HET HUIS IN DE STILTE De houw var het Feyenoord stadion te Rotterdam De bouw van het nieuwe Feyenoord stadion te Rotterdam vordert snel. Over een groot gedeelte is men thans Een Friesch binnenhuisje met costuums van de 17ae eeuw tot heden op de tentoonstelling .Het bezig met de bekisting der beide tribunes voor het storten van beton. Een kijkje op de werkzaamheden costuum onzer voorouders", welke Woensdag in de Ridderzaal te den Haag geopend wordt Z. H Exc. Mgr. J. P. Huibers, de nieuwbenoemde Bisschop van Haar.em, verlaat de kathedrale kerk van St. Bavo te Haarlem na de plechtigheid der inbezitneming van den Bisschoppelijken Zetel Het opruimingswerk na de aanvaring der spoo brug ove' het Me. wedekanaal bij Weesp door een rijnaak, waardoor de persleiding der Amstei dsmsche gasfabrieken werd vernield en groote zandsteenb-okken van de landhootden der spooi brug werden losgerukt FEUILLETON. Naar het Engelsch van ADELINE SERGEANT. (Nadruk verboden). 12) „Ik geloof, dat we haar nu wel alleen kunnen laten", besloot Lancaster vriende lijk. „Blijft u bij haar zitten, juffrouw Plowden? Neen? Dan zult u de kamenier van juffrouw Valery moeten sturen om een oogenblik bij haar te blijven. En dan doen wij er beter aan, naar beneden te gaan". Na het avondeten gingen zij naar den salon, een saaie kille kamer. Zelfs goed verwarmd en met de lampen aan, maakte deze nog een ongezelligen indruk; Nell zou haast wenschen, dat de lambrizeering ook van van zwart eikenhout was geweest, evenals in de eetkamer en de gangen. Dat deed haar nog prettiger aan den deze op schik van wit en goud. Zij voelde, dat zij zich nooit in dezen salon thuis zou voelen en ze vroeg zich af of de eenzaamheid en de triestheid van het landgoed soms invloed hadden op Claire Valery's zenuwen, en of die de toestand van apathie waarin zij verkeerde, had teweeggebracht. Haar taak leek in ieder geval veel moeilijker dan zij zich had voorgesteld, en zij wenschte van harte weer in Londen bij haar moeder en zuster te zijn. Misschien raadde Lancaster haar gedach ten, want nadat hij haar gedurende een paar minuten scherp had gadegeslagen, merkte hij op: „Ik geloof, juffrouw Davenant, dat u nog al geschrokken bent van den toestand waar in u jufrouw Valery gevonden hebt." „Ik verwachtte zeker niet, dat zij zóó erg ziek zou zijn", bekende Nell vrijmoe dig. „Het lijkt me toe, dat u beter een verpleegster dan een gezelschapsdame had kunnen engageeren." „Ah! Maar nu vergist u zich!" merkte Mr. Lancaster op. „Heeft men u dan niet verteld, dat onze arme Claire aan een soort hysterie lijdt? Het is een eigenaar dige ziekte, en hoewel het vandaag kan lijken of zij op het punt staat om te ster ven, is het best mogelijk, dat zij morgen met u door de bosschen wandelt." „Dat lijkt onmogelijk!" antwoordde Nell. „Het is niet waarschijnlijk, dat geef ik toe, maar ook zeker niet onmogelijk. U kent den aard van deze aanvallen niet zoo goed als ik. Ze komen hoofdzakelijk uit 't zenuwgestel voort, en het zou absurd zijn daarvoor een geroutineerde verpleegster in dienst te nemen, omdat er soms dagen en weken voorbij gaan, zonder dat zij er last van heeft. U kwam toevallig op een onge lukkig moment, maar u zult zich verbazen als u zi&t hoeveel beter ze over een dag of twee is." „Daar zal ik erg blij om zijn", gaf Nell te kennen. „U ziet dat ik geen verpleegster ben, en ik zou absoluut niet weten wat ik in een geval van ziekte moest beginnen. Ik begon me werkelijk al af te vragen of ik er niet beter aan deed maar dadelijk mijn betrekking neer te leggen." „Betrekking neerleggen?" echode Mr. Lancaster. Toen lachte hij hardop. „Betrek king neerleggen? Maar m'n lieve juffrouw Davenant, kom, kom, u moet zich het con tract dat u teekende goed herinneren! U blijft hier ten minste zes maanden, totdat onze overeenkomst bij onderling goedvin den wordt verbroken, en ik verwacht na tuurlijk van u, dat u zich aan uw afspraak zult houden, evenals ik me aan de mijne zal houden. Zes maanden", zei hij verma nend met z'n wijsvinger schuddend. „Denkt u er aan dat is het minste! Dus spreekt u er niet meer over uw betrekking neer te leggen, zoolang het mij behaagt u hier te houden." Nell keek hem aan, en besefte voor de eerste maal de ware beteekenis van de overeenkomst, die zij had aangegaan. „Maar", sprak zij op ontmoedigenden toon, „bedoelt u daar dan mee, dat u mij hier wilt houden, zelfs als ik verlang naar mijn moeder en zuster terug te gaan? U zult my naar ik veronderstel, toch niet tegen mijn wil hier houden?" Zij sprak half glimlachend, om hem op zijn minst in staat te stellen beleefd te blij ven; maar zoo spoedig zette mijnheer Lan caster zijn beleefdheid niet over boord. „U moet zich herinneren, juffrouw Da venant", antwoordde hij minzaam, „dat u hier bent voor mijn pleizier, en niet voor het uwe". IX. De nieuwe gezelschapsjuffrouw. Nell was den volgenden dag heelemaal in den put. Het leek haar toe, dat ze zelfs met honderdvijftig pond per jaar, nog veel te slecht betaald werd. Hetgeen Lancaster had gesproken over geheimhouding, en z'n uitdrukkelijke verklaring om haar op Moat House te zullen houden, of zij wilde of niet, had haar den schrik om het hart doen slaan. Het kwam niet in haar op om zich af te vragen of hij wel gerechtigd was zoo te handelen. Ze geloofde wettelijk en mo reel verplicht te zijn haar woord tegenover Lancaster gestand te doen, ofschoon zij het document dat Geoffrey voor haar op gesteld had, had geteekend, zonder precies te letten op de extra woordjes, die Lancas ter er zoo handig aan toegevoegd had. Zij meende nu, dat zij zich hierdoor onbewust had overgegeven en verplicht was voor ten minste zes maanden op Moat House te blijven, belast met de zorg voor iemand, voor wie zij onnoemelijk veel medelijden vermengd met een weinig vrees, voelde. Want de ziekte, waaraan Claire scheen te lijden, was toch inderdaad een soort geestesziekte. Evenals veel anderen was zij bang voor krankzinnigen, en het idee al leen dat juffrouw Valery aan een soort verstandsverbijstering leed, maakte haar al uiterst nerveus. Lancaster had haar ook al niet bijzonder gerustgesteld, en voor Cy ril's onhandige avances kromp zij ineen. Juffrouw Plowden was geen persoon van wie zij sympathie kon verwachten, en het eenige gezicht in huis, dat haar vertrouwen inboezemde, was dat van den ouden Ja cob den als oud-militair uitziende be diende, wiens oogen soms op haar rustten met een vriendelijk mengsel van eerbied en medelijden, dat Nell wel op prijs stelde, maar toch niet heelemaal begreep. Zij had alleen geluncht daar de beide Lancasters vader en zoon samen waren uit gegaan, en ze had hen niet teruggezien, voordat het theetijd was. Ze kwamen juist den sa lon binnen, toen zij aan het thee inschenken was. Toen verscheen Lancaster in een ge heel nieuw licht. Hij begon te vertellen van de plaatsen, die hij in het buitenland be zocht had en van de vreemde avonturen, die hij beleefd had. Hij praatte op zoo'n in nemende en interessante wijze, dat Nell nauwelijks kon ge.looven, dat dit dezelfde man was, die haar bijna gedreigd had toen zij er over sprak om Moat House te verlaten. Hij was een man met een ge weldige ontwikkeling, en het was zonder ling, dacht Nell, dat zijn zoon zoo'n boe renkinkel was «en zoo'n armzalige opvoe ding scheen genoten te hebben. Het diner werd altijd beter verzorgd wanneer de heer des huizes thuis was, en Nell werd uitgenoodigd om van de meest uitgelezen wijnsoorten, die Lancaster zelf, met veel kosten, uit Hongarije had meege bracht, te proeven. Zij merkte op, dat Cy ril niet op zijn gemak en zelfs tamelijk verveeld scheen te zijn, daar zijn vader re deneerde over dingen, die buiten het kader van den jongeman schenen te vallen. Na het diner werd Nell verzocht in den salon wat te spelen. De eenige liefheb berij die Cyril bezat, kwam nu aan den dag, want hij haalde een fluit te voor schijn en vroeg Nell om hem te begeleiden. „Als u er geen bezwaar tegen hebt mij soms te begeleiden, juffrouw Davenant, zullen wij heel aardig kunnen samenspe len." „Het zal mij een genoegen zijn u te be geleiden", antwoordde Nell. „Maar ik ben bang, dat, wanneer juffrouw Valery beter is, ik heel wat meer te doen zal hebben dan vandaag." (Wordt vervolgd). I het Zweedsche Parlement te Stockholm. Een overzicht van de plechtigheid, welke geschiecde door Koning Gustaaf In tegenwoord gheid der meeste leden van de Koninklijke familie >e opening

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5