GEMEENTERAAD VAN LEIDEN DINSDAG 21 JANUARI 1936 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 DE NIEUWE GASTARIEVEN AANGENOMEN. EEN WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE STRAATBELASTING. DE SPORTSTICHTING NA HER HAALDELIJK UITSTEL THANS EINDE LIJK ONDERDAK. FEL DEBAT OVER SPORTBEOEFENING EN ZONDAGSRUST. EEN VOORSTEL TOT GEMEENTELIJKE DISTRIBUTIE V^AN GROEN TEN AAN WERKLOOZEN EN ARMLAS TIGEN AANGEHOUDEN. De gastarieven gewijzigd, als prikkel tot meerder verbruik. lOo. Voortzetting van de behandeling van het voorste' tot wijziging van de ver ordening, betreffende de levering van gas door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden. Hierbij komt aan de orde het voorstel- Elkerbout, dat als volgt luidt: De Raad nóodigt B. en W. uit een nadere regeling te treffen, waardoor het mogelijk wordt, dat diegenen, die meer dan 600 M3. gas per jaar gebruiken, eenig voordeel daarvan zullen genieten. De voorz. ontraadt dit voorstel. Het is juist de bedoeling, dat het inkomen van de Lichtfabrieken omhoog wordt gebracht, terwijl er geen reden is, om aan te groo- tere gebruikers een extra voordeel te ge ven. Voorts is er een amendementV a n Eek luidende: Ondergeteekende stelt voor om uit art. IV der verordening te laten vervallen de zinsnede: „een en ander met dien verstande, dat per kalendermaand nimmer minder dan 1.is verschuldigd;" De heer v. Eek (S. D. A. P.) herin nert eraan, dat de S. D. A. P. een proef met dit nieuwe tarief wil nemen, mits nie mand er nadeel van ondervindt. Toch zul len eenige zeer kleine verbruikers schade ondervinden, doordat zij minstens een be drag van 1.per maand zullen moeten verbruiken. Vandaar spr's amendement. Omtrent het voorstel-Elkerbout zegt spr. dat het eigenlijk niet past in het stelsel, maar het staat niet vast bij de verbruikers, dat wanneer zij meer gas afnemen, zij ten slotte ook minder daarvoor zullen betalen. Spr. haalt met instemming het artikel in de „Leidsche Courant" aan, waarin het nieuwe gastarief onder de loupe wordt genomen en een nieuw systeem wordt aan bevolen. Spr. betwijfelt nu of het nieuwe tarief wel zal leiden tot meer verbruik en hij stelt een andere redactie van het voor stel Eikerbout voor, teneinde het alge- meener te maken. De meening meet post vatten, dat men relatief minder betaalt naarmate men meer verbruikt. De heer Manders (R.K.) kan zich met het voorgestel ie tarief wel vereeni gen Niemand wordt benadeeld, want wat men krachtens het nieuwe tarief meer zou moeten betalen dan onder het oude tarief wordt niet in rêkening gebracht. Het voor stel-Elkerbout duidt z. i. niet precies aan. wat de heer Eikerbout bedoelt. Spr. be veelt nog eenige verbetering aan volgens het door de „Leidsche Courant" voorge stelde tarief. De heer Wilbrink (C.H.) wil niet in gaan op de suggestie van den heer v. Eek, om nu weer een nieuwe regeling te ont werpen, waardoor nieuwe onzekerheid en ongerustheid onder de bevolking zou ontstaan. Ruim een jaar geleden is een betere regeling tot stand gekomen voor de gebruikers van meer dan 600 M3. Spr. ziet thans geen reden om dezen gebruikers nog meer tegemoet te komen, zooals de heer Eikerbout wil. De heer R o m Ij n (V.B.) kan met de voorgestelde regeling meegaan, vooral om dat de directie der Lichtfabrieken een za kelijke politiek blijkt te willen voeren. De zakelijkheid moet op den voorgrond staan en niet de sociale taak. Het amendement van den heer v. Eek aanvaardt spreker niet. De heer Eikerbout (A. R.) herin nert er nog eens aan. dat het vaststaat, dat bij een groot verbruik het systeem na'dee- lig werk (ook al wordt dat nadeel niet in werkelijkheid geleden, doordat het niet in rekening wordt gebracht). Hij rekent het systeem nog eens na en vindt er ver schillende vlekjes in. Spr. kan niet in zien, dat zijn voorstel een niet gerechtvaar digde reductie voor de groote verbruikers zou zijn. Het zyn juist de groote verbrui kers. die het mogelijk maken, dat de kleine verbruikers goedkooper gas kunnen krij gen. Geen bezwaar heeft spr. tegen de uit breiding van zijn voorstel, zooals de heer v. Eek dat wil. De voorz. merkt op, dat er geen onze kerheid behoeft te bestaan onder de be volking. De bedoeling is: meerder gasver bruik, terwijl de bevolking de zekerheid heeft, dat zij niet duurder uit zal zijn. Een garantie, dat men goedkooper uit zal zijn, kan evenwel niet worden gegeven. Het is ook niet de bedoeling om te komen tot een tariefsverlaging, maar om de inkomsten van de Lichtfabrieken op peil te houden. Spr. ontraadt dan ook zoowel het voorstel- Elkerbout als het amendement-v. Eek. De heer E1 k e r b o u t A. R.) trekt zijn voorstel in. De heer v. E c k (S. D. A. P.) handhaaft zijn bezwaren. Een gemeenschapsbedrijf heeft plichten tegenover de gemeenschap, omgekeerd heeft ook de gemeenschap plichten tegenover het gemeenschapsbe drijf. De heer T o b (R.K.) vraagt, hoe het gaat met aangeslotenen, die werkloos worden. De voorz. antwoordt, dat de directie daarmede rekening zal houden. Bij art. 2 vraagt de heer v. Eek hoofde lijke stemming. Het art. wordt aangenomen met 20 tegen 15 stemmen. Tegen: de S. D. A. P. en de heer v. Weizen. Het amendement-v. Eek wordt vervol gens verworpen met 19 tegen 16 stemmen. Voor: de S. D. A. P. en de neeren v. Wei zen en Vos. Het geheele voorstel wordt daarna z. h. st. goedgekeurd. De straatbelasting. llo. Voorstel tot wijziging van de ver ordening op de heffing van een belasting onder den naam van Straatbelasting, te Leiden, tevens praeadvies op het verzoek van den verhuurdersbond voor Leiden en Omstreken om verlaging van de straatbe lasting en restitutie van die belasting bij langdurig leegstaan van gebouwde eigen dommen. Bij dit punt heeft de heer R o m ij n (V.B.) twee amendementen ingediend, naar aanleiding van een verzoek van de afd. Leiden van den Ned. Verhuurdersbond, om restitutie van de straatbelasting, wan neer een huis een half jaar leeg staat, (in de verordening staat: één jaar). Het andere amendement heeft meer ten doel de tekst van de verordening te doen aansluiten bij de praktijk inzake de resti tutie van de Grondbelasting. De heer Wilbrink (C.H.) sluit zich bij den heer Romijn aan. Het komt den laatsten tijd herhaaldelijk voor, dat pan den zeer lang leeg staan. De heer M anders (R.K.) gaat even eens met 't voorstel-Romijn mee, omdat hij meent, dat het principe van de straatbe lasting onjuist is. Dt heer Hessing (S. D. A. P.) ont raadt integendeel het amendement. Deze belasting wordt opgebracht om wille van tegenprestaties door de gemeente, welke prestaties door blijven gaan ook als de huizen leeg staan. Verder moet men be denken, dat ongeveer 1/3 van deze be lasting wordt opgebracht door huiseigena ren, die niet in Leiden woonachtig zijn. De heer Bergers (R. K.) steunt het amendement-Romijn. De heer de Re ede (C. H.) zegt, dat de verordening thans voorziet in een leem te, hetgeen toe te juichen is. Wethouder Ver we ij (S. D. A. P.) zegt, dat de gemeente geen enkele inkomste kan missen van die bronnen, welke het rijk ons nog heeft gelaten. De straatbelasting behoort tot de vaste outillage van het ge meentebestuur; zij drukt hier slechts ma tig en wordt bovendien voor een groot deel gedragen door niet-inwoners. Geven wij inkomsten uit de straatbelasting prijs, dan beteekent dat automatisch verhooging van andere belastingen. Z. i. is de straat belasting ook een heel billijke belasting omdat er prestaties van de gemeente te genover staan. Wij geven reeds circa 5000 prijs door de bepaling, dat geen belasting behoeft te worden betaald van- een huis, dat meer dan 1 jaar leeg staat. Stellen wij die termijn op een half jaar, dan kost ons dat zeker veel meer dan f 10.000. De an dere amendementen inzake redactiewijzi gingen ontraadt spr. ten sterkste. De heer Goslinga (A.R.) is den wet houder dankbaar voor de keurige verde diging v:%n de straatbelasting. Spr. be grijpt den wethouder echter niet, die nu zegt, dat de gemeente niets kan missen, en nog geen half uur. geleden stemde vóór het amendementv. Eek, dat de gemeente meer dan f 10.000 zou hebben gekost. Is het hem wel ernst met zijn verdediging van de schatkist? De heer R o m ij n (V.B.) wijst den wet houder erop, dat de gemeente nu reeds 5000.prijs geeft, terwijl de wethouder zegt, dat de gemeente niets kan missen. Men ziet dus de billijkheid van de restitu- tie-eisch zeer goed in; maar komt er slechts halverwege aan tegemoet. De re- dactioneele amendementen trekt spr. in. De heer Wilmer (R.K.) kan het be ginsel niet aanvaarden, dat de gemeente geen vaste inkomsten kan prijs geven. Men mag ze niet prijs geven, behalve als men ziet, dat ze in strijd zijn met ie rechtvaardigheid. Het heffen van straat belasting van leegstaande huizen is z. i. niet rechtvaardig en B. en W. geven dat zelf toe, door reductie te verleenen wan neer een huis een jaar leeg staat. Maar waarom dan niet reeds gerestitueerd bij een half jaar? Wethouder Verwey (S. D. A. P.) ant woordt den heer Goslinga, dat hij vóór het amendement—v. Eek heeft gestemd, om dat hij meent, dat het amendement-v. Eek voordeeliger zou zijn geweest voor den financieelen toestand van ie Lichtfabrie ken. De heer Goslinga (A.R).: Uw betoog lijkt naar niets. Er blijkt uit, dat u er niets van begrepen hebt. De heer Ver we ij (S. D. A. P.): Uit dit alles blijkt uw spijt, dat U niet meer hier zit. Het amendement-R omp wordt ver worpen met 23 tegen 12 stemmen. Voor de heeren Wilmer, Romijn, Ber gers, Wilbrink, Coster, Lombert, Manders, Tobé, v. d. Reijden, de Reede, Splinter, v. d. Kwaak. De geheele verordening wordt daarna z. h. st. aangenomen. De sportstichting. 12o. Voortzetting van de behandeling van het voorstel: a. tot oprichting van een stichting voor de organisatie van de gemeentelijke bemoeiingen ter zake van de beoefe ning van sport en spel; b. tot vaststelling van de statuten van die stichting; c. tot vaststelling van den desbetreffen- den begrootingsstaat; d. tot vaststelling van de regelen met betrekking tot de belegging bij den Gemeente-ontvanger van de overtol lige kasgelden van de stichting. "De heer Beekenkamp (A. R.) re pliceert op hetgeen B. en W. hebben ge antwoord op zijn bezwaren te berde ge bracht in de vergadering van November, toen deze kwestie het eerst ter sprake kwam. Spr. handhaaft zijn principieele en financieele bezwaren tegen Jeze stichting. De heer Carton (S. D. A. P.) acht het uitstel van dit voorstel niet in het belang van de gemeente. De bezwaren van den heer Beekenkamp acht spr. opgeschroefd. De vergadering wordt vervolgens om half zes geschorst tot 's avonds 8 uur. AVONDZITTING. Na heropening wo: voortgegaan met de replieken over de sportstichting. De heer Wilbrink (C.-H.) handhaaft zijn bezwaren, die niet weggenomen zijn door de wijzigingen, later door B. en W. aangebracht. Het doet spr. genoegen, dat de heer Romijn op het standpunt staat, dat de meerderheid der bevolking geen wed strijden vóór Zondag 1 uur wenscht en dat men zich daaraan moet houden. Waar om heeft hij dan eigenlijk zijn voorstel in gediend, om de bevoegdheid tot het ver leenen van vergunning aan B. en W. over te dragen. Wethouder Verwey heeft ge zegd, dat de commercieele kant van deze stichting niet op de eerste plaats komt, spr. had van den wethouder van financiën een ander geluid verwacht. Overigens zal spr. zich niet tegen het voorstel verzetten. Wethouder Verwey (S. D. A. P.) zet nog eens in 't kort het doel van de sport stichting uiteen, n.l. om te dienen als ad viescommissie voor het gemeentebestuur. Hij acht het onbegonnen werk, de prin cipieele bezwaren van den heer Beeken kamp weg te redeneeren. Wel gaat spr. in op de opmerking, als zou hij geen oog heb ben voor den commercieelen kant. Deze is nog niet te overzien en hangt af van de wijze, waarop de zaak wordt aangepakt. Wat de Zondagsrust betreft, meent spr. dat deze kwestie behandeld moet worden op dezelfde wijze als de Zondagswet wordt uitgevoerd. Verder handhaaft spr. zijn eigen voorstellen. Overgegaan wordt tot stemming over de oprichting in principe van de sportstich ting (sub. a). De oprichting wordt aangenomen met 314 stemmen. Tegen: de'heeren Schoneveld, Goslinga, Eikerbout en Beekenkamp (de A.-R.- fractie). De statuten. De heer Goslinga (A.-R.) wil de zweminrichting aan de sportstichting onttrekken. De heer R o m n (V.B.) begrijpt niet, waarom deze er uit gelicht moeten wor den. Wethouder Verwey (S. D. A. P.) sluit zich bij den heer Romijn aan. Wij zullen ook met de zwemsport bemoeiingen blijven houden. De heer Goslinga (A.-R.) vindt het niet noodig. Wij hebben maar één zwem inrichting en deze wordt goed beheerd. Gymnastieklokalen vallen er toch ook niet onder. Spr. maakt er een voorstel van. De heer Wilbrink (C. H.): Wij moe ten geen uitzonderingen maken, anders gaat men onderbrenging bij de sport stichting beschouwen als een critiek op het beleid van het bestuur der vereeniging of instelling. Wethouder Verwey (S. D. A. P.) is er nog niet zoo zeker van, dat de gymnastiek niet onder de sportstichting gebracht zal worden. Nadat de heer Goslinga nogmaals zijn voorstel had verdedigd, wordt het verworpen met 31 tegen 4 stemmen. Voor: de heeren Goslinga, Eikerbout, Beekenkamp en Schoneveld (de A.-R.- fractie. Bij art. 3 zegt de heer Tobé (R.-K.), dat bij een vergunning van wedstrijden vóór Zondag 1 uur, op voorwaarde dat hier bij geen publiek wordt toegelaten, deze bepaling gemakkelijk ontdoken kan worden. Spr. stelt voor, dat alle terreinen vóór 1 uur 's Zondags gesloten moeten zijn. De heer Romijn (V. B.) gelooft, dat de heer Tobé de zaak van een te eng stand punt ziet. Hij kijkt alleen naar de voet balsport; er zijn echter ook andere takken van sport, welke niet zooveel publiek trek ken. Spr. denkt b.v. aan tennis, welk spel ge makkelijk beoefend zou kunnen worden in de morgenuren. Bovendien harmonieert een dergelijke bepaling z.i. niet in de stichtings- acte. De toekomstige sporstichting zal heusch wel rekening houden met de men taliteit der Leidsche bevolking. De heer Manders (R.-K.) kan zich vereenigen met het voorstel-Tobé. De heer v. E c k (S. D. A. P.) verzet zich tegen elke beperking van het voorstel van B. en W. De opvattingen over de Zon dagsrust loopen sterk uiteen, wij moeten elkaar zooveel mogelijk vrijheid laten. Sportoefening acht spr. op Zondag zeer ge- wenscht en, wie er anders over denkt, moet ons niet dwingen ons daarvan te ont houden. Van commercieelen kant beke ken, is de exploitatie veel loonender wan neer men sportbeoefening op Zondag toe laat. De heer Beekenkamp (A.-R.): Het gaat hier niet om verdraagzaamheid; de zaak zit dieper. Voor ons is godsdienst geen privaatzaak; ook de overheid als zoodanig is aan godsdienstige normen onderworpen. Spr. ziet met belangstelling de houding van den Nationaal Hersteller tegemoet bij de stemming. Nat. Herstel erkent n.l. den Christ, godsdienst als basis van het na tionale leven. Wij zullen zien of dat een ijdel woord is. De heer Wilbrink (C. H.) verklaart, dat hij het zijn taak acht, de christelijke beginselen ook in het stadsbestuur te hand haven. De heer v. Eek kan daar blijkbaar niet inkomen en wenscht vrijheid vóór al les. Zou een eventueele socialistische re geering ook geen beperkingen opleggen aan de bevolking overeenkomstig de socia listische principes? De heer de Vries (Nat. Herstel) staat voor het beginsel, dat het christelijk karak ter van ons volk gehandhaafd dient te blij ven. Het gaat hier echter over het voorstel- Tobé en spr. kan niet inzien, dat dit een eisch is, welke gesteld kan worden ter handhaving van het christelijk karakter van ons volk. Het voorstel gaat z.i. te ver. Wethouder Verwey (S. D. A. P.) staat er verwonderd over, dat de heer Tobé met een dergelijk voorstel is gekomen. Er is geen beter middel om met name de voet balsport achteruit te brengen dan dit voor stel. De voetbalsport bestaat niet alleen uit wedstrijd-spelen. Er zijn ook juniores, die getraind moeten worden, en dat wordt be lemmerd door het voorstel-Tobé. Zou de heer Tobé dit voorstel in z'n eigen katho lieke kring met succes kunnen verdedi gen. Spr. verwacht er ook financieele na- d.eelen van. De heer Tobé (R.K.) heeft niets tegen sportbeoefening, maar de godsdienstbeoefe- ning komt op de eerste plaats en deze komt in gevaar als wij de jongens toelaten onder kerktijd sport te beoefenen. Het lijkt wel alsof men alleen op Zondag de sport kan beoefenen. De heer Groeneveld (S.D.A.P.) kan begrijpen, dat de christelijken hun begin selen in den raad uitdragen. Maar kan daar. aan het recht ontleend worden, om een groote minderheid te dwingen te leven vol gens hun opvattingen? Spr. ontkent dat. Als dat waar was, dan zou een andere meerder heid als die er eens kwam, ook het recht hebben om de christelijke te dwingen om zich te richten naar de linksche begrippen. De heer Wilbrink (C.H.): Daar zou je geen been in zien! De heer Groeneveld (S.D.A.P.): Willen de Katholieken hun jongens gods dienstig opvoeden, dan moeten zij dat zelf doen. Het voorstel-T o b wordt verworpen met 18 tegen 17 stemmen. Rechts tegen links. De heer de Vries (Nat. Herstel) stemde tegen. De heer Beekenkamp (A.R.) dient een amendement in om de sportterreinen gesloten te houden vóór 1 uur 's Zondags voor het houden van wedstrijden. De heer R o m ij n (V.B.) meent, dat de A.R. zich nu moeten neerleggen bij de zoo juist gebreken opvatting van den Raad. De heer Manders (R.K.) steunt het amendement-Beekenkamp De heer Wilbrink (C.H.) steunt het amendement eveneens. De heer R o m ij n (V.B.) verdedigt zijn amendement (in 't gewijzigde voorstel van B. en W.), waarbij de kwestie van de Zon dagsrust op dit gebied buiten de raadsdis- cussies wordt gehouden en overgelaten aan B. en W. De heer de Vries (Nat. Herstel) ver klaart zich tegen het amendement-Beeken kamp. Spr. is tegen de schending van de Zondagsrust, welke vooroorzaakt wordt door tumult als gevolg van een groote toe loop van publiek. Dat is niet het geval met de wedstrijden in den morgen, welke slechts juniores-wedstrijden zijn. Spr. zal niet an ders stemmen dan bij het amendement- Tobé en geeft dus den heer Beekenkamp in overweging zijn amendement in te trek ken, omdat het toch verworpen wordt. De heer .Beekenkamp (A.R.) noemt dit een juridisch handigheidje van den heer de Vries. Hij is teleurgesteld door diens houding. Wethouder Verwey (S.D.A.P.) meent, dat er slechts een gradueel verschil is tus- schen het voorstel-Beekenkamp en dat van den heer Tobé. Het amendement-B eekenkamp wordt verworpen met 18 tegen 17 stemmen. De zelfde stemverhouding als bij het voorstel- Tobé. Bij art. 8 komt aan de orde een amen dement-V e r w e y, om in den Raad van Beheer 3 leden uit den Gemeenteraad te be noemen, terwijl alle leden van dien Raad van Beheer door den Gemeenteraad moeten worden benoemd (niet door B. en W., zoo als het voorstel luidt). De heer Wilmer (R.K.) meent, dat het beter is, niet in de statuten vast te leggen, dat er 3 leden uit den Gemeenteraad moe ten worden benoemd. De Raad moet nu 'ns afstappen van het standpunt, dat een der gelijke stichting niet goed kan zijn, als daarin geen Raadsleden zitting hebben. Wel kan spr. meegaan met het voorstel om de leden door den raad te benoemen in plaats van door B. en W. Publieke con trole is hier goed. Het le gedeelte van het amendement (3 leden van de 12 moeten Raadslid zijn), wordt aangenomen met 19 tegen 16 stem men. Tegen de heeren Wilmer, Splinter, Ber gers, Tobé, Romijn, de Vries, Tépe, Lom- bert, Coster, Manders, Wilbrink, Goslinga, v. d. Reyden, de Reede, Rosmalen. Het 2e gedeelte van het amendement (benoeming van de leden door den Raad in plaats van door B. en W.) wordt aan genomen met 29 tegen 6 stemmen. Tegen de heeren Splinter, de Vries, Gos linga, de Reede, Tobé en Romyn. Bij art. 9 heeft de heer Verwey een amen dement dat door B. en W. wordt overge- Bij art. 21 (opheffing van de sportstich ting) stelt de heer Vos een redactie-wijzi ging voor, welke door B. en W. wordt over genomen. Het geheele voorstel van B. en W. wordt vervolgens z. h. st. aangenomen. „Daarmee is de sportstichting in het le ven geroepen", constateert de voorzitter. 13o. Voorstel tot vaststelling van een verordening, houdende regeling van den rechtstoestand van het onderwijzend per soneel, verbonden aan de openbare inrich tingen van onderwijs der gemeente Leiden en, in verband daarmede, tot wijziging van verschillende verordeningen betrekking hebbende op het openbaar onderwijs in deze gemeente. Dit voorstel wordt aangehouden. 14o. Voorstel tot wijziging van de veror dening, regelende de voorwaarden, waar onder ten behoeve van bijzondere bewaar scholen subsidie uit de gemeentekas wordt verleend. Z. h. st. aangenomen. Groenten-distributie. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) deelt mede, dat verleden jaar bij B. en W. een verzoek is ingekomen om over te gaan, tot gemeentelijke distributie van groenten aan werkloozen. B. en W. dienen thans een voorstel in, om 500.crediet beschikbaar te stellen, om gedurende 3 maanden een proef te nemen met het van gemeentewege verstrekken van goedkoope groente aan werkloozen en armlastigen. De heer Romijn (V.B.) heeft bezwaar tegen het onvoorbereid in behandeling ne men van zulk een voorstel. Spr. is als voor malig wethouder van soc.zaken met de moeilijkheden van dit voorstel bekend. Hij heeft indertijd het advies ingewonnen van diverse daarbij betrokken kringen en velen kwamen tot de conclusie, dat zulk een dienst hier ter stede allerminst noodzake lijk is. Spr. dringt aan op praeadvies. Wethouder v. Stralen (S.D.A.P.) zal nadere mededeelingen doen. Het gemeente bestuur heeft ongetwijfeld de plicht alles te doen om het lot der werkloozen te verzach ten. Er worden groote voorraden groenten weggeworpen, terwijl er duizenden in Lei den zijn, die niet in staat zijn deze groenten te koopen. Wat is er tegen, om aan dezen toestand een einde te maken? Toch zijn er vele protesten gekomen, wat spr. onbegrij pelijk voorkomt. De vakcentrales dringen sterk op deze distributie aan. Er zijn reeds 120 gemeenten, die zich met deze distributie hebben belast. Dit behoeft geen groote sommen aan de ge meentekas te kosten, integdeel het zal niets kosten. De gemeente koopt de groenten voor 2 V2 ct. per K.G. en verkoopt ze voor 3 ct. p. K.G. Het is een doodgewone crisismaatregel, 'waarbij geen belangen geschaad worden en geen principes gemoeid zijn. De bona fide gróentehandelai-en zullen geen nadeel van dezen maatregel hebben, want zij hebben geen clientèle onder de werkloozen en arm lastigen. De volksgezondheid zal er bij win nen, wanneer de hulpbehoevenden, die zich nu met brood behelpen, weer groente gaan. eten. Laten wij deze zaak niet aanhouden, want dan duurt het weer minstens 6 we ken, vóór het voorstel kan worden aange nomen. Wat er overblijft van de winst van een halve cent, zal ter beschikking worden gesteld van de groentenhandelaren, opdat niemand schade lijden zal. De heer Bergers (R.K.) heeft bezwaar tegen het fait accompli. Men heeft deze zaak niet in de fracties kunnen bespreken. Spr. protesteert tegen een dergelijke wijze van handelen. De heer Wilbrink (C.H.) meent, dat er wel degelijk een principe in het geding is, n.l. dat de overheid niet moet treden in hetgeen de particulieren kunnen doen. Er was tijd genoeg geweest, om den raad eer der in te lichten, en zóó urgent is deze kwestie niet, omdat er thans weinig groen ten worden aangevoerd. Spr. dringt aan op aanhouding. De heer Eikerbout (A.R.) zegt, dat deze zaak reeds lang hangende is, zoodat het geen zin heeft om thans dit voorstel spoedeischend te behandelen. Men had er eerder mee moeten komen. De heer R o m ij n (V.B.) deelt mede, dat verleden jaar de organisatie reeds klaar was, en dat hij toen reeds alle belangheb benden heetf gehoord. Spr. wenscht thans ingelicht te worden over het oordeel van de deskundigen. Hij betwijfelt, of er be hoefte bestaat aan een gemeentelijke dienst, omdat dezelfde groenten te krijgen zijn voor denzelfden prijs en zelfs lager. De heer v. E c k (S.D.A.P.) dringt aan op afhandeling, nog vanavond. De zaak is niet nieuw en wordt elders reeds toegepast. Ieder kan thans reeds zijn oordeel vormen. Spr. zou uitstel betreuren. Men had de zaak eerder aan de orde kunnen stellen, maar men moet rekening houden met het feit, dat een nieuwe wethouder zich moet inwerken. Wethouder Tepe (R.K.) heeft verno men, dat er bij velen ernstige bezwaren ge rezen zijn tegen een spoedeischende behan deling. Laat men over die bezwaren heen stappen in het belang van de zaak zelf. Handhaaft men echter zijn bezwaren, dan wil spr. geen spoedeischende beslissing for- ceeren. De heer Goslinga (A.R.)Aanhouding behoeft toch geen 6 weken te duren. Dat is bangmakerij. De voorz. zegt toe, dat hij zijn best zal doen om deze zaak zoo spoedig moge lijk nogmaals aan de orde te stellen. Hii kan zich evenwel niet binden. Het voorstel wordt aangehouden. RONDVRAAG. De heer Lombert (R.K.) maakt er be zwaar tegen, dat er door den soc.-dem. wet houder van soc. zaken wijziging is ge bracht in de brandstoffen verstrekking zon der dat de raad is gekend. Als de heer Ro mijn zooiets zou gedaan hebben, zouden de sociaal-democraten wel een ander ge luid hebben laten hooren. Spr. hoopt, dat de verandering in het college van B. en W. geen aanleiding zal worden tot bekor ting van de rechten van den raad. Hierna sluiting te kwart vóór elf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 6