HET HUIS IN DE STILTE Jeugd-schaakwedstrijden te Assen. Het jeugd-schaaktournooi, dat Maandag te Assen is begonnen mag zich in groote belang stelling verheugen, gezien bovenstaande opname op den eersten dag der wedstrijden Overpeinzingen tijdens het jeugd-schaaktournooi, dat Maandag te Assen werd georganiseerd In de haven van Roermond. De aanlegplaatsen voor schepen, die op vracht wachten, worden langzamerhand geheel ingenomen, nu de schippersbeurs naar Roermond is overgeplaatst Lord Reading, die van 1921 tot 1926 onderkoning van Britsch Indiê was. is in den ouderdom van 75 jaar oveneden Dr. L. Letaert Peerbolte nam Maandag te den Haag afscheid ais directeur-generaal der-, atdeehng Volksgezondheid aan het Departement van Sociaie Zaken. Minister Slmgenbergj speldt den scheidenden functionaris de onderscheiding, welke hem bij deze geegenheid door] H. M de Koningin wed verleend, op de borst De steeplechase, welke te Newbury gereden is, leverde voor menig deelnemer moeilijke momenten op. Een interessant moment tijdens de race Het Zweeasche ijshockey- team won met 3 2 t« Berlijn van de Polen. Een spelmoment FEUILLETON. Naar het Engelsch van ADELINE SERGEANT. (Nadruk verboden). I De advertentie. 1) „Het is voor elkaar", juichte Nell, opge wonden met een brief zwaaiend. „In elk geval behoor ik tot de eerste zes; hij heeft me gevraagd hem te komen bezoeken." „Jij boft maar aardig", merkte haar zus ter Angela bijna jaloersch op. „Ik wou, dat ik de kans kreeg om honderd pond per jaar te verdienen." „Ik weet natuurlijk niet of ik het zal krijgen, maar in ieder geval is het al een prestatie uit al die sollicitanten gekozen te worden." „Denk je dat er zooveel waren?" vroeg Angela. „Je moet bedenken, dat niet ieder een er zin in heeft zich in een eenzaam huis midden op het platteland bij een in valide jongedame te begraven; ik voor mij zou het op het oogenblik vrij onaan genaam vinden." „Maar Angela!" Nell's stem klonk wat weifelend. „Daar heb je heelemaal niet over gepraat. Je was het met me eens, dat de advertentie prachtig leek, en nu ga je opeens zoo redeneeren. Ik geloof beslist, dat je jaloersch bent." Angela lachte. „Dat is niet waarschijnlijk", wierp zij te gen. „Maar misschien was het omdat je zoo bijzonder blij leek om te gaan." „Jij lieve kleine domoor!" En de arm om haar zuster heenslaand „Is 't niet al les voor jullie-bestwil? Als ik wegga en honderd pond per jaar verdien, zal er zoo veel meer geld voor moes en jou over blij ven, en dan kun je bovendien nog van alles voor je uitzet koopen." „Ik heb nooit beweerd, dat ik een uit zet wilde hebbenêê, protesteerde Angela. „Daar is moeder. Je moet het haar nu ver tellen. Langer kun je het niet verborgen houden!" Neli's gezicht betrok. Zij keek weife lend, een beetje beschaamd. „O, Angela!" zuchtte ze. „Ik wilde, dat jij het haar kon vertellen. Ik ben bang, dat ze er heelemaal niet mee ingenomen zal zijn." Met een handgebaar gaf Angela haar on macht te kennen. „Natuurlijk zal zij er niet mee ingenomen zijn", merkte zij op. „Maar je kunt toch slecht zonder haar toestemming een betrek king aanneemn, en ik zou je aanraden je er zoo vlug mogelijk doorheen te slaan." De meisjes wendden zich om, teneinde him moeder, toen zij de kamer binnentrad, te begroeten. Mevrouw Davenant was nog een heel knappe vrouw, ofschoon zorgen en ziekten hun sporen op haar fijn besneden gezicht hadden achtergelaten, maar deze konden de voornaamheid en verfijning, die haar gezicht karakteriseerden, niet verbergen; ook de sierlijkheid in haar bewegingen, waardoor zij zich in haar meisjesjaren on derscheidde, had zij nog niet verloren. In haar zwarte rouwjapon was mevrouw Da venant beslist aantrekkelijk, en over haar wezen lag een zekere lieflijkheid, die nog meer indruk maakte dan werkelijke schoonheid. Ieder, die mevrouw Dave nant aandachtig beschouwde, moest be merken, dat zij gewend was aan verzor ging en steun. Dezen steun had zij jaren lang van haar echtgenoot ontvangen, die een bijna vereerende liefde voor haar koes terde, en al haar wenschen vervulde. Maar haar man was nu reeds een jaar dood, en met zijn dood kwam het nieuws, dat zijn fortuin bijna geheel verdwenen was. Voor het onderhoud van de twee dochters en de weduwe was niets anders overgebleven, dan een lijfrente van ongeveer twee hon derd pond sterling per jaar, waarvan zij zoo goed mogelijk moesten zien rond te ko men. Mevrouw Davenant, die nooit verstand van geldelijke aangelegenheden had beze ten, kon moeilijk begrijpen, waarom zij nu haar verlangens moest beperken, en de dochters konden haar zóó slecht iets wei geren, dat zij onmerkbaar tot vele ver kwistingen werden gedreven. Daarom ver klaarde Nell, dat zij haar eigen brood wil de verdienen, en het bestudeeren van de advertenties in de verschillende dagbladen had tot een groot aantal sollicitaties ge leid, zonder dat van de stellers der annon ce eenig antwoord werd ontvangen. Op dezen regel was echter één uitzondering. Op één van haar brieven kreeg zij ant woord, en Nell was een en al uitbundige vreugde, totdat het oogenblik kwam, waarop zij haar plannen voor haar moe der moest antvouwen, en misschien In verband met hun vroegere „positie" in de maatschappij op tegenstand stuiten. Mevrouw Davenant zonk in haar stoel, en zuchtte toen zij haar witte shawl om haar schouders sloeg. „Bent u wat huiverig, moedertjelief?", vroeg Nell medelijdend, terwijl Angela voor het haard/vuur knielde en probeerde het wat op te poken, zoodat de vlammen nóg hooger oplaaiden. „Ik ben den geheelen dag wat huiverig geweest", antwoordde mevrouw Davenant. „Die koude wind vergt heel wat van me. Ik had zoo gewenscht, dat evenals toen je lieve vader nog leefde naar het Zui den van Italië zouden kunnen gaan. Ik heb nooit gedacht", klaagde ze, „dezen wind in Engeland nog eens te moeten mee maken." „Ik wilde, dat we konden gaan", zucht te Angela. „Het zou veel prettiger zijn dan hier in Londen op kamers te wonen." Zij was een heel ander type dan haar oudere zuster, kleiner en donkerder, wat bleeker en niet zoo knap als Nell, die in het graafschap, waar zij het grootste ge deelte van him leven hadden doorgebracht, voor een schoonheid doorging. „Moesjelief, ik ben overtuigd, dat u den volgenden winter niet in Londen hoeft door te brengen, en ik zal u eens vertellen hoe wij u een winter in de Rivièra zullen verschaffen." „O, mijn lieve kind", zuchtte mevrouw Davenant, „als jullie dat eens konden!" „Kijk eens, moedertje", vervolgde ze op vleienden toon. „Angela en ik hebben heel weinig te doen. Zou het u niet goed lij ken als ik een poosje naar een dame ging, die een vriendin en gezelschapsjuffrouw noodig heeft, en die me mijn onkosten ver goedt en genoeg geld wil geven voor myn kleeren, reiskoesten en dergelijke dingen. Het zou u veel verlichting geven, en we konden met z'n allen gaan sparen om den volgenden winter naar de Rivièra te gaan, begrijpt u?" „Mijn lieve Helena", antwoordde me vrouw Davenant stijfjes. „Als ik je goed begrijp, vertel je me daar, dat je in be trekking wilt gaan." „Daar komt het op neer noes", sprak Nell. „Alles wat ik te doen heb, is piano spelen en voorlezen en verder wat gezel schapsdames gewoonlijk doen; en alleen hiervoor willen ~e me honderd pond per jaar betalen. Ik vind, dat het een pracht aanbod is." Mevrouw Davenant scheen niet zoo ge schokt, als zij verwacht hadden. Zij over woog de zaak en toen zij begon te spre ken, lag er iets weifelends in haar stem. „Natuurlijk!" antwoordde ze. „Het hangt heelemaal van de persoon af, want je moet voor oogen houden, m'n lieve Nell, dat je uit een goede familie komt, ik weet niet, wat Mr. Sydenham daarvan zal zeggen." Mr. Sydenham was de familie-advocaat, op wiens oordeel mevrouw Davenant on voorwaardelijk afging. „Dan is het in orde!" juichte Neli triom- phantelijk. „Want ik ben al bij mr. Sy denham geweest, en hij is het met mij eens, dat het beslist goed zou zijn als ik zelf geld ga verdienen, inplaats van als een nietsnut thuis te zitten." „Wie zijn die menschen eigenlijk?" vroeg mevrouw Davenant. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5