HET BEZIT EN HET DRAGEN VAN WAPENEN LAVAL VOOR DE FRANSOHE KAMER ZATERDAG 28 DECEMBER 1935 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 Hij verdedigt zijn beleid in het Ethiopisch Conflict Het komt vooral ten platteland®, waar vele menschen verspreid wonen veel vuldig voor, dat men zich niet voelig voelt en gaarne een of ander wapen in huis heeft om bij eventueele inbraak of overval te genweer te kunnen bieden. Troebele tijden en onzekere toestanden verhoogen naar veler opvatting de al- gemeene veiligheid niet en vandaar dat zich in de laatste jaren een toenemend streven openbaart zich ter persoonlijke be veiliging een vuurwapen aan te schaffen. Het is echter tevens waar, dat troebele tijden een gunstigen voedingsbodem vin den voor allerle opruiende elementen en daarom is de bevordering der algemeene veiligheid voor de Regeering aanleiding geweest om aan de ongelimiteerde aan schaffing van wapens paal en perk te stel len. Wij zullen daarom in korte trekken eens duidelijk uiteenzetten, wie in het bezit van een wapen mogen zijn, wie dit wapen mo gen dragen en welke wijze de benoodigde toestemming voor het in bezit hebben en voor het dragen van een wapen is te er langen. De vraag, wie wapens mogen dragen is beantwoord bij de wet op het dragen van wapenen .(Wet van 9 Mei 1890 Stsbl. 81). Bij die wet is het verboden op den open baren weg of op eenige voor het publiek toegankelijke plaats een wapen bij zich te hebben. Onder wapens verstaat bedoelde wet: vuurwapens, sabels, wapenstokken en dergelijke voorwerpen. Dit verbod geldt niet voor: le. ambtenaren, die van den Minister, waaronder zij ressoteeren, vergun ning hebben om een wapen bij zich te dragen. Hieronder vallen o.a. com- misaris van politie, officieren en substi tuut-officieren van justitie, burgemees ters en kantonrechters als hulp-officier van justitie. 2e. hen, die een wapen bij zich hebben, dat behoort tot hunne ambtskleeding of bij de door hen met vergunning van het-bo ven hen gestelde openbaar gezag gedra gen kleeding. 3e. hen, die deel uitmaken van de ge wapende macht, rijks, en gemeentepolitie, voor zoover het wapen, dat zij bij zich*heb ben tot him uitrusting behoort. Ook zij, die behooren tot den vrij willigen land storm worden tot de gewapende macht ge rekend. 4e. hen, die op weg zijn naar of van een bijeenkomst om zich in het hanteeren der wapenen te oefenen, mits voor deze bijeenkomst voor zooveel noodig door den burgemeester vergunning is verleend 5e. hen, die op jacht gaan op jacht zijn of van de jaoht wederkeeren, voor zoover zij een jachtakte of een buitengewone mach tiging tot het schieten van schadelijk ge dierte hebben. Dit geldt ook voor de per sonen, die de jagers vergezellen of voor hen met het overbrengen van wapenen van of naar het jachtveld zijn gelast. 6e. heen, die een vergunning hebben tot het schieten van schadelijk gevogelte, voor zoover zij zich daartoe te veld bevinden of zich naar of van het veldbegeven. 7e. hen, die een wapen zoodanig inge pakt vervoeren, dat het niets voor dade lijk gebruik gereed is, mits het vervoer van dit wapen behoorlijk door een gelei- debiljet of door een consent is gedekt. 8e. hen, die van den burgemeester hun ner woonplaats schriftelijk machtiging heb ben om als deelnemer aan een optocht een in de machtiging aangewezen wapen bij zich te hebben gedurende den tijd in de machtiging uitgedrukt. Valt men niet onder vorenstaande cate- goriën en wenscht men een wapen te dra gen, dan moet men daartoe speciale mach tiging vragen aan den Commissaris der Koningin. Natuurlijk verleent de Commis- raris deze machtiging slechts als er bij zondere redenenen voor bestaan, b.v. aan bankloopers of personen, wier beroep me debrengt, dat zij veel op eenzame wegen vertoeven. Alvorens een beschikking te nemen vraagt de Commissaris der Koningin het advies van het hoofd der plaatselijke politie. Op die manier wordt voorkomen, dat machtigingen onnoodig worden uitge reikt of dat machtigingen worden ver strekt aan personen, van wie niet is te verwachten, dat zij in moeiijke omstandig heden hun zenuwen weten te beheer- schen. Wij hebben het thans gehad over de bepalingen van de wet op het dragen van wapenen. Maar er is nog een an dere wet: De Vuurwapenwet. Deze wet verbiedt een vuurwapen of munitie te vervaardigen, te herstellen of voorhanden te hebben. Het verbod tot het voorhanden hebben van een vuurwapen geldt niet: a. voor een publiekrechterlijk lichaam (rijk, provincie, gemeente, waterschap). b. voor hem, die voor een publiekrech terlijk lichaam een wapen onder zich heeft. c. voor hem, die valt onder de om schrijving onder le, 2e en 3e hiervoren vermeld. d.voor hem, die teen jachtakte heeft tot 't schieten van wild. Deze uitzondering be perkt zich evenwel tot het hebben van één schietgeweer. e. voor hem, die van den Commissaris der Koningin vergunning heeft tot het dragen van wapenen. Ieder ander, dus ook hij, die vergunning heeft om vogels te schieten, volgens de Vo- gelwet of om schadelijk gedierte te schie ten volgens de Jachtwet, moet om een vuurwapen voorhanden te mogen hebben, in het bezit zijn van een uitdrukkelijke machtiging van het moofd der poitie zij ner woonplaats of van den Commissaris der Koningin. Het verzoek om machtiging om een vuurwapen voorhanden te mogen heb ben wordt gericht in gemeenten, waar een Commissaris van Politie is tot deze en in de overige gemeenten tot den burgemees ter. Binnen een maand wordt op de aan vrage beschikt. Goedgunstig wordt slechts beschikt voor zoover eenig redelijk belang dit vordert en misbruik van de machtiging niet is te vreezen. De machti ging kan tot bepaalde tijden en plaatsen worden beperkt. Gewoonlijk wordt zij voor een jaar verleend. Wordt de mach tiging niet verleend, dan is de afwijzende beschikking met redenen omkleed. Tegen de beschikking van den burgemeester of commissaris van politie staat binnen 14 dagen na dagtekening daarvan beroep open bij den Commissaris der Koningin. De hoofden van plaatselijke politie zijn ten allen tijd bevoegd een door hen of in be roep door den Commissaris der Koningin verleende machtiging bij eene met rede nen omkleede beschikking of intrekking staat beroep open bij den Commissaris der Koningin. De bevoegdheid om een vuurwapen voor handen te hebben sluit in zich de bevoegd heid om de munitie, die bij dat vuurwapen behoort, voorhanden te hebben. Onder vuurwapenen verstaat de wet niet alleen schietgeweren, pistolen en revolvers doch ook bommen, handgranaten, en soortgelijke voorwerpen. Aangeteekend zij voorts dat onder vuurwapenen mede val len alarmpistolen en andere soortgelijke voor bedreiging of afdreiging geschikte voorwerpen, met uitzondering van die wel ke geen loop of een kennelijk verkorten loop hebben en welke zoodanig zijn in gericht, dat zij enkel losse patronen van een kaliber .an niet grooter dan 6 mM. kunnen bevatten, terwijl de ligplaats van die patronen en de gasuitlaat loodrecht staan op den loop of op de lengterichting van het voorwerp. De gemeenten hebben de bevoegdheid om van de door den burgemeester of den commissaris van politie verleende machtigingen een recht te heffen als ver goeding voor kosten van administratie en toezicht. Het bedrag dier vergoeding is bij Kon. Besluit bepaald op 1.In den re gel wordt dit bedrag van ƒ1.slechts ge heven bij de eerste verstrekking der mach tiging. Bij verlenging, als de tijdsduur der machtiging is verstreken, rekent men ge woonlijk 0.25 of 0.50. Wij hebben het nu gehad over het voor handen hebben van vuurwapenen maar de gestelde voorschriften zouden niet tot hun doel leiden, als ook het afleveren en het vervoer van vuurwapenen niet aan be perkende bepalingen was gebonden. Iemand, die een vuurwapen wenscht te koopen, moet zich wenden tot het hoofd van politie zijner gemeente om een bon. Deze bon werd hem uiteraard slechts ver strekt, indien hij bevoegd is om een vuur wapen voorhanden te hebben. Met deze bon gaat hij naar dengene van wie hij het wapen wenscht te koopen, welke laatste bij het hoofd der politie zijner eigen ge meente voor een geleidebiljet zorgt, op welk geleidebiljet de kooper het vuurwa pen naar zijn besteming kan vervoeren. Bij het verzoek om een geleidebiljet moet een schriftelijk formulier van aan vrage worden ingevuld. Dit formulier kost 0.25. De gemeente kan voor ieder wa pen, waarvoor het geleibiljet geldt 0.25 vragen maar zij behoeft dit niet te doen en kan ook met een billijker vergoeding vol staan. Als men zonder daartoe gerechtigd te zijn een wapen draagt is men strafbaar, terwijl het wapen, waarmede de overtre ding wordt gepleegd kan worden verbeurd verklaard. Eveneens is zulks het geval als men onbevoegd een vuurwapen voorhanden heeft. Is men dus zonder machtiging in het bezit van een vuurwapen, dan loopt men bij ontdekking niet alleen de kans, dat men een boete krijgt doch ook nog dat men zyn geweer kwijt is. De burgemeester of commissaris van po litie kan gelasten, dat personen, die vuur wapenen of munitie voorhanden hebben, deze binnen een daarvoor te stellen ter mijn op daartoe aan te wijzen plaatsen in handen hebben, deze binnen een daarvoor te stellen termijn op daartoe aan te wij zen plaatsen in handen van daartoe aan te wijzen personen aan de gemeente in bewa ring geven. Deze last beperkt zich tot hen, die de vuurwapenen onbevoegd voorhan den hebben In bijzondere omstandigheden kan de evenbedoelde last van den burge meester of commissaris van politie zich tot allen - dus ook tot hen, die met mochtiging een vuurwapen hebben uit strekken, doch dan is speciale machtiging van den Minister van Justitie daartoe noo dig. Niet voldoen aan het bevel van den burgemeester of commissaris van politie ter zake is strafbaar ongeacht de straf, die staat op het onbevoegd voorhanden heb ben van het vuurwapen. De in bewaring gegeven vuurwapenen en munitie worden, voor zooveel het hoofd der plaatselijke politie dit noodig acht, voor onmiddellijk gebruik ongeschikt ge maakt. Over de in bewaring gegeven vuur wapenen en munitie kan de rechthebbende beschikken met goedvinden van het hoofd der plaatselijke politie. Men kan dus zoo'n vuurwapen, dat men heeft ingeleverd, ver- koopen mits men maar zorgt, dat het aan aan een tot het bezit van een vuurwapen bevoegde is verkocht. Volgens de betref fende bepalingen is voor het in bewaring geven van vuurwapenen en munitie een be loon verschuldigd aan de gemeente van EEN BELANGRIJKE ZITTING Zooals was vastgesteld, is gistermiddag te 3 uur de Fransche Kamerzitting begon nen ter behandeling van de door afgevaar digden van verschillende politieke richtin gen ingediende interpellaties over de bui- tenlandsche politiek van Frankrijk, in verband met de gebeurtenissen van de laatst^ weken en in het bijzonder met be trekking tot de Britsch-Fransche vredes voorstellen voor het Italiaansch-Abessyni- sche conflict, die inmiddels door den gang van zaken in Engeland en door de afwij zing door den Volkenbondsraad als afge daan beschouwd kunnen worden. Dadelijk na de opening van de zitting nam de minister-president en minister van buitenlandsche zaken, Laval, het woord. Hij herinnerde aan zijn verklaringen van tien dagen geleden. Reeds toen had hij ge zegd, dat de pogingen om een vreedzame regeling van het Oost-Afrikaansche con flict te bereiken, in overeenstemming moes ten zijn met den geest en de grondslagen van den Volkenbond. Sedert dien waren er ernstige dingen gebeurd. Sir Samuel Hoare was afgetreden en de Engelsche re geering had de Parijsche voorstellen, die hij samen met Sir Samuel Hoare had uit gewerkt, voor dood verklaard. De Abessy- nische regeering toonde zich verontwaar digd over de offers, die zij moeten bren gen. De Italiaansche regeering heeft bij het onderzoek van de voorstellen niet het begrip getoond, dat men had mogen ver wachten. Verschillende omstandigheden hadden de taak niet gemakkelijker ge maakt. Door dit alles is de toestand niet ver beterd, doch waren moeilijke kwesties aan de orde gekomen, waarover Laval thans zyn meening wil zeggen. Het belangrijkste is te weten, of de po litiek, die hijzelf als minister-president heeft gevoerd, in overeenstemming is met de belangen van Frankrijk of niet. Dat is de eenige vraag, die door de Fransche Ka mer onderzocht moet worden. Laval zeide niet te betreuren, wat hij had gedaan. Het ging er slechts om of hij in strijd was ge komen met de verplichtingen, die Frank rijk tegenover den Volkenbond op zich heeft genomen, en of hij voor het oogen- blik of voor de toekomst de veiligheid van Frankrijk in gevaar had gebracht. Ter uitvoering van paragraaf drie van artikel zes van het Volkenbondsstatuut had Laval zonder aarzelen tegenover Engeland voor Frankrijk de verplichting op zich ge nomen, Engeland ter zee, te land en in de lucht te steunen, wanneer het door Italië vanweze de toepassing der sanctiemaatre gelen aangevallen zou worden. Laval ^eide er prijs op te stellen, alle bij de internationale publieke opinie even tueel nog bestaande misverstanden uit den weg te ruimen, door dit hier openlijk te herhalen. Laval gaf toe, dat hij vreesde voor een incident. De geschiedenis heeft daar vele voorbeelden van. Frankrijk zou door een dergelijk incident gewikkeld kunnen wor den in een oorlog, dien hij ten koste van alles wilde vermijden. Met Hoare had hij onder den indruk van dit gevaar beraadslaagd over de kwestie van het petroleum-embargo. De voorstellen, die men overdreven had genoemd, hadden Hoare en hij verstandig geacht. Overigens waren zij niet onver anderlijk. Sommigen verklaren, dat in de eerste plaais het eerbiedigen der internationale overeenkomsten van belang is. Welnu, deze overeenkomsten hebben in de eerste plaats ten doel den oorlog te verhinderen en zijn uitwerking te begrenzen, en niet den oor log algemeen te maken. Men had Laval gevraagd of hij niet vreesde, op een dag te moeten betreuren dat hij de middelen had beperkt die de andere landen ter beschikking van Frank rijk zouden kunnen stellen om het tegen een eventueelen aanval te beschermen. Dat was het grootste verwijt, dat men hem voor de voeten had geworpen. Hiermede kwam hij op een zeer lastig terrein. Theo retisch moest de Volkenbond zijn kracht erin vinden, dat hij de geheele wereld om vatte. In werkelijkheid is dat niet ten vol le bereikt. De uitvoering van zijn taak is daardoor veel moeilijker geworden. De Volkenbond zou zichzelf tot misluk- 0.25 per K.G. gewicht, doch ten minste 0.50 '8 jaars. Over 't algemeen wordt de controle op de vuurwapenwet door de politie streng opgenomen en vindt regelmatig tusschen de diverse plaatselijke politieautoriteiten samenwerking te d^zer zake plaats. Sinds in 1932 de overtredingen tegen de vuurwa penwet strafbaar zijn gesteld in som mige gevallen wordt zelfs een zeer zware straf bedreigd is de controle op de nale ving zal intensiever geworden en het is te voorzien dat ter zake steeds strenger zal worden opgetreden. Zij, die onbevoegd een vuurwapen voorhanden hebben doen daarom het beste om de vereischte machti ging aan te vragen dan wel het wapen aan de gemeente ter bewaring aan te bie den. VAN IERSEL. Noordwijkerhout, king doemen wanneer hij zou weigeren zelf te bepalen hoever hij kon gaan. Daar om had Laval altijd op het standpunt ge staan, dat naast de algemeene verplichtin gen, rekening moest worden gehouden met de wijze, waarop deze uitgevoerd moesten worden. De rede van Laval werd verscheidene malen onderbroken door interrupties van links en applaus van de rechterzijde of van de midden-groepen. Léon Blum het spreken belet De eerste spreker na Laval was de socia listische leider, Léon Blum. Hij verweet Laval, dat hij niet namens de Fransche regeering had gesproken. Lavals politiek was mislukt, omdat hij geen nieuwe op dracht voor bemiddelingspogingen van Frankrijk en Engeland had gekregen. Van alles wat hij tien dagen geleden in de Ka mer had gezegd, was niets overgebleven dan Laval zelf. Léon Blum werd voortdurend onderbro ken door interrupties van rechts, die som tijds zeer fel waren en hem het spreken zoo moeilijk maakten, dat hij, blijkbaar om nieuwe krachten te verzamelen, den voorzitter verzocht de vergadering vijf mi nuten te schorsen. Aan dit verzoek werd voldaan en na de korte pauze zette Léon Blum zijn aanval op de regeeringspolitiek voort. Het ItaliaanschAbessynische con flict zou geen oorlogsgevaar voor andere veroorzaken, wanneer alle staten vastbe sloten waren, den aanvaller geen steun te verleenen. Vandaag de beslissing Nadat nog eenige sprekers het woord hadden gevoerd, werd de zitting der Ka mer verdaagd tot hedenmorgen. De beslis sende stemming wordt hedenmiddag ver wacht. Het Abessijnsche conflict BIJSTAND BIJ AANVAL IN MIDDELLANDSCHE ZEE. Alle gepolste landen bereid aan hun bondsverplichting te voldoen. Thans is antwoord binnengekomen van alle aan de Middellandsche Zee gelegen landen, die door Engeland gepolst zijn met betrekking tot de houding, die zij denken aan te nemen ten aanzien van den weder- zijdschen bijstand krachtens het Volken bondspact. De desbetreffende landen zijn Frankrijk, Joegoslavië, Griekenland en Turkije. Alle hebben geantwoord, dat zij hun verplichtingen krachtens par. 3 van art. 16 ingeval van een niet-uitgelokten aanval op Engeland in de Middellandsche Zee zullen vervullen. Deze verplichting moet natuur lijk niet worden verward met de militaire sancties, die een geheel andere kwestie is. Ingeval wederzijdsche bijstand noodig mocht worden, gelooft men, dat deze even eens op de Roode Zee van toepassing zal zijn. De antwoorden der bovengenoemde re geeringen staan gelijk met een bevestiging van de resolutie, die door de Geneefsche coördinatie-commissie is aangenomen, toen in October de sancties werden besproken. VREDESVOORWAARDEN VAN DEN NEGUS. De vredesvoorwaarden van den Negus zouden, naar uit geloofwaardige bron ge meld wordt, omvatten de terugtrekking der Italiaansche troepen, schadeloosstelling voor Abessynië, en de erkenning van Abessynië als souvereinen staat door de mogendheden. De voorwaarden van den Negus omvat ten eveneens de demarkatie van de grenzen tusschen Abessynië en de Italiaansche ko loniën door een internationale commissie, benoemd door den Volkenbond. Abessynië zou gaarne buitenlandsche bij stand en raad ontvangen op economisch, financieel en administratief gebied, doch geen enkele Italiaansche ambtenaar zou worden geaccepteerd. Ofschoon de eisoh inzake schadeloosstel ling vermeden zou kunnen worden, is het onwaarschijnlijk, dat de Abessyniërs, tenzij zij verslagen worden, op andere dan de ge noemde voorwaarden over den vrede wil len onderhandelen. KERSTBOODSCHAP VAN DEN NEGUS. Het Abessynische gezantschap te Londen publiceert een Kerstboodschap van Abessy nië aan het Engelsche volk. Hierin wordt het volgende gezegd: Gij, rechtvaardige mannen en vrouwen van het machtige Britsche Rijk, en gij Mohamme danen overal ter wereld, luistert naar de roepstem uwer nederige en ongelukkige Abessynische broeders. Op een uur, dat de wereld feestviert, moet het Abessynische volk strijden en doo- den. Moet het zich laten dooden, zonder dat hiervoor een geldige reden is. Abessynië heft daarom de handen op naar God en naar alle volkeren van rechtvaardigheid en eer, en smeekt hun een eind te maken aan de wreede slachting van Abessyniërs en van onschuldige Italianen. De wereld kan zeker één volk, hoe sterk en trotsch het ook moge zijn, een halt toeroepen, en het verhinde ren, zich aan plundering en moord schuldig te maken. Zijt gij bevreesd voor slechts één volk? Hébben het egoïsme en de diplomatie laf aards van u gemaakt? Laat u terwille van uw naam niet door één enkelen man de les lezen. De Abessyniërs zijn niet bevreesd om den strijd voor him honderdjarige onafhanke lijkheid voort te zetten, doch zij kunnen niet begrijpen, waarom de geehele wereld werkloos blijft toezien, terwijl een goed gewapende aanvaller een weerloos volk tracht te dooden en uit te plunderen. Wanneer gij feest viert, mannen en vrou wen, vergeet dan niet de arme weerloo- zen, vrijelijk en uit den grond van 'uw hart. Gedenkt hen in uwe gebeden en steunt de armen en verdrukten. Dat ieder doet, hetgeen hij zou willen dat hem gedaan werd, en de wereld zou een plaats van vrede en geluk zijn voor de menschheid. ITALIË VERWACHT VOORLOOPIG POLITIEKE RUST. In vooraanstaande Italiaansche kringen verwacht men, dat tot in de helft van Ja nuari geen verandering in den politieken toestand zal intreden, doch dat alle betrok kenen tot dan toe een afwachtende houding zullen aannemen. Men verwijst naar de in .de laatste dagen te Parijs en Madrid gepu bliceerde rechtzettingen in verband met de Engelsche enquête inzake de militaire sa menwerking in de Middellandsche Zee te gen Italië, en is van meening, dat in de ko mende weken van te verwachten politieken stilstand een hausse van geruchten zal ont staan, waartegen reeds thans, vooral voor zoover het mededeelingen van militairen aard zullen zijn, gewaarschuwd moet wor den. VAN HET OORLOGSFRONT. Abessijnsch succes aan den straatweg van Makalle naar Adoea. Volgens Abessijnsche berichten van het Noordelijk front hebben in het gebied van Tembien de Abessijnsche troepen nieuwe vorderingen gemaakt. Dedjas Hailoe Kebe- de, die het, bevel voert over een groote Abessijnsche voorhoede, heeft met succes eenige Italiaansche posten aangevallen, die zich ter weerszijde van den straatweg van Makalle naar Adoea hadden ingegraven. Men zou hierbij elf machinegeweren, 200 geweren en de daarbij behoorende munitie hebben buitgemaakt. Volgens berichten van het Zuidelijk front toonen in het district Bali de vliegtuigen weer een groote activiteit. De reeds eeni- gen tijd verwachte groote Italiaansche aan val bij de Webbe Sjebeli is nog steeds niet begonnen. Strijd bij de Takazze. Het Italiaansche legerbericht No. 81 luidt als volgt: „Maarschalk Badoglio telegra feert: gistermiddag heeft een van onze de tachementen, welke een verkenning uit voerde in het gebied van de Takazze een bende gewapende Abessyniërs teruggedre ven nabij Afgaga. Aan 's vijands zijde zijn ernstige verliezen geleden, aan onze zijde vielen zes zwarthemden en drie Eritreeërs, terwijl vier officieren, negen zwarthemden en 37 Eritreeërs werden gewond. Aan het geheele front ontwikkelde de luchtmacht een levendige actie. Italiaansch vliegtuig bij Daggaboer vermeesterd. Uit Addis Abeba wordt gemeld: Twee Ita liaansche vliegtuigen, die boven Daggaboer vlogen, zijn door de bevolking met geweer schoten bestookt. Eén der toestellen werd gedwongen een noodlanding te maken. De bevolking doodde den bestuurder en maak te zich meester van de wapenen, die zich in het vliegtuig bevonden. De vliegtuigen hadden geen bommen laten vallen. In Addis Abeba doet het gerucht de ron de, dat aan het front in Tigré weer hevig gevochten wordt. De troepen van Ras Kassa zouden een nieuw offensief hebben ontke tend en optrekken naar Adoea. De troepen van Dedzjas Kassa Sebbat zouden in het Noorden vam Tembien oprukken en Abbi Addi bezetten. Dedzjas Makonnen is met zijn troepen tot aan de poorten van Harrar genaderd, maar is de stad niet binnengetrokken, daar mede de overeenkomst eerbiedigend, krach tens welke Harrar een open stad is. Om dezelfde reden werden de Europee- sche officieren, die aan het front, van Oga- den medewerken en in een hotel te Harrar logeerden, uitgenoodigd buiten de muren der stad te blijven. Twee noodlandingen bij Addis Abeba. Te Addis Alam, op ongeveer 15 K.M. van de hoofdstad, is een Engelsch Roode Kruis- vliegtuig neergestort. Het kwam van Char- toum en viel, na een boom geraakt te heb ben. Lloyd, de bestuurder, werd hevig aan gelaat en armen verwond. Zijn vrouw, die hem vergezelde, kreeg verwondingen van lichter en aard. Beiden werden naar Addis Abeba vervoerd. Er zijn thans twee expedities met vracht auto's en muilezels uit de hoofdstad ver trokken om hulp te verleenen aan het En gelsche vliegtuig en aan een Duitsch vlieg tuig, dat Woensdag eveneens een noodlan ding heeft moeten maken in de nabijheid van Addis Abeba. De inzittenden der Duitsche vliegmachine zijn ongedeerd. leder pak HONIG's VERMICELLI hon'ig" 'bouillonblokje GRATIS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5