Hoog water
FEUILLETON.
HET HUIS IN DE STILTE
Naar het Engelscb van
ADELINE SERGEANT.
(Nadruk verboden).
18)
XIII.
Claire's verhaaL
„Je weet heel weinig van mij af', sprak
Claire, toen zij samen de trap opgingen.
„Maar je bent lief voor mij geweest. Toen
je kwam twijfelde ik er aan, of jij ook
niet één van Lancasters werktuigen zou
worden. Je weet, dat hij iedereen naar zijn
wil buigt."
„Dat weet ik; hij probeerde mij ook naar
zijn hand te zetten", verklaarde Nell, „ik
begreep eerst niet wat er met jou aan de
hand was. Ik dacht, dat jij niet heelemaal
voor je daden verantwoordelijk was."
„Ja dacht zeker, dat ik krankzinnig
was?" vroeg Claire glimlachend. „Ik heb
zelf wel eens gemeend, maar neen ik zal
je niet vertellen, wat ik me verbeeld heb.
Ik zal me aan de feiten houden. Kom mee
in mijn kamer, dan kunnen we praten."
Ze gingen Clare's slaapkamer binnen,
waar Claire de deur op slot deed en een
zwaar gordijn er voor schoof.
„Hier kunnen we spreken", verklaarde
zij, „zonder vrees om beluisterd te wor
den."
Claire installeerde zich in een ligstoel,
terwijl Nell naast haar plaats nam, en na
een paar minuten begon Claire op rustigen
toon.
„Ik werd in Engeland geboren", vertel
de ze, „maar toen ik nog een klein kind
was. kreeg mijn vader al genoeg van En
geland en besloot eens te zien of hy in
Amerika niet zijn fortuin kon maken. Hij
had niet veel om te beginnen, want hij
was de jongste zoon van een tamelijk ver
armde familie, maar hij was in staat in
het verre Westen een stukje land te koo-
pen, en daar trachtte hij zich geduiende
eenigen tijd een broodwinning te verschaf
fen. Ik kan mij nog juist die dagen, dat
wij arm waren, herinneren! We hadden
soms nauwelijks genoeg te eten, en onze
sJeeren waren vreeselijk armoedig; daar
was het dat m'n moeder stierf, en zij was
nog maar nauwelijks een maand dood, toen
mijn vader de ontdekking deed, dat mij
voor mijn leven rijk maakte. Hij merkte,
dat er zich olie onder zijn eigendom be
vond en je weet, dat oliebronnen, als ze
goed geëxploiteerd worden, ware goudmij
nen kunnen zijn. Van dien tijd af liep hel
vader gewe'dig mee. Hij bouwde een groot
huis en meubileerde het schitterend, en
daar ginger wij wonen, hij en ik, met een
aantal br-dienden, en een gouvernante om
voor mijn opvoeding te zorgen; maar geen
van allen hadden iets over mij te zeggen,
en mijn vader behandelde hij alsof ik
nog een kind meesteres van alles was.
Ik heb een heel slechte opvoeding gekreg-
mu, maar dat kwam allemaal omdat vader
zooveel van mij hield."
„Het deed je geen kwaad", merkte Nel!
op, toen zij voor een oogenblik de tranen
in Claire's oogen zag glinsteren.
„Daar ben ik nog niet zoo zeker van".
meende C'aire, terwijl zij haar hoofd
schudde. „Ik kreeg altijd in alles mijn zin
en als ik eens een enkele keer mijn zin
niet kon krijgen, werd ik ziek. Ik heb daar
door absoluut geen weerstandsvermogen.
Misschien komt het daardoor ook, dat ik
de laatste paar maanden voortdurend aan
vallen van flauwte heb en perioden van
apathie en overspanning, die bijna altijd,
worden gevolgd door groote uitputting. Ik
begrijp maar niet, wat daarvan de oor
zaak is."
„Vind je dan niet, dat je een dokter noo-
digt hebt een werkelijken dokter, be
doel ik", vroeg Nell, „en niet meneer Lan
caster".
„Ik ben in Londen bij een specialiteit ge
weest", vertelde Claire; „maar die zei pre
cies hetzelfde, wat meneer Lancaster zegt,
dat het louter een zenuwziekte is, en dat,
als ik naar buiten ging en een heel kalm
leven leidde, ik mettertijd weer op krach
ten zou kunnen komen."
„Maar wat ik nog niet begrijp" hernam
Nell, „is, hoe je onder Lancasters voogdij
kwam te staan."
„Oh, dat is gemakkelijk genoeg uitge
legd", zuchtte Claire. „Lancaster en m'n
vader waren vroeger dikke vrienden,
daardoor kreeg Lancaster wel eens in zijn
kwaliteit van advocaat zaken in handen
en langzamerhand gebeurde het, dat Lan
caster haast meer van mijn vader's geld
zaken afwist, dan hijzelf. Onze vrienden
zeiden dikwijls tegen vader dat het niet
verstandig was om zooveel vertrouwen in
één man te stellen, maar vader hield vol,
dat Lancaster door en door eerlijk en op
recht was, en dat hij hem beter dan één
van zijn andere kennissen kon vertrou
wen."
„Ik zou zoo den! en, dat zijn vrienden
in het gelijk gesteld zijn", merkte Nell op.
„Ja, dat vind ik ook, maar vader wilde
niet luisteren. Toen ik bijna zeventien was,
hoorde hij van een paar wonderbaarlijke
mijnboringen, in Navada en maakte plan
nen om zelf eens te gaan kijken. Nadat hij
een tijdje weg geweest was, schreef hij me,
dat hij nog verder van huis zaken te doen
had, waarschijnlijk nog een paar maanden
weg moest blijven en daarom verlangde,
dat ik met mijnheer en mevrouw Lancas
ter naar Engeland zou gaan."
„Mevrouw Lancaster?" viel Nell haar in
de rede.
„Z'n moeder niet tfn vrouw", legde
Claire glimlachend uit. „Ze was een lieve
oude dame. Ik was werkelijk dol op haar.
Vader dacht dat het prettig voor mij zov
zijn om wat meer van Engeland te zien,
voordat hij weer thuis kwam. Wij verlie
ten Amerika, nog voordat ik achttien was.
Het eerste nieuws, toen wij Engeland be
reikten, was dat van mijn vaders dood."
„Zijn dood! Wat verschrikkelijk voor je!"
„Dat was het!" vervolgde Claire. „Ik kan
zelfs nu nog niet goed aan die dagen te
rugdenken. Ik liet alles wat er te regelen
was aan Lancaster over. Maar toen ik over
m'n verdriet heen was, en in staat zijn uit
leggingen te volgen, bemerkte ik. dat de
zaken heel anders uitdraaiden, dan ik mij
had voorgesteld. Hij werd tot mijn voogd
benoemd, en ik stond onder zijn toezicht
tot ik één en twintig zou zijn. Alle zaken
moest hij voor mij regelen. Natuurlijk zou
alles bij mijn meerderjarigheid in mijn
eigen handen komen, en hij en meneer
Hume moeten lan hun beheer verantwoor
den. Hume, dat moet ik je nog vertellen,
was mijn vader's deelgenoot, hij had de
leiding van alle Amerikaansche zaken. Lan
caster zorgde voor de beleggingen."
„En waar is meneer Hume nu?" vroeg
NelL „Dat is zeker degene, aan wien je
dien brief geschreven had?"
„Ja," bevestigde Claire, en een lichte blos
kleurde haar wangen. „Everard is tien jaar
ouder dan ik, maar hij was m'n beste
vriend en speelkameraad. Voordat ik weg
ging, vertelde hij mij hoeveel hij van mij
hield, en dat hij vader om toestemming
gevraagd had. Mijn vader vond mij nog te
jong, maar verklaarde dat hij het een pret
tige gedachte vond als ik met een man als
Everard Hume zou trouwen; we moesten
nog een jaar wachten om te zien of niet
van gedachten veranderde. Eén jaar leek
me toen al heel lang, maar, o Nell, ik heb
er nu al drie gewacht!"
„Drie jaar? Wat is er dan met meneer
Hume gebeurd?"
„Hij beheert de zaken nog. Lancaster
verte1' me. dat alles naar wensch gaat,
maai in meer dan een jaar heb ik niets
meer van hem gehoord!"
„Heb je dan niet geschreven om te on
derzoek >"at er aan de hand "is""'
„Ik s. d -e
op bedrukten toon, „totdat ik geen ant
woord meer kreeg, en toen kwam Lan
caster tusschenbeide. Hij zei, dat hij een
onderzoek ingesteld en bemerkt had, dat
Hume heelemaal niet de man was, die ik
me voorstelde; hij zou me wel vergeten
hebben, en ik moest hem maar niet meer
schrijven. Hij weigert me toe te staan, om,
op welke manier ook, contact met hem te
zoeken."
„Maar als hij werkelijk iets tegen me
neer Hume weet...." opperde Nell aarze
lend. (Wordt vervolgd).
Een belangstellende menigte slaat bet gaan en komen van autoriteiten
op Buckingham Palace te Londen met aandacht gade
De man, die zijn schaapjes
bij Rhenen op het droge
moet brengen, daar de was
der groote rivieren uitge
strekte landerijen onder
water heeft .gezet
Gep. vice-admiraal J. A. M
Bron, oud-commandant der
Zeemacht in Ned Oost-
Indiê, is op 73-jarigen leef
tijd te Driebergen overleden
De Mannenzangvereeniging „Limburgia* legde bij haar bezoek aan
Brussel een krans op het graf van den Onbekenden Soldaat
Herriot verlaat de woning van Laval,
met wien hij een belangrijk onderhoud
had over zijn aftreden
Na het bekend woJden van den moord op den Pastoor van Geysteren. den Zeereerw. Heer G. J. J. Litjens, was dl
publieke belangstelling zoo groot, dat de toegang tot de pastorie bewaakt moest worden. Inzet: het slachtoffer
De Nederlandsche Ambu
lance van het Roode Kruis
in Abessynië. Voor dat
het vertrek naar het front
plaats had, werd de Ned.
Ambulance in het voor
malige Hospital Italiano in
gekwartierd. Na aankomst
cUr k;<ten met m^tor^al