De begrafenis van den leerling-vlieger Mets. to Voor de Kerstmarkt. - De ronde Breton, die lijn pluimvee pe-soonlijk naar de markt te Parijs kwam brengen Een minister op klompen. Mr. dr. L. N. Deckers, minister van Landbouw en Visscherij, bracht Maandag een bezoek aan het Rijksvee-quarantainestation te Hoek van Holland in verband met de verzending van stamboekvee naar Engeland, welke op 4 Januari a.s. voor het eerst sinds 1913 weer zal plaats hebben. In het midden de minister Walter Pridgeon, de bekende Engel- sche amateur schaatskampioen, in 'training te Spalding voor de komende kamDioenscharKw«»d«*riidftn De inwoners ven den Helder werden Maandag in de gelegenheid gesteld, te défileeren langs het stoffelijk overschot De begraienis van den leerling-vlieger A. F. Mets, die bij het vliegtuigongeluk nabij Schiphol om het van hun overleden burgervader, den heer W. F. G. L Driessen, waarvan veelvuldig gebruik werd gemaakt leven kwam. Een foto van de droeve plechtigheid op de Algemeene Begraafplaats te Heemstede De sloopmgswerkzaamheden van de bij Egmond aan Zee gestrande sleepboot .Drente" vorderen thans snel, zoodat binnen afzien- baren tijd nog maar heel weinig van deze sleepboot te bespeuren zal zijn FEUILLETON. ALS IEMAND YERRE REIZEN DOET Een avontuurlijk verhaal van drie studenten. j door ARNOLD BARTEL, r fNadruk verboden). Gotfieb Pirzel koestert, sinds hij aan de Saksisch-Bobeemsche grens voor een smok- keiaar werd aangezien, een nacht in het icachot moest doorbrengen en zijn naam, [aan deze geschiedenis verbonden, in alle kranten prijkte, een hevige vrees voor de rpers. Hfj is en blijft nu eenmaal een pech- vogel. f Jean Martin dringt er op aan zoo snel mogelijk naar Monte Carlo te vertrekken. En hij blijkt het volkomen aan het rechte leind te hebben gehad: noch vóór, noch in |het Casino wordt meneer Pirzel verwacht. iOok bij den uitgang van de tanradbaan heeft men tengevolge van de drukte, welke tijdens het onweer heerschte, het gezochte paar niet opgemerkt. Aan het station vergaat het him even- teoo. Als Jean Martin verneemt, dat er juist .een D-trein vertrokken is, seint hij naar Tiet grensstation Ventimiglia een nauw keurig signalement van de drie verdachten. En hij behoeft niet al te lang op het politie bureau te wachten, want al spoedig wordt hem daar per telefoon medegedeeld, dat men mevrouw Manescu bij de passencon- trole gearresteerd heeft. Zij houdt echter hardnekkig vol aan den diamantendiefstal onschuldig te zijn en er is ook geen enkel sieraad op haar gevonden. Haar plotseling vertrek zou een gevolg zijn van het feit, dat een zekere meneer Pirzel het haar voortdurend lastig maakte. Alexander Po podotschi, dien zij slechts vluchtig kende, zou met de auto van dien meneer Pirzel naar Juan-les-Pines terugrijden. Men zegde echter toe haar in arrest te zullen houden, tot haar onsohuld volkomen vast zou staan. Met dit wel zeer povere resultaat moe ten de achtervolgers zich voorloopig tevre den stellen, en min of meer terneer ge slagen keeren allen naar Juan-les-Pins te rug. Het feest der diamanten in Juan-les- Pins heeft nooit plaats gehad, maar des ondanks is de wereld er niet onkundig van gebleven. Hendrik van Berquem is aanvankelijk diep onder den indruk van het gebeurde. Alle moeite, alle hooge kosten zijn voor niets geweest Maar als meneer Sporoke, die zijn wagen nooit aan Popodotschi geleend heeft van zijn bezoek aan de Lerinsche eilanden te rugkeert, slaagt deze er in voor zijn vriend van Berquem de kwestie in een geheel an der licht te stellen. Maar m'n lieve man, zegt hij, hem har telijk op den schouder kloppend, wat zit je nu toch zoo in de put? Je bent toch zeker hoog verzekerd? En wat je daarboven bij verspeelt moet je maar van je reclamebud get afschrijven. Dat is het nu juist wat me t meest er gert: m'n heele reclame-campagne is in het water gevallen. Hoezoo ai 't water gevallen? Je re clame begint toch pas! Zoo*n millioenen diefstal laten de kranten zich niet ontgaan. Wat anders in het gunstigste geval met een paar korte berichten afgedaan was, wordt nu een kolommen in beslag nemende sen satie. Zelfs het kleinste blad zal een foto van de gestolen sieraden plaatsen en er een uitvoerige beschrijving aan wijden. Wat wil je nog meer? Jammer, dat autodiefstal len aan de orde van den dag zijn, zoodat er in de kranten bijna geen melding meer van wordt gemaakt! Ten zeerste verrast is meneer Sporcke, als Gotlieb Pirzel hem 's avonds den gesto len auto onbeschadigd en met vele betui gingen van leedwezen terugbrengt. Maar nu heeft Hendrik van Berquem zijn gevoel voor humor in zooverre teruggevonden, dat hij Sporcke van harte geluk kan wen- schen met de prachtige reclame, welke den afzet van zijn product ongetwijfeld ten goe de zal komen. Er zijn tegenwoordig zooveel lieden, die een kleinen snellen wagen voor een overhaaste vlucht kunnen gebruiken.... Nini Collyn is minder gemakkelijk gerust te stellen. Zij is wanhopig en geeft zich zelf voortdurend de schuld van den ge slaagden diefstal. Hendrik van Berquem tracht haar dit uit het hoofd te praten. Ook als zij in haar kamer gebleven was, zou men er in geslaagd zijn zich van de siera den meester te maken. De man met de bloe men zou er zeker niet voor zijn terugge deinsd haar neer te slaan. En dan was het in ieder geval nog beter zoo Overigens heeft men ook van dezen bloe- menman reeds'een spoor ontdekt. Zijn broek, zijn stroohoed en de leege mand beeft men in de kamer van Slivkowitsch gevonden. Hij zelf is weliswaar verdwenen, maar men schijnt een spoor van hem te hebben gevonden, dat naar Marseille leidt. En werkelijk: nog denzelfden avond wordt hy daar gearresteerd. Hij blijkt slechts over geringe geldmiddelen te beschikken en ook bij hem wordt geen enkele diamant ge vonden. Er behoeft dus niet aan te worden getwijfeld, dat de buit zich in handen van Alexander Popodotschi bevindt. Maar on danks alle ijverige nasporingen wordt men omtrent diens verblijfplaats niets wijzer. Zoodat ten slotte Hendrik van Berquem en de Verzekeringsmaatschappij niets an ders overblijft dan een bedrag van 10.000 pond uit te loven voor hen, die inlichtingen kunnen verstrekken, welke leiden tot de opsporing van de gestolen ju woelen. Harry Diesel acht zich dien volgenden morgen zedelijk verplicht een bezoek aan Nind te brengen om haar te troosten. Haar oogen zijn nog rood van het schreien en als zü over de diamanten begint, stroomen de tranen opnieuw langs haar wangen. Juist door die tranen echter voelt Die sel zich zeer schuldbewust, Als ik niet zoo idioot-jaloersch op Jean Martin was geweest, zou die Popo dotschi er nooit in geslaagd zijn mij zoo beet te nemen! verzekert hij heftig. Maar ja, ik heb van het begin af aan gemeend, dat die Martin iets tegen u in het schild voerde en dat ik u tegen hem moest be schermen. Het doet Nini bepaald goed, dat te ver nemen en nu voelt zij zich op haar beurt verplicht hem te bekennen, dat zij zeer ze ker nooit neen nooit! haar kamer ver laten zou hebben, als madame Manescu haar niet gewaarschuwd had, dat hij Diesel daar buiten in levensgevaar ver keerde. Dat vindt Diesel nu weer gezellig om te hooren en het geeft hem zelfs zooveel moed dat hij, ietwat verlegen durft vragen: Dus dan houdt u toch een beetje van me? Dan lacht ze: Ach een beetje? Over een beetje moesten wij liever niet spreken! Diesel weet niet direct hoe hij dat moet uitleggen, maar daar het in dergelijke ge vallen altijd 't verstandigste is het beste aan te nemen, vraagt hij aarzelend: Dus verschrikkelijk veel. Misschienantwoordt Nini lachend. Maar wat hebt u daar eigenlijk aan', als u toch gelooft, dat er iemand is, die zich door middel van juweelen van mijn gunst heeft weten te verzekeren? Diesel is ddep terneergeslagen of hij doet althans zoo. U hebt destijds gelijk gehad en ik ben het nu geheel met u eens: ik was een groote ezel, toen ik mij dat door Po- podoschi op den mouw liet spelden. Wat? Dus was dat ook al de schuld van dien verschrikkelijken Popodotschi? vraagt Nini, wien door Diesel's bekentenis een pak van het hart is genomen. En nu vertelt zij hem ook wie en wat zij eigen lijk is. In de eerste plaats van goede Ant- werpsche familie. Haar grootvader zelfs burgemeester, haar vader echter jong over leden en een goede naam diens eenige na latenschap. Daardoor was zij genoodzaakt de handen uit de mouwen te steken en in haar onderhoud te voorzien door het ver vaardigen van imitatie-juweelen. Hendrik van Berquem, die met haar familie be vriend was, had haar verzocht aan de door hem te organiseeren diamantfeesten mee te werken. En zoo komt het, dat zij nu Kostbare sieraden en even kostbare toilet ten draagt, welke noch gekocht, noch ge schonken zijn. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9