DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Kerstboodschap van den Paus Ernstige spoorwegramp in Thüringen 27 ste Jaargang VRIJDAG 27 DECEMBER 1935 No. 8302 S)e £eld6elt£6oti/fca/nt DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Tooraitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11] DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. V De geestelijke waarden Z. H. de Paus heeft aangekondigd de uit vaardiging van een encycliek over het Priesterschap. In dezen tijd van zóóveel verwarring op geestelijk terrein, van zóó veel ellen de, is het van zulk een groote waarde, heeft het een zoo buitengewoon groote be- teekenis, als de aandacht der menschen wordt gericht naar wat midden onder hen leeft als een immer-stroomende bron van waarheid en genade, van kracht en troost: het priesterschap. En zij, die de dragers zijn van dat kost baar bezit voor de menschheid, de pries ters zij moeten zich voor deze taak zoo bekwaam en geschikt mogelijk maken, zij moeten deze taak uitoefenen in een zoo groot mogelijke heiligheid. Dit wil de Paus, het hoofd der Kerk, aan Zijn pries ters voorhouden in zijn aangekondigde en cycliek. Dat wij, Katholieken, toch vooral in dezen tijd de geesteljjke waar den in het leven, de geestelijke waar den, die op waarheid en werkelijkheid be rusten erkennen en bewaren en waar- deeren en benutten! Onder die geestelijke waarden is een van de allervoornaamste: het priester schap. Er zijn, zooals wij allen weten, nog zoc vele andere geestelijke waarden ons in dit leven geschonken. Dat wij deze mogen weten te genieten juist in dezen tijd, waaraan zij zoo veel behoefte hebben aan troost en kracht! Het Abessijnsche conflict 81STE LEGERBERICHT. Gevechten in de sector van de Takasse. ROME, 27 December. Maarschalk Bg- doglio seint het volgende 81ste legerbe- richt: Gistermiddag heeft een van onze verken- ningsafdeelingen in den sector van de Ta kasse een groep gewapende Abessijnen bij den bergpas van de Af Gaga teruggesla- gen. Aan de zijde van den vijand zijn zeer ernstige verliezen geleden. Van Italiaansche zijde zijn zes zwart- hemden en drie Eritheeërs gedood, vier officieren, negen zwarthemden en 37 Eritreeërs gewond. De luchtvaartafdeeling was aan het ge- heele front zeer actief. DE NEDERLANDSCHE AMBULANCE IN ABESSINIë. Dr. Belmonte breekt een enkel. Naar wij vernemen, heeft dr. Belmonte, een der artsen van de Nederlandsche am bulance in Abessinië tijdens de reis vein Port Said naar Dzjiboeti zijn enkel gebro ken. Zijn toestand is echter niet ernstig en dr. Belmonte kan met collega's de reis naar Addis Abeba voortzetten. Waarschijn lijk zal hij eeni<ge weken in de Abessijn sche hoofdstad blijven. Hij zal dan later de ambulance volgen. GEMEENTELIJKE CONTROLEURS VOOR DE STEUNVERLEENING. Oudere onderofficieren. Door den Minister van Staat, Minister van Defensie a.i., en den Minister van So ciale Zaken is gezamenlijk een regeling ge troffen, krachtens welke voor de controle op de steun verleen ing aan werkloozen enz., oudere onderofficieren ter beschikking van de Gemeentebesturen gesteld zullen kun nen worden, tegen vergoeding van een be scheiden bijdrage in de kosten van de bezol diging dezer functionarissen. Gegadigden voor zoodanige plaatsing worden daartoe opgeroepen bij een eerstdaags verschijnen de legerorder. Uitvaardiging eener nieuwe encycliek Over het H. Priesterschap Dinsdag heeft de H. Vader de Kardina len in de gebruikelijke Kerstaudiëntie ont vangen. In de Consistoriezaal las Kardinaal Gra- nito Pignatelli di Belmonte, Deken van het Heilig College, een adres van hulde voor. Z.H. de Paus antwoordde met een toe spraak, waarin Hij, na bedankt te hebben voor de Kerstwenschen der Kardinalen, den weg van het afgeloopen jaar naging, die vol afwisseling van licht en duisternis is ge weest. Vooral in dit laatste tijdsgewricht, al dus de Heilige Vader, zien Wij een zorg- wekkenden toestand, die niet alleen weinig belovend, maar waarlijk vol dreigingen is Z.H. vergeleek dezen toestand met wat bergbeklimmers een slechten pas noemen. De Paus herinnerde aan de actie der Godloozen, die zij openlijk verspreiden, aan de bestrijding van den godsdienst in een land, waar men hem aantast in zijn meest vitale uitingen en het aantal priesters tot een bedroevend cijfer wil beperken, ter wijl elders het Christendom bestreden wordt in naam van het christendom dat is te zeggen van een leugenachtig en hui chelachtig christendom dat zich richt te gen het ware christendom van de Katho lieke Kerk. Daarna keerde de Paus nog eens terug tot de zorgwekkende feiten van den aller- laatsten tijd. Wij hebben, aldus Z. H. de Paus, naar ons vermogen gewild en gezocht effectief bij te dragen tot het'berellfeh van dërt vrede. En tot voor zéér kort hoopten Wij ook u bij deze heugelijke gelegenheid een woord van vreugde en van geruststelling te kun nen zeggen. Doch deze verwachting is ver vlogen. De Heilige Vader herinnerde er aan dat het Heilig Jaar der Verlossing tevens een herdenking van de stichting van het pries terschap is geweest. Aan het einde van dit jaar, aldus Zijne Heiligheid, kunnen Wij u een geschenk aankondigen, namelijk een encycliek over het Priesterschap. Ten slotte eindigde de Paus met den wensoh, dat het komende jaar een jaar van heiligheid zijn zal waarin allen den God- delijken Koning met bijzondere liefde zul len dienen. DE INHOUD VAN DE NIEUWE ENCYCLIEK. Uit den inhoud van deze nieuwe Ency cliek ontleenen wij aan de „M^bd." het volgende: Het eerste deel van de Encycliek handelt over de natuur en de waardigheid van het priesterschap. Zij zijn gewijd aan den dienst van God. De godsdient, ook de val- sche, kent het priesterschap, dat als be langrijkste taak heeft, de overbrenger te zijn van de betrekkingen tusschen God en de menschen en omgekeerd. Het katholieke priesterschap is niet an ders dan de voortzetting van het priester schap van Jezus Christus. Uit deze sublie me identificatie van den priester met Je zus Christus blijkt zijn geweldige groot heid. De priester heeft de macht over het wer kelijke lichaam van Christus, dat hij op onze altaren aanwezig doet zijn en ook over het mystieke lichaam, dat de kerk is. Bovendien is de priester bedienaar van het woord, een andere verheven functie, hem door Christus verleend. Ten slotte zet de priester de missie van Christus voort door middel van het gebed. Zoo verheft de priester zich te midden van de zondige en lijdende menschheid om God delijke hulp af te smeeken. Het tweede deel van de Encycliek spreekt van de plichten van den priesterlijken staat. De priester is verplicht Christus na te volgen, ook wanneer tusschen de missie van den priester en zijn leven een tegen stelling bestaat. De eerste deugd van den priester moet zijn de naastenliefde. Dan dient vermeld te worden de zuiverheid, die de Latijnsche Kerk door de wet van het coelibaat heeft opgelegd. Naast de zuiverheid moet het katholieke priesterschap zich onderscheiden door on baatzuchtigheid, vrij van elk egoisme, aldus los van de twee voornaamste banden, die hem te zeer aan het aardsche leven zou den kunnen binden; los van een eigen fa milie en van zijn eigen belangen kan de priester zich met ijver aan zijn apostolaat wijden. Deze ijver is een andere onderschei ding van den priester. Hij moet gepaard gaan met gehoorzaamheid, die gehoorzaam heid, welke al de verschillende rangen van de kerkelijke hiërarchie zoo schoon bindt. Een ander noodzakelijk vereischte voor den katholieken priester is de wetenschap, voor hem noodzakelijk in zyn ambt als leer aar en leidsman van het christelijke volk en boodschapper van de goddelijke waarheid. Daarom is het noodzakelijk, dat de pries ter ook te midden van de zware zorgen van de heilige bediening de ernstige en diepe studie van de theologische discipline voortzet en verder gewapend is met die profane wetenschap, die den ontwikkelden mensch van zijn tijd eigen is. Het derde deel van de Encycliek is ge wijd aan de vorming van den clerus. Het seminarie, aldus de H. Vader, is en moet zijn de oogappel der bisschoppen. De verantwoordelijkheid der superieuren en directeuren en vooral van de bisschop pen is hier zeer zwaar. Liever gestreng heid dan lankmoedigheid is het parool. De H. Vader beveelt dan het gebed aan, om daarna met mensohelijken ijver het kostbare zaad der roeping op te kweeken. Vooral de katholieke actie vergt aller werk. Maar de eerste en natuurlijke tuin, waar de bloemen van heiligheid op groeien, is altijd de waarlijk christelijke familie. Gelukkig die ouders die in de priesterroeping van him zoon een genade van den hemel zien. In het vierde en laatste deel van de En cycliek besluit de H. Vader met woorden van aanmoediging voor den priesterlijken arbeid. De H. Vader raadt de lezing aan van de vrome „Exhortatio ad clerum" van Pius X z.g en spoort aan tot veelvuldige deelname aan de geestelijke oefeningen. Het laatste woord van den H. Vader is voor de jongelingen, die zich tot het pries terschap voorbereiden. Tot dezen gaan de woorden en gedachten van den Paus met bijzondere liefde uit, opdat zij zich voor him groote missie met allen ijver voorbe reiden. De Encycliek eindigt met de aankondi ging, dat ter herinnering aan het H. Jaar onzer Verlossing en ter verheerlijking van het priesterschap een eigen votiefmis voor bereid is „Summi et eterni Jesu Cristi sacerdotisê". De Encycliek draagt den datum van 20 December 1935, den 56sten verjaardag van de priesterwijding van den Paus en het 14e jaar van Zijn Pontificaat. Drie-en-dertig dooden EEN CATASTROPHE ZOOALS IN JAREN NIET VOORGEKOMEN RHJ DE DUiTSCHE SPOORWEGEN D-TREIN BOTST OP PERSONENTREIN Dinsdagavond heeft op de Saalebrug nabij Groes-Heringen in Thüringen een spoorwegeramp plaats gehad, waarbij drie- en-dertig personen werden gedood en tach tig gewond, van wie tien ernstig. Volgens mededeel ing van de spoorweg directie te Erfurt is de D-trein no. 44 van Berlijn naar Frankfurt a. Main bij Gross- Heringen in Thüringen 25 km. ten Noor den van Je na aan de Saaie in de flank van een op een zijlijn rijdende personen trein gereden. •Vermoedelijk is de D-trein door onveilig signaal gereden. Alle dooden en gewonden behooren tot de passagiers van den perso nentrein; van de inzittenden van den D- trein werden slechts enkele personen licht gewond. Bij de slachtoffers zijn geen bui tenlanders. Tengevolge van de botsing is een deel van den personentrein in de Saaie gestort. De materieele schade is zeer aanzienlijk. De spoorwegverbinding tusschen Berlijn en Frankfurt is over een ander spoor ge leid. Trein vol Kerstmis-vierders Reeds uit het eerste, officieele bericht over de spoorwegramp nabij Gross-Herin- gen bleek, dat hier een catastrophe was ontstaan, zooals Duitschland die in jaren niet op zijn spoorwegen heeft beleefd. Reeds onmiddellijk werd n.l. gemeld, dat niet minder dan een en twintig personen daarbij den dood hadden gevonden, terwijl tachtig anderen deels ernstige verwondin gen zouden hebben bekomen. Het zou echter blijken, dat deze vreeselijke getal len nog in ongunstigen zin gewijzigd zou den moeten worden. Dat de ramp zoo'n omvang heeft aange nomen ligt wel in de eerste plaats aan de omstandigheid, dat de lokaaltrein, die door den D-trein in den flank werd aangereden, tot de laatste plaats bezet was met perso nen, die het Kerstfeest in den familie kring gingen doorbrengen en daartoe na volbrachte dagtaak met de trein naar hun bestemming reisden. De oorzaak Wat de oorzaak van het ongeluk betreft, staat thans wel vast, dat de machinist van den sneltrein door een onveilig signaal is gereden. Een commissie van onderzoek der Rijksspoorwegen heeft zich terstond nadat het ongeluk voorgevallen was, ter plaatse begeven, teneinde een uiterst gestreng on derzoek in te stellen. Deze commissie heeft geconstateerd, dat de signalen inder daad op onveilig stonden, zoodat een ver hoor van den machinist zal moeten uitwij zen, hoe het mogelijk is geweest, dat hij desondanks zijn trein in volle vaart heeft kunnen doen doorrijden. Aangezien de machinist zelf echter zich onder de zwaar gewonden bevindt en zijn toestand buiten gewoon ernstig geacht wordt, is het nog VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Ernstige spoorwegramp in Thüringen. Drie-en-dertig dooden, vele gewonden. (lste blad). Kerstrede van Z. H. den Paus. (2de blad). Kerstamnestie in Oostenrijk. (2de blad). Mussolini zal niet antwoorden op de Pa- rijsche vredesvoorstellen. (2de blad). niet mogelijk geweest hem een verhoor af te nemen. Het reddingswerk Het duurde eenigen tijd nadat de eerste berichten over de ramp in Gross-Heringen ontvangen waren, voor men reddingsco lonnes georganiseerd had. Alle bureaux waren uiteraard reeds gesloten en in de meeste woningen had men de Kerstboo- men al ontstoken. Bovendien werd het red dingswerk ernstig belemmerd door den sneeuw en de heerschende vorst. Het terrein van de ramp bood een ont- zettenden aanblik. De express-trein had den lokaaltrein aangereden, terwijl deze zich reeds voor een gedeelte op de brug over de Saaie had bevonden, met het ge volg, dat de achterste rijtuigen getroffen werden. Verscheidene rijtuigen sloegen om, werden tegen de leuning van de brug ge slingerd, die totaal vernield werd en vorm den daar een ruine, daaruit na een oogen- blik van vreeselijke stilte luid gejammer en gegil weerklonk. Een der aangereden rijtuigen was in de Saaie gestort, een tweede rijtuig was wel door de leuning geslagen, maar was boven de river blijven hangen. Alle inzittenden van het laatste rijtuig, dat in de rivier geslingerd was, zijn, of wel op slag gedood dan wel in het ijskoude water verdronken. Aan het reddingswerk werd deelgenomen door het garnizoen van Naumburg en door groepen S.A.-mannen, die met koortsach- tigen ijver een aanvang maakten met het bergen van dooden en gewonden. Bij het licht van in allerijl opgestelde schijnwer pers werkten de mannen in de ijzige kou de ononderbroken voort. De dooden en ge wonden werden uit de overblijfselen be vrijd en de gewonden met de meeste spoed overgebracht naar de ziekenhuizen van de naburige steden Jena, Apolda en Naum burg a. d. Saaie. Het moeilijkste werk was het bergen van de slachtoffers uit den in de rivier gestorten wagen. Daartoe moes ten zich verscheidene manschappen te wa ter begeven, hetgeen bij de heerschende, ijzige koude ontzaggelijk veel eischte van de krachten der mannen. Inmiddels waren speciale groepen spoorwegarbeiders bezig met steekvlammen de in elkander gewron gen metalen overblijfselen los te snijden, teneinde zoo spoedig mogelijk de spoor baan te bevrijden en de verkkeersstagnatie tot een minimum te beperken. Militairen hadden een cordon getrokken rondom de plaats des onheils en aan niemand werd verlof verleend het terrein te betreden. Op het terrein van het ongeluk waren voor het geven van leiding bij het verlee- nen van hulp en het overige reddingswerk o.m. verschenen de directeur van de rijks- spoorwegen, de heer Dorpmueller, bene vens de rijksstadhouder voor Thueringen, Sauckel. Officieele mededeelingen Woensdagavond om 8 uur deelde de rijksspoorwegdirectie te Erfurt het vol gende mede: BINNENLAND. Het nieuwe handelsverdrag met Duitsch land. (2de blad). Het nieuwe baconcontract. (2de blad). Verscheidene verkeersongelukken von den tijdens de Kerstdagen plaats. (Gom. Ber. 3de blad). Zware branden te Amsterdam, Amers foort en Rotterdam. (Gem. Ber. 3de blad en lste blad). Motorschoener bij Petten gestrand, doch later vlot gekomen. (Gem. Ber. 3de blad). Twee jongens te Rotterdam door het ijs gezakt, één verdronken. (Gem. Ber. 3dê blad). „Op 4 December 1935 om 19 uur is de D-44 Berlijn-Bazel bij het binnenrijden van het station Gross-Herdingen op den vertrekkenden personentrein 825 Erfurt Leipzig gereden. De personentrein 825 wordt volgens program door den F. D. 11 ingehaald en moet bij het vertrek uit het station de spoor Halle-Erfurt kruisen. De D 44 reed door het op „Halt" staande sig naal, dat zich voor den ingang van het station Gross-Heringen bevindt, en botste daardoor op den door dit sein volstrekt beveiligden personentrein 825, die in den flank geraakt werd. Het staat vast, dat bij het vertrek van dezen trein het sig naal voor binnenrijden niet op H. getrok ken kan worden. Bij het onmiddellijk na het ongeluk ingestelde onderzoek naar de seininstallatie is gebleken, dat deze goed functionneerde. Bij de botsing werden ze ven personenwagens van den personentrein 825 vernield. De gewonden werden door de universiteitskliniek te Jena, en de zie kenhuizen van Apolda en Naumburg opge nomen. Gewaarschuwd door den slag van de botsing snelden onmiddellijk S.A.-man nen, afdeelingen sanitair personeel, politie en inwoners der omliggende plaatsen te hulp. Kort daarop verschenen ook de door het station Gross Heringen aange vraagde sanitaire afdeelingen en dokters. Even later kwam rijksstadhouder Sauckel, die zich belastte met de leiding van het reddingswerk en orders gaf het noodige te verrichten voor berging van dooden en gewonden. De Rijks Spoorwegen zonden hulp trei nen uit Weimar, Weissenfels, Erfurt en Halle naar de plaats des onheils. De zeven beschadigde wagens -en de twee bescha digde locomotieven, zoomede de berging der gewonden en dooden, geschiedde met groote omzichtigheid. Het treinverkeer werd van Bad Koesen via Camburg naar Cross Heringen en van Bad Koesen via Goeschwitz naar Weimar omgeleid. Een afdeeling pioniers werd uit Riesa ontboden om de dooden op te bergen. Het traject Erfurt-Halle was om half vier en het traject Halle-Erfurt om half acht weer berijdbaar. Er zijn 28 dooden geïdentificeerd. Wat d'e schuldvraag betreft kan ver klaard worden, dat het Dinsdagavond zeer druk was in verband met de Kerstdagen. D-trein 44, welke het ongeluk heeft ge had, had twintig minuten vertraging en het schijnt dat de machinist deze vertra ging heeft willen inhalen, hetgeen tot ge volg had, dat hij niet met de noodige op- letendheid tewerk ging. De machinist, die ernstig gewond in het ziekenhuis te Naum burg ligt, heeft dit toegegeven. Met koortsachtige haast werd onder be schijning met zoeklichten de bergings werkzaamheid verricht. Vooral de man schappen van den geneeskundigen dienst hebben zich daarbij onderscheiden, terwijl ook artilleristen uit Naumburg zich zeer verdienstelijk hebben gemaakt. Woensdagmiddag hebben verschillende autoriteiten zich opnieuw op de hoogte ge steld van den voortgang der bergingswerk zaamheden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1