HET HUIS IN DE STILTE Nieuwjaarsreceptie ten Hove. De felicitatie-registers bij de jaarwisseling werden in het M?"rou^ de wed K. v d w?ÏSn"?® de Baronielaan te Breda, bereikte Donderdag den leertijd van 102 jaar. De jub laresse kan Koninklijk Paleis te Brussel deze week druk geteekend bij het lezen den bril nog best missen De Berlijnsche dierentuin is wedeiom een zee-oldant rijk geworden. Het is een exemplaar van respectabele afmetingen In de Rotterdamsche haven is aangekomen de Noorsche wal- vischvaarde- -Anqlo Norse", die ve-bouwd zal worden tot drijvende traankoke ij, met welke verbouwing een haif millioen Noo'sche kronen gemoe'd is Er was Donder dag veel be langstel ing voor het komen en gaan oer diplomaten ter Nieuwjaars receptie Leden van het corps diplomatique verlaten het paleis Noord einde te den Haag na de Nieuwjaarsreceptie bij H. M. de Koningin FEUILLETON. Naar het Engelsch van ADELINE SERGEANT. (Nadruk verboden). 3) Het jonge meisje ging het eerst. Er ging een poosje overheen voordat de volgende werd binnengeroepen, en Nell verwonder de zich er over, omdat zij meende, dat de ze de ongeschiktste van allen was. Toen werd één van de oudere dames naar binnen geroepen, en vijf minuten later volgde de andere. Nell dacht er over, hoe veel zij op elkaar leken, toen zij een glimp van hun lichtgeel haar opving, en een oogenblik bevreemde zij zich er over, dat al de sollicitanten, voorzoover zij ze gezien had, bijna precies dezelfde haarkleur had den. „Misschien is blond hear een vereischte", dacht Nell, met een geamuseerden glim lach. „Hij zei er niets van in zijn brief. Maar m'n foto zal hem wel hebben inge licht. Misschien houdt het ongelukkige meisje niet van menschen met donker haar. Nou, die twee oude dames zijn niet lang binnen geweest! Ze zullen een jonger iemand moeten hebben. Daar gaat het meisje met de bril! Zij leek de aangewe zen persoon voor de betrekking!" Nell begon zich al teleurgesteld te ge voelen Maar zelfs bij deze scheen het on derhoud niet lang te duren, en er verlie pen slechts enkele minuten voordat op nieuw de deur werd geopend en de be diende, een oude man met een militair uiterlijk haar verzocht hem te volgen. Tot haar verwondering verscheen echter het meisje met den bril weer op den drempel. „Heb ik hier een notitieboekje laten lig gen?" vroeg zij kortaf, en liep door naar de tafel. „Kijks u alstublieft eens even of ik het heb laten vallen?" vroeg ze den Nell keek rond naar het vermiste boek je, maar zij was totaal verrast toen het meisje haar plotseling bij den arm greep en haastig influisterd: „Ik doe dit, om u te vertellen, dat ik in uw plaats die betrek king niet zou aannemen. Het lijkt me hier geen zuivere koffie. Ik vond, dat ik u moest waarschuwen!" Toen, met een haastig knikje, gaf zij het zoeken naar het notitieboekje op, en ver- ilet het huis, voordat de oude man goed be grepen had, wat er gebeurd was. „Hierheen alstublieft, juffrouw", zei hij ten slotte, en Nell volgde hem de trap op naar de eerste verdieping, waar zij werd binnengeleid in een vertrek, dat veel groo- ter was dan één der benedenvertrekken, en er veel aardiger uitzag. in. Het onderhoud. De kamer, waarin Nell was binnengeko men, bezat aan den eenen kant een groot raam, dat uitzag op Gower Street, en aan den anderen kant een paar openslaande deuren. Eén van de deuren stond op een kier, maar zij had geen tijd om meer ge waar te worden, want de deur werd heel zachtjes aan de binnenzijde gesloten. Zij vroeg zich af, wie er in de andere kamer was en of daar iemand luisterde?De ge dachte hieraan maakte haar een beetje ze nuwachtig, en met een soort verluchting herinnerde ze zich het gericht van den ouden militair daar beneden. Het leek haar een betrouwbaar gezicht, weliswaar ruw en wat barsch, maar niet sluw of verrader lijk. Het gezicht van den man, die haar nu naderde, sdhonk haar niet half zooveel vertrouwen. Mr. Lancaster was een knappe, magere man van middelbaren leeftijd met een gladgeschoren, scherp geteekend gezicht, een scherpe haviksneus en donker haar, dat boven op zijn hoofd heel dun was. Z'n gezicht was bleek en sterk gerimpeld, en het werd er niet mooier op gemaakt door donkere wallen ond<=r zijn oogen. Hij glimlachte, toen hij zijn bezoekster naderde, en liet daarbij een gave rij tan den zien, maar Nell vond dien glimlach onaangenaam, en over het geheel geno men stond zijn verschijning haar niet aan; maar zijn stem was muzikaal en aange naam. Hij was gekleed in een donker pak met een nette grijze das. „Mejuffrouw Davenant, geloof ik?" be gon hij. „Ik herken u van het portret. U moet me niet kwalijk neemn, maar, toen ik er voor het eerst naar keek, zei ik tot mezelf: „Dat is de jongedame, die juist ge schikt zal zijn voor m'n pupil!" „Is het voor uw pupil, dat u een gezel schapsjuffrouw vraagt?" informeerde NelL Mr. Lancaster boog. Zijn manier van op treden was, hoewel vriendelijk, toch ge reserveerd. Hij zette een stoel voor haar neer, juist daar, waar het licht op haar gezicht moest vallen, terwijl hijzelf, met z'n rug gedeeltelijk naar het raam gekeerd, in een leunstoel ging zitten, en haar cri- tisch aankeek, op een manier zooals een dokter soms een patiënt kan aankijken. „Tja", zei hij langzaam, „het is voor m'n pupil, dat ik een geschikte gezelschaps juffrouw wil vinden. Wij wonen op raad van den dokter buiten en we hebben maar weinig kennissen, het huis ligt vrij afgelegen. Natuurlijk kan ik niet altijd bij m'n pupil zijn, of haar met me meenemen; bovendien is zij ziekelijk en heeft de ver zorging van een vrouw noodig." „Maar ik ben bang", merkte Nell op, nogal teleurgesteld over deze bijzonder heid, „dat ik niet genoeg ervaring heb om gezelschapsjuffrouw te zijn bij iemand met zoo'n zwakke gezondheid. „Ervaring wordt niet vereischt", verze kerde Mr. Lancaster nadrukkelijk. „Sym pathie dat Is alles wat ik voor m'n arme Claire verlang. Ik verzeker u, dat u haar slechts behoeft te zien, om van haar te houden." „Maar waaruit zullen mijn werkzaamhe den bestaan?" vroeg Nell weifelend en ze nuwachtiger dan zij voordien was ge weest. „Die zullen wel meevallen", verklaar de Mh. Lancaster. „Natuurlijk moet u haar gezelschap houden, met haar uit rijden gaan, soms voorlezen of piano spelen ik veronderstel, dat u muzikaal bent en verder u zelf zooveel mogelijk aan haar smaak en verlangens aanpassen." „Dus het is geen zieke verplegen?" vroeg Nell, weer moed vattend. „Neen, zeker niet. Als ze ziek zou zijn, zouden we een gediplomeerde verpleegster voor haar laten komen. Ze is op het oogen blik zelfs niet eens onder doktersbehan deling. Zij probeert nu welken invloed de buitenlucht op haar heeft, en ik zoek een prettige gezelschapsdame voor haar. Dat is alles!" „Het klinkt heel aardig", waagde Nell het te zeggen, „maar mag ik vragen of er nog iemand anders in Luis is, een ouder persoon, bedoel ik, wien ik, als ik moei lijkheden mocht hebben, om raad kan vra gen?" Een oogenblikje verbeeldde ze zich een vreemde glans in Mr. Lancaster's oogen te zien. Maar hij glimlachte beminnelijk. „Ik ben er zelf", antwoordde hij eenvou dig. „Natuurlijk zal ik altijd in staat zijn u op allerlei gebied raad te geven. Ik kan u wel vertellen, dat ik advocaat ben, of schoon ik reeds lang geen geregelde prac- tijk meer uitoefen. Claire Valery is de dochter van een heel ouden vriend; hij ging een lange reis ondernemen, maakte fortuin, maar had in Engeland geen tehuis voor haar. Hij vroeg mij voor haar te zor gen, tot ze één en J wintig was, en ik tracht het vertrouwen, dat mij geschonken werd, waardig te zijn. Maar hij stierf he laas kort voor zijn terugkomst, zoodoende ben ik voogd over zijn dochter." „Juffrouw Valery is nu twintig, zei u toch?" merkte Nell op. „Ja, ze is twintig. Ik verzeker u, juf frouw Davenant, dat u zich volkomen op uw gemak zult gevoelen. Misschien moet ik nog vertellen, dat er nog een huiafcevd- ster is; mogelijk kimt u zich tot torcr wenden als u raad noodig heeft. M**r u lijkt me geen jongedame, die ve^ in vingen noodig heeft. Ik kan (iv kaxtkter op een afstand lezen. U bent sterk en scherpzinnig; ik kan mg* lieve Claire met een gerust geweten aan u «veriaAra.'. (WofcSt *ss*V"oJffd>

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 5