DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
27ste Jaargang
WOENSDAG 8 JANUARI 193*
No. 831!
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling
Voor Leiden 19 cent per week 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE
BLADEN.
EERSTE KAMER
Beperking van de
cumulatie.
De Eerste Kamer kwam gisteravond in
vergadering bijeen.
De nieuw-benoemde commies-griffier, de
heer mr. J. van Andel Gz., legt in handen
van den voorzitter de voorgeschreven
eeden af en wordt door den voorzitter ge-
lukgewenscht.
Aan de orde is het wetsontwerp tot wij
ziging en aanvuling van de Pensioenwet
1922 (beperking van cumulatie van inkom
sten en pensioenen).
De heer De Marchant et d'An-
sembourg (N.S.B.) sluit zich aan bij de
leden die het wetsontwerp van te beperk
te strekking vinden. Spr. vreest dat het
psychologisch effect zeer gering zal zijn.
Er is aangedrongen op een duidelijke uit
eenzetting van de cumulatie, doch de re
geering heeft daaraan niet voldaan. Het
oordeel van het volk zal dus blijven be
staan. Spr. zal tegen het ontwerp stem
men.
De heer Moltmaker (Soc. Dem.) zegt
dat er vele soorten van cumulatie zijn en
dat de verwachtingen door dit wetsontwerp
niet wordt bevredigd. Spr. aanvaardt het
slechts op afbetaling, spr. had verdergaan
de maatregelen verwacht. Van deze zaak
is overigens demagogisch misbruik ge
maakt door ter zake onbevoegden. Het is
onjuist dat men de cumulatie met opzet
zou hebben gewild. Spr. constateert te de
zen aanzien misbruiken.
Toch blijven er misstanden bestaan. Er
blijven er die naast ministers-pensioen an
dere pensioenen incasseeren. Dit euvel be
hoorde te worden uitgeroeid, doch dit ge
schiedt niet. Alleen met het oog'op de toe
komst is dit wetsontwerp te aanvaarden.
Spr. vindt het erg dat pensioen gehand
haafd wordt voor menschen met non-acti-
viteitstractementen. Spr. heeft hierop reeds
eerder de aandacht gevestigd. Er is een
Kamerlid dat zijn zilveren jubileum in
zake non-activiteits-tractement vierde.
De Minister van Binnenlandsche Zaken,
de heer De Wilde, hoopt, dat deze wet
goede resultaten zal hebben. De conclusie
van den heer de Marchant d'Ansembourg
bevreemdt spr.; men kan wenschen dat
verder ware gegaan, doch dit is geen re
den om tegen te stemmen.
Spr. ontkent dat de cumulatie onaange
tast wordt gelaten. Er is heel wat op dit
gebied gebeurd. B.v. verwijst spr. naar de
wijziging der artikelen 67 en 69 van de
Pensioenwet in 1923 en 1924.
Spr. zet voorts uiteen, dat er wantoe
standen waren t.a.v. non-activiteitstracte-
menten. Daaraan maakt dit wetsontwerp
een einde. Overigens bedenke men ook dat
aan het Kamerlidmaatschap van iemand
die medeleeft, meer kosten zijn verbonden
dan over 't algemeen wordt beseft. Spr.
vertrouwt dat deze wet in de toekomst
goed gaat werken.
De heer Moltmaker repliceert. Spr.
wil de bestaande cumulatie afgeschaft heb
ben, wat deze wet niet doet, al aanvaardt
spr. het wetsontwerp. De regeering denke
niet dat ze van het vraagstuk af is.
De Minister dupliceert.
Het wetsontwerp wordt aangenomen met
40 tegen 2 stemmen (N.S.B.).
De vergadering wordt te 9.20 uur ge
sloten.
Men kent onze meening: ook wij zijn
niet voldaan over de gegeven oplossing van
het cumulatie-vraagstuk.
En, hoewel wij zeker zouden hebben
voorgestemd liever een half ei, en zéker
liever drie kwart ei, dan een leege dop!
kunnen wij ons toch indenken de redenee
ring van hen, die uit ontevredenheid over
het gebodene tegenstemmen en zich stellen
op het standpunt, dat zij alleen hun mede
werking willen geven aan een dieper in
grijpende operatie, omdat anders de toe
stand kwakkelend blijft.
Aan het Kameroverzicht van de „Nieuwe
Rott. Crt." ontleenen we:
„Afgezien van het non-activiteitstrakte
ment der Tweede Kamerleden, dat in zijn
tegenwoordigen vorm voor de geprivile
gieerde groep afgevaardigden (ex-ambtena
ren, die reeds tijdens de aanneming van ze
ker ongelukkig amendement-Troelstra in
den jare 1923 Kamerlid waren) na 1937 niet
zal worden bestendigd, tast het wetsont
werp eigenlijk geen verkregen rechten aan
en richt het zich alleen tegen „vooruitzich-
DE OMVANG VAN DE JEUGD
WERKLOOSHEID
B. en W. van Arnhem deelen den Ge
meenteraad mede, dat bij de bestrijding
van het zeer ernstige vraagstuk der jeugd
werkloosheid hoe langer zoo meer behoef
te blijkt te bestaan aan een juist inzicht in
den omvang ervan. Noch omtrent den om
vang dezer werkloosheid, noch omtrent de
vakken, waarin de jongeren moeten wor
den gerangschikt, bestaan gegevens.
B. en W. van Arnhem stellen daarom
den Raad voor, 300 beschikbaar te stel
en voor het houden van een dergelijk on
derzoek.
Ook in Leiden kent men niet den om
vang van en de onderscheidingen in de
jeugdwerkloosheid.
En toch zou het om meerdere redenen
goed zijn, die te kennen.
De onlangs opgerichte Katholieke Com
missie inzake de jeugdwerkloosheid heeft
dan ook reeds het initiatief genomen, om
een dergelijk onderzoek in te stellen.
DE PARTICULIERE WERKZAAMHEDEN
VAN EEN KAMERLID
Het Kamerlid Schaepman en de
Bata-fabriek
In de vergadering vam de R.K. Kamer-
kieskringorganisatie 's Hertogenbosch werd
ter sprake gebracht een schrijven van het
Tweede Kamerlid Th. F. M. Schaepman,
waarin deze, naar aanleiding van opmer
kingen in de vorige vergadering, ontkent
dat hij president-commissaris is van de
N.V. Schoen- en Lederfabriek Bata. Hij is
wel lid van den Raad van Beheer van de
N.V. Nederlandsche Schoen- en Lederfa
briek Bata, een zuiver Nederlandsch be
drijf aldus de heer Schaepman dat
reeds bijna vijftien jaar bestaat. De heer
Schaepman ziet in vervulling van deze
functie niets, dat niet strookt met zijn Ka
merlidmaatschap, vooral omdat deze N.V.
door de vervaardiging van producten, die
vroeger niet in Nederland werden ge
maakt, verruiming van werk heeft ge
bracht. De heer Schaepman voelt het dan
ook als zijn plicht tot deze werkverrui
ming mede te werken.
De voorzitter van bovengenoemde Ka-
merkieskringorganisatie deelde mede, dat
de Kamerfractie deze kwestie nog in be
handeling heeft. Voor het overige werd
het schrijven voor kennisgeving aangeno
men.
De bezwaren van de kiezers in den Bos-
schen kring tegen genoemde particuliere
werkzaamheden van het Kamerlid Schaep
man zijn hierop gegrond, dat de Bata-fa-
briek den heer Schaepman in haar bestuur
heeft opgenomen, omdat hij Kamerlid is,
en opdat hij in zijn kwaliteit van Kamer
lid invloed uitoefene op de regeering
ten gunste van deze fabriek.
Ook ons schijnt het toe, dat uit deze
combinatie van functies iets scheefs kan
groeien, en dat zij tot ongewenschte en af
keurenswaardige feiten kan voeren.
Een behandeling van deze kwestie in de
Tweede Kamerfractie van de R.K. Staats
partij is dan ook wel gewenscht. Zooals uit
het bovenstaende blijkt, is die behandeling
er. En wij zullen er dus nog wel van
hooren.
ten". Daardoor blijft inderdaad meer dan
één cumulatie voortbestaan, die tot critiek
aanleiding kan geven, al schuilt in die cri
tiek stellig veel overdrijving en demago
gie ook!
Minister De Wilde durft zijn hand echter
niet in dit wespennest der verkregen rechten
te steken, uit vrees, onbillijkheden te be
gaan. Intusschen is het stellig een aanzien
lijke verbetering van de bestaande rege
lingen, die ook wel degelijk de cumulatie
beperkt, dat voortaan ook de inkomsten
uit politieke ambten (wethouderschap, lid
maatschap van Gedeputeerde Staten, Ka
merlidmaatschap) door zekere anti-cumu
latieve bepalingen bestreken worden. Dit
kan de belangeloosheid der leden van ver
tegenwoordigende lichamen en de zuiver
heid der politieke zeden slechts ten goede
komen. In zooverre juichen wij met den mi
nister de aanneming van dit wetsontwerp
toe".
DR DECKERS BIJ DE DENEN IN DE
LEER.
Bestudeering van crisismaatregelen, In het
bijzonder van den visscherijsteun.
Een speciale verslaggever van de „Tele
graaf' schrijft uit Kopenhagen: Het is vijf
uur in den namiddag. Minister Deckers is
in drukke conferentie met eenige leiders
van departementen, maar wij vinden Zijne
Excellentie terstond bereid, de conferentie
even te onderbreken om ons te woord te
staan over het doel van zijn bezoek aan
de Deensche hoofdstad.
Het is in weinig woorden gezegd, zoo
deelde onze minister van Landbouw ons
mede. Ik wil mij op de hoogte stellen van
de maatregelen, die Denemarken genomen
heeft in verband met de crisis-moeilijkhe
den, en van de wijze waarop die maatrege
len worden uitgevoerd. Daartoe heb ik mij
in verbinding gesteld met de ministers al
hier en de betreffende diensten.
Gisteren, Maandag, ben ik hier gekomen.
Vandaag héb ik verschillende besprekingen
gevoerd met de ministers van Buitenland-
sche Zaken en Landbouw, met de hoofden
van dienst en den directeur-generaal van
den Landbouw. Morgen worden deze be
sprekingen voortgezet. Het ligt niet in mijn
voornemen nog naar Stockholm te gaan.
Het is, zooals bekend, mijn voornemen,
de crisiswetgeving te vereenvoudigen en
daarom acht ik het nuttig hier en daar eens
te kijken, hoe men zich daar uit de impasse
tracht te redden.
Nu toonen de moeilijkheden, welke zich
in Denemarken voordoen, veel overeen
komst met de onze. Ook Denemarken, dat
nog meer dan wij is aangewezen op den
uitvoer van zijn landbouw- en visscherij -
producten, ondervindt tal van belemmerin
gen.
Het kan zijn nut hebben een vergelijking
te treffen tusschen wat men hier doet en
wat bij ons bestaat. Ook de Deensche wet
geving steunt de noodlijdende boeren. Mén
neemt maatregelen van contingenteering
in verband met de elders getroffen invoer
beperkingen.
Voorloopige indruk.
Ik vind nu verschillende competente in
stanties bereid mij voor te lichten. Een ge-
vestigden indruk over de hier in Denemar
ken getroffen maatregelen heb ik mij nog
niet kunnen vormen. Dat is ook niet moge
lijk, want ik ben nog steeds bezig de ver
schillende gegevens te verzamelen. Later
kan ik die dan bestudeeren en vergelijken
met de bij ons getroffen maatregelen.
Maar wel komt het mij voor, dat men
hier in Denemarken wel een en ander doet
en de boeren zoo goed en zoo kwaad als
het gaat tracht te helpen. Ik wist reeds, dat
de toestand hier heel erg moeilijk is. Even
als bij ons is men afhankelijk van wat het
buitenland afneemt en daar Denemarken
altijd een grooter percentage van het to
taal heeft uitgevoerd dan wij, ondervindt
men zoo mogelijk nog ernstiger dan wij, de
bezwaren der gesloten grenzen.
Ik heb reeds ervaren, dat het hier toe
gepaste hulpsysteem eenigszins afwijkend
is van het onze. In hoeverre dat systeem
doeltreffender is of minder doeltreffend, zal
ik moeten leeren uit de voorlichtingen, die
de Deensche regeering met haar ambtena
ren mij op zoo welwillende wijze verstrekt.
Ligt het in uw voornemen ook samen
werking met de Deensche regeering te zoe
ken bij het nemen van maatregelen? zoo
vroegen wij.
Minister Deckers verklaarde, dat deze
aangelegenheid niet ter sprake zal worden
gebracht en niet in beschouwing komt.
„Waar ik mij wel voor interesseer", zoo
vervolgde Zijne Excellentie, „dat is het vis-
scherij -vraagstuk De visscherij hier lijdt,
hoewel ook haar moeilijkheden geheel van
denzelfden aard zijn als bij ons, nog veel
ernstiger onder de crisis dan die in ons
land. Dat geldt ook voor de binnenvissche-
rij. Ik zal daarom de hulpmaatregelen, die
hier in het belang van de visscherij in haar
geheelen omvang zijn getroffen, in mijn
onderzoek betrekken en zien of wij daaruit
iets kunnen leeren ten bate van onze vis
scherij. Het doel van mijn reis is dus de
bestudeering van het crisis vraagstuk in
Denemarken en de wijze waarop men zich
daartegen tracht te verdedigen".
Het onderhoud was afgeloopen en de mi
nister hervatte de even onderbroken con
ferentie.
Donderdag e.k. zal Minister Deckers zich
naar Warschau begeven, waar hij samen
met Minister Gelissen de Poolsche maatre
gelen zal bestudeeren, die genomen zijn in
het belang van handel, nijverheid en land
bouw.
EEN AANKLACHT TEGEN HET EERSTE-
KAMER-LID DE BRUYN.
Een artikel in het Verbondsblad van 6
September 1.1. is aanleiding geworden, tot
een aanklacht tegen het Eerste Kamerlid,
den heer A. C. de Bruyn, voorzitter van
het R.K. Werkliedenverbond, wegens be-
leediging van de N.S.B. De substituut-offi
cier van justitie te Utrecht, Jhr. mr. J. E.
W. Twiss Quarles van Ufford, heeft daarin
aanleiding gevonden tot vervolging over
te gaan. De zaak zal voorkomen 14 Januari
a.s. voor de rechtbank te Utrecht. De juridi
sche adviseur van het R.K. Werkliedenver
bond, de Utrechtsche wethouder mr. J. H.
van M aarseveen, zal den heer De Bruyn
verdedigen.
Het artikel in kwestie ging over de tex
tielstaking in Tilburg.
De gewraakte passage luidt als volgt:
„De textielarbeiders van Tilburg
zijn, nu er herrie in de hut is, de troe
telkinderen van „De Telegraaf" en van
de N.S.B. De N.S.B. die bloedzuigers
zetten de textielarbeiders in een
schunnig strooibiljet tegen de leiders
op. Er wordt over hen, zonder hen ge
handeld. Het zijn de slaven van de vak-
vereenigingleiders, zij worden aangezet
de wilde staking door te zetten. Dat
schrijven de hyena's, die, als zij de baas
zijn, geen schijn van medezeggenschap,
noch minder zeggenschap dulden;
die lieden, die aanhangers zijn van de
dictatuur, die lieden, die door
rijkaards (groote werkgevers) gesteund
worden, om de vakbeweging (de arbei
ders) te bestrijden; die lieden die,
waar zij de kans hébben, Kerk en
priesters onder him lompe voeten ver
treden; die lieden, die voor moord en
doodslag niet terugdeinzen, dat ge
spuis zal nu aan de Tilburgsche textiel
arbeiders komen vertellen wat zij moe
ten doen".
NIEUWE GOUD AANWAS BIJ DE NED.
BANK.
Ter grootte van ƒ7.8 millioen.
Blijkens den jongsten weekstaat van De
Nederlandsche Bank is de goudvoorraad op
nieuw gestegen en wel met ƒ7.8 millioen.
Naar alle waarschijnlijkheid is dit bedrag
afkomstig uit België.
De credietverleening toont slechts een
kleine contractie met rond 1 millioen. De
kaspositie van het Rijk is belangrijk rui
mer geworden.
Het dekkingspercentage der direct op-
eischbare verplichtingen door goud en zil
ver is thans gestegen tot 77.8 pet. (v. w.
77.1 pet).
Het Abessijnsche conflict
EEN NIEUWE ABESSIJNSCHE NOTA
AAN DEN VOLKENBOND.
GENèVE, 8 Januari. (A.N.P.) De Abes
sijnsche gezant heeft opnieuw een nota
doen toekomen aan het Volkenbondssecre
tariaat. In deze nota wordt verklaard, dat
de Italiaansche militaire autoriteiten hun
„politiek van terroriseering" voortzetten
door gifgassen te gebruiken tegen de Abes
sijnsche troepen aan het Noordelijk front.
„Er is geen sprake meer", aldus de nota,
„van incidenteele en toevallige gebeurte
nissen, maar een duidelijke en meedoogen-
looze uitvoering van het plan tot uitroeiing
van het Abessijnsche volk, zooals de Ita
liaansche regeering in de pers heeft aange
kondigd". Op grond hiervan richt de Abes
sijnsche regeering opnieuw het verzoek tot
den Volkenbond een onderzoek te willen
instellen naar de nieuwe en herhaalde
schendingen van het Volkenrecht en de in
ternationale verdragen.
HET 91STE LEGERBERICHT.
ROME, 8 Januari N. P.). Het 91ste
legerbericht luidt als volgt:
Maarschalk Badoglio seint: Aan het front
ten Zuiden van Makalle heeft onze artil
lerie vijandelijke concentraties bij Amba
Aradan beschoten. In de schermutselingen
tusschen patrouilles waarvan melding
wordt gemaakt in het legerbericht No. 89
in de omgeving van Tembien liet de vijand
22 dooden op het slagveld. De luchtvaart
bombardeerde in de omgeving van het
Atsjangi-meer nabij Alamata, ten zuiden
van dit meer, eenige troepen Abessijnen.
Zoodra zij onze vliegers waarnamen, spreid
den zij drie groote Roode Kruisvlaggen
op den grond uit en namen zij in de omge
ving hiervan plaats.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De regen verhindert de krijgsoperaties In
Abessynië. (2de blad).
c-
De vlootconferentie te Londen dreigt een
mislukking te worden. (2de blad).
De gevolgen van de opheffing der A.A.A.
in Amerika. (2de blad).
BINNENLAND.
Minister Deckers en minister Gelissen in
het buitenland. (1ste blad).
De Haagsche gemeenteraad heeft de
motie-de Jong om het openbaar voorberei
dend onderwijs om te zetten in neutraal bij
zonder onderwijs, mc* 25 tegen 20 stemmen
verworpen. (1ste blad).
De beeldhouwer August Falise overle
den. (lste blad).
De goudvoorraad van de Nederlandsche
Bank is verder toegenomen met ruim
ƒ7 374 millioen. (lste blad).
De regeering heeft aan B. en Wè van Am.
sterdam doen veten, dat zij ten opzichte
van de 5 pet. salarisverlaging voor het ge-
meentepersoneel haar eisch onverzwakt
handhaaft, (lste blad).
LEIDEN.
Felle uitslaande brand aan de Hooge
woerd, waarbij twee vrouwen met moeite
werden gered, (lste blicl).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
De historie der NederlandFrankrijk
voetbalwedstrijden. (3de blad).
DE TOTALE MAANECLIPS
HEDENAVOND.
De totaliteit duurt van 1818 tot 18.41 yt uur.
Vanavond zal een totale maaneclips op
treden, die in Nederland zichtbaar zal zijn,
indien de weersomstandigheden willen me-
'dewerken.
Het begin van de verduistering is aan
den Oostelijken rand van de maan om 4 u.
49; de totaliteit treedt in om 6 u. 18 in het
midden der eclips, welker totaliteit 23
minuut duurt. De maanrand verlaat de
kernschaduw van de aarde om 8 u. 11.
De kernschaduw heeft op den maansaf-
stand, pl.m. 384.000 K.M., nog een middel
lijn van ongeveer 8700 K.M. (de middellijn
van de aarde zelf, die wegens de afplatting
aan de polen niet overal dezelfde is, be
draagt ongeveer 12.750 KM.).
Daar deze eclips vrijwel aan den rand
van de kernschaduw plaats vind, is te ver
wachten, dat zij zal behooren tot de hel
dere, in zichtbaarheid, verduisterde opper
vlakte. De kleur is echter zeer varieerend,
door de breking van het licht in onze at
mosfeer; ook kunnen de plaats waar de zon
ondergaat, zee, land, bergen, op den tijd
der eclips, een rol spelen in een en ander.
Moge een heldere lucht het verschijnsel,
de belangstelling waard is, begunstigen.
„N. R. Crt."
AMERIKAANSCHE PETROLEUM
VOOR ITALIË
PARIJS, 8 Jan. (A.N.P.) Naar ver
luidt wordt hier op het oogenblik onder
handeld over een plan, volgens hetwelk
Italië petroleum zou afnemen van een
Amerikaansche' raffinaderij te Hamburg,
vóór de Volkenbondsraad eventueel zal
overgaan tot het afkondigen van een em-
barge op petroleum.
RUSSISCH SCHIP VERGAAN
Twee lijken aangespoeld
MOSKOU, 8 Jan. (A.N.P. Het 2650
ton groote Russ;sche vrachtschip „Donez"
dat op weg was van Leningrad naar Rot
terdam, heeft schipbreuk geleden. In de
nabijheid van Wyborg zijn de lijken van
twee leden der bemanning, alsmede wrak
stukker aangespoeld.