HET BEZIT EN HET DRAGEN VAN
WAPENEN
LAVAL VOOR DE FRANSOHE KAMER
ZATERDAG 28 DECEMBER 1935
DE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Hij verdedigt zijn beleid in het Ethiopisch Conflict
Het komt vooral ten platteland®, waar
vele menschen verspreid wonen veel
vuldig voor, dat men zich niet voelig voelt
en gaarne een of ander wapen in huis heeft
om bij eventueele inbraak of overval te
genweer te kunnen bieden.
Troebele tijden en onzekere toestanden
verhoogen naar veler opvatting de al-
gemeene veiligheid niet en vandaar dat
zich in de laatste jaren een toenemend
streven openbaart zich ter persoonlijke be
veiliging een vuurwapen aan te schaffen.
Het is echter tevens waar, dat troebele
tijden een gunstigen voedingsbodem vin
den voor allerle opruiende elementen en
daarom is de bevordering der algemeene
veiligheid voor de Regeering aanleiding
geweest om aan de ongelimiteerde aan
schaffing van wapens paal en perk te stel
len.
Wij zullen daarom in korte trekken eens
duidelijk uiteenzetten, wie in het bezit van
een wapen mogen zijn, wie dit wapen mo
gen dragen en welke wijze de benoodigde
toestemming voor het in bezit hebben en
voor het dragen van een wapen is te er
langen.
De vraag, wie wapens mogen dragen is
beantwoord bij de wet op het dragen van
wapenen .(Wet van 9 Mei 1890 Stsbl. 81).
Bij die wet is het verboden op den open
baren weg of op eenige voor het publiek
toegankelijke plaats een wapen bij zich te
hebben. Onder wapens verstaat bedoelde
wet: vuurwapens, sabels, wapenstokken en
dergelijke voorwerpen. Dit verbod geldt
niet voor:
le. ambtenaren, die van den Minister,
waaronder zij ressoteeren, vergun
ning hebben om een wapen bij zich
te dragen. Hieronder vallen o.a. com-
misaris van politie, officieren en substi
tuut-officieren van justitie, burgemees
ters en kantonrechters als hulp-officier van
justitie.
2e. hen, die een wapen bij zich hebben,
dat behoort tot hunne ambtskleeding of bij
de door hen met vergunning van het-bo
ven hen gestelde openbaar gezag gedra
gen kleeding.
3e. hen, die deel uitmaken van de ge
wapende macht, rijks, en gemeentepolitie,
voor zoover het wapen, dat zij bij zich*heb
ben tot him uitrusting behoort. Ook zij,
die behooren tot den vrij willigen land
storm worden tot de gewapende macht ge
rekend.
4e. hen, die op weg zijn naar of van
een bijeenkomst om zich in het hanteeren
der wapenen te oefenen, mits voor deze
bijeenkomst voor zooveel noodig door
den burgemeester vergunning is verleend
5e. hen, die op jacht gaan op jacht zijn
of van de jaoht wederkeeren, voor zoover
zij een jachtakte of een buitengewone mach
tiging tot het schieten van schadelijk ge
dierte hebben. Dit geldt ook voor de per
sonen, die de jagers vergezellen of voor
hen met het overbrengen van wapenen van
of naar het jachtveld zijn gelast.
6e. heen, die een vergunning hebben tot
het schieten van schadelijk gevogelte, voor
zoover zij zich daartoe te veld bevinden of
zich naar of van het veldbegeven.
7e. hen, die een wapen zoodanig inge
pakt vervoeren, dat het niets voor dade
lijk gebruik gereed is, mits het vervoer
van dit wapen behoorlijk door een gelei-
debiljet of door een consent is gedekt.
8e. hen, die van den burgemeester hun
ner woonplaats schriftelijk machtiging heb
ben om als deelnemer aan een optocht
een in de machtiging aangewezen wapen
bij zich te hebben gedurende den tijd in
de machtiging uitgedrukt.
Valt men niet onder vorenstaande cate-
goriën en wenscht men een wapen te dra
gen, dan moet men daartoe speciale mach
tiging vragen aan den Commissaris der
Koningin. Natuurlijk verleent de Commis-
raris deze machtiging slechts als er bij
zondere redenenen voor bestaan, b.v. aan
bankloopers of personen, wier beroep me
debrengt, dat zij veel op eenzame wegen
vertoeven. Alvorens een beschikking te
nemen vraagt de Commissaris der Koningin
het advies van het hoofd der plaatselijke
politie. Op die manier wordt voorkomen,
dat machtigingen onnoodig worden uitge
reikt of dat machtigingen worden ver
strekt aan personen, van wie niet is te
verwachten, dat zij in moeiijke omstandig
heden hun zenuwen weten te beheer-
schen.
Wij hebben het thans gehad over de
bepalingen van de wet op het dragen
van wapenen. Maar er is nog een an
dere wet: De Vuurwapenwet. Deze
wet verbiedt een vuurwapen of munitie te
vervaardigen, te herstellen of voorhanden
te hebben. Het verbod tot het voorhanden
hebben van een vuurwapen geldt niet:
a. voor een publiekrechterlijk lichaam
(rijk, provincie, gemeente, waterschap).
b. voor hem, die voor een publiekrech
terlijk lichaam een wapen onder zich
heeft.
c. voor hem, die valt onder de om
schrijving onder le, 2e en 3e hiervoren
vermeld.
d.voor hem, die teen jachtakte heeft tot
't schieten van wild. Deze uitzondering be
perkt zich evenwel tot het hebben van één
schietgeweer.
e. voor hem, die van den Commissaris
der Koningin vergunning heeft tot het
dragen van wapenen.
Ieder ander, dus ook hij, die vergunning
heeft om vogels te schieten, volgens de Vo-
gelwet of om schadelijk gedierte te schie
ten volgens de Jachtwet, moet om een
vuurwapen voorhanden te mogen hebben,
in het bezit zijn van een uitdrukkelijke
machtiging van het moofd der poitie zij
ner woonplaats of van den Commissaris der
Koningin. Het verzoek om machtiging om
een vuurwapen voorhanden te mogen heb
ben wordt gericht in gemeenten, waar een
Commissaris van Politie is tot deze en in
de overige gemeenten tot den burgemees
ter. Binnen een maand wordt op de aan
vrage beschikt. Goedgunstig wordt
slechts beschikt voor zoover eenig redelijk
belang dit vordert en misbruik van de
machtiging niet is te vreezen. De machti
ging kan tot bepaalde tijden en plaatsen
worden beperkt. Gewoonlijk wordt zij
voor een jaar verleend. Wordt de mach
tiging niet verleend, dan is de afwijzende
beschikking met redenen omkleed. Tegen
de beschikking van den burgemeester of
commissaris van politie staat binnen 14
dagen na dagtekening daarvan beroep open
bij den Commissaris der Koningin. De
hoofden van plaatselijke politie zijn ten
allen tijd bevoegd een door hen of in be
roep door den Commissaris der Koningin
verleende machtiging bij eene met rede
nen omkleede beschikking of intrekking
staat beroep open bij den Commissaris der
Koningin.
De bevoegdheid om een vuurwapen voor
handen te hebben sluit in zich de bevoegd
heid om de munitie, die bij dat vuurwapen
behoort, voorhanden te hebben.
Onder vuurwapenen verstaat de wet niet
alleen schietgeweren, pistolen en revolvers
doch ook bommen, handgranaten, en
soortgelijke voorwerpen. Aangeteekend zij
voorts dat onder vuurwapenen mede val
len alarmpistolen en andere soortgelijke
voor bedreiging of afdreiging geschikte
voorwerpen, met uitzondering van die wel
ke geen loop of een kennelijk verkorten
loop hebben en welke zoodanig zijn in
gericht, dat zij enkel losse patronen van
een kaliber .an niet grooter dan 6 mM.
kunnen bevatten, terwijl de ligplaats van
die patronen en de gasuitlaat loodrecht
staan op den loop of op de lengterichting
van het voorwerp.
De gemeenten hebben de bevoegdheid
om van de door den burgemeester of
den commissaris van politie verleende
machtigingen een recht te heffen als ver
goeding voor kosten van administratie en
toezicht. Het bedrag dier vergoeding is bij
Kon. Besluit bepaald op 1.In den re
gel wordt dit bedrag van ƒ1.slechts ge
heven bij de eerste verstrekking der mach
tiging. Bij verlenging, als de tijdsduur der
machtiging is verstreken, rekent men ge
woonlijk 0.25 of 0.50.
Wij hebben het nu gehad over het voor
handen hebben van vuurwapenen maar
de gestelde voorschriften zouden niet tot
hun doel leiden, als ook het afleveren en
het vervoer van vuurwapenen niet aan be
perkende bepalingen was gebonden.
Iemand, die een vuurwapen wenscht te
koopen, moet zich wenden tot het hoofd
van politie zijner gemeente om een bon.
Deze bon werd hem uiteraard slechts ver
strekt, indien hij bevoegd is om een vuur
wapen voorhanden te hebben. Met deze
bon gaat hij naar dengene van wie hij het
wapen wenscht te koopen, welke laatste
bij het hoofd der politie zijner eigen ge
meente voor een geleidebiljet zorgt, op
welk geleidebiljet de kooper het vuurwa
pen naar zijn besteming kan vervoeren.
Bij het verzoek om een geleidebiljet
moet een schriftelijk formulier van aan
vrage worden ingevuld. Dit formulier kost
0.25. De gemeente kan voor ieder wa
pen, waarvoor het geleibiljet geldt 0.25
vragen maar zij behoeft dit niet te doen en
kan ook met een billijker vergoeding vol
staan.
Als men zonder daartoe gerechtigd te
zijn een wapen draagt is men strafbaar,
terwijl het wapen, waarmede de overtre
ding wordt gepleegd kan worden verbeurd
verklaard. Eveneens is zulks het geval als
men onbevoegd een vuurwapen voorhanden
heeft. Is men dus zonder machtiging in het
bezit van een vuurwapen, dan loopt men
bij ontdekking niet alleen de kans, dat
men een boete krijgt doch ook nog dat men
zyn geweer kwijt is.
De burgemeester of commissaris van po
litie kan gelasten, dat personen, die vuur
wapenen of munitie voorhanden hebben,
deze binnen een daarvoor te stellen ter
mijn op daartoe aan te wijzen plaatsen in
handen hebben, deze binnen een daarvoor
te stellen termijn op daartoe aan te wij
zen plaatsen in handen van daartoe aan te
wijzen personen aan de gemeente in bewa
ring geven. Deze last beperkt zich tot hen,
die de vuurwapenen onbevoegd voorhan
den hebben In bijzondere omstandigheden
kan de evenbedoelde last van den burge
meester of commissaris van politie zich
tot allen - dus ook tot hen, die met
mochtiging een vuurwapen hebben uit
strekken, doch dan is speciale machtiging
van den Minister van Justitie daartoe noo
dig. Niet voldoen aan het bevel van den
burgemeester of commissaris van politie ter
zake is strafbaar ongeacht de straf, die
staat op het onbevoegd voorhanden heb
ben van het vuurwapen.
De in bewaring gegeven vuurwapenen en
munitie worden, voor zooveel het hoofd
der plaatselijke politie dit noodig acht,
voor onmiddellijk gebruik ongeschikt ge
maakt. Over de in bewaring gegeven vuur
wapenen en munitie kan de rechthebbende
beschikken met goedvinden van het hoofd
der plaatselijke politie. Men kan dus zoo'n
vuurwapen, dat men heeft ingeleverd, ver-
koopen mits men maar zorgt, dat het aan
aan een tot het bezit van een vuurwapen
bevoegde is verkocht. Volgens de betref
fende bepalingen is voor het in bewaring
geven van vuurwapenen en munitie een be
loon verschuldigd aan de gemeente van
EEN BELANGRIJKE ZITTING
Zooals was vastgesteld, is gistermiddag
te 3 uur de Fransche Kamerzitting begon
nen ter behandeling van de door afgevaar
digden van verschillende politieke richtin
gen ingediende interpellaties over de bui-
tenlandsche politiek van Frankrijk, in
verband met de gebeurtenissen van de
laatst^ weken en in het bijzonder met be
trekking tot de Britsch-Fransche vredes
voorstellen voor het Italiaansch-Abessyni-
sche conflict, die inmiddels door den gang
van zaken in Engeland en door de afwij
zing door den Volkenbondsraad als afge
daan beschouwd kunnen worden.
Dadelijk na de opening van de zitting
nam de minister-president en minister van
buitenlandsche zaken, Laval, het woord.
Hij herinnerde aan zijn verklaringen van
tien dagen geleden. Reeds toen had hij ge
zegd, dat de pogingen om een vreedzame
regeling van het Oost-Afrikaansche con
flict te bereiken, in overeenstemming moes
ten zijn met den geest en de grondslagen
van den Volkenbond. Sedert dien waren
er ernstige dingen gebeurd. Sir Samuel
Hoare was afgetreden en de Engelsche re
geering had de Parijsche voorstellen, die
hij samen met Sir Samuel Hoare had uit
gewerkt, voor dood verklaard. De Abessy-
nische regeering toonde zich verontwaar
digd over de offers, die zij moeten bren
gen. De Italiaansche regeering heeft bij
het onderzoek van de voorstellen niet het
begrip getoond, dat men had mogen ver
wachten. Verschillende omstandigheden
hadden de taak niet gemakkelijker ge
maakt.
Door dit alles is de toestand niet ver
beterd, doch waren moeilijke kwesties aan
de orde gekomen, waarover Laval thans
zyn meening wil zeggen.
Het belangrijkste is te weten, of de po
litiek, die hijzelf als minister-president
heeft gevoerd, in overeenstemming is met
de belangen van Frankrijk of niet. Dat is
de eenige vraag, die door de Fransche Ka
mer onderzocht moet worden. Laval zeide
niet te betreuren, wat hij had gedaan. Het
ging er slechts om of hij in strijd was ge
komen met de verplichtingen, die Frank
rijk tegenover den Volkenbond op zich
heeft genomen, en of hij voor het oogen-
blik of voor de toekomst de veiligheid van
Frankrijk in gevaar had gebracht.
Ter uitvoering van paragraaf drie van
artikel zes van het Volkenbondsstatuut had
Laval zonder aarzelen tegenover Engeland
voor Frankrijk de verplichting op zich ge
nomen, Engeland ter zee, te land en in de
lucht te steunen, wanneer het door Italië
vanweze de toepassing der sanctiemaatre
gelen aangevallen zou worden.
Laval ^eide er prijs op te stellen, alle bij
de internationale publieke opinie even
tueel nog bestaande misverstanden uit den
weg te ruimen, door dit hier openlijk te
herhalen.
Laval gaf toe, dat hij vreesde voor een
incident. De geschiedenis heeft daar vele
voorbeelden van. Frankrijk zou door een
dergelijk incident gewikkeld kunnen wor
den in een oorlog, dien hij ten koste van
alles wilde vermijden.
Met Hoare had hij onder den indruk van
dit gevaar beraadslaagd over de kwestie
van het petroleum-embargo.
De voorstellen, die men overdreven had
genoemd, hadden Hoare en hij verstandig
geacht. Overigens waren zij niet onver
anderlijk.
Sommigen verklaren, dat in de eerste
plaais het eerbiedigen der internationale
overeenkomsten van belang is. Welnu, deze
overeenkomsten hebben in de eerste plaats
ten doel den oorlog te verhinderen en zijn
uitwerking te begrenzen, en niet den oor
log algemeen te maken.
Men had Laval gevraagd of hij niet
vreesde, op een dag te moeten betreuren
dat hij de middelen had beperkt die de
andere landen ter beschikking van Frank
rijk zouden kunnen stellen om het tegen
een eventueelen aanval te beschermen. Dat
was het grootste verwijt, dat men hem
voor de voeten had geworpen. Hiermede
kwam hij op een zeer lastig terrein. Theo
retisch moest de Volkenbond zijn kracht
erin vinden, dat hij de geheele wereld om
vatte. In werkelijkheid is dat niet ten vol
le bereikt. De uitvoering van zijn taak is
daardoor veel moeilijker geworden.
De Volkenbond zou zichzelf tot misluk-
0.25 per K.G. gewicht, doch ten minste
0.50 '8 jaars.
Over 't algemeen wordt de controle op
de vuurwapenwet door de politie streng
opgenomen en vindt regelmatig tusschen
de diverse plaatselijke politieautoriteiten
samenwerking te d^zer zake plaats. Sinds in
1932 de overtredingen tegen de vuurwa
penwet strafbaar zijn gesteld in som
mige gevallen wordt zelfs een zeer zware
straf bedreigd is de controle op de nale
ving zal intensiever geworden en het is te
voorzien dat ter zake steeds strenger zal
worden opgetreden. Zij, die onbevoegd
een vuurwapen voorhanden hebben doen
daarom het beste om de vereischte machti
ging aan te vragen dan wel het wapen
aan de gemeente ter bewaring aan te bie
den.
VAN IERSEL.
Noordwijkerhout,
king doemen wanneer hij zou weigeren
zelf te bepalen hoever hij kon gaan. Daar
om had Laval altijd op het standpunt ge
staan, dat naast de algemeene verplichtin
gen, rekening moest worden gehouden met
de wijze, waarop deze uitgevoerd moesten
worden.
De rede van Laval werd verscheidene
malen onderbroken door interrupties van
links en applaus van de rechterzijde of van
de midden-groepen.
Léon Blum het spreken belet
De eerste spreker na Laval was de socia
listische leider, Léon Blum. Hij verweet
Laval, dat hij niet namens de Fransche
regeering had gesproken. Lavals politiek
was mislukt, omdat hij geen nieuwe op
dracht voor bemiddelingspogingen van
Frankrijk en Engeland had gekregen. Van
alles wat hij tien dagen geleden in de Ka
mer had gezegd, was niets overgebleven
dan Laval zelf.
Léon Blum werd voortdurend onderbro
ken door interrupties van rechts, die som
tijds zeer fel waren en hem het spreken
zoo moeilijk maakten, dat hij, blijkbaar
om nieuwe krachten te verzamelen, den
voorzitter verzocht de vergadering vijf mi
nuten te schorsen. Aan dit verzoek werd
voldaan en na de korte pauze zette Léon
Blum zijn aanval op de regeeringspolitiek
voort. Het ItaliaanschAbessynische con
flict zou geen oorlogsgevaar voor andere
veroorzaken, wanneer alle staten vastbe
sloten waren, den aanvaller geen steun te
verleenen.
Vandaag de beslissing
Nadat nog eenige sprekers het woord
hadden gevoerd, werd de zitting der Ka
mer verdaagd tot hedenmorgen. De beslis
sende stemming wordt hedenmiddag ver
wacht.
Het Abessijnsche conflict
BIJSTAND BIJ AANVAL IN
MIDDELLANDSCHE ZEE.
Alle gepolste landen bereid aan hun
bondsverplichting te voldoen.
Thans is antwoord binnengekomen van
alle aan de Middellandsche Zee gelegen
landen, die door Engeland gepolst zijn met
betrekking tot de houding, die zij denken
aan te nemen ten aanzien van den weder-
zijdschen bijstand krachtens het Volken
bondspact.
De desbetreffende landen zijn Frankrijk,
Joegoslavië, Griekenland en Turkije.
Alle hebben geantwoord, dat zij hun
verplichtingen krachtens par. 3 van art. 16
ingeval van een niet-uitgelokten aanval op
Engeland in de Middellandsche Zee zullen
vervullen. Deze verplichting moet natuur
lijk niet worden verward met de militaire
sancties, die een geheel andere kwestie is.
Ingeval wederzijdsche bijstand noodig
mocht worden, gelooft men, dat deze even
eens op de Roode Zee van toepassing zal
zijn.
De antwoorden der bovengenoemde re
geeringen staan gelijk met een bevestiging
van de resolutie, die door de Geneefsche
coördinatie-commissie is aangenomen, toen
in October de sancties werden besproken.
VREDESVOORWAARDEN VAN DEN
NEGUS.
De vredesvoorwaarden van den Negus
zouden, naar uit geloofwaardige bron ge
meld wordt, omvatten de terugtrekking der
Italiaansche troepen, schadeloosstelling voor
Abessynië, en de erkenning van Abessynië
als souvereinen staat door de mogendheden.
De voorwaarden van den Negus omvat
ten eveneens de demarkatie van de grenzen
tusschen Abessynië en de Italiaansche ko
loniën door een internationale commissie,
benoemd door den Volkenbond.
Abessynië zou gaarne buitenlandsche bij
stand en raad ontvangen op economisch,
financieel en administratief gebied, doch
geen enkele Italiaansche ambtenaar zou
worden geaccepteerd.
Ofschoon de eisoh inzake schadeloosstel
ling vermeden zou kunnen worden, is het
onwaarschijnlijk, dat de Abessyniërs, tenzij
zij verslagen worden, op andere dan de ge
noemde voorwaarden over den vrede wil
len onderhandelen.
KERSTBOODSCHAP VAN DEN NEGUS.
Het Abessynische gezantschap te Londen
publiceert een Kerstboodschap van Abessy
nië aan het Engelsche volk.
Hierin wordt het volgende gezegd: Gij,
rechtvaardige mannen en vrouwen van het
machtige Britsche Rijk, en gij Mohamme
danen overal ter wereld, luistert naar de
roepstem uwer nederige en ongelukkige
Abessynische broeders.
Op een uur, dat de wereld feestviert,
moet het Abessynische volk strijden en doo-
den. Moet het zich laten dooden, zonder dat
hiervoor een geldige reden is. Abessynië
heft daarom de handen op naar God en
naar alle volkeren van rechtvaardigheid en
eer, en smeekt hun een eind te maken aan
de wreede slachting van Abessyniërs en van
onschuldige Italianen. De wereld kan zeker
één volk, hoe sterk en trotsch het ook moge
zijn, een halt toeroepen, en het verhinde
ren, zich aan plundering en moord schuldig
te maken.
Zijt gij bevreesd voor slechts één volk?
Hébben het egoïsme en de diplomatie laf
aards van u gemaakt? Laat u terwille van
uw naam niet door één enkelen man de les
lezen.
De Abessyniërs zijn niet bevreesd om den
strijd voor him honderdjarige onafhanke
lijkheid voort te zetten, doch zij kunnen
niet begrijpen, waarom de geehele wereld
werkloos blijft toezien, terwijl een goed
gewapende aanvaller een weerloos volk
tracht te dooden en uit te plunderen.
Wanneer gij feest viert, mannen en vrou
wen, vergeet dan niet de arme weerloo-
zen, vrijelijk en uit den grond van 'uw hart.
Gedenkt hen in uwe gebeden en steunt
de armen en verdrukten.
Dat ieder doet, hetgeen hij zou willen
dat hem gedaan werd, en de wereld zou een
plaats van vrede en geluk zijn voor de
menschheid.
ITALIË VERWACHT VOORLOOPIG
POLITIEKE RUST.
In vooraanstaande Italiaansche kringen
verwacht men, dat tot in de helft van Ja
nuari geen verandering in den politieken
toestand zal intreden, doch dat alle betrok
kenen tot dan toe een afwachtende houding
zullen aannemen. Men verwijst naar de in
.de laatste dagen te Parijs en Madrid gepu
bliceerde rechtzettingen in verband met de
Engelsche enquête inzake de militaire sa
menwerking in de Middellandsche Zee te
gen Italië, en is van meening, dat in de ko
mende weken van te verwachten politieken
stilstand een hausse van geruchten zal ont
staan, waartegen reeds thans, vooral voor
zoover het mededeelingen van militairen
aard zullen zijn, gewaarschuwd moet wor
den.
VAN HET OORLOGSFRONT.
Abessijnsch succes aan den straatweg van
Makalle naar Adoea.
Volgens Abessijnsche berichten van het
Noordelijk front hebben in het gebied van
Tembien de Abessijnsche troepen nieuwe
vorderingen gemaakt. Dedjas Hailoe Kebe-
de, die het, bevel voert over een groote
Abessijnsche voorhoede, heeft met succes
eenige Italiaansche posten aangevallen, die
zich ter weerszijde van den straatweg van
Makalle naar Adoea hadden ingegraven.
Men zou hierbij elf machinegeweren, 200
geweren en de daarbij behoorende munitie
hebben buitgemaakt.
Volgens berichten van het Zuidelijk front
toonen in het district Bali de vliegtuigen
weer een groote activiteit. De reeds eeni-
gen tijd verwachte groote Italiaansche aan
val bij de Webbe Sjebeli is nog steeds niet
begonnen.
Strijd bij de Takazze.
Het Italiaansche legerbericht No. 81 luidt
als volgt: „Maarschalk Badoglio telegra
feert: gistermiddag heeft een van onze de
tachementen, welke een verkenning uit
voerde in het gebied van de Takazze een
bende gewapende Abessyniërs teruggedre
ven nabij Afgaga. Aan 's vijands zijde zijn
ernstige verliezen geleden, aan onze zijde
vielen zes zwarthemden en drie Eritreeërs,
terwijl vier officieren, negen zwarthemden
en 37 Eritreeërs werden gewond. Aan het
geheele front ontwikkelde de luchtmacht
een levendige actie.
Italiaansch vliegtuig bij Daggaboer
vermeesterd.
Uit Addis Abeba wordt gemeld: Twee Ita
liaansche vliegtuigen, die boven Daggaboer
vlogen, zijn door de bevolking met geweer
schoten bestookt. Eén der toestellen werd
gedwongen een noodlanding te maken. De
bevolking doodde den bestuurder en maak
te zich meester van de wapenen, die zich
in het vliegtuig bevonden. De vliegtuigen
hadden geen bommen laten vallen.
In Addis Abeba doet het gerucht de ron
de, dat aan het front in Tigré weer hevig
gevochten wordt. De troepen van Ras Kassa
zouden een nieuw offensief hebben ontke
tend en optrekken naar Adoea. De troepen
van Dedzjas Kassa Sebbat zouden in het
Noorden vam Tembien oprukken en Abbi
Addi bezetten.
Dedzjas Makonnen is met zijn troepen
tot aan de poorten van Harrar genaderd,
maar is de stad niet binnengetrokken, daar
mede de overeenkomst eerbiedigend, krach
tens welke Harrar een open stad is.
Om dezelfde reden werden de Europee-
sche officieren, die aan het front, van Oga-
den medewerken en in een hotel te Harrar
logeerden, uitgenoodigd buiten de muren
der stad te blijven.
Twee noodlandingen bij Addis Abeba.
Te Addis Alam, op ongeveer 15 K.M. van
de hoofdstad, is een Engelsch Roode Kruis-
vliegtuig neergestort. Het kwam van Char-
toum en viel, na een boom geraakt te heb
ben.
Lloyd, de bestuurder, werd hevig aan
gelaat en armen verwond. Zijn vrouw, die
hem vergezelde, kreeg verwondingen van
lichter en aard. Beiden werden naar Addis
Abeba vervoerd.
Er zijn thans twee expedities met vracht
auto's en muilezels uit de hoofdstad ver
trokken om hulp te verleenen aan het En
gelsche vliegtuig en aan een Duitsch vlieg
tuig, dat Woensdag eveneens een noodlan
ding heeft moeten maken in de nabijheid
van Addis Abeba.
De inzittenden der Duitsche vliegmachine
zijn ongedeerd.
leder pak HONIG's VERMICELLI hon'ig" 'bouillonblokje GRATIS