WOENSDAG 29 JANUARI 1936
DE LEIDSCHE COURANl
DERDE BLAD PAG. S
SPORT
DAMMEN
Wat de match Vos-
Raichenbach ons bracht...
Een nabeschouwing door
Ph. de Schaap.
Raichenbach triomfator!
Het kon reeds na de vijftiende partij wor
den geschreven, en het lag reeds in de lijn
der algemeene verwachtingen na de tien
de partij, door den wereldkampioen op
zoo schitterende wijze behandeld.
Wanneer wij nu eens rustig de behaalde
resultaten bezien, dan kunnen de conclu
sies slechts eensluidend zijn: Raichenbach
heeft zijn titel hardnekkig en met eere ver
dedigd, Raichenbach heeft den wereldti
tel ten volle verdiend te behouden! Dit
moet de voornaamste gevolgtrekking zijn;
de details van deze match geven ongetwij
feld aanleiding tot alleszins interessante
beschouwingen.
Elke match, elk tournooi om den wereld
titel, heeft steeds een bepaalden indruk
achtergelaten omtrent de persoonlijke en
oorspronkelijke visie van de deelnemers.
En zoo heeft ook deze tweekamp tusschen
Raichenbach en Vos een bepaalde lijn, een
tactiek weergegeven, die het verrassend re
sultaat van den titelhouder verklaarti
Want verrassend mag zijn resultaat wel
in de allereerste plaats worden genoemd.
In voorbeschouwingen, artikelen en door de
radio werd de meening verkondigd, en te
recht, dat een groote strijd ging aanvan
gen tueschen den theoreticus Vos en den
fantast Raichenbach.
Welnu, die strijd is geëindigd in een
overwinning voor den speler der geniale
fantasie, maar met cijfers, die de gedachte
doen postvatten: „Speelde Raichenbach een
klasse sterker dan Vos, dat hij hem met
zulke cijfers kon slaan?" En deze veron
derstelling nu moet met een duidelijk
„neen" worden beantwoord.
Vos is niet „gekraakt", de Nederland-
sche kampioen speelt geen klasse minder
dan zijn bekwame tegenstander. De vele
remise-partijen leveren wel, door het feit,
dat Vos vaak in het voordeel stond, het
overtuigende bewijs, dat onze kampioen
voor den Franschman niet behoefde onder
te doen. Maar wat is dan wel de oorzaak
van het groote puntenverschil? Vos heeft
zich reeds van de eerste partij af aan la
ten overbluffen door de geraffineerde
techniek van den wereldkampioen, een
techniek, die V03 met zijn kwaliteiten had
moeten doorzien. Terugkomende op het
geen wij reeds schreven omtrent het op
merkelijke van ieder tournooi komen wij
tot de conclusie, dat Raichenbach's over
winning in de allereerste plaats te danken
is aan de meesterlijke wijze, waarop hij
tot tempiwinst weet te geraken. Tempi-
winst in de allereerste plaats beheerschte
vrijwel alle partijen, en de Franschman is
in het vinden daarvan een ware groot
meester. Reeds in de eerste partij bracht hij
Vos, juist door vreemdsoortig, ontheore
tisch spel in het nadeel en de positiecom
binatie, die later volgde, dient tevens zui
ver psychologisch bezien te worden. Het
heeft geen zin, om alle partijen, die ge
speeld zijn, aan een onderzoek te onder
werpen. Vos zelf voelt liet het best aan,
dat zijn spel oppervlakkiger is geworden
dan bijvoorbeeld een tiental jaren gele
den. Omdat Raichenbach met zijn ingebo
ren talent, ir\tuitief de tempiwinst voelt
aankomen, is hij de grootmeester en
brengt hij wien dan ook in moeilijkheden.
Men zal een zeer serieuse studie moeten
anaken van de wijze, waarop Raichenbach
vaak in het voordeel kwam en heeft men
een goede tegenvariant gevonden, dan zul
len wij een stapje dichter zijn bij Raichen
bach's mysterie.
En daarom beschouwen wij het resultaat
van deze ontmoeting geflatteerd voor den
wereldkampioen. Vos' tactiek is er een van
geduld, van het in solide spel uitlokken van
positiefouten. En Raichenbach is wel de
antipode hiervan in zijn combinatierijke,
fantastische manoeuvres.... Het is te ver
klaren, dat Vos, toen hij zag, hoe Raichen
bach op zijn solide spel reageerde met va
rianten, die theoretisch absoluut worden
veroordeeld, het bewustzijn moest krijgen,
dat hij vat kreeg op zijn tegenstander.
Doch hierin juist schuilde het raffinement
van den wereldkampioen. Hij zelf bestem
pelde Vos' spel als te theoretisch, zooals
het spel van alle Hollanders. Raichenbach
vergelijkt het spel van Vos met dat van
Fabre in Parijs, doch naar zijn meening
waagt de Nederlandsche kampioen min
der.
En Springer?
Intusschen, voor den niet dam-ingewijde
lijkt het, alsof het damspel niet de gelijk
waardige is van het schaakspel; de match
EuweAljechin zou zulks dan bewijzen.
Toch is het niet juist te veronderstellen,
dat Nederland geen speler zou kunnen aan
wijzen, die den Franschman met kans op
succes zou kunnen bekampen. Zeker, Rai
chenbach won achtereenvolgens van twee
Nederlandsche kampioenen, Keiler en Vos,
•doch hij zelf meent, dat de dammer, die
hem erinstig kan bedreigen. Springer is.
Het geval Springer is echter zeer delicaat.
De ex-wereldkampioen is al sinds 1928 in
geen enkel officieel tournooi uitgekomen,
en welke maatstaf moet men aanleggen
voor zijn kracht? Hetgeen echter niet weg
neemt, dat het spel van dit damgenie im
mer zooveel indruk heeft achtergelaten,
dat men zelfs een totaal ongetraind zijn
van Springer op den koop toe zou nemen,
om hem Raichenbach te zien bestrijden.
Misschien komt die ontmoeting nog eens tot
stand, al zal dit momenteel niet gemakke
lijk vallen.
Als verontschuldiging voor Vos' neder
laag moge dienen, dat de Nederlandsche
kampioen zeer plotseling den zwaren strijd
tegen den titelhouder moest aanbinden.
Men maakte gebruik van de stemming, die
onder het Nederlandsche publiek heersch-
te na den wedstrijd tusschen Euwe en Al
jechin, om op deze wijze de populariteit
van het damspel, dat in Nederland altijd
veel beoefenaren heeft gevonden, niet te
doen verminderen: Dat Vos, als nationale
kampioen, tot uitdager werd aangewezen,
is verklaarbaar. Dat Vos heeft verloren,
het mag hem niet als verwijt worden aan
gerekend. De Nederlandsche kampioen, al
gemeen bemind door zijn sportieve loyali
teit, door Raichenbach in alle toonaarden
geprezen, heeft met pech te kampen gehad.
Wij willen hiermede geenszins beweren,
dat Raichenbach de winst niet heeft ver
diend: het verschil in resultaat is daar
voor te sprekend. Maar als we alle ge
speelde partijen eens nagaan, dan zien wij,
dat Vos toch in een belangrijk aantal ont
moetingen de leiding had, zonder nochtans
tot winst te komen. Een partij, die vrijwel
gewonnen stond, ging in tijdnood verloren.
En in het algemeen toonde het spel van Vos
niet die zwakten, die men bij een beschou
wing van den eindstand 2515, zou veron
derstellen.
Belangrijk is vast te stellen, dat Raichen
bach in geen enkele partij op remise heeft
gespeeld, ook niet nadat hij reeds safe
stond. Alle moeilijkheden, die hem door
Vos worden gepresenteerd, aanvaardde hij;
de beroemde tiende partij is er een bewijs
van. Hier wilde Vos door middel van va
banque spel tot een beslissing komen. Wel
nu,Raichenbach heeft onmiddellijk de door
Vos aangeboden moeilijkheden aangeno
men en zelfs Vos dusdanig overspeeld, dat
deze partij voor Vos zoo beteekenisvol,
slechts 27 zetten telde.- Men mocht niet
verwachten, dat Raichenbach met zijn
voorsprong op eigen initiatief de compli
caties zou gaan zoeken. Het meesterlijke
in zijn spel is juist, dat hij, wanneer hij
een bepaalde manoeuvre tot stand wenscht
te brengen, die hem winstkansen bezorgt,
hij altijd voor ressources zorgt, die het
hem veroorloven, indien strikt noodzake
lijk de veilige remise te nemen. Niet ieder
een kan zijn stelling zoo opbouwen, dat
deze die mogelijkheid blijft bevatten, ook
in het eindspel. Doch het vele aantal pun
tenverdelingen wordt er door verklaard.
Het damspel is nu eenmaal zeer varianten
rijk en bevat een geweldig groot aantal re
mise-mogelijkheden.
Het is begrijpelijk, dat in een strijd van
twee kampioenen vele remises zullen moe
ten volgen, tenzij de botsing tusschen theo
rie en fantasie te fel wordt. Raichenbach
heeft nu in Nederland reeds 36 partijen ge
speeld, en heeft geen enkele hiervan ver
loren. Dit is wel het beste bewijs, dat hij
schier onverslaanbaar is.
Wij willen deze nabeschouwing, welke uit
den aard der zaak beknopt moest zijn, be
sluiten met eenige algemeene conclusies.
Allereerst de propaganda voor het dam
spel was er ten zeerste mee gebaat, en de
Nederlandsche Dambond is Vos dank schul
dig, dat hij niet heeft geaarzeld zijn be
kwamen tegenstander te gaan bestrijden.
Vos verdient ten volle sympathie van al
len, die deze match hebben gevolgd, ook
al heeft hij verloren. Dat de Nederland
sche kampioen geenszins ontmoedigd is,
blijkt wel uit het feit, dat hij weer inge
schreven heeft voor de a.s. kampioen
schappen van Nederland, waarin hij zyn
titel zal verdedigen.
Wij vestigen verder de aandacht er op,
dat alleen serieuze bestudeering van Rai
chenbach's systeem, vooral ook door de
jongere opkomende spelers een allereerste
taak is om den wereldkampioen met suc
ces te kunnen bekampen. Ook de Fransch
man is niet onfeilbaar en de Nederland
sche damschool behoeft zich nog geenszins
op den achtergrond te houden. Laten wij
voorts van harte hopen, dat een nieuwe
match tusschen den wereldkampioen en
een Nederlander voorloopig hebben de
Franschen thans de voorkeur om een pre
tendent aan te wijzen minder remises
zal opleveren. Niet alleen, dat het dam
spel er mee gebaat zal zijn, doch ook voor
niet-dammers zal een overwegend aantal
winstpartijen van beide kanten meer at
tracties bieden dan een, in wezen overigens
slechts schijnbaar onbelangwekkend, groot
aantal puntenverdeelingen.
BILJARTEN
LIS SER BILJARTKRING.
Voor de competitie 1ste klasse Lisser Bil
jart Kring had de plaatselijke ontmoeting
plaats tusschen VIOS EN LUTO. Het be
zoekende LUTO wist met 31 te zegevie
ren.
De volledige uitslag luidt:
S. Th. Duivenvoorden
Pnt. Brt. H.S. Gem.
J. Diederiks VIOS
80
20
20
4—
LUTO
150
20
27
7.50
J. Langeveld
94
36
9
2.61
A. v. Diemen
150
36
20
4.16
P. Halfschepel
150
41
18
3.65
J. Bosch
71
41
6
1.73
K. Stahldrayer
150
70
10
2.14
G. Diedericks
128
70
10
1.82
LUTO I 6 punten; VIOS I 2 punten.
De uitslag van den wedstrijd OG 3
LUTO 7, voor de 3de klasse luidt:
Nic. v. Dijk LUTO
75
35
9
2.14
Th. v. d. Meer O.G,
73
35
10
2.08
B. Vos
75
36
11
2.08
C. v. d. Berg
74
36
12
2.05
G Boot
33
20
5
1.65
C. Elfering
75
20
10
3.75
Th. v. d. Ven
70
62
6
1.12
Jos. Kamp
75
62
9
1.20
OG 4 punten; LUTO 4 punten.
AUTOMOBILISME
De 25ste RAI.Tentoon-
stelling.
Het kenmerkende nieuws van de automo
bielindustrie in 1936 is niet in een paar
woorden uiteen te zetten.- Er is inderdaad
op de R.A.I. zooveel nieuws te zien, dat zelfs
de technisch aangelegde bezoeker het niet
in een paar dagen zal kunnen verwerken.
Het belangrijkste nieuws voor het gros
der bezoekers is natuurlijk, dat de prijzen
van de personen-auto's, dank zij de nieuw
ste fabricagemethodes der groot-industrie
sterk zijn gedaald zoodat men zich reeds
een prima nieuwe auto kan aanschaffen
voor een bedrag dat men luttele jaren ge
leden voor een bedenkelijk: tweedehands
koopje besteedde.
De massa-productie heeft inderdaad won
deren gewrocht. Wonderen van een heel
wat betere „qualiteit" dan men vroeger
jaren in de bazar-industrie kon observeeren.
Om een voorbeeld te noemen: voor de vi
tale deelen van de moderne, en massa ge
produceerde auto wordt beter en duurza
mer materiaal gebezigd, dan voor de kost-
haaste wagens van eenige jaren geleden.
Bij de productie op enorme schaal kan de
fabrikant zich geen „vergissingen" in de
constructie en geen tegenvallers in de quali
teit van de materialen veroorloven. By deze
productiewijze moet hij aan alle kanten
tegen constructie- en materiaal-gebreken
gedekt zijn, daar zelfs een gering defect
zich wreekt door een enorme stagnatie in
het bedrijf, ongerekend nog de misère door
de ontevredenheid der afnemers veroor
zaakt. Het massa-product wordt dan ook
voordat het de eer van den „loopenden
band" waardig wordt gekeurd, aan proe
ven onderworpen, die geen automobilist ooit
met zijn wagen zou durven uithalen.
Het publiek weet thans dan ook uit eigen
ervaring, dat de moderne goedkoope auto
niet „van blik gemaakt" is en dat men hem
wel gruwelijk moet mishandelen om den mo
tor en de transmissie binnen den gezetten
tijd te doen verslijten. Maar, wat men nog
niet algemeen weet, dat is, dat zelfs de
goedkoope auto anno 1936 qua comfort,
snelheid en rij qualiteit, eigenschappen be
zit, die men enkele jaren geleden nauwelijks
in de kostbaarste luxe-auto's aantrof.
Wie zich daarvan wil overtuigen, neme
de proef. Hij zal o.a. dit kunnen constatee-
ren, dat een dagmarsch van 400 K.M. in een
modernen wagen van de midden-prijsklasse
minder vermoeiend is dan een rit van 100
K.M. in een goeden auto van eenige jaar
gangen terug.
RALLY MONTE CARLO
ALLE NEDERLANDSCHE DEELNEMERS
PARIJS GEPASSEERD.
De Rallye naar Monte Carlo, waarvan
gisteren de controle te Parijs plaats vond,
is waarschijnlijk wel eenig in de annalen
der sterritten wegens de groote verras
singen die het weer den deelnemers be
reid heeft. Was het tot 1934 vrijwel on
mogelijk geweest om van Athene door te
komen en kwam eerst in dat jaar de eer
ste groote doorbraak van den Balkan
al hield diezelfde Balkan verleden jaar
iedereen weer tegen ditmaal heeft bij
na niemand moeilijkheden gehad. De
rijders, die Boekarest tot startplaats had
den gekozen, zijn eveneens doorgekomen,
terwijl Tallinn naar bekend slechts zeer
weinig uitvallers gekend heeft. Daaren
tegen zijn de 13 deelnemers, die te John
O'Groats in het Noorden van Schotland
gestart zijn, niet allen in Frankrijk geko
men.- Slechts 8 van hen hebben de Fran-
sche kust weten te bereiken! En hiervan
hadden er n.b. 7 strafpunten bekomen!!
Slechts 1 enkele deelnemer, nog wel een
dame, Miss Asthbury (Engeland) met Sin
ger kon zonder strafpunten verder naar
Monte Carlo rijden.
De Place de la Concorde begon even
voor 12 uur op te leven, toen de eerste
deelnemers aankwamen, onmiddellijk be
stormd door een groote menigte. Even la
ter kwamen ook andere rijders aanzet
ten, zoodat er weldra een bedrijvigheid
heerschte van je welste. De Hollandsche
rijders kwamen reeds zeer vroeg binnen,
terwijl wij tot ons genoegen konden con-
stateeren, dat er geen enkele uitvaller
was. Degenen, die Amsterdam als start
plaats gekozen hadden, zagen er monter
en frisch uit, daar zij behalve een hevige
regenbui in Noord-Frankrijk geen enkele
moeilijkheid hadden gehad. Alleen klaag
den allen over de gladde wegen.
De drie equipes, die uit Tallin kwamen,
nl. de heeren Bakker Schut en de Beau
fort op Ford, Koopman met B. M. W. en
mr. Spronger van Eyk en ir. Paulen,
eveneens met Ford, waren allen in uitste
kende conditie. Bakker Schut, die als een
razende gereden had om zooals zijn ge
woonte is voor het passeeren van de Parij-
schen controle nog enkele uren te slapen,
moest dit plan jammer genoeg opgeven,
daar hij zijn wagen eens grondig liet na
zien, voorzoover de reglementen van de
Rallye dit althans toelieten.
Wij vernamen te Parijs nog, dat den
Franschman Guyard enkele kilometers
buiten Kaunas op een onbewaakten over
weg, waar geen politie toezicht was ge
weest, een ongeval was overkomen. Onze
landgenooten Bakker Sphut en Koopman
mochten van geluk spreken, dat de eerste
juist den overweg was gepasseerd en de
laatste net achter den Franschman reed.
Van de Nederlandsche deelnemers kwam
de bus van den heer Tiel het laatst te
Parijs binnen. De passagiers hadden en-
gros geslapen, geholpen door den enormen
voorraad reisdekens. Iedereen was vol
goeden moed alsof het een gewone gezel-
schapsreis betrof. De meest internationale
wagen was de Duitsche Opel, die op een
Belgisch nummerbord reed en bemand
was met een Rus. Een Engelschman en
een Belg, terwijl de wagen zelf het eigen
dom was van een Amerikaansche firma.
Tegen half 3 was er voor het gebouw
van de Fransche Automobielclub geen
doorkomen meer aan. Het stox en het vuil
van de wegen van geheel Europa was er
verzameld. In de eetzaal, die men in een
der hotels voor de Rallyerijders had inge
richt, was het een. door elkander draven
van menschen met dikke jassen, beren
mutsen, waarboven de zwarte muts van
Van Beeck Calkoen uitstak en zware
in laarzen ingepakte voeten en beenen.
Van alle talen, die er gesproken werden,
was het Nederlandsch domineerend. De
stemming was uitstekend en alle Holland
sche rijders waren vol moed voor het laat
ste gedeelte, dat hen nog van Monte Carlo
scheidde.
Als eerste onzer landgenooten verliet
de equipe Byaard-van Beeck Calkoen Pa
rijs. Het vertrek geschiedde om 14.57 uur.
Aan de Nederlandsche equipe ging een
motorrijder vooraf, die haar buiten de
stad bracht. Om 15.51 uur ging de eerste
uit Amsterdam komende deelnemer weg,
n.l. de heer en Mevrouw CorneliusSy-
brandy met DKW, terwijl deze reeks be
sloten werd met den heer Gastonides. De
3 in Tallinn gestarte Nederlanders verlie
ten de Place de la Concorde resp. om
16.06, 16.08 en 16.10 uur.
Bij den officieelen sluitingstijd van de
controle om 3 minuten voor 5 moesten er
nog 6 wagens binnenkomen, waarvan er
twee onderweg waren tusschen Brussel en
Parijs. De overige vier waren wel te Han
nover gepasseerd, doch in de Belgische
hoofdstad had men hen nog niet gezien.
Van de 57 deelnemers, die de controle
te Parijs moesten passeeren, werden er
tot officieelen sluitingstijd 44 gecontro
leerd.
Nederlanders regelmatig Dijon
gepasseerd.
De Nederlandsche deelnemers, die te
Stavanger zijn gestart, zijn op de "vastge
stelde tijden de controle te Diion gepas
seerd. De heeren Van Beeck Calkoen en
Bijlaard met Ford waren de eerste Ne
derlanders die bij de controle te Dijon
aankwamen. Er bestond groote belang
stelling van de zijde van de inwoners van
Dijon. Ongeveer 3000 menschen verdron
gen zich rond de controle-post.
Op verzoek van den president van de
Automobielclub van Bourgogne sprak de
heer Van Beeck Calkoen een oogenblik
voor de microfoon, die op het plein voor
de controle was opgesteld om de nieuws
gierigen van het verloop op de hoogte te
houden. Hij sprak eenige woorden over
het verleden van zijn reis van sneeuw en
ijs en van de zonnige Zuid-Fransche kust,
die hem als belooning wachtte. Een luid
gejuich steeg uit de menigte op.
Regelmatig kwamen de Nederlanders
verder binnen. De heeren Levie en Zel-
denrust, met Ford, gestart te Amsterdam
hadden onderweg een pech aan de licht-
leiding gehad, doch hadden dit euvel we
ten te herstellen, zonder er tijd bij in te
schieten.
Ongeveer kwart voor tien arriveerden
de eerste deelnemers, die te Athene wa
ren gestart. Als eerste passeerden Lahaye-
Quatresous, de winnaars van het vorige
jaar, de controle. De wachtende menigte
kon haar enthousiasme niet meer bedwin
gen. De toeschouwers verbraken de af
zetting en drongen om de auto heen. Het
duurde eenigen tijd, eer de orde weer
was hersteld. Als laatste Nederlander ar
riveerde de heer W. Tiel, die zich toch nog
op tijd aan de controle meldde.
De deelnemers uit Athene en Boekarest
kwamen verder regelmatig binnen.
TOERISME
AëRODYNAMICA EN DE WIELRIJDER.
De AN.W.B. wijst op een groot gevaar
voor den wielrijder en den
automobilist.
De Koninklijke Nederlandsche Toeristen
bond A.N.W.B. schrijft ons:
We leven is een tijd van de aërodynamica,
de leer der luchtstroomingen. Wie geen ge
stroomlijnde auto heeft, telt eigenlijk niet
meer mee; kinderwagens hebben aërody
namisch juiste vormen gekregen.onze lo
comotieven krijgen een stroomlijnneus; ons
keukenfornuis vertoont duidelijk den in
vloed van de vormen, die in de laboratoria
voor aërodynamica het woord zelf klinkt
al zoo goed zorgvuldig berekend worden
en zoo raken we langzamerhand overtuigd,
dat de aërodynamica de alpha en omega
van de moderne, door de techniek be
heerschte maatschappij is.
Het is niet onze bedoeling, op dit onder
werp in den breede in te gaan, maar wèl om
de aandacht te vestigen op een der wei
nige gevallen, waarin de aërodynamica in
het dagelijksch leven werkelijk een rol
speelt en we hebben hierbij het ook op de
luchtstroomingen, die de, wielrijder onder
vindt, als gevolg van de hem passeerende
auto's. Daarbij zijn het meer de automobi
listen dan de wielrijders tot wie wij het
woord richten.
Wanneer bij windstil weer een auto met
groote snelheid over den weg rijdt, ver
breekt zij in haar omgeving het evenwicht
van de oorspronkelijk in rust zijnde lucht.
Uit een oogpunt van luchtweerstand zou het
ideaal zijn, wanneer zij daarbij de lucht
kliefde en deze als het ware zonder meer
op zij drukte.
In werkelijkheid is de toestand geheel
anders. De rijdende auto is omgeven door
luchtwervelingen; zij brengt de geheele
drukverdeeling in de lucht in de war en
wel des te meer, naarmate zij sneller rijdt.
Ze veroorzaakt „draaikolken" en plaatse
lijke gebieden van overdruk en onderdruk.
Vooral achter de auto vormt zich, wan
neer deze snel rijdt, een gebied van onder
druk, d.w.z. een zekere ruimte, waarin de
lucht ijler is dan in de omgeving Deze ruim
te wordt natuurlijk, daar het drukverschil
niet kan, blijven bestaan, weer aangevuld
met lucht uit de omgeving, m.a.w. er zijn
achter een snel rijdende auto altijd lucht
stroomingen aanwezig, die min of meer zij
delings op de rijrichting van de auto ge
richt zijn. Hoe dichter men in de nabijheid
van de auto komt, hoe sterker deze zijde-
lingsche strooming merkbaar is.
Rijdt nu een auto met groote snelheid een
fietser achterop, dan zal deze, direct nadat
de auto hem gepasseerd is, geraken in de
dwarsstrooming, welke den wagen volgt.
Hij ondervindt dus een windstoot, die hem
plotseling zijdelings in de baan wil druk
ken, welke de auto zoo juist volgde.
Bij groote snelheden kunnen deze wind-
stooten zoo hevig zijn, dat de fietser, die
rakelings voorbij gereden wordt, groot ge
vaar loopt te vallen, hetgeen in de practijk
herhaaldelijk gebeurt, ook al zijn bij enkele
moderne stroomlijnauto's de luchtwerve
lingen wat minder dan bij de gewone auto.
Maar ook bij geringe snelheid kan de
auto, zij het dan misschien in mindere mate,
uit aërodynamisch oogpunt een gevaar voor
den fietsenden weggebruiker opleveren. Dit
is n.l. het geval, wanneer op den weg een
sterke zijwind staat en wel voor den wiel
rijder uit de richting links van hem. Om
dezen zijwind te trotseeren, moet hij een
weinig naar links overhellen, wat hij auto
matisch doet. Passeert hem nu een auto,
dan geraakt hij even in de luwte; de zijwind
wordt onderschept en daar hij zich tevoren
naar links overboog, om den zijwind te
overwinnen, zal hij, nu hij plotseling in die
richting geen weerstand meer ondervindt,
iets naar links afwijken. Passeert de auto
hem rakelings, dan bestaat er gevaar, dat
hij er door die afwijking mede in aanra
king komt. Het is niet onwaarschijnlijk, dat
verschillende ongevallen, waarbij fietsers
op onverklaarbare wijze in aanraking met
een passeerende auto kwamen, aan een der
beide bovengenoemde oorzaken geweten
moeten worden. De moraal van dit betoog
is dan ook: „bestuurders van auto's, met of
zonder stroomlijn, passeert nimmer een
wielrijder rakelings. Het kan hem en u
in gevaar brengen".
ATHLETIEA
DE JAARLIJKSCHE VELDLOOPEN
VAN „DE BATAVEN".
Op 9 Febr. organiseeren „De Bataven"
wederom de j aarlij ksche veldloopen van
den N. B. L. O.-Wisselbeker. Deze veld
loopen zijn verdeeld in drie klassen, n.l.
klasse A voor cracks, klasse B voor nieu
welingen, terwijl klasse C speciaal is voor
propaganda onder de voetballer, gymnas
ten en wandtlaars. De afstand voor alle
klassen bedraagt 3 km. en is geheel op
spykes te beloopen. De start heeft plaats te
2 uur op het R. K. Sportpark „Haagweg".
Als hoofdprijs is uitgeloofd de N. B. L. O.-
wisselbeker. Deze beker wordt definitief
eigendom van den looper, die hem 3 maal
achtereen of 5 maal in totaal wint. Deze
beker werd reeds gewonnen in 1931 en
1932 door Th. Stijnman („Rood Wit"), m
1933 en 1934 door A. van Bakel („De Ba
taven") en in 1935 door H. Coblentz
(„Holland", Haarlem).
De verdere prijzen zullen bestaan uit
lauwertakken en medailles, terwijl de
vereeniging, welke met drie eerst aanko
mende loopers de beste plaatsen bezet een
extra prijs ontvangt. De inschrijvingen
voor deze veldloopen moeten gericht wor
den aan den secretaris der Technische
Commissie voor Athletiek van „De Bata
ven", H. J. Averdieck, Oude Singel 148,
Leiden.
KERKNIEUWS
Z. H. EXC. MGR. HUIBERS.
Voorbereiding tot de bisschopswijding.
Naar lrDe Grondwet" meldt, zal de
nieuw benoemde Bisschop van Haarlem.
Z.H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, ongeveer een
week lang verblijven in het klooster der
Eerw. Paters Redemptoristen te Roosen
daal.
Mgr. Huibers is n.l. voornemens, zijn con
secratie tot Bisschop, welke op 11 Februari
a.s. in de Kathedraal St. Bavo te Haar
lem zal plaats hebben, door een retraite
voor te bereiden, welke retraite Mgr. van
4 tot 10 Februari in het Redemptoristen
klooster te Roosendaal zal houden.
Als geestelijk leidsman zal daarbij op
treden de bekende leider voor priesterre-
traiten, de zeereerw. pater J. B. Jansen
C.S.S.R., uit het klooster te Wittem.
Het blad herinnert er o.m. nog aan, dat
pater Jansen indertijd ook door de kerke
lijke autoriteiten was aangezocht de eer
ste Chineesche Bisschoppen, die te Rome
werden gewijd, door een priesterretraite
tot de Bisschops-consecratie voor te berei
den, aan welke vereerende uitnoodiging
pater Jansen toen ook gevolg heeft gege
ven.
1 ==aa
FAILLISSEMENTEN
Uitgesproken:
N. Ouwersloot Jr., kapper en sigarenwin
kelier teRijnsburg. Cur.: mr. A. Th. J.
Etmans te Leiden.
J. Stol, kantoorbediende te Voorscho
ten, Papelaan 170. Cur.: mr. N. G. Geelker
ken te Leiden.
A. Luk, landbouwer te S t o m p w ij k.
Cur.: mr. H. W. J. A. Averbeck te Leiden.
R. W. Janzee, garagehouder te Was
senaar, van Zuijlen van Nijeveltstraat
180. Cur.: mr. J. J. Schokking.
Opgeheven:
W. Aanhane Dzn. teKatwy kaanden
R ij n.