WOENSDAG 29 JANUARI 1936 DE LEIDSCHE COURANl DERDE BLAD PAG. S SPORT DAMMEN Wat de match Vos- Raichenbach ons bracht... Een nabeschouwing door Ph. de Schaap. Raichenbach triomfator! Het kon reeds na de vijftiende partij wor den geschreven, en het lag reeds in de lijn der algemeene verwachtingen na de tien de partij, door den wereldkampioen op zoo schitterende wijze behandeld. Wanneer wij nu eens rustig de behaalde resultaten bezien, dan kunnen de conclu sies slechts eensluidend zijn: Raichenbach heeft zijn titel hardnekkig en met eere ver dedigd, Raichenbach heeft den wereldti tel ten volle verdiend te behouden! Dit moet de voornaamste gevolgtrekking zijn; de details van deze match geven ongetwij feld aanleiding tot alleszins interessante beschouwingen. Elke match, elk tournooi om den wereld titel, heeft steeds een bepaalden indruk achtergelaten omtrent de persoonlijke en oorspronkelijke visie van de deelnemers. En zoo heeft ook deze tweekamp tusschen Raichenbach en Vos een bepaalde lijn, een tactiek weergegeven, die het verrassend re sultaat van den titelhouder verklaarti Want verrassend mag zijn resultaat wel in de allereerste plaats worden genoemd. In voorbeschouwingen, artikelen en door de radio werd de meening verkondigd, en te recht, dat een groote strijd ging aanvan gen tueschen den theoreticus Vos en den fantast Raichenbach. Welnu, die strijd is geëindigd in een overwinning voor den speler der geniale fantasie, maar met cijfers, die de gedachte doen postvatten: „Speelde Raichenbach een klasse sterker dan Vos, dat hij hem met zulke cijfers kon slaan?" En deze veron derstelling nu moet met een duidelijk „neen" worden beantwoord. Vos is niet „gekraakt", de Nederland- sche kampioen speelt geen klasse minder dan zijn bekwame tegenstander. De vele remise-partijen leveren wel, door het feit, dat Vos vaak in het voordeel stond, het overtuigende bewijs, dat onze kampioen voor den Franschman niet behoefde onder te doen. Maar wat is dan wel de oorzaak van het groote puntenverschil? Vos heeft zich reeds van de eerste partij af aan la ten overbluffen door de geraffineerde techniek van den wereldkampioen, een techniek, die V03 met zijn kwaliteiten had moeten doorzien. Terugkomende op het geen wij reeds schreven omtrent het op merkelijke van ieder tournooi komen wij tot de conclusie, dat Raichenbach's over winning in de allereerste plaats te danken is aan de meesterlijke wijze, waarop hij tot tempiwinst weet te geraken. Tempi- winst in de allereerste plaats beheerschte vrijwel alle partijen, en de Franschman is in het vinden daarvan een ware groot meester. Reeds in de eerste partij bracht hij Vos, juist door vreemdsoortig, ontheore tisch spel in het nadeel en de positiecom binatie, die later volgde, dient tevens zui ver psychologisch bezien te worden. Het heeft geen zin, om alle partijen, die ge speeld zijn, aan een onderzoek te onder werpen. Vos zelf voelt liet het best aan, dat zijn spel oppervlakkiger is geworden dan bijvoorbeeld een tiental jaren gele den. Omdat Raichenbach met zijn ingebo ren talent, ir\tuitief de tempiwinst voelt aankomen, is hij de grootmeester en brengt hij wien dan ook in moeilijkheden. Men zal een zeer serieuse studie moeten anaken van de wijze, waarop Raichenbach vaak in het voordeel kwam en heeft men een goede tegenvariant gevonden, dan zul len wij een stapje dichter zijn bij Raichen bach's mysterie. En daarom beschouwen wij het resultaat van deze ontmoeting geflatteerd voor den wereldkampioen. Vos' tactiek is er een van geduld, van het in solide spel uitlokken van positiefouten. En Raichenbach is wel de antipode hiervan in zijn combinatierijke, fantastische manoeuvres.... Het is te ver klaren, dat Vos, toen hij zag, hoe Raichen bach op zijn solide spel reageerde met va rianten, die theoretisch absoluut worden veroordeeld, het bewustzijn moest krijgen, dat hij vat kreeg op zijn tegenstander. Doch hierin juist schuilde het raffinement van den wereldkampioen. Hij zelf bestem pelde Vos' spel als te theoretisch, zooals het spel van alle Hollanders. Raichenbach vergelijkt het spel van Vos met dat van Fabre in Parijs, doch naar zijn meening waagt de Nederlandsche kampioen min der. En Springer? Intusschen, voor den niet dam-ingewijde lijkt het, alsof het damspel niet de gelijk waardige is van het schaakspel; de match EuweAljechin zou zulks dan bewijzen. Toch is het niet juist te veronderstellen, dat Nederland geen speler zou kunnen aan wijzen, die den Franschman met kans op succes zou kunnen bekampen. Zeker, Rai chenbach won achtereenvolgens van twee Nederlandsche kampioenen, Keiler en Vos, •doch hij zelf meent, dat de dammer, die hem erinstig kan bedreigen. Springer is. Het geval Springer is echter zeer delicaat. De ex-wereldkampioen is al sinds 1928 in geen enkel officieel tournooi uitgekomen, en welke maatstaf moet men aanleggen voor zijn kracht? Hetgeen echter niet weg neemt, dat het spel van dit damgenie im mer zooveel indruk heeft achtergelaten, dat men zelfs een totaal ongetraind zijn van Springer op den koop toe zou nemen, om hem Raichenbach te zien bestrijden. Misschien komt die ontmoeting nog eens tot stand, al zal dit momenteel niet gemakke lijk vallen. Als verontschuldiging voor Vos' neder laag moge dienen, dat de Nederlandsche kampioen zeer plotseling den zwaren strijd tegen den titelhouder moest aanbinden. Men maakte gebruik van de stemming, die onder het Nederlandsche publiek heersch- te na den wedstrijd tusschen Euwe en Al jechin, om op deze wijze de populariteit van het damspel, dat in Nederland altijd veel beoefenaren heeft gevonden, niet te doen verminderen: Dat Vos, als nationale kampioen, tot uitdager werd aangewezen, is verklaarbaar. Dat Vos heeft verloren, het mag hem niet als verwijt worden aan gerekend. De Nederlandsche kampioen, al gemeen bemind door zijn sportieve loyali teit, door Raichenbach in alle toonaarden geprezen, heeft met pech te kampen gehad. Wij willen hiermede geenszins beweren, dat Raichenbach de winst niet heeft ver diend: het verschil in resultaat is daar voor te sprekend. Maar als we alle ge speelde partijen eens nagaan, dan zien wij, dat Vos toch in een belangrijk aantal ont moetingen de leiding had, zonder nochtans tot winst te komen. Een partij, die vrijwel gewonnen stond, ging in tijdnood verloren. En in het algemeen toonde het spel van Vos niet die zwakten, die men bij een beschou wing van den eindstand 2515, zou veron derstellen. Belangrijk is vast te stellen, dat Raichen bach in geen enkele partij op remise heeft gespeeld, ook niet nadat hij reeds safe stond. Alle moeilijkheden, die hem door Vos worden gepresenteerd, aanvaardde hij; de beroemde tiende partij is er een bewijs van. Hier wilde Vos door middel van va banque spel tot een beslissing komen. Wel nu,Raichenbach heeft onmiddellijk de door Vos aangeboden moeilijkheden aangeno men en zelfs Vos dusdanig overspeeld, dat deze partij voor Vos zoo beteekenisvol, slechts 27 zetten telde.- Men mocht niet verwachten, dat Raichenbach met zijn voorsprong op eigen initiatief de compli caties zou gaan zoeken. Het meesterlijke in zijn spel is juist, dat hij, wanneer hij een bepaalde manoeuvre tot stand wenscht te brengen, die hem winstkansen bezorgt, hij altijd voor ressources zorgt, die het hem veroorloven, indien strikt noodzake lijk de veilige remise te nemen. Niet ieder een kan zijn stelling zoo opbouwen, dat deze die mogelijkheid blijft bevatten, ook in het eindspel. Doch het vele aantal pun tenverdelingen wordt er door verklaard. Het damspel is nu eenmaal zeer varianten rijk en bevat een geweldig groot aantal re mise-mogelijkheden. Het is begrijpelijk, dat in een strijd van twee kampioenen vele remises zullen moe ten volgen, tenzij de botsing tusschen theo rie en fantasie te fel wordt. Raichenbach heeft nu in Nederland reeds 36 partijen ge speeld, en heeft geen enkele hiervan ver loren. Dit is wel het beste bewijs, dat hij schier onverslaanbaar is. Wij willen deze nabeschouwing, welke uit den aard der zaak beknopt moest zijn, be sluiten met eenige algemeene conclusies. Allereerst de propaganda voor het dam spel was er ten zeerste mee gebaat, en de Nederlandsche Dambond is Vos dank schul dig, dat hij niet heeft geaarzeld zijn be kwamen tegenstander te gaan bestrijden. Vos verdient ten volle sympathie van al len, die deze match hebben gevolgd, ook al heeft hij verloren. Dat de Nederland sche kampioen geenszins ontmoedigd is, blijkt wel uit het feit, dat hij weer inge schreven heeft voor de a.s. kampioen schappen van Nederland, waarin hij zyn titel zal verdedigen. Wij vestigen verder de aandacht er op, dat alleen serieuze bestudeering van Rai chenbach's systeem, vooral ook door de jongere opkomende spelers een allereerste taak is om den wereldkampioen met suc ces te kunnen bekampen. Ook de Fransch man is niet onfeilbaar en de Nederland sche damschool behoeft zich nog geenszins op den achtergrond te houden. Laten wij voorts van harte hopen, dat een nieuwe match tusschen den wereldkampioen en een Nederlander voorloopig hebben de Franschen thans de voorkeur om een pre tendent aan te wijzen minder remises zal opleveren. Niet alleen, dat het dam spel er mee gebaat zal zijn, doch ook voor niet-dammers zal een overwegend aantal winstpartijen van beide kanten meer at tracties bieden dan een, in wezen overigens slechts schijnbaar onbelangwekkend, groot aantal puntenverdeelingen. BILJARTEN LIS SER BILJARTKRING. Voor de competitie 1ste klasse Lisser Bil jart Kring had de plaatselijke ontmoeting plaats tusschen VIOS EN LUTO. Het be zoekende LUTO wist met 31 te zegevie ren. De volledige uitslag luidt: S. Th. Duivenvoorden Pnt. Brt. H.S. Gem. J. Diederiks VIOS 80 20 20 4— LUTO 150 20 27 7.50 J. Langeveld 94 36 9 2.61 A. v. Diemen 150 36 20 4.16 P. Halfschepel 150 41 18 3.65 J. Bosch 71 41 6 1.73 K. Stahldrayer 150 70 10 2.14 G. Diedericks 128 70 10 1.82 LUTO I 6 punten; VIOS I 2 punten. De uitslag van den wedstrijd OG 3 LUTO 7, voor de 3de klasse luidt: Nic. v. Dijk LUTO 75 35 9 2.14 Th. v. d. Meer O.G, 73 35 10 2.08 B. Vos 75 36 11 2.08 C. v. d. Berg 74 36 12 2.05 G Boot 33 20 5 1.65 C. Elfering 75 20 10 3.75 Th. v. d. Ven 70 62 6 1.12 Jos. Kamp 75 62 9 1.20 OG 4 punten; LUTO 4 punten. AUTOMOBILISME De 25ste RAI.Tentoon- stelling. Het kenmerkende nieuws van de automo bielindustrie in 1936 is niet in een paar woorden uiteen te zetten.- Er is inderdaad op de R.A.I. zooveel nieuws te zien, dat zelfs de technisch aangelegde bezoeker het niet in een paar dagen zal kunnen verwerken. Het belangrijkste nieuws voor het gros der bezoekers is natuurlijk, dat de prijzen van de personen-auto's, dank zij de nieuw ste fabricagemethodes der groot-industrie sterk zijn gedaald zoodat men zich reeds een prima nieuwe auto kan aanschaffen voor een bedrag dat men luttele jaren ge leden voor een bedenkelijk: tweedehands koopje besteedde. De massa-productie heeft inderdaad won deren gewrocht. Wonderen van een heel wat betere „qualiteit" dan men vroeger jaren in de bazar-industrie kon observeeren. Om een voorbeeld te noemen: voor de vi tale deelen van de moderne, en massa ge produceerde auto wordt beter en duurza mer materiaal gebezigd, dan voor de kost- haaste wagens van eenige jaren geleden. Bij de productie op enorme schaal kan de fabrikant zich geen „vergissingen" in de constructie en geen tegenvallers in de quali teit van de materialen veroorloven. By deze productiewijze moet hij aan alle kanten tegen constructie- en materiaal-gebreken gedekt zijn, daar zelfs een gering defect zich wreekt door een enorme stagnatie in het bedrijf, ongerekend nog de misère door de ontevredenheid der afnemers veroor zaakt. Het massa-product wordt dan ook voordat het de eer van den „loopenden band" waardig wordt gekeurd, aan proe ven onderworpen, die geen automobilist ooit met zijn wagen zou durven uithalen. Het publiek weet thans dan ook uit eigen ervaring, dat de moderne goedkoope auto niet „van blik gemaakt" is en dat men hem wel gruwelijk moet mishandelen om den mo tor en de transmissie binnen den gezetten tijd te doen verslijten. Maar, wat men nog niet algemeen weet, dat is, dat zelfs de goedkoope auto anno 1936 qua comfort, snelheid en rij qualiteit, eigenschappen be zit, die men enkele jaren geleden nauwelijks in de kostbaarste luxe-auto's aantrof. Wie zich daarvan wil overtuigen, neme de proef. Hij zal o.a. dit kunnen constatee- ren, dat een dagmarsch van 400 K.M. in een modernen wagen van de midden-prijsklasse minder vermoeiend is dan een rit van 100 K.M. in een goeden auto van eenige jaar gangen terug. RALLY MONTE CARLO ALLE NEDERLANDSCHE DEELNEMERS PARIJS GEPASSEERD. De Rallye naar Monte Carlo, waarvan gisteren de controle te Parijs plaats vond, is waarschijnlijk wel eenig in de annalen der sterritten wegens de groote verras singen die het weer den deelnemers be reid heeft. Was het tot 1934 vrijwel on mogelijk geweest om van Athene door te komen en kwam eerst in dat jaar de eer ste groote doorbraak van den Balkan al hield diezelfde Balkan verleden jaar iedereen weer tegen ditmaal heeft bij na niemand moeilijkheden gehad. De rijders, die Boekarest tot startplaats had den gekozen, zijn eveneens doorgekomen, terwijl Tallinn naar bekend slechts zeer weinig uitvallers gekend heeft. Daaren tegen zijn de 13 deelnemers, die te John O'Groats in het Noorden van Schotland gestart zijn, niet allen in Frankrijk geko men.- Slechts 8 van hen hebben de Fran- sche kust weten te bereiken! En hiervan hadden er n.b. 7 strafpunten bekomen!! Slechts 1 enkele deelnemer, nog wel een dame, Miss Asthbury (Engeland) met Sin ger kon zonder strafpunten verder naar Monte Carlo rijden. De Place de la Concorde begon even voor 12 uur op te leven, toen de eerste deelnemers aankwamen, onmiddellijk be stormd door een groote menigte. Even la ter kwamen ook andere rijders aanzet ten, zoodat er weldra een bedrijvigheid heerschte van je welste. De Hollandsche rijders kwamen reeds zeer vroeg binnen, terwijl wij tot ons genoegen konden con- stateeren, dat er geen enkele uitvaller was. Degenen, die Amsterdam als start plaats gekozen hadden, zagen er monter en frisch uit, daar zij behalve een hevige regenbui in Noord-Frankrijk geen enkele moeilijkheid hadden gehad. Alleen klaag den allen over de gladde wegen. De drie equipes, die uit Tallin kwamen, nl. de heeren Bakker Schut en de Beau fort op Ford, Koopman met B. M. W. en mr. Spronger van Eyk en ir. Paulen, eveneens met Ford, waren allen in uitste kende conditie. Bakker Schut, die als een razende gereden had om zooals zijn ge woonte is voor het passeeren van de Parij- schen controle nog enkele uren te slapen, moest dit plan jammer genoeg opgeven, daar hij zijn wagen eens grondig liet na zien, voorzoover de reglementen van de Rallye dit althans toelieten. Wij vernamen te Parijs nog, dat den Franschman Guyard enkele kilometers buiten Kaunas op een onbewaakten over weg, waar geen politie toezicht was ge weest, een ongeval was overkomen. Onze landgenooten Bakker Sphut en Koopman mochten van geluk spreken, dat de eerste juist den overweg was gepasseerd en de laatste net achter den Franschman reed. Van de Nederlandsche deelnemers kwam de bus van den heer Tiel het laatst te Parijs binnen. De passagiers hadden en- gros geslapen, geholpen door den enormen voorraad reisdekens. Iedereen was vol goeden moed alsof het een gewone gezel- schapsreis betrof. De meest internationale wagen was de Duitsche Opel, die op een Belgisch nummerbord reed en bemand was met een Rus. Een Engelschman en een Belg, terwijl de wagen zelf het eigen dom was van een Amerikaansche firma. Tegen half 3 was er voor het gebouw van de Fransche Automobielclub geen doorkomen meer aan. Het stox en het vuil van de wegen van geheel Europa was er verzameld. In de eetzaal, die men in een der hotels voor de Rallyerijders had inge richt, was het een. door elkander draven van menschen met dikke jassen, beren mutsen, waarboven de zwarte muts van Van Beeck Calkoen uitstak en zware in laarzen ingepakte voeten en beenen. Van alle talen, die er gesproken werden, was het Nederlandsch domineerend. De stemming was uitstekend en alle Holland sche rijders waren vol moed voor het laat ste gedeelte, dat hen nog van Monte Carlo scheidde. Als eerste onzer landgenooten verliet de equipe Byaard-van Beeck Calkoen Pa rijs. Het vertrek geschiedde om 14.57 uur. Aan de Nederlandsche equipe ging een motorrijder vooraf, die haar buiten de stad bracht. Om 15.51 uur ging de eerste uit Amsterdam komende deelnemer weg, n.l. de heer en Mevrouw CorneliusSy- brandy met DKW, terwijl deze reeks be sloten werd met den heer Gastonides. De 3 in Tallinn gestarte Nederlanders verlie ten de Place de la Concorde resp. om 16.06, 16.08 en 16.10 uur. Bij den officieelen sluitingstijd van de controle om 3 minuten voor 5 moesten er nog 6 wagens binnenkomen, waarvan er twee onderweg waren tusschen Brussel en Parijs. De overige vier waren wel te Han nover gepasseerd, doch in de Belgische hoofdstad had men hen nog niet gezien. Van de 57 deelnemers, die de controle te Parijs moesten passeeren, werden er tot officieelen sluitingstijd 44 gecontro leerd. Nederlanders regelmatig Dijon gepasseerd. De Nederlandsche deelnemers, die te Stavanger zijn gestart, zijn op de "vastge stelde tijden de controle te Diion gepas seerd. De heeren Van Beeck Calkoen en Bijlaard met Ford waren de eerste Ne derlanders die bij de controle te Dijon aankwamen. Er bestond groote belang stelling van de zijde van de inwoners van Dijon. Ongeveer 3000 menschen verdron gen zich rond de controle-post. Op verzoek van den president van de Automobielclub van Bourgogne sprak de heer Van Beeck Calkoen een oogenblik voor de microfoon, die op het plein voor de controle was opgesteld om de nieuws gierigen van het verloop op de hoogte te houden. Hij sprak eenige woorden over het verleden van zijn reis van sneeuw en ijs en van de zonnige Zuid-Fransche kust, die hem als belooning wachtte. Een luid gejuich steeg uit de menigte op. Regelmatig kwamen de Nederlanders verder binnen. De heeren Levie en Zel- denrust, met Ford, gestart te Amsterdam hadden onderweg een pech aan de licht- leiding gehad, doch hadden dit euvel we ten te herstellen, zonder er tijd bij in te schieten. Ongeveer kwart voor tien arriveerden de eerste deelnemers, die te Athene wa ren gestart. Als eerste passeerden Lahaye- Quatresous, de winnaars van het vorige jaar, de controle. De wachtende menigte kon haar enthousiasme niet meer bedwin gen. De toeschouwers verbraken de af zetting en drongen om de auto heen. Het duurde eenigen tijd, eer de orde weer was hersteld. Als laatste Nederlander ar riveerde de heer W. Tiel, die zich toch nog op tijd aan de controle meldde. De deelnemers uit Athene en Boekarest kwamen verder regelmatig binnen. TOERISME AëRODYNAMICA EN DE WIELRIJDER. De AN.W.B. wijst op een groot gevaar voor den wielrijder en den automobilist. De Koninklijke Nederlandsche Toeristen bond A.N.W.B. schrijft ons: We leven is een tijd van de aërodynamica, de leer der luchtstroomingen. Wie geen ge stroomlijnde auto heeft, telt eigenlijk niet meer mee; kinderwagens hebben aërody namisch juiste vormen gekregen.onze lo comotieven krijgen een stroomlijnneus; ons keukenfornuis vertoont duidelijk den in vloed van de vormen, die in de laboratoria voor aërodynamica het woord zelf klinkt al zoo goed zorgvuldig berekend worden en zoo raken we langzamerhand overtuigd, dat de aërodynamica de alpha en omega van de moderne, door de techniek be heerschte maatschappij is. Het is niet onze bedoeling, op dit onder werp in den breede in te gaan, maar wèl om de aandacht te vestigen op een der wei nige gevallen, waarin de aërodynamica in het dagelijksch leven werkelijk een rol speelt en we hebben hierbij het ook op de luchtstroomingen, die de, wielrijder onder vindt, als gevolg van de hem passeerende auto's. Daarbij zijn het meer de automobi listen dan de wielrijders tot wie wij het woord richten. Wanneer bij windstil weer een auto met groote snelheid over den weg rijdt, ver breekt zij in haar omgeving het evenwicht van de oorspronkelijk in rust zijnde lucht. Uit een oogpunt van luchtweerstand zou het ideaal zijn, wanneer zij daarbij de lucht kliefde en deze als het ware zonder meer op zij drukte. In werkelijkheid is de toestand geheel anders. De rijdende auto is omgeven door luchtwervelingen; zij brengt de geheele drukverdeeling in de lucht in de war en wel des te meer, naarmate zij sneller rijdt. Ze veroorzaakt „draaikolken" en plaatse lijke gebieden van overdruk en onderdruk. Vooral achter de auto vormt zich, wan neer deze snel rijdt, een gebied van onder druk, d.w.z. een zekere ruimte, waarin de lucht ijler is dan in de omgeving Deze ruim te wordt natuurlijk, daar het drukverschil niet kan, blijven bestaan, weer aangevuld met lucht uit de omgeving, m.a.w. er zijn achter een snel rijdende auto altijd lucht stroomingen aanwezig, die min of meer zij delings op de rijrichting van de auto ge richt zijn. Hoe dichter men in de nabijheid van de auto komt, hoe sterker deze zijde- lingsche strooming merkbaar is. Rijdt nu een auto met groote snelheid een fietser achterop, dan zal deze, direct nadat de auto hem gepasseerd is, geraken in de dwarsstrooming, welke den wagen volgt. Hij ondervindt dus een windstoot, die hem plotseling zijdelings in de baan wil druk ken, welke de auto zoo juist volgde. Bij groote snelheden kunnen deze wind- stooten zoo hevig zijn, dat de fietser, die rakelings voorbij gereden wordt, groot ge vaar loopt te vallen, hetgeen in de practijk herhaaldelijk gebeurt, ook al zijn bij enkele moderne stroomlijnauto's de luchtwerve lingen wat minder dan bij de gewone auto. Maar ook bij geringe snelheid kan de auto, zij het dan misschien in mindere mate, uit aërodynamisch oogpunt een gevaar voor den fietsenden weggebruiker opleveren. Dit is n.l. het geval, wanneer op den weg een sterke zijwind staat en wel voor den wiel rijder uit de richting links van hem. Om dezen zijwind te trotseeren, moet hij een weinig naar links overhellen, wat hij auto matisch doet. Passeert hem nu een auto, dan geraakt hij even in de luwte; de zijwind wordt onderschept en daar hij zich tevoren naar links overboog, om den zijwind te overwinnen, zal hij, nu hij plotseling in die richting geen weerstand meer ondervindt, iets naar links afwijken. Passeert de auto hem rakelings, dan bestaat er gevaar, dat hij er door die afwijking mede in aanra king komt. Het is niet onwaarschijnlijk, dat verschillende ongevallen, waarbij fietsers op onverklaarbare wijze in aanraking met een passeerende auto kwamen, aan een der beide bovengenoemde oorzaken geweten moeten worden. De moraal van dit betoog is dan ook: „bestuurders van auto's, met of zonder stroomlijn, passeert nimmer een wielrijder rakelings. Het kan hem en u in gevaar brengen". ATHLETIEA DE JAARLIJKSCHE VELDLOOPEN VAN „DE BATAVEN". Op 9 Febr. organiseeren „De Bataven" wederom de j aarlij ksche veldloopen van den N. B. L. O.-Wisselbeker. Deze veld loopen zijn verdeeld in drie klassen, n.l. klasse A voor cracks, klasse B voor nieu welingen, terwijl klasse C speciaal is voor propaganda onder de voetballer, gymnas ten en wandtlaars. De afstand voor alle klassen bedraagt 3 km. en is geheel op spykes te beloopen. De start heeft plaats te 2 uur op het R. K. Sportpark „Haagweg". Als hoofdprijs is uitgeloofd de N. B. L. O.- wisselbeker. Deze beker wordt definitief eigendom van den looper, die hem 3 maal achtereen of 5 maal in totaal wint. Deze beker werd reeds gewonnen in 1931 en 1932 door Th. Stijnman („Rood Wit"), m 1933 en 1934 door A. van Bakel („De Ba taven") en in 1935 door H. Coblentz („Holland", Haarlem). De verdere prijzen zullen bestaan uit lauwertakken en medailles, terwijl de vereeniging, welke met drie eerst aanko mende loopers de beste plaatsen bezet een extra prijs ontvangt. De inschrijvingen voor deze veldloopen moeten gericht wor den aan den secretaris der Technische Commissie voor Athletiek van „De Bata ven", H. J. Averdieck, Oude Singel 148, Leiden. KERKNIEUWS Z. H. EXC. MGR. HUIBERS. Voorbereiding tot de bisschopswijding. Naar lrDe Grondwet" meldt, zal de nieuw benoemde Bisschop van Haarlem. Z.H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, ongeveer een week lang verblijven in het klooster der Eerw. Paters Redemptoristen te Roosen daal. Mgr. Huibers is n.l. voornemens, zijn con secratie tot Bisschop, welke op 11 Februari a.s. in de Kathedraal St. Bavo te Haar lem zal plaats hebben, door een retraite voor te bereiden, welke retraite Mgr. van 4 tot 10 Februari in het Redemptoristen klooster te Roosendaal zal houden. Als geestelijk leidsman zal daarbij op treden de bekende leider voor priesterre- traiten, de zeereerw. pater J. B. Jansen C.S.S.R., uit het klooster te Wittem. Het blad herinnert er o.m. nog aan, dat pater Jansen indertijd ook door de kerke lijke autoriteiten was aangezocht de eer ste Chineesche Bisschoppen, die te Rome werden gewijd, door een priesterretraite tot de Bisschops-consecratie voor te berei den, aan welke vereerende uitnoodiging pater Jansen toen ook gevolg heeft gege ven. 1 ==aa FAILLISSEMENTEN Uitgesproken: N. Ouwersloot Jr., kapper en sigarenwin kelier teRijnsburg. Cur.: mr. A. Th. J. Etmans te Leiden. J. Stol, kantoorbediende te Voorscho ten, Papelaan 170. Cur.: mr. N. G. Geelker ken te Leiden. A. Luk, landbouwer te S t o m p w ij k. Cur.: mr. H. W. J. A. Averbeck te Leiden. R. W. Janzee, garagehouder te Was senaar, van Zuijlen van Nijeveltstraat 180. Cur.: mr. J. J. Schokking. Opgeheven: W. Aanhane Dzn. teKatwy kaanden R ij n.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 9