DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN NIEUWJAAR 27ste Jaargang DINSDAG 31 DECEMBER 1935 No. 8305 S)e £cicbehe6oti^omt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij ToonritbeUfing: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustieerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 l GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. lï DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per re ge! Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 1 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT XVJH BLADEN. MORGEN, NIEUWJAARS DAG, ZAL „DE LEIDSCHE COURANT" NIET VER SCHIJNEN. Wij wenschen allen een Zalig Nieuwjaar. Een Zalig Nieuwjaar. De oude chris telijke wensch. Is het nu geëindigde jaar ons zalig ge weest? Heeft ons voor oogeai gestaan ons le vensdoel en hebben wij er naar ge streefd, dit zoo goed mogelijk te verwerke lijken? Onslevénsdoel? En'tis, alsof wij op ons voelen staren die talloozen, die le ven zonder werk, zonder verdiensten, in een voortdurend te-kort die talloozen, wier ellende wij, God-zij-dank, meevoelen. Hebben wij dan een levensdoel? Wij, die niet het onderhoud kunnen ver dienen voor het gezin, dat wij lief hebben. Wij, jongeren, die zelfs niet de mogelijk heid vóór ons zien, om een gezin te kun nen vormen, een eigen thuis, waartoe een ons ingeschapen verlangen ons drijft. Wij, die de dagen en de maanden en de jaren doorbrengen in niets-doen en hoe lang nog? Wij, jongeren, die niet de gelegenheid hebben, om ons te bekwamen in een vak, waarin wij later ons brood zouden kunnen verdienen. Wij, die leven in een maatschappij, die ons als uitgestooten heeft, ons, de armen, de ellendigen. Hebben w ij een levensdoel? Ja, ook gij allen, die zoo spreken moogt, ook gij allen hebt een levensdoel. O, laat uw katholieke courant, uw dagblad, dat gij nog wilt beschouwen als een dagelijk- schen huisvriend, u mogen wijzen op die eenvoudige waarheid een waarheid, die csiomstootelijk vaststaat: gij hebt een le vensdoel, elk uwer dagen, hoe troosteloos- leeg aan werk, hoe droevig-arm aan wat noodig is voor de leniging der stoffelijke en óók zelfs der geestelijke behoeften van u en de uwen, heeft een levensdoel, een hoog, een voornaam, een edel, een schoon levensdoel. Zeker, gij voelt dat niet wij begrij pen het volkomen. Maar gij moet 't toch inzien, tooh b e g r jj p e n. Voor alle menschen is dat levensdoel hetzelfde het levensdoel, dat ons wordt voorgehouden door de rede, en door het Geloof, door ons Katholiek Geloof, zoo schit terend-helder wordt belicht. Dankt God en looft Hem gij, alle men schen, in dezen aller-droevigsten tijd, als gij bezit het Geloof als gij dus dezen tijd kunt bezien in het licht der Eeuwig heid, als gij dus uw gezichtseinder zoo veel wijder kimt uitstrekken, dan de be nauwend-enge omgrenzing van uw bestaan op deze aarde! Het levensdoel van iederen mensch is: God te dienen en zóó zijn ziel zalig te ma ken. Dat is de eenvoudige waarheid, de grond-waarheid van heel ons Geloof, waar aan wij vandaag willen herinneren. En dat groote levensdoel kan en moet dragen het leven van iederen mensch, iederen dag. En: dat groote levensdoel kan en zal als het ernstig wordt na gestreefd voor iederen mensch doen in vervulling gaan den wensch, hem op den eersten dag van het jaar toegesproken en toegebeden: ZaligNieuwjaar! Het geloof is geen beletsel voor een krachtdadig streven, om de stoffelijke goe deren in voldoende mate te brengen onder het bereik van allen; om aan allen te ge ven de gelegenheid, aan rechtmatige ver langens op stoffelijk gebied te voldoen; om aan allen te schenken, wat genoemd wordt een menschwaardig bestaan. Integendeel het Geloof met zijn wet ten en eischen van rechtvaardigheid en naastenliefde verplicht daartoe. En daarom zouden wij in onze nieuw jaarsbeschouwing te kort schieten, als wij ook niet zouden wijzen op den plicht van allen, om zoo veel mogelijk de oeconomi- sche crisis in haar wortels te genezen en zooveel mogelijk de gevolgen van die cri sis voor de slachtoffers, vooral voor de meest-getroffen slachtoffers, te lenigen of te verzachten. Dit is de plicht van allen, van de Over heid en van de enkelingen, de particulieren. Dr. Colijn verklaarde onlangs: „Het tegenwoordig stelsel is bezig vast te loopen; in alle landen. Overal beginen de stemmen, die om verandering roepen, dan ook weer lui der te klinken. De oeconomische verdwazing kan niet blijvend zijn. De gedachte, die neergelegd was in het z.g. verdrag van Ouchy, wordt weer levendig besproken en o.a. met klem aanbevolen in het pas verschenen Engelsche werk: „The next five yaers". De overwinning van menschelijke dwaasheden is moeilijk; zij vordert tijd en geduld. Maar hier k a n ze niet uit blijven, omdat het levenspeil der West- Europeesche volken niet duurzaam kan terugvallen tot dat van een eeuw of zelfs maar een halve eeuw terug, wat toch wel het geval zou zijn, indien de tegenwoordige toestanden inzake het ruilverkeer bestendigd geacht zou moe ten worden". De oeconomische verdwazing m.a.w. de huidige crisis en werkloosheid kan niet blijvend zijn, aldus dr. Colijn. Maar.im- tusschen heerscht zij nog, en is 't er, helaas, in het afgeloopen jaar niet beter op gewor den! En nu weten wij wel, dat de oeconomi sche crisis die een wereld-crisis is niet nationaal of locaal kan worden uitgeban nen, zéker niet in ons land. Zij, die een der gelijke voorstelling wekken, spelen een duivelsoh spel van volksmisleiding! Maar de Overheid van land en provin cie en gemeente heeft tot taak, om zoo véélalshaarmogelijkis de oecono mische crisis aan te tasten in haar oorsprong en de onontkoombare rampen, die er uit voortvloeien, te omperken en terug te drin gen. Moge de Overheid zich van deze taak iederen dag diep bewust zijn. Doch ook de enkelingen, de particulieren, moeten, waar en wanneer zij dat kun nen, aan deze zelfde taak medewerken. Dat is Christelijke plicht! Dat e i s c h t het Christen-zijn, hetwelk wij niet alleen moe ten belijden, maar ook moeten beleven. Wij bidden, dat Gods zegen in het nieuwe jaar ook moge rusten op uw en ons dagblad „De Leidsche Courant". Wij blijven ver trouwen op het daadwerkelijk medeleven van zeer velen in ons uitgestrekt ge west met „De Leidsche Courant" en.ons streven zal er, met Gods hulp, krachtdadig op gericht blijven, om „De Leidsche Cou rant" te doen beantwoorden aan de ver langens en behoeften van de lezers! Nog maals aan ieder onzer lezers: ZALIG NIEUWJAAR. V Krakeel en klein gedoe De voorzitter der Eerste Kamer heeft bij het sluiten van de zitting een héél raak woord gesproken: „De natie is terecht, nu meer dan ooit, krakeel en klein gedoe moede". Inderdaad! En als een politieke partij niet haar in vloed wil verzwakt zien, haar prestige ge schaad en tenslotte verloren dan over- wege zij deze woorden héél ernstig en handele ernaar! Krakeel en klein gedoe in de politiek is de natie moede! V Het z.g. plan van den arbeid N.V.V. en S.D.A.P. zenden samen een nieuwjaarskaartje rond, aldus luidende: „Gelukkig Nieuwjaar voor u en uw ge zin. Het jaar 1935 bracht malaise en crisis. Het jaar 1936 behoeft geen rampspoedig jaar te worden.... als het Plan van de Arbeid wordt uitgevoerd. N.V.V. en S.D.A.P.". Onze nieuwjaars-beschouwing was al ge schreven en gezet, toen wij bovenstaand product van „politieke voorlichting" in ons bezit kregen. Wat wij ervan zeggen? Op de eerste plaats dit: Het z.g. Plan van den Arbeid eischt ernstige aandacht voor zich op; het is sympathiek, inzoover élk plan voor werkverruiming sympathiek is. Of het uitvoerbaar is en de volkswelvaart in werkelijkheid zou verhoogen, wordt door velen betwijfeld en ontkend. Maar dat wil, natuurlijk, niet zeggen, dat N.V.V. en S.D.A.P., welke wij aanvaarden dat on voorwaardelijk de overtuiging hebben, dat het Plan wél uitstekend is dat Plan niet zouden mogen en zelfs moeten propageeren. Doch dan een propaganda, die zich richt op ernstige wijze tot de tot oor- deelen bevoegden in alle politieke partijen, opdat deze er hun wei-overwogen en zake- lijk-gefundeerde meening over uitspreken en spoedig. Géén laag-bij-de-grondsche propaganda voor een ongetwijfeld zeer ernstig bedoeld plan! Dit vooropgezet, willen wij op de twee de plaats opmerken: Het z.g. Plan van den Arbeid kan, óók zelfs, als alle voorspiege lingen, die de makers ervan ons voorhou den, volkomen waar zouden zijn, in 1936 zeker niet den ramspoed, die ons volk drukt, r opheffen, zooals het nieuw jaarskaartje het voorstelt! Een dergelijke voorstelling is, helaas.... misleidend! DE LOONBIJSLAGREGELING VOOR DEN LANDBOUW. De Minister van Sociale Zaken heeft aan alle inspecties voor de werkverschaffing den volgenden omzendbrief doen toeko men: Ik heb de eer, u te verzoeken, ten spoe digste aan alle gemeentebesturen in uw ressort het volgende rondschrijven te zen den: „Namens den minister van sociale zaken heb ik de eer, uw college mede te deelen, dat zeer ernstig de vraag onder oogen is gezien, of de regeling inzake den loonbe slag voor den landbouw na 31 December van dit jaar, al dan niet diende te worden voortgezet. Na ampele overweging heeft de minister deze vraag bevestigend beant woord, doch tevens besloten, de regeling eerst te laten ingaan met ingang van 1 Mei 1936, met de bedoeling, dat zij dan zal voortduren voorloopig tot 30 April 1937. Het is namelijk noodzakelijk, dat verschil lende wijzigingen in de regelingen worden aangebracht. De voorbereiding van een en ander nu vergt eenigen tijd. Door verder den aanvang op 1 Mei te bepalen, wordt tevens het voordeel bereikt, dat aansluiting wordt verkregen met een periode, welke geheel overeenstemt met de gebruiken in den landbouw. In het tijdvak van 1 Jan. 1936 tot en met 30 April 1936 zal de loon- bijslagregeling derhalve niet gelden. Ech ter zal dan in die periode wel voor allerlei extra werkzaamheden, wil subsidie kunnen bouwbedrijf kunnen worden verricht, dus niet alleen voor ontginning van woeste gronden, doch ook voor draineer en, woe len, diepspitten, kleidelven, graven van nieuwe slooten, ophalen van bestaande wa terleidingen enz., evenals zulk6 bij parti culiere ontginningen het geval is, subsidie uit het werkloosheidssubsidiefonds kunnen worden verleend. Indien in uwe gemeente de landbouwers in de komende maanden deze extra werkzaamheden in werkver schaffing willen laten uitvoeren, kunnen zij een daartoe strekkende aanvrage via uw college bij de rijksinspectie indienen, die dan voor verdere behandeling, in overleg met het departement van sociale zaken, zal zorg dragen. Om alle misverstand te voorkomen, zij er op gewezen, dat deze extra werkzaabheden, wil subsidie kunnen worden verleend, moeten worden verricht door werkloozen, die ingevolge de daar voor bestaande'regelen voor hulp ingevol ge de steunregeling c.q. werkverschaffing in aanmerking komen. De loonbijslagregeling, zooals deze zal gelden voor het landbouwjaar 1 Mei 1936 30 April 1937, zal in groote lijnen de vol gende zijn: De plaatselijke commissies, zooallö deze thans reeds voor de toepassing, van de loonbijslagregeling bestaan, zullen, zoowel aan de hand van het z.g. bouwplan 1936, dat door de landbouwers, die tot de bij- sl^gregeling wenschen toe te treden, bij uw college moeten worden ingezonden, als van de werkelijk in het boekjaar 19351936 uitbetaalde loonen (de bedragen welke in 1935 voor de betrokken landbouwers even tueel voor den z.g. loonbijslag in aanmer king kwamen, moeten buiten beschouwing worden gelaten) hebben vast te stellen, welk minimum-loonbedrag in het eerstge noemde boekjaar, dus 1936'37 zal moeten worden verloond, alvorens de loonbijslag regeling in werking treedt. Aan de inspectie zal door uw college dit vastgestelde minimum-loonbedrag ter goed keuring moeten worden voorgelegd. Van overheidswege zal dan kunnen worden vergoed 50 pet. van hetgeen in het bedrijf in het boekjaar 193637 meer aan loon wordt uitbetaald dan het hier zoo juist be doelde minimum-loonbedrag. De hiervoren genoemde 50 pet. bijslag van de overheid, welke dus gegeven wordt in het loon, dat wordt uitbetaald boven het verplichte minimum-loonbedrag, komt, overeenkomstig de regelen van het Werk loosheidssubsidiefonds, voor gemeenschap pelijke rekening van het fonds en uwe ge meente, zoo deze althans voor subsidie van dat fonds in aanmerking komt. Ter voorkoming van misverstand zij er op gewezen, dat het meergenoemde extra be drag aan loon waarover de bijslag van de overheid wordt uitgekeerd, moet worden uitbetaald aan arbeiders, die anders voor hulp ingevolge steunregeling c.q werkver schaffing in aanmerking komen. De te werkstelling heeft-de goedkeuring van de inspectie noodig. De mogelijkheid is niet buitengesloten, dat in bepaalde gevallen, naast de z.g. loonbijslagregeling, nog afzonderlijk subsi die wordt verleend voor uitgesproken ex tra werkzaamheden (draineeren, ontgin nen enz.), gelijk hiervoren is aangegeven. Wanneer uw college van oordeel is, dat in uwe gemeente de hier geschetste loon bijslagregeling in het boekjaar 1936'37 zal dienen te werken, moge ik u namens den minister verzoeken, met mijn inspec tie overleg te plegen, opdat de meerge noemde plaatselijke commissies zoo spoe dig mogelijk haar. arbeid ter zake kunnen aanvatten. Indien het door de uitgestrektheid van de gemeente wenschelijk is, dat meer dan één commissie in het leven wordt geroe pen, bestaat daartegen geen bezwaar, mits zulks geschiedt in overleg met mijn in spectie. Aan de leden van de plaatselijke com missie kan geen vergoeding c.q. presentie geld, in welken vorm ook, worden uitge keerd. Ik vestig er uwe aandacht op, dat deze regeling niet geldt vor de ooftteelt voor den handel. Indien uw college bereid is, tot bovenstaande regeling toe te treden, gelieve u daarvan, zoowel aan den minis ter van sociale zaken als aan mijn inspec tie, mededeeling te doen. Verdere bijzon derheden omtrent de uitvoering zullen u zoo spoedig mogelijk worden gezonden. Er dienen namelijk nog eenige administratie ve voorzieningen te worden getroffen. Voor zoover in uw gemeente een afzonderlijke regeling heeft gegolden voor den tuinbouw c.q. bollen- en bloementeelt, deel ik uw college mede, dat u daaromtrent zeer bin nenkort een nadere mededeeling tegemoet kunt zien." Tevens heeft de minister aan de daar voor in aanmerking komende inspecties medegedeeld, dat de loonbijslagregeling voor den tuinbouw en de bollenteelt voor het geheele jaar 1936 kan gelden. In afwij king van het vorig jaar, toen ten aanzien van den loonbijslag twee verschillende re gelingen bestonden, zal thans voor den tuinbouw en de bollenteelt, in groote lij nen eenzelfde regeling gelden als voor den landbouw, n.l deze, dat de leiders van de bedrijven moeten beginnen zelf een mini mum-loonbedrag geheel voor eigen reke ning te nemen, alvorens de loonbijslag gaat werken. Ook bij den tuinbouw en bij de bollenteelt vergoedt de Overheid dan 50 pet. van hetgeen boven de minimufloon- bedragen aan loon verwerkt wordt. Ook hier zal bedrijf voor bedrijf door plaatse lijke commissie, onder goedkeuring van de inspectie, het minimum-loonbedrag wor den vastgesteld. Echter zal niet, zooals bij den landbouw, het geheele jaar als één periode gelden, doch voor de berekening van het minimum-loonbedrag zal van en kele tijdvakken worden uitgegaan. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAM). Mussolini verklaart den stilstand in de krijgsoperaties in Oost-Afrika. De be grooting door den Italiaanschen minister raad aangenomen. (2de blad). Lord Reading, de vroegere onderkoning van Britsch-Indië, overleden. (2de blad). Kabinetswisseling in Spanje. (2de blad) BINNENLAND. Verzet in de V. S. tegen het handelsver drag met Nederland. (7de blad). De loonbijslagregeling voor den land bouw voor het jaar 1 Mei 1936 tot 30 April 1937. (1ste blad). Uitspraak in de bekende zaak inzake N.S.B.-publicaties. (Rechtz. 1ste blad). Brand in de lading van het sa „Tara- kan". (1ste en 5de blad). Berlijnscbe oplichters in Kerkrade gear resteerd. (Gem. Ber. 5de blad). Voor onze Schakers Het oude jaar goed besluiten, het nieuwe goed beginnen.... Dat is ook de taak van de courant, welke haar lezers van dienst wil zijn. Daarom is het ons een vreugde gevolg te kunnen geven aan het reeds lang maar bijzonder in den laatsten tijd door velen geuite verlangen om in onze courant een schaakrubriek te openen. Deze rubriek bedoelt in de eerste plaats te zijn een handleiding voor hen, die het schaakspel willen lee- ren. Na de groote match EuweAlje- chin is de animo voor de schaak sport geweldig toegenomen, zoodat we verwachten mogen, dat velen vooral vele jongeren het schaakspel willen gaan beoefenen. Wij hebben den heer W. H. v. d. Nat, een bekend eerste klasspeler uit Leiden, bereid gevonden deze ru briek te verzorgen. Wie dus schaken wil leeren, zorge ervoor spoedig een schaakspel aan te schaffen. Wij openen de rubriek Zaterdag, 4 Januari 1936. NIEUWJAARSREDE VAN DEN MINISTER-PRESIDENT De Minister-President, dr. H. Colijn, zal op Nieuwjaarsavond te 9 uur een rede uit spreken voor de N.C.R.V.-microfoon. Hiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimimmiiimiiiiim c E NIEUW FEUILLETON. E Er zijn slechte mannen, zich hul- jjj lend in het vriendenkleed, maar die jr het in werkelijkheid gemunt hebben E 2 op schatten. Zij aarzelen zelfs niet E om jonge meisjes tegen him zin uit te E huwelijken en gevangen te houden E in een kasteel, om zich aldus van E haar rijkdommen meester te maken. E En niet altijd is er, zooals in het 2 feuilleton: E i „HET HUIS IN DE STILTE". 1 E dat heden aanvangt, een liefdevol E hart en een scherp verstand aanwe- E zig om die gevaren van haar af te E E wenden. g Dit alles wordt U verteld in dit g spannend verhaal, dat U tot het ein- S E de boeien zal. ■illllllllllllllllllllllUlllllllllllillllllllllllllBi LEEST DE ADVERTENTIES IN UW DAGBLAD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1