DE JODEN IN DUITSCHLAND mm RADIO-PROGRAMMA'S De 25ste R.A.I.-tentoonstelling. DONDERDAG 30 JANUARI 1936 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 VRIJDAG 31 JANUARI. Verschenen is een nieuwe uitgave van het „Comité voor Bijzondere Joodsche Be langen" in Nederland. In deze- brochure hebben een aantal landgenooten, allen bekende hoogleeraren en oud-hoogleeraren hun meening gezegd over de vervolging, waaraan de Joden in Duitschland nu reeds zoo lang blootstaan. Het zijn mannen van verschillende rich ting, die hier spreken, maar eensgezind in afkeer van en protest tegen de Jodenver volging in Duitschland zijn. Wij nemen hieronder enkele citaten over. Prof. dr. H. A. van Bakel (A'dam). „Wat in September te Neurenberg is geschied 't ontnemen aan de Joden van het burgerrecht en het verbod van het hu welijk tusschen Joden en Ariërs is een beleediging van den geest van Christus. Christus heeft alle vijandschap tusschen mensch en mensch als onheilig veroordeeld en zijn apostel Paulus heeft in zijn geest geleerd: In Christus is noch Jood noch Griek, noch slaaf noch vrije. Wie zou kunnen meenen, dat zuiverheid van ras, stel dat zij te verwezenlijken ware, een volk zou verhoogen, wanneer daartoe het Christelijk beginsel moet worden ten offer gebracht? Of wordt daarom de Jood geban nen, opdat de weg vrijkome naar Walhal la, waar Christus niet thuis behoort? Het smart ons om onze stamverwanten, die in hun Jodenhaat Christus kruisigen, maar die zich mogen bekeeren, wanneer zij al thans niet den tijd nabij wenschen en naar 't woord van Luther „da diese stolzen Adler sich von einem sehr hohen Berge stürzen und sterben werden". Prof. mr. W. A. Bonger (Amsterdam). „Van al de hemeltergende gruwelen, die de huidige menschheid moet doorleven, is de Jodenvervolging, een der ergste. Voor de beschuldigingen tegen hen geuit, is nooit ook maar een spoor bewezen. Ieder een zij die ze rondstrooien incluis weet, dat het infame leugens zijn. Het te gendeel is waar. Waar de Joden gekomen zijn, hebben zij door hun veelzijdige pres taties het leven verrijkt. De waarheid geldt bijzonder voor de Noordelijke lan den, waar de Joodsche levendigheid van geest vaak als een katalysator gewerkt heeft. Geen land kan den Joodschen geest zoo slecht missen als Duitschland. De wraak der historie zal dan ook eens vree- selijk zijn. Hoe érm is er nu reeds het geestelijk leven en hoe straatarm zal het eens worden". Prof. dr. Titus Bransma (Nijmegen). „Hoe veel edeler en sterker zouden de bestrijders van de Joden zijn, indien zij, deze macht niet kunnende of niet willende verdragen, in een edelen wedstrijd zouden beproeven, even goed te doen en beter, wat deze Joden in maatschappelijke uit wisseling van diensten tot heden met zoo groot succes deden. Wat nü tegen de Jo den wordt gedaan, is een daad van laf heid". Prof. dr. Casimir (Leiden). „Er is wel geen vriend van Duitschland, (het Duitschland van Luther, Schiller en Goethe; van Kant en al de zijnen; van Fechner en Wundt en al de hunnen; van Herder en Humboldt en al de humanisten, van Bach en heel de schare van groote componistener is wel geen vriend van Duitschland, zeg ik, die niet met bloe dend hart het geliefde volk, dat in het ge liefde schoone land woont, zulke groote dwalingen ziet begaan, als ik hier aanwijs. In het verbod van dienst nemen van vrou welijke dienstboden beneden 35 jaar bfj niet-ariërs, is een zoo groote ongeoorloof de veralgemeening van mogelijk enkele ge vallen, waartegenover duizenden andere staan, is een zoo groote beleediging voor de leden van een volk,'dat als diepe reli gieuze overtuiging altijd meegedragen heeft het besef van heiligheid en den plicht om goed te zijn voor de dienstmaagd in het huis, dat men zich met pijnlijke verbazing afvraagt: Waar is de Duitsche geest? Als men nadenkt over een derge lijke bepaling, tot wet verheven, dan breekt er iets in ons. En men wil uitroe pen: „Duitschland, mijn Duitschland, Morgen zal in het R. A. I.-gebouw te Am sterdam de 25ste automobieltentoonstelling worden geopend. Een opening welke zich niet, als bij vorige gelegenheden, zonder eenig ceremonièel voltrekken zal, doch die ditmaal een officieel karakter dragen zal, aangezien de minister van Handel, Nij verheid en Scheepvaart zich bereid heeft verklaard, de openingsrede uit te spre ken. Men kan in deze bereidheid een bewijs van waardeering zien van de zijde onzer Rereering. Waardeering voor het feit, dat ondanks den zwaren druk der tijden, waar van vooral in het vorige jaar mede de automobielhandel de funeste gevolgen ondervonden heeft, het bestuur van de R. A. I. de zich opstapelende moeilijkheden niet uit den weg is gegaan en het besluit nam, ook thans een tentoonstelling te or- ganiseeren. Waardeering niet minder voor den moed en het doorzettingsvermogen van den automobielhandel, welks verwachting, dat eenmaal betere tijden zullen aanbre- waar zijt gij gebleven?" En men betreurt het nog meer, dat een heel volk duldt, dat aan een andere groep zoo'n grievend on recht gedaan wordt, dan dat men de ver ongelijkte volksgroep beklaagt. Want on recht lijden is altijd nog beter dan on recht doen. Maar het medelijden met wie 't onrecht doet, mag hen, die onrecht lij den, noch hunne vrienden weerhouden, het onrecht als zoodanig t,e karakterisee- ren, er tegen te protesteeren, om het ge weten der wereld wakker t.e schudden". Prof. dr. G. W. Kernkamp (Utrgcht). „De vervolging, waaraan de Joden in Duitschland bloot staan, kan niet langer worden vergoelijkt als „een begeleidings verschijnsel" van de revolutie een ver ontschuldiging, die wij door heele en halve vrienden ten onzent van het Duitsche na- tionaal-socialisme successievelijk hebben hooren aanvoeren voor al het andere on recht, dat daar ginds gepleegd is en wordt. Wat den Joden in Duitschland wedervaart, vloeit rechtstreeks voort uit de krankzin nige rassen-theorie, die de uitverkorenheid van het Duitsche volk moet. aantoonen; wat er wordt misdaan tegen allen, die het nationaal-socialisme bestrijden, zelfs tegen hen, die alleen weigeren openlijke bewij zen van instemming ermede te geven, vloeit eveneens voort uit de leer zelve van het nationaal-socialisme, die alleen de zui- yeren in die leer als goede staatsburgers beschouwt. Het is erg, dat in onzen tijd bij een volk, dat tot kort geleden nog voor een beschaafd volk moest worden gehou den, zulke dingen kunnen gebeuren als het vertrappen, het tot maatschappelijk uitvaagsel verklaren van de Joden. Het is erg, dat de man, die in zijn walgelijk week blad tot uitroeiing van het Jodendom aan hitst, op den landdag te Neurenberg de eereplaats krijgt naast den „Führer". Maar de onverschilligheid, waarmede dit ten onzent wordt aangezien door een tal rijke categorie van menschen, die zich niet druk maken over „interne aangelegenhe den van de Duitschers, die ons niet aan gaan", die het Kain nazeggen: „ben ik mijns broeders hoeder?" die onverschil ligheid is, als teeken van zedelijk verval, minstens even erg". Prof. dr. H. Th. Obbink (Utrecht). „Wanneer men den invloed van bepaal de personen of bevolkingsgroepen niet wenscht, dan sluit dat niet in het recht om hen te beleedigen en tot paria's te verkla ren. En dat de Duitsche Joden door de Regeering en misschien nog erger door plaatselijke potentaatjes zijn en worden beleedigd en in hun gevoel van eigen waarde gekrenkt, dat is een onuitwisch- bare schande voor de Duitsche machtheb bers. Men vermoordt hen niet, men doet erger: men martelt hen dood na hen eerst te hebben gebruikt als verdedigers van het Duitsche Vaderland". Een richtig „pogrom" is vpor de vervolgers minder blameerend dan dit langzaam roosteren op het vuur van haat en verachting. Een pogrom is een uitbarsting waarbij de stem van verstand en rede door hartstocht wordt over schreeuwd, waarvoor men zich later schaamt als men zijn eigen bloedig werk overziet; wat nu in Duitschland gebeurt, gebeurt in koelen bloede en volgens zake- j lijke, in grimmig overleg vooruit vastge stelde methoden. De verontschuldiging dat men zijn hoofd kwijt was, geldt hier niet. j Stuk voor stuk ontneemt men zijn mede- mpnsch en medeburger de teekenen zijner mensch waardigheid en zelfrespect en maakt hem tot een paria en „onaanraak bare". Mgr. dr. H. A. Poels (Maastricht). „De theorieën der N.S.D.A.P. over „Blut und Boden" zijn in strijd met elk begrip van wetenschap. De wetten die daarop steunen, spotten met elk begrip van recht. Hoe zulke theorieën kunnen worden ge huldigd door een volk, dat zoo graag de drager heet van hooge „Kultur", is voor mij een raadsel. Ziedaar het oordeel van een Christen over de vervolging der Jo den in het „Dritte Reich". Is er echter voor de Joden niet evenzeer reden tot het uiten van hun verontwaardiging over het gruwelijk onrecht, dat thans door de N.S.D.A.P. den Christenen wordt aan- I gedaan?" ken, niet verloren blijkt te zijn gegaan, ge- tiuge toch het feit, dat van alle zijden de vraag naar plaatsruimte zóó groot is ge weest, dat, had de mogelijkheid daartoe be staan, de toch reeds thans al zoo geweldige expositieruimte nog belangrijk had kun nen worden uitgebreid. Waar waardeering is, is in het algemeen ook geneigdheid tot helpen en het is daar om begrijpelijk dat in de kringen van hen, die in de automobielbranche hun bestaan vinden, de officieele opening van de groote expositie met maar dan gewone belangstel ling wordt tegemoet gezien. De traditie getrouw heeft de voorzitter der R.A.I., de heer J. Leonard Lang, ter ge legenheid van het heden plaats gehad heb bend vóór-bezoek van de persvertegen woordigers aan de tentoonstelling, een kor te rede gehouden, waarbij hij zich ditmaal bepaald heeft tot het doen van eenige me- dedeelingen over den historischen groei der R. A. L Onze thans bijna 43-jarige R.A.I., zeide spr., hield haar eerste tentoonsteling in het jaar 1893 in het toenmalige Paleis voor Volksvlijt. Deze tentoonstelling werd spoe dig gevolgd door een tweede en wel in 1897 en met betrekkelijk regelmatige tus- schenpoozen werd de reeks voortgezet, in de jaren 1899, 1900, 1902, 1903, 1904 en 1905 tot en met 1907. Op al deze tentoonstellingen was het rij wiel langzamerhand veranderd van luxe- ding tot normaal gebruiksvoorwerp hoofdzaak. En zoo is het gebleven tot de 10e tentoonstelling, die in 1908 werd ge houden. Eerst in 1913 waren het de auto mobielen en de motorrijwielen die om den voorrang vroegen, waarna de wereldoorlog het houden van tentoonstellingen in die sombere jaren belette. In deze, zooeven gememoreerde vóóroor- logsche periode kregen de R. A. I.-tentcon- stellingen reeds eenigen last van groei- stuipjes, en zoo moest b.v. in 1907 reeds een houten nevengebouw in gebruik ge nomen worden omdat de gezamenlijke lo kaliteiten van „Het Paleis" ontoereikend geworden waren om de R. A. I.-tentoonstel ling onder te brengen. Het zal intusschen wel duidelijk zijn, dat aan de plek, waar binnenkort de machines zullen dreunen voor het leggen der funda menten voor een waardige behuizing ten dienste van de vroede vaderen onzer hoofd stad, voor de R. A. I. tal van herinneringen verbonden zijn. Doch de groei onzer tentoonstellingen maakte het noodig van „het Paleis" af scheid te nemen nog voordat de bekende brand dit allen Amsterdammers en spe ciaal ons, R. A. I.-menschen, zoo bekende gebouw in de asch legde. In 1921 hield de R. A. I. haar laatste ten toonstelling in het Paleis vooar Volksvlijt; de eerste tentoonstelling na den oorlog. Het was een tenoonstelling van motorrijwie len, doch vaststond, dat naar meer ruim te gevende lokaliteiten moest worden om gezien. En zoo kwam, als natuurlijk gevolg der groeibeweging het besluit tot het stich ten van een eigen tentoonstellingsgebouw, het RAI-gebouw, waarin wfj nu al weer zoo vaak onze tentoonstellingen hebben ge hóuden. De eerste, in dit gebouw gehouden ten toonstelling, van de 13e R Al-tentoonstel ling en zooals te begrijpen valt, een ris kante onderneming, omdat de stichting van het RAI-gebouw groote financieele offers ha'd gevraagd. Laat ik zeggen, dat het ge tal 13, ten aanzien van onze 13e tentoon stelling, geen ongeluksgetal is geweest. De groote tentoonstellingshal omvatte toen een expositie-ruimte groot 6000 M.2 En men, ook wij, vonden het geweldig. Maar het groeiproces was nog niet ten ein de en noodzaakte, na enkele jaren reeds tot een uitbreiding, waardoor de tentoon stellingshal, die wij nu kennen als „de groote zaal" gebracht werd op niet min der dan 10.000 M.2 oppervlakte en zelfs deze toch werkelijk niet geringe ruimte bleek spoedig al weer onvoldoende, hoofd zakelijk als gevolg van de toenemende be langrijkheid der vrachtauto mobielen. En nogmaals werd tot uitbreiding van ons RAI-gebouw overgegaan, nu door het aan bouwen, naast de groote hal, van de z.g. kleine zaal, die intusschen toch nog een opervlakte heeft van 3000 M.2, zoodat wij thans beschikken over 13.000 M.2 expositie ruimte, een ruimte, die toch alweer te ge ring gebleken is om den groei onzer ten toonstellingen op te nemen. Verdere uit breiding van het gebouw is echter prac- tisch niet meer mogelijk, zoodat we thans en eigenlijk al sedert jaren onze toe vlucht moeten nemen tot het toepassen van aanzienlijke reducties op de aanvragen voor plaatsruimte. Dit neemt niet weg, dat de aan ieder merk toegemeten standruimte behoorlijk genoemd mag worden en onze R Al-ten toonstellin gen ook in dat opzicht tegenover het bui tenland een zeer goed figuur slaan. Het RAI-gebouw werd destijds door de heeren Heineke en Kuipers ontworpen en ook de uitbreidingen kwamen onder him leiding tot stand, evenals de zaal versiering, sober, maar naar wij hopen aangenaam aandoende, een schepping dezer architecten is, en waardoor het feit, dat deze tentoon stelling onze 25ste is, eenigszins wordt ge accentueerd en het aanzien dezer tentoon stelling ongetwijfeld wordt verhoogd. Met dankbaarheid herdenken wij de be langstelling, welke wijlen Z. K. H. Prins Hendrik voor onze RAI-tentoonstellingen steeds aan den dag legde. Wijlen Z. K. H. opende destijds persoonlijk ons RAI-ge bouw en toonde ook daarna door herhaal delijk onze tentoonstellingen met een be zoek te vereeren, zijn hooge en zeer wel willende belangstelling. En nu staan wij aan den vooravond der 25ste RAI-tentoonstelling, waarvan wij ho pen, dat zij een stimulans zal beteekenen voor den automobielhandel in Nederland. De heer Leonard Lang eindigde zijn over zicht met het uitspreken van de beste wen schen voor de duurzaamheid van de pret tige verstandhouding tusschen R.A.I. en Pers. GEMENGDE BERICHTEN MEISJE DOOR AUTO OVERREDEN EN GEDOOD. Gistermiddag is het 5-jarig dochtertje van den heer Meeuwissen te Eist (Betuwe) in de Dorpstraat, toen zij na de school verlaten te hebben, de straat overstak, aangereden door een auto van den fruithandel W. Jan sen. Het achterwiel van de auto ging het meisje over het hoofdje. Geneeskundige hulp mocht niet meer baten. De kleine over leed weldra. HOUTHAKKER VERONGELUKT. Dinsdagmiddag is den twintig-jarigen J. Wemerman, die zijn vader behulpzaam was bij het vellen van een boom op het Woud- HUversum H, 301 M. Algemeen programma verzorgd door N. C. R. V. 8.00 Schriftlezing. 8.159.30 Gramofoonplaten. 10.30 Morgendienst. 11.00—12.00 Orgelspel 12.15 Gramofoonplaten. 12.30 Ensemble v. d. Horst. 2.00 Gramofoonplaten. 2.303.00 Chr. Lectuur. 3.15 Sopraan en piano. 4.00 Violen en piano. 5.30 Declamatie en Gram.pl. 6.30 Lezing. 7.00 Berichten, reportage. 7.30 Boekbespreking. 8.00 Berichten. 8.05 Koor der Ned. Bach-Vereen., strijk- 1 kwartet, en solisten. 9.45 Berichten. 9.5011.30 Gramofoonplaten. Hilversum 1. 1875 M. 8.00 VARA, 12.00 AVRO, 4.00 VARA 8.00 VPRO en 11.00 VARA. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Voordrachten en gramofoonplaten. 12.00 Gramofoonplaten. 12.30 Kovacs Lajos' orkest en Gramo foonplaten. 2.00 Causerie. 2.45 Zang en piano. 3.10 De AVRO-Decibels. 4.00 Gramofoonplaten. 5.00 Voor de kinderen. 5.45 VARA-Orkest en Gramofoonpl. 7.00 Lezing. 7.20 Rep. v. d. Zesdaagsche, Kopenhagen. 7.50 Berichten en Lezing, 8.30 Clavecimbel-recital. 9.00 Lezing, Gramofoonpl. 10.15 Muzikale lezing. 10.45 Berichten en Gramofoonpl. 11.15 Rep. v. d. Zesdaagsche, Kopenhagen Droit wich, 1500 M. 11.20—11.50 Orgelspel 12.10 Populair concert. 12.50 Dansmuziek. I.352.20 Birminghamsch Philh. Strijk orkest, m.m.v. solist. 4.20 BBC-Midland-orkest. 5.35 Dansmuziek. 6.50 Pianorecital. 8.20 Zang. 9.00 Radiotooneel. 10.40 BBC-Revue-koor en BBC-Theater- orkest. II.3512.20 Dansmuziek. R a d i o-P a r i s, 1648 M. 12.35 Orkestconcert. 4.20 Blaaskwintetconcert. 5.50 Orkestconcert. huis, onder Apeldoorn, een ongeluk over komen. W. was in den boom geklommen voor het bevestigen van een kabel, doch bij die poging viel de boom, waarvan de wortels reeds waren doorgehakt, om, W. in den val meesleurend. De jongen werd zwaar gewond opgeno men en naar de ouderlijke woning overge bracht, waar hij zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, Woensdagmorgen is overle den. DIJKVERZAKKING LANGS NOORDZEE KANAAL BIJ VELSEN. Gedeelte van nieuwen Rijksweg onder water. Gisteravond tegen acht uur is werking gekomen in cPen nieuwen dijk, die gelegd is voor de verbreeding van het Noordzeeka naal langs den nieuwen betonweg van Am sterdam naar Velsen, in de nabijheid van Buitenhuizen. Zandzuigers van de firma Bos en Kalis spuiten dagelijks de zandmassa's uit het ka naal en uit zandbakken achter dezen nieuwen dijk. Onder den dijk bevindt zich een groote veenmassa, die waarschijnlijk tengevolge van den druk van het opge spoten zand is gaan werken. Het gevolg was, dat het veen naar boven geperst werd en in den dijk een gat van' ongeveer vijf Meter werd geslagen. De water- en mod- dermassa's van een tusschen den dijk en het kanaal gelegen groot reservoir stortten zich door het gat van den dijk over den betonweg in de slooten van den Spaarn- dammerpolder. Op den rijweg stond het wa ter Woensdagavond circa 15 c.M. hoog en op de fietspaden zelfs 20 k 25 cJM. hoog over een afstand van ongeveer een halven kilometer. Auto's uit beide richtingen wer den aangehouden en het geheele verkeer werd over Spaarndam geleid. Het is een geluk, dat de verzakking zoo spoedig gesignaleerd werd. Met man en macht is men begonnen het gat met zand zakken te stoppen opdat het verkeer over den belangrijken verkeersweg zoo spoedig mogelijk hersteld zou kunnen worden. Verscheidene ambtenaren van den Rijks waterstaat waren spoedig ter plaatse. Men neemt aan, dat ook de zware regenval van de laatste dagen in belangrijke mate tot het ongeval heeft bijgedragen. WAAR HET GELD OOK NIET VEILIG IS. Muizen tusschen de bankjes van duizend. De heer M. v. d. S., wonende Esscheweg te Vught, had, zoo meldt de „Bossche Crt." zijn spaarluitjes, circa 13.000, in een kist je geborgen, met het oog op de vele dief stallen verstopt in het plafond zijner wo ning. Geen mensch zou het daar hebben gezicht. Toen hij dezer dagen zijn duiten, alles in papieren geld, eens wilde natel len, kwam hij tot de ontstellende ontdek king, dat de muizen zich zoodanig voor zijn spaarpenningen hadden geïnteresseerd, dat ze nagenoeg alles hadden opgepeuzeld en 8.20 Zang. 8.50 Opera-uitzending. Keulen, 456 M. 11.20 Omroepkleinorkest. 1.35—2.20 Gevar. concert. 3.20 Voordracht en concert. 5.20 Populair concert. .30 Voor soldaten. 8.20 Volksmuziek. 10.20—11.20 Populair concert. Brussel 322 en 484 M. 322 M.: 12.20 Gramofoonplaten, 12.50 Omroeporkest. 1.50—2.20, 5.20 en 6.35 Gramofoonpl. 6.45 Pianorecital en Gramofoonpl. 8.20 Symphonieconcert. 10.3011.20 Gramofoonplaten. 484 M.: 12.20 Gramofoonplaten. 12.50 Salonorkest. 1.50 Zang. 2.002.20 Gramofoonplaten. 5.2<TDeclamatie en concert. 5.50 Pianorecital. 6.20 Gramofoonplaten. 6.50 Kamermuziek. 7.35 Pianorecital. 8.20 Omroeporkest en zang. 10.3011.20 Gramofoonplaten. Deutschla ndsender, 1571 M. 7.30 Dansmuziek. 9.20 Berichten. 9.40 Causerie. 9.50 Trioconcert. 10.2011.20 Dansmuziek. Gemeentelijk Radio Distributiebedrijf te Leiden. 3e Programma. 8.00 Brussel VI. 9.20 Keiden. 10.05 Deutschlandsender. 10.35 Parijs Radio. 13.05 Brussel VI. 15.05 Parijs Radio. 17.20 Keulen. 19.10 Londen Reg. 20.30 Droitwich. 21.50 Londen Reg. 22.20 Brussel VI. 22.30 Londen Reg. 4e Programma. 8.05 Parijs Radio. 10.35 Londen Reg. 12.10 Droitwich. 13 20 Londen Reg. 17.35 Droitwich. 18.20 diversen. 18.50 Droitwich. 19.10 Be^omünster. 20.20 Gramofoonmuziek G.R.D. 21.50 Berlijn. 23.20 Weenen of div. (Wijzigingen voorbehouden). niets dan een handjevol snippers hadden overgelaten. Een onderzoek bij de Nederlandsche Bank maakte het mogelijk uit deze snippers nog ongeveer 5000 aan waardevol papier bij een te zamelen. De eigenaar, die als zuinig en zeer vast» houdend bekend staat, heeft door dezen muizenmaaltijd toch altijd nog 'n strop van een dikke 8000. DE ROOKENDE INBREKER. Toen mej. dr. C. M. C. Dullemond, tand arts te Utrecht, dezer dagen haar zomer huisje onderlangs de Grebbeberg bezocht kwam zij, volgens het „U. D.", tot de on aangename ontdekking, dat ongenoode gas ten op bezoek waren geweest, die zich o.a, aan een fototoestel, dekens, likeurglazen, een flesch wijn en stukken zeep vergrepen hadden. Uiterlijk was aan het huis niets te zien, daar het raam, waardoor de inbre ker (s) binnen geklauters waren, na vertrek weer zorgvuldig gesloten was. De chef-veldwachter, die Maandagavond controleerde of alles gesloten was, bevond een raam los van de spagnoletten. Binnen gekomen, ontdekte hij tot zijn niet geringe verbazing een manspersoon te bed, die rus tig een sigaret rookte. Deze, de 22-jarige v. d. V. uit Amsterdam, werd in voorloo- pige hechtenis genomen. Hij ontkende ech ter zich aan den diefstal te hebben schul dig gemaakt. GESMOKKELDE MARGARINE IN ROTTERDAM. De Crisisdienst van de Centrale Recher che heeft den laatsten tijd opgemerkt, dat er in Rotterdam vrij veel uit Duitschland en België gesmokkelde margarine wordt verkocht. Dezer dagen kwam een boterhandelaar bij den Crisisdienst met de mededeeling, dat zijn afzetgebied in een bepaald stads deel sterk was verminderd en dat hij ver moedde dat zijn klanten van Duitsche mar garine werden voorzien. Het onderzoek leidde er toe, dat men bij een kleermaker terecht kwam, die als tusschenpersoon dienst deed en die aan tal van menschen Duitsche margarine in 'pakjes leverde. Deze margarine blijkt in Rotterdam met Rijnaken aan te komen. Parlevinkers ha len de boter van de schepen af en zorgen, dat deze in de stad komt. Behalve dezen kleermaker ontdekte men in dit bepaalde stadsgedeelte nog vier andere adressen, waar men zich met den verkoop van deze margarine gezig hield. De politie heeft de margarine door den Keuringsdienst van Waren laten onderzoe ken, waarbij is komen vast te staan, dat de kwaliteit minderwaardig is. Tevens is gebleken, dat in Rotterdam ook veel uit België gesmokkelde margarine komt. De laatste twee maanden zijn o.a. vjjf Rotterdamsche auto's, geladen met marga rine, aan de Belgische grens aangehouden. Automobielhandel blijft vertrouwen op de toekomst. - Aanvragen overtroffen beschik bare expositieruimte. - De heer J. Leonard Lang over historischen groei der R.A.I.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9