VRIJDAG 3 JANUARI 1936 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN BINNENLAND VOORNAAMSTE NIEUWS 27ste Jaargang No. 8307 3) e £elcbelve0oii^atit DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij voornitbetaAng: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertenliën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 V De oorlog en het dagelijksch leven De menschheid als geheel is wat de in dividuen, de enkelingen zijn. Maar dan in het groot, natuurlijk. Ook het kwaad in het groot. Zoo is de oorlog in het groot, wat de menschen in hun onderlinge verhoudingen te zien geven: Het eigenbelang gaat voor op en alle middelen, om dat na te streven, zijn geoorloofd, als deze ons niet in aan raking brengen met den strafrechter. Dat is in vele, zeer vele gevallen het meest wezenlijke, de basis van de onder linge verhoudingen. De onderlinge ver houdingen tusschen den werkgever en zijn werknemers en omgekeerd, tusschen be- drijfsgenooten, die zich collega's noemen, enz. Niet de oorlogvoering, welke zoo wreed is, maakt de menschen wreed, maar de oorlogvoering is zoo wreed, omdat de men schen wreed zijn. Men moet hierbij, zooals gezegd, rekening houden met het feit, dat een gezamenlijk bedreven kwaad per se veel grooter en dus veel vreese- lijkeris, dan een kwaad op kleinen schaal, hetwelk ten slotte in wezen hetzelfde kwaad is. Een typisch bewijs voor de bewering, dat de oorlogs-moraal een afspiegeling is van de moraal, welke de dagelij ksche on derlinge verhoudingen leidt en beheerscht, is het volgende. Zooals men weet, heeft een Italiaansch vliegtuig bommen geworpen op een Zweedsche ambulance in Abessynië. En de Italianen hebben dat aldus geëxcuseerd: De Abessyniërs hebben ook wreedheden bedreven! Een afschuwelijke moraal. Maar pre cies dezelfde moraal ontmoet men toch ook iederen dag in het leven. Inderdaad, 't is zóó: de oorlog vertoont in het groot het kwaad, de moraal van het dage lijksch leven der menschen. Z. E. Minister Mr. Dr. L. N. Deckers 'te Aalsmeer. Donderdag 2 Januari bezocht Z. E. de Minister van Landbouw en Visscherij Aalsmeer om zich persoonlijk op de hoog te te stellen van de nooden der Aalsmeer- sche kweekers, wier producten zulk een groote vermaardheid hebben verkregen tot ver over de grenzen en die tharts door de exportbelemmeringen in zulk moeilij ke omstandigheden verkeeren. Wegens het stop zetten der treinverbin ding met 1 Januari van de lijn Haarlem- Aalsmeer werd de Minister te Haarlem per auto afgehaald door den Secretaris van den Aalsmeerschen Tuinbouw Bond. Het eerst werd gereden naar de Centrale Aalsmeersche Veiling waar de Minister werd opgewacht door den Burgemeester van Aalsmeer, den voorzitter van den Aalsmeerschen Tuinbouw Bond, den voor zitter der Centrale Aalsmeersche Veiling en de vertegenwoordigers der standsorga nisaties. Na bezichtiging der genoemde snijbloe men- en potplantenveiling, waar de Mi nister met groote belangstelling kennis nam van de belangrijkheid der Aalsmeer sche culturen en van de wijze van verpak king der bloemen bestemd voor binnen- en buitenland, werd de Coöp. Veilingsver- eeniging „Bloemenlust" bezocht waar zich nog enkele vertegenwoordigers van stands organisaties bij het gezelschap voegden en waar de Voorzitter van „Bloemenlust", tevens Voorzitter van den Aalsmeerschen Tuinbouw Bond verschillende toelichtin gen gaf. Hierna had een uitvoerige bespreking plaats ten Gemeentehuize, waarbij nog aanwezig waren de beide Wethouders der Gemeente Aalsmeer. De Minister, die zeer belangstellend was, liet zich uitvoerig op de hoogte stel len van de nooden van de rozen-, serin gen- en potplantencultuur. Na gebruik van een eenvoudige koffie tafel in Hotel De III Kolommen, werden verschillende bedrijven bezocht die een volkomen beeld gaven van de verschillen de teelten in Aalsmeer uitgeoefend. Omstreeks half vijf verliet de Minister 't nijvere kweekerscentrum. De Aalsmeer sche kweekers hebben in zeer hooge mate het bezoek van Z. E. den Minister gewaar deerd, waardoor zij gelegenheid kregen den Minister uitvoerig in kennis te stellen met hun moeilijkheden. Nederlandsche Landbouw producten in Duitschland GROOTERE AFZET. Een nieuw symptoom van de mislukking van Duitschland's politiek om in eigen be hoeften te voorzien is de vergrooting van de contingenten voor Nederlandsche land bouwproducten, die in Duitschland zullen mogen worden ingevoerd, allereerst voor boter. Niettegenstaande het feit, dat het vetverbruik in Duitschland in 1935 belang rijk is verminderd, bestaat er een zoo schrij nend tekort aan-vetten, dat men meer uit het buitenland moet toelaten. De Duitsche boeren, die aan een „Abgabepflicht" on derworpen zijn, d.w.z. dat zij nagenoeg al les, wat zij produceeren, aan den handel moeten afstaan en niet eens genoeg voor de behoeften van hun eigen gezin over houden, zijn met z.g. sabotage begonnen. Dit woord kennen we uit Rusland, en ieder weet, dat het identiek is met het onvermo gen der boeren om aan de te ver opgedre ven eischen der regeering te voldoen. Duitschland kan, wat vetten betreft, en ook vermoedelijk met betrekking tot ver schillende groentenzaden, enz., niet in eigen behoeften voorzien. En, gelijk steeds gedurende de laatste jaren, laat Nederland met zich sollen om te voldoen aan de ver langens van Duitschland op een bepaald oogenblik. Zoo was het, toen de contingen ten steeds meer werden ingekrompen, en zoo is het nu weer. Want Duitschland heeft geen geld om meer te betalen voor zyn invoer dan tot nu toe, echter voor hetzelfde totale bedrag. Tot nu toe geld de bepaling, dat de Ne derlandsche boter in Duitschland voor niet lager dan ƒ1.per k.g. mocht worden ver kocht aan den importeur. Thans zal de ver koop tegen den wereldmarktprijs geschie den, terwijl de Duitsche regeering er na tuurlijk voor zal zorgen, dat in het bin nenland de boter toch niet beneden den vastgestelden prijs voor Duitsche boter wordt aangeboden. Vermoedelijk zullen de importeurs wel heffing of belasting moeten betalen. Oogenschijnlijk is dit voor ons land on verschillig. De exporteurs moesten tot nu toe een zekere exportpremie voor boter naar Duitschland betalen, omdat zij anders veel te veel winst zouden maken, als zij hier de boter tegen de Leeuwarder notee ring kochten en ginds voor 1.— per k.g. aan den man brachten. Wanneer in het ver volg geen exportpremie voor uitvoer naar Duitschland meer behoeft te worden be taald, maakt het voor de exporteurs in derdaad geen verschil uit. Wel echter voor de kas van het Land bouwcrisisfonds, die deze exportpremies als inkomsten kon boeken. Deze kas zal de toe genomen uitvoer naar Duitschland terdege gaan voelen. Want voor iedere liter melk wordt steun betaald, en wanneer er meer wordt uitgevoerd zal het verlies op den export des te grooter zijn. De vroegere regeeringscommissaris, de heer Bückmann, heeft indertijd uitgere kend. dat juist de uitvoer van 10 millioen k.g. boter naar Duitschland tegen ƒ1.— voor ons land zeer voordeelig was. Op grond van dit voordeel heeft hij de onmo gelijkheid betoogd, om de boter in groo- tere hoeveelheid in het binnenland te con- sumeeren. Nu is dat voordeel verdwenen, en zullen we naar Duitschland evenzeer bo ter gaan uitvoeren tegen verliesprijzen, ge lijk dat naar Engeland het geval is. Het gevolg zal een tekort van eenige millioenen in het zuivelfonds zijn. Wat te doen? De heffing in het binnenland nog verder te verhoogen, en ons volk nog meer te laten betalen, opdat wij toch vooral naar het buitenland goedkoope boter kunnen leve ren? Deze verruiming van den boterexport naar Duitschland, die nu te verwachten is en die misschien zeer belangrijk zal zijn, werpt een nieuw licht op de zuivelpolitiek van onze crisisorganen. Gelijk deskundi gen reeds lang hadden afgeleid uit de sta tistische gegevens, is er van een overpro ductie van zuivel in de wereld geen sprake. Tijdelijk, gedurende de ergste crisisjaren, mag het er slechts hebben uitgezien, wat de prijzen betreft, maar door de verbete ring van den toestand in verschillende lan den is daarin reeds een ommekeer geko men. Men kan in de toekomst eer met een stijgend dan met een dalend verbruik van zuivelproducten rekenen. Moeten wij, on danks die vooruitzichten, toch blijven voortgaan met pogingen gelukkig tot nu toe vrijwel vruchtelooze pogingen om onzen veestapel in te krimpen en de bodemcultuur in andere banen te dwingen dan waarin onze land bouwers die zelf wen- schen te sturen? Laat men dit alles ernstig overwegen en het oog open houden voor de mogelijkheden, die de toekomst naar alle Het Amerikaansch-Neder- landsch Handelsverdrag WEDERZIJDSCHE CONCESSIES. Voor onze onderhandelaars is de weg der wederzijdsche concessies nog een be trekkelijk nieuwe. Het spreekt daarbij vanzelf, dat nooit ieder geheel bevredigd kan worden, juist omdat men van weers zijden toe moet geven. Wanneer men ech ter de bepalingen van het verdrag, zooals dat te Washington is opgesteld, in het al gemeen beschouwt, dan ziet men, dat onze onderhandelaars de belangen van den land bouw beter hebben kunnen behartigen dan die der industrie. Dat behoeft natuurlijk geen verwondering te wekken, want Ame rika is een zeer hoog industrieel ontwik keld land, en het kan dus kwalijk invoer van industrieproducten toestaan bij den protectionistischen geest, die er heerscht, terwijl het ten sterkste geïnteresseerd is bij den uitvoer van zijn industrieproduc ten. De verlaging der invoerrechten in de Vereenigde Staten heeft dan ook allereerst betrekking op bloembollen en verschillen de zaden, terwijl daarnaast een aantal che mische producten hetzij verlaging van in voerrecht hebben verkregen, of wel vast- gestled is, dat invoerrechten daarop niet zullen worden verhoogd. Ten slotte be hoort stroocarton tot deze groep, dat toch voor een groot deel een industrieel pro duct is, en Röntgenapparaten, stellig een eer voor de Nederlandsche industrie, be nevens touwwerk. Daartegenover heeft Nederland verschil lende concessies gesteld ten aanzien van contingenteering en monopoliierechten. Wat de laatste betreft, zijn de Amerikaan- sche vruchten en de ingemaakte groenten in een iets gunstiger positie gekomen, zon der dat zulks evenwel belangrijke gevol gen zal hebben. Bij de contingenteering van verschillende industrieele artikelen zijn evenwel aan de Vereenigde Staten be paalde toezeggingen gedaan, wat contin genten betreft, waarvoor de Vereenigde Staten in een ongunstige positie verkeer den, omdat zij in de basisjaren weinig naar ons land hadden geëxporteerd en het con tingent vastgesteld wordt voor ieder land in verhouding tot den invoer in die basis jaren. Bovendien heeft men z.g. autonome contingenten voor de Vereenigde Staten vastgesteld, die dus boven het minimale contingent zijn toegestaan. De artikelen, waarop deze bepalingen be trekking hebben, omvatten o.m. sloten, schoeisel, verschillende textielgoederen, (vooral wollen weefsels), overhemden, lu cifers, draad en spijkers, en andere. Voor de industrialisatieplannen van onze regeering is dit van principieele beteeke- nis. Wanneer men de binnenlandsche in dustrie wil uitbreiden, dan zal daarvoor gedurende eenigen tijd bescherming noo dig zijn, totdat de nieuw opgerichte bedrij ven zich goed hebben georganiseerd en de productie volkomen machtig zijn. De lijst nu, zooals deze thans is vastgesteld, en die aangeeft welke goederen de Amerikanen in belangrijker hoeveelheden dan thans naar Nederland zullen kunnen exportee ren, omvat diverse producten, waarop veler oog zal zijn gevallen, wat de in dustrialisatie van ons land betreft. Daartoe komt zeker de wollen stoffen industrie in aanmerking, omdat Nederland in dat opzicht nog niet in eigen behoeften voorziet, en voorts sloten en dergelijke kleinere metaalwaren, die voor het bouw bedrijf noodig zijn, schoeisel, spijkers en draad, enz. Dit handelsverdrag met de Vereenigde Staten wijst een weg aan. Wij kunnen voor onzen export wèl wat bereiken, dat is thans gebleken. Er zijn andere landen, waarheen de resultaten voor onzen in- dustrieelen export allicht gunstiger zijn dan bij de Vereenigde Staten mogelijk was. Dan moeten wij evenwel ook den invoer van buitenlandsche goederen in ons land mogelijk maken en kunnen wij onze gren zen niet te zeer afsluiten. Men zij dus met industrialiseering, die de Nederlandsche markt voor diverse buitenlandsche in dustrieele producten zou afsluiten, uiterst voorzichtig, en het komt ons beter voor, die industrialisatie allereerst te richten op de bedrijven, die ook voor den export wer ken. Wij zullen in de toekomst meer kun nen exporteeren dan tot nu toe, wanneer wij op die wijze met onderhandelen voort gaan, en wanneer wij de koopkracht van ons land als mogelijke tegenprestatie ten volle bewaren. waarschijnlijkheid zal openen. Laat men vooral niet vergeten, dat de graanproduc- tie in de overzeesche gebieden zal stijgen en dat men vandaar op den duur nog goed- keoper graan dan thans zal kunnen leveren. PLUIMVEEHOUDERIJ EN GRAAN RECHTEN. Waarom de minister bezwaren heeft tegen een restitutie. HOE DE REGEERING HELPT. Reeds geruimen tijd dringt de pluimvee houderij er op aan, dat de pluimveehouders uit het Landbouwcrisisfonds restitutie zul len ontvangen voor de graanrechten, gehe ven op de granen, die als pluimveevoeder worden verbruikt. Gemeend wordt, dat deze maatregel den economischen toestand van de pluimveehouderij aanzienlijk zal verbeteren. Naar wij van bevoegde zijde vernemen, staat de Minister van Landbouw en Vis scherij op het standpunt, dat de gevraagde restitutie van graanrechten op binnenland sche eieren geen aanbeveling verdient. Ver schillende overwegingen hébben hem hier toe geleid. Op dit oogenblik wordt op de eieren, die worden uitgevoerd, reeds resti tutie van graanrechten verleend, waardoor voor de exporteurs een sterke drang tot uitvoer aanwezig is. De prijs van de eieren die worden uitgevoerd, trekt den eierprijs op de binnenlandsche markt op. Deze prijs- verhoogende invloed vermindert sterk, in dien restitutie op alle eieren wordt ver leend en de bijzondere drang tot uitvoer, die thans aanwezig is, wegvalt. Aangeno men moet worden, dat daardoor de eierprijs op de binnenlandsche markt zal inzakken, waardoor het voordeel van de restitutie van graanrechten, althans gedeeltelijk, illu soir wordt. Alleen wanneer dit mechanis me door invoerbelemmeringen van het bui tenland niet meer zou werken, zou het vraagstuk van de restitutie van graanrech ten opnieuw moeten worden bekeken. Een ander bezwaar is, dat de restitutie het Landbouwcrisisfonds ondragelijke las ten oplegt. Er zou daarvoor een bedrag van ongeveer tien millioen gulden noodig zijn. Deze uitgave is onmogelijk te vinden door verlaging van den steun op andere produc ten, vooral niet nu de tarweprijs opnieuw zal worden verlaagd. De eenige mogelijk heid zou dus zijn om de schroef der hef fingen weer veel sterker aan te draaien, hetgeen zeker geen aanbeveling verdient. Doet de Regeering dan niets voor de pluimveehouderij? Het wordt wel beweerd, maar ten onrechte. In het oog moet wor den gehouden, dat de goed beheerde land bouwbedrijven, die zich bijzonder leenen tot de pluimveehouderij dit jaar op het pluimvee geen verlies hébben geleden. Van welk ander product in den landbouw en veeteelt kan dit worden opgemerkt, wan neer men den steun wegdenkt? Vermoede lijk van geen enkel. Bovendien doet de Re geering het mogelijke om den export van eieren in het bijzonder naar Duitschland en Engeland in stand te houden. Om dit te bereiken moeten de Nederlandsche gedele geerden bij de onderhandelingen met die landen dikwijls concessies doen ten nadeele van andere bedrijstakken, maar ten voor- deele van de pluimveehouderij. Ook geldelijk wordt de pluimveehouderij geholpen. De Minister van Landbouw en Visscherij heeft in het Landbouwcrisis- fonds een bedrag van ongeveer twee mil lioen gulden ten behoeve van de pluimvee houderij gereserveerd. Dit bedrag zal zoo noodig tot steun van den prijs van het pro duct worden aangewend. Zoo kan men zich indenken, dat eieren uit de markt worden genomen om éen noodlottige prijsdaling te voorkomen. Wat hier ten aanzien van de pluimveehouderij is opgemerkt, geldt voor een groot deel ook voor de eendenhouderij. De Minister overweegt wat hij ook voor dezen bedrijfstak kan doen. Uit het bovenstaande blijkt, dat de Mi nister ook al zal hij niet tot rechtstreek- sche restitutie van graanrechten overgaan, toch de belangen van de pluimveehouderij en de eendenhouderij waar mogelijk be hartigt UIT DE DAKPANNEN-INDUSTRIE. Een prijsconventie. Uit naam van de commissie van toezicht der dakpannenprijsconventie vraagt men ons plaats voor het volgende: In de dakpannenindustrie is een prijscon ventie tot stand gekomen, waarbij ruim 90 pet. der Nederlandsche dakpannenindustrie is aangesloten. Alle dakpannen zullen voortaan bij afle vering in hun diverse kwaliteiten van een ken teek en worden voorzien en wel: voor eerste soort een roode streep, voor twee de soort een witte streep, voor derde soort een blauwe streep. Het groote voordeel van deze regeling is, dat de belanghebbenden, al of niet deskun dig, kunnen constateeren, welke kwaliteit dakpannen zij op hun bouwwerken ontvan gen DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. BUITENLAND. Zoowel Italië als Abessynië dreigen met krachtiger geweldmaatregelen. Twee Ita- liaansche vliegtuigen neergeschoten. (2de blad). Een aanklacht ingediend tegen de Spaan- sche regeering. (2de blad). De bemanning van de „Perkoetoet" ligt ziek te Bagdad. (Luohtv. 2de blad). BINNENLAND. De minister van Landbouw en Vissche rij heeft in het Landbouwcrisisfonds on geveer twee millioen ten behoeve van de pluimveehouderij gereserveerd. (1ste blad) Nieuwjaarsrede Directeur-Generaal P. T. T. (1ste blad). R. K. BOUWVAKARBEIDERSBOND. Critiek op Regeering en dienst. Dinsdag kwam in Utrecht de Bondsraad van den R. K. Bouwvakarbeidsbond „St. Joseph" bijeen. De vergadering stond on der leiding van den bondsvoorzitter J. An- driessen. De voornaamste punten van behandeling waren: de rechtspositie der bondsbestuur- ders en de werkloozenkas. Ten aanzien van het eerste punt wes door een commissie uit den Bondsraad een rapport uitgebracht. Dit rapport werd ge deeltelijk zonder stemming aanvaard. Over de onderdeelen waarvoor stemming ge- wenscht werd besliste een groote meer derheid voor het standpunt in het rapport neergelegd. Het resultaat was dat de sa larissen met 7 percent werden verlaagd en dat de rechtspositie voor zoover het de pensionneering betreft verbeterd werd. Ten aanzien van de werkloosheidsverze kering voor 1936 critiseerde de voorzitter scherp het feit, dat nu, op den laatsten dag van het jaar, het bondsbestuur zelf nog niet weet wat het met uitkeering en uit- keeringsduur voor 1936 worden moet. Spreker noemde het een onhoudbare toestand dat, zooals nu weer na maan denlange voorbereiding onzerzijds en na dat al zoo lang onze gegevens ten opzichte van den werkloozenkas bij den minister en de Dienst bekend zijn, de leden thans nog niet op een bevredigende wijze kun nen worden ingelicht. Zij die voor deze gang van zaken verantwoordelijk zijn plaatsen het bondsbestuur voor die moei lijkheden. Daar dient noodzakelijk veran dering in te komen. Het behoeft niet per sé zoo te gaan dat elk jaar op de laatste dagen van het jaar gedokterd moet wor den met het subsidie en met de uitkee- ringsduur. Er moet noodig stabiliteit ko men zóó dat tijdig subsidie wordt toege kend en naar sprekers meening een zoo danig voldoende subsidiepercentage als in verhouding staat tot de belangrijke bijdra gen van de leden voor de werkloozenkas. Dan zal de belangrijkheid van de werk loosheidsverzekering ook in de gedachten van de leden blijven bewaard. De regeering doet naar sprekers oordeel onverantwoordelijk als ze in de huidige gang van zaken niet spoedig en afdoende wijziging brengt. Deze door den voorzitter vertolkte op vatting van het bondsbestuur vond in de vergadering, die geladen was van critiek op regeering en dienst, volkomen instem ming. In verband met de onzekerheid ten aan zien van het subsidiepercentage werd be sloten de uitkeeringsduur voor het eerste halfjaar op 20 dagen te zetten. Voor het tweede halfjaar wordt dan nog nader be slist. „Volkskrant" VERGOEDING TARWEBLOEM B. De Minister van Landbouw en Visscherij heeft de Cris^s-Steunbeschikking (Tarwe bloem B) II aangevuld met de bepaling dat een bedrag van 5.25 wordt vergoed, in dien de in het voerbrood verwerkte tarwe bloem B reeds vóór 4 September 1935 bij de verwerkers daarvan aanwezig was. Heffing op boter. De heffing op boter en de vervoervergun- ning voor buitenlandsche boter is voor de volgende week weder vastgesteld op ƒ0.95 per K.G.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1936 | | pagina 1