oogenblik. Daartoe behoort, aldus spr., zeker in de zen tijd een onderzoek naar de vereisohte wijzigingen in ons staatsbestel, al of niet door middel van Grondwetsherziening. Ik acht de veronderstelling niet gewaagd, dat een zoodanig onderzoek tot een groote mate van overeenstemming zal leiden. Slechts twee voorzieningen wilde spr. noemen, wier noodzakelijkheid zich steeds duidelijker op dringt. 1. Een ontlasting van Rijksregeering en Volksvertegenwoordiging van de al te rechtstreeksche bemoeiing met het maat schappelijk leven en onafscheidelijk daar mede verbonden: 2. Een regeling voor de geordende samen werking van eigen zelfstandige organen van dat maatschappelijk leven. En het economische? Ook hier zulle1- 1 kleine lapmiddelen baten. In ondei b.v. op sociaal terrein, trachten te* crisis op te lossen, staat gelijk met - het-hoofd-door-den-muur-stormen. Het gac i om de richting van een beleid in zijn geheel. Het is niet verwonderlijk, maar het is wel verheugend, en nuttig, vast te stellen, dat de leiding van ons R.K. Werkliedenverbond dit inzicht volkomen toont te bezitten. Dat is leerzaam vooral voor hen, die reeds op voorhand gemakkelijke voorspellingen mee- nen te kunnen doen omtrent de houding der dusgenaamde vakbonden, voor het geval men nooit tot maatregelen op monetair ge bied zijn toevlucht mocht nemen. Mr. Steenberghe heeft in zijn rede een kort program van economische maatregelen ontwikkeld, dat zeker onder ons en ook buiten onzen kring weinig bestrijding zal vinden. Ik wil hem niet aan al te gemakke lijke instemming helpen, ik doel op de z.g. secundaire middelen. Om wille van den tijd zal ik ze niet herhalen. De „ordening" heb ik reeds in breeder verband geplaatst. Maar hy heeft met een waarschijnlijk niet verrassende, maar wel gevestigde over tuiging erbij gezegd: primair is het her stel van de rendabiliteit van het bedrijfs leven, en in Nederland is dat niet, zeker niet meer, te bereiken zonder maatregelen op monetair gebied. Wij hebben geen tijd te verliezen. Dit is natuurlijk geen vraagstuk om by stemming uit te maken; hier zeker niet en elders ook niet. Want, men zal alles moeten vermijden, wat de moeilijkheden van den overgangstijd kan vergrooten, Maar wie de eerlijke overtuiging heeft en bereid zou zijn verantwoordelijkheid daarvoor te aan vaarden, die moet het wel zeggen tegenover de zwarte schaduw van de sombere werke lijkheid, het onrustbarend stijgende aantal werkloozen. Het dienend karakter van de economie, niet het minst van de geld-econo- mie, eischt dwingend, dat men in alles zoekt naar: arbeid voor ons volk. En wie er dan bij zegt, en dik onderstreept, dat die maat regel niet het herstel beteekent (evenmin als een operatie op zichzelf de gezondheid beteekent), maar dat het een onafwijsbare voorwaarde is voor een begin van opleving, dat ook daarna nog vele aanpassingsmaat regelen noodig zijn, die kiest zeker niet den weg van den minsten weerstand. Dat de weg van werkelijke deflatie be gaanbaar zou zijn, spr. gelooft niet, dat er heel velen zijn, die dat gelooven. Mij komt het voor, dat hij nauwelijks geringere moei lijkheden biedt dan de verbindingswegen voor de Italianen in Abessynië. Ik kan er niet omheen, hoe gaarne ik anders zou wil len, wij zijn niet op den goeden weg, d'ie leidt naar meer arbeid voor ons volk. En alleen die richting hebben wij te volgen. Dit is geen pakkend slot. Maar ik kon niet de onwaarachtigheid begaan hierover te zwijgen. Gij kunt dit vergeten, als gij wilt. Het betreft niet de groote perspectieven voor ons werk, slechts een overgangsphase, die ik thans als onvermijdelijk zie. Aan groote leidende gedachten zult gij naar ik vertrouw veel mee naar huis ne men, vooral van hetgeen de drie andere sprekers u gegeven hebben. En al zou daar van ook iets in uw geheugen verflauwen, sterk moet blijven de herinnering aan het feit van dezen dag: Met duizenden werkers uit de gelederen onzer Party, uit alle deelen van het land, uit alle rangen en standen waren we bijeen in een groote hal in de hoofdstad. Het ge bouw was gewijd aan een vreemden hei lige, we weten niet eens, of het eigenlijk wel een heilige was. Maar we hebben er heilig vuur en geestdrift opgedaan en ons gesterkt in de overtuiging dat het zóó is en dat het zóó blijven moet: onze eendracht 's lands kracht! LEVE NEDERLAND! De bijeenkomst werd gesloten, gelijk zij geopend was, met Gelooft zy Jezus Christus., in alle eeuwigheid. Amen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6