DINSDAG 24 DECEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 KERKNIEUWS MGR. J. P. HUIB$RS EN „KATHOLIEK HOORN". De nienwe Bisschop onder het gehoor van Mr. Marchant. Gisteravond heeft Mgr. J. P. Huibers de vergadering bijgewoond van den Katho lieken Kring te Hoorn, in welke verga dering Mr. H. P. Marchant sprak over zijn bekeeringsgescbieden is. Het was de laatste avond, waarop Mgr. Huibers in het openbare katholieke leven van Hoorn verscheen. Toen mgr. Huibers gekleed in het paarse bisschopsgewaad met het bestuur van den Katholieken Kring binnenschreed, brach ten de aanwezigen, die de groote zaal van het Parkhotel geheel vulden, mgr. staan de een luide ovatie, die niet eindigde, al vorens de voorzitter van den Katholieken Kring, notaris S. J. C. Luyckx, het spreek gestoelte had bestegen, om de vergadering met den christelijken groet te openen. No taris Luyckx verwelkomde allereerst mgr. Huibers en dankte hem nogeens voor de groote zorg, welke hij als moderator jaren lang aan den Katholieken Kring gegeven heeft. Steeds, zoo zeide spr., zullen wij de wijze lessen, die wij van U Mgr. kregen, in toepassing brengen. Nadat notaris Luyckx dan mr. Marchant bij het publiek had ingeleid, kreeg deze het woord. Mr. Marchant beschouwde het als een groote verrassing, dezen avond te Hoorn te mogen spreken in tegenwoordig heid van Haarlems nieuwen bisschop. Toen hy zich destijds bereid verklaarde in Hoorn te komen spreken, had hij alles, behalve dit,kunnen vermoeden. Uw betreurde voor ganger, aldus mr. Marchant, heb ik betrek kelijk goed gekend. Hij was het, die mij het H. Vormsel toediende en hij was mij lief. Ik bewonderde de fijne wijze, waarop hij zijn moeilijk ambt uitoefende. Ik bid God dat Hij U Mgr. moge leiden bij uw zware taak. Den geheelen avond heeft mr. Marchant zijn gehoor geboeid met zijn levendige en, geestige voordracht van de argumenten, welke lyj te berde wilde brengen en de bisschop zelf luisterde met veel aandacht, waarbij Mgr herhaaldelijk blijk van zijn instemming gaf. Na afloop van mr. Marchant's lezing, die met veel applaus werd ontvangen, gaf de voorzitter het woord aan den* moderator van den Katholieken Kring, den nieuw- benoemden Bisschop van Haarlem. Mgr. Huibers zeidi wel namens de ge- heele vergadering te spreken, wanneer hij mr. Marchant voor zijn lezing heel harte lijk dankte. Uw woord, aldus Mgr., is een apologie en voor ons is het een vreugde en een troost. Het is dikwijls zoo moeilijk voor de katholieken, zich zelf te waardeeren. Zoo vaak nog wordt er van alle kanten op de katholieken laag neergezien en het doet ons goed, al weten we, dat we reden te over hebben, om God ie danken, deze zelfbe wuste woorden te hooren van een man met groote gaven, die in zijn leidende po sitie, welke hij vroeger innam, ook altijd zoo goed het zwaard wist te hanteeren. Dat we het geluk hebben, dat deze man tot ons is gekomen, om voor ons te getuigen, het is iets, waarvoor wij den goeden God dank baar mogen zijn. Als wij een man van zoo scherpzinnig verstand zien komen, een man, die door zuivere redeneering langs den weg, dien St. Thomas is voorgegaan, kwam tot de waarheid, dan mogen we dankbaar zijn, dat Onze Lieve Heer hem dit volle licht heeft gegeven. En wanneer wij dan vragen, hoe het komt, dat het licht, door hem gevonden, velen verborgen blijft, dan moeten we zeggen, dat het Gods genade is, maar ook dat hij die genade aanvaard heeft. En hij heeft haar aanvaard door zich ontvankelijk te stellen voor de lessen, die hij trok uit het boekje, waarover hij van avond sprak, en dat alle katholieken meer moesten lezen: Thomas a Kempis' navol ging van Christus. Mgr. Huibers riep dan allen.op. om fier en dankbaar te zijn voor de waarheid, die wij niet konden vinden zonder dat God ons sterkte. Dankbaar moeten wij ook vooral zijn, omdat wij Gods genade om niet hebben gekregen. Terwijl zoovelen, die bui ten Christus Kerk zijn opgevoed, en daar onder ook mr. lyiarchant, zeer ernstige moeilijkheden moeten ondervinden, om tot het eene ware geloof te komen. Daarna nam Mgr. Huibers met eenige hartelijke woorden afscheid als moderator van den Katholieken Kring. Op tweeden Kerstdag zal Mgr. Huibers in de pastorie te Hoorn aan particulieren gelegenheid geven van hem afscheid te nemen. Deze receptie zal een officieel ka rakter dragen. Verwacht wordt, dat Mgr. Vrijdag of Zaterdag Hoorn zal verlaten. „Maasbode". PASTOOR J. S. VAN BUCHEM. Viering van zijn gouden priesterfeest. In de parochie van St. Bonifacius te Rijs wijk (Z.-H.) is het gouden priesterfeest ge vierd van Pastoor J. S. van Buchem. Nadat de parochianen j.l. Zaterdagavond hun be minden herder in de met flood-light besche nen kerk hadden ingehaald, droeg Pastoor van Buchem des Zondags een plechtige Hoogmis op, waarbij o.a. op het priester koor tegenwoordig was Z. D. H. Mgr. M. P. J. Möllimann. Des middags te 3 uur werd een drukbe zochte receptie gehouden, waarna de fees telijke viering besloten werd met een plech tig Danklof met Te Deum. BINNENLAND NIEUWJAARSREDE VAN MINISTER COLIJN De minister-president, dr. H. Colijn, zal, naar wij vernemen, op 1 Januari des avonds om negen uur voor de N.C.R.V. een Nieuwjaarsrede houden. „N. R. Crt." MR. DUYS GEWEERD. Uit gewestelijke vergadering der SJD.A.P. te Alkmaar. Zaterdag en Zondag vergaderde te Alk maar het gewest Noord-Holland van de S. D. A. P. Onder de aanwezigen bevond zich ook mr. Duys, hetgeen aanleiding gaf tot een uitvoerige discussie. Ten slotte werd met 163 tegen 17 stemmen een resolutie aange nomen, die als volgt luidt: „Het gewest Noord-Holland-Noord spreekt als zijn mee ning uit, dat, volgens de interpretatie der statuten, aan een geroyeerd lid, hangende zijn beroep tegen dit royement, geen toe gang tot de vergadering kan worden ver leend." De heer Duys verliet vervolgens onder protest de bijeenkomst. In „Het Volk" lezen wij nog omtrent de aanwezigheid van den heer Duys ter ver gadering: Het gewestelijk bestuur had den heer Duys uitgenoodigd, voordat hij voor de Kamerfractie had bedankt; het had beslo ten om deze uitnoodiging gestand te doen. Dit standpunt werd door den voorzitter, den heer Swierstra, verdedigd^ twee der be stuursleden verklaarden niet aanwezig ge weest te zijn en het er niet mee eens te zijn, een der andere bestuurleden verklaar de, alleen toegestemd te hebben, omdat hij meende, dat een geroyeerd lid tijdens het beroep nog lid bleef. De voorzitter had mr. Duys weten te bewegen beroep tegen zijn royement aan te teekenen. Terwijl de discussie voortging en steeds meer afdeelingen zich tegen de aanwezig heid van mr. Duys verklaarden, stond hij plotseling, heftig interrumpeerend, op en verliet de zaal. De afgevaardigden van Groot-Schermer en Oude Niedorp en twee van de afdeeling Hoorn, gingen met hem mee. HET NUT DER SOCIALE VERZEKERING Op 3 December j.l. was het 16 jaar ge leden dat de Invaliditeitswet in werking trad. Om een idee te geven van de resultaten dezer verzekering, volgt hieronder een overzicht van de 1 December van dit jaar loopende renten. 49629 Invaliditeitsrente 6.948.007.81 113502 Ouderdomsrenten 17.168.345.48 31701 Weduwenrenten 5.080.290.17 13813 Weezenrenten 2.006.008.35 Totaal 31.202.651,81 Dit zijn de bedragen, welke per jaar over het geheele land worden uitgekeerd. Alleen in het gebied van den Raad van Arbeid Leiden, waren op 1 December j.l, loopende: 1501 Invaliditeitsrenten 219.120.33 3495 Ouderdomsrenten 526.552. 984 Weduwenrenten 161.596.07 397 Weezenrenten 59.772.99 967.041.39 Bovendien werden tot op 1 December '35 in totaal 55787 personen voor rekening van het Invaliditeitsfonds behandeld of verpleegd, waarvan alleen in het gebied van den Raad van Arbeid te Leiden 1226 verzekerden. Uit deze gegevens blijkt zeer zeker het groote nut van de Sociale Verzekering. HET SPOORWEGPERSONEEL Dienstvoorvaarden tot 1937 verlengd De minister van waterstaat heeft aan den personeelraad der Nederlandsche Spoorwegen de toezegging gedaan, dat de geldigheidsduur van het reglement Dienst- voorwaarden 1926 zal worden verlengd tot 1 Januari 1937, STEUN AAN KAASPRODUCENTEN BIJ TERUGLEVERING VAN ONDERMELK Crisis-steunbeschikking 1935 (teruglevering ondermelk) De minister van landbouw en visschery, gelet op de artikelen 3, lid 1, onder a, en lid 2, en 8 van de Landbouw-Crisiswet 1933, heeft besloten met ingang van 10 November 1935 en eindigende met ingang van 29 December 1935: steun te verleenen aan de bij de Stich ting Nederlandsche Zuivelcentrale, geves tigd te 's Gravenhage, georganiseerde en toegelaten kaasproducenten tot een inge volge hierna bepaalde bedrag per kg., op de ondermelk, welke aan de kaasberei ding is onttrokken en in evengenoemde periode rechtstreeks aan veehoudersbedrij- ven wordt teruggeleverd voor veevoeder doeleinden. Bij de berekening, wordt als basisperiode genoemd het tijdvak ingaande 9 November 1934 tot en met 27 December 1934. Het steunbedrag per k.g. is gelijk aan de volledige kaaswaarde van ondermelk, wekelijks vast te stellen door een nader door de Centrale aan te wijzen commis sie van deskundigen volgens een nader om schreven formule. De hoeveelheid ondermelk, waarover de steun wordt verleend, dient aan den vee houder in rekening gebracht te worden tegen 0.50 cent per kg., niet uitzondering ten aanzien van die veehouders, aan wie de onder I genoemde producenten ingevol ge bestaande gewoonte de ondermelk gra tis terugleveren. De steun zal worden uitgekeerd na af loop van de vermelde periode, met dien verstande, dat. indien degehe, die voor steun in aanmerking komt, de uit deze be- WAT ZAL DE WINTER TOCH DOEN? Reeds gedurende een lange reeks van da gen zijn de vooruitzichten ten opzichte van de vorst heel onzeker. Den vijfden Decem ber begon het in den nacht met lichte vorst en sedert dien datum heeft het bijna eiken nacht een beetje gevroren. Zulke nachtelijke vorst zet, als zij slechts licht is, geen ijs van beteekenis aan. Op slechts één dag, den 14den, heeft het doorgevroren en men kan dus nog niet zeggen, dat de vorst van veel beteekenis is geweest. De lange duur van deze periode van af wisselend vorst en dooi doet terecht de vraag rijzen: wat wil de winter eigen lek? Het is voorloopig nog heel moeilijk een antwoord op die vraag te geven. Dat het niet flink door wil vriezen beteekent nog niet, dat ons een ijslooze winter wacht. In den laatsten strengen winter van 1928-'29 vroor het in December nauwelijks sterker en toch bracht Januari sterke en Februari zeer strenge vorst. Daarentegen volgde op de zeer koude December 1933 een vrij zach te rest van den winter. Wanneer wij bo vendien een statistiek van een groot aan tal jaren nagaan zien wij, dat in de twee de helft van December devorstkans veel minder wordt om pas na 1 Januari weer te stijgen. Zelden is er ijs tusschen Kerst mis en Nieuwjaar. Reeds om deze reden (de oorzaak van deze vermindering van het aantal vorstdagen is niet bekend) zou te verwachten zijn, dat de winter nog een paar weken minstens zal kwakkelen. Daar na kunnen we zien. Met deze weifelende Decembervorst is dus de kans op een kou den winter niet verkeken. Hiertegenover staat echter, dat in den laatsten tijd de algemeene weerstoestand reeds een paar malen zich in een richting ontwikkelde, die de kansen op een flinke vorstperiode deden stijgen. Telkens maak ten storingen een onderbreking zonder dat het uitzicht ou koud weer geheel ver dween. Het zit hierin, dat over N.O.- en Noord-Europa de luchtdruk hooger wordt en daardoor de kans op Oostenwind, een levensvoorwaarde voor sterke vorst, groo- ter wordt. Eigenlijk is het nog te vroeg in den winter voor de verdere ontwikkeling van dezen weerstoestand maar juist het feit, 'dat hij reeds nu begint te ontwikkelen, kan als een aanwijzing worden beschouwd, dat de winter koud zal worden. De tem peratuur is trouwens den laatsten tijd reeds veel lager geworden, dus wat dat betreft komen de uitkomsten overeen met de uit zichten. Men zal dus nog niet wanhopen aan een ijswinter als men de vreugde van het ijs vermaak hooger stelt dan de ellende van een strengen winter. Wij moeten eerst uit den tijd der kente ring in de- weersgesteldheid raken, waar in wij nog verkeeren. Daarna zal zich de verdere ontwikkeling van den winter wel duidelijker afteekenen. schikking voor hem voortvloeiende ver plichtingen niet of slechts gedeeltelijk is nagekomen, door de Centrale zal worden vastgesteld ,welk steunbedrag aan hem zal worden uitgekeerd. De gelden, benoodigd ter uitvoering van deze beschikking, zullen ter beschikking worden gesteld van de. Centrale, met dien verstande, dat deze hiertoe haar saldo zal kunnen aanwenden. Deze beschikking kan worden aange- haal onder den titel: Crisis-Steunbeschik- king 1935 (teruglevering ondermelk). (Voor nadere bijzonderheden zie men St. Crt. van gisteravond no. 250). Schema van berekening Bij deze beschiking is gevoegd een sche ma van berekening, waaraan het volgen de ontleend wordt: Bij de berekening van de hoeveelheid ondermelk, welke voor bijslag in aanmer king komt. wordt onderscheid gemaakt tusschen: a. de bedrijven of combinaties van be drijven, die gewoon zijn alle ondermelk, waarvan geen kaas of melkproducten wor den gemaakt, gratis aan de veehouders terug te leveren, en b. de bedrijven of combinaties van be drijven, die steeds alle ondermelk tegen betaling hebben teruggeleverd. Vorenbedoelde berekening wordt als volgt uitgevoerd: Groep a. Voor iedere week van de beperkingspe riode 10 November tot en met 28 Decem ber 1935 wordt uitgerekend de verhou ding tusschen de hoeveelheid ontvangen melk, verminderd met consumptiemelk en room in deze week en in de overeenkom stige week in de basisperiode 1934. Het aldus berekende cijfer zal verder het ver- houudingsgetal worden genoemd. De hoeveelheid 12-daagsche vetvrije kaas (berekend met de normen 170 pet., 16 pet., 23 pet. en 27 pet. voor resp. 20+, 30+, 40+ en volvette kaas), geprodu ceerd in een bepaalde week van de basis periode, wordt met het verhoudingsgetal' vermenigvuldigd. Deze berekende mogelij ke kaasproductie wordt verminderd met de hoevelheid vetvrije 12-daagsche kaas, geproduceerd in de overeenkomstige week van 1935. Het verschil, indien positief, geeft de kaasproductiebeperking. Door vermenigvuldiging met 10n/8.s5 wordt de overeenkomstige hoeveelheid ondermelk in kg. berekend, welke dus behoudens de hierna te noemen eventueel aan te bren gen correctie voor toeslag in aanmerking komt. Om na te gaan, of alle aan de kaasma kerij onttrokken ondermelk aan de vee houders is afgeleverd, worden nagegaan de hoeveelheden ondermelk, die in de verschillende weken van de basisperiode eventueel tot melkproducten zijn verwerkt of aan kaas- of melkproductenfabrieken zijn afgeleverd. Met melkproducten worden voor de toe passing dezer regeling gelijkgesteld alle andere producten, voor welker bereiding ondermelk heeft gediend. Deze hoeveelheden forden vermenigvul digd met de resp. verhoudingsgetallen, op geteld en de som afgetrokken van de hoe veelheid tot melkproducten verwerkte of aan kaas- of melkproductenfabrieken afge leverde ondermelk in de beperkingsperiode 1935. Is het verschil positief, dan wordt deze hoeveelheid vermenigvuldigd met den toeslag per k.g. over de geheele periode en het op deze wijze verkregen geldsbedrag in mindering gebracht op het totale bedrag van den bijslag, verkregen door optellen van de toeslagbedragen per week. Groep B. De hoeveelheid ondermelk, welke in ieder der weken van de basis- periode naar de boerderij teruggeleverd werd, wordt vermenigvuldigd met het op die week betrekking hebbende verhou dingsgetal en deze hoeveelheid wordt af getrokken van de hoeveelheid ondermelk, welke in de overeenkomstige week van de beperkingsperiode teruggeleverd is. Is deze hoeveelheid uitsluitend aan de kaas makerij onttrokken, dan komt ze voor bij slag in aanmerking. Om dit laatste te beoordeelen, wordt na gegaan: I. of de hoeveelheid karnemelk, in 1935 naar de boerderij teruggeleverd, al dan niet gelijk is aan de hoeveelheid, in de overeenkomstige week van 1934 terugge leverd, vermenigvuldigd met het verhou dingsgetal. Is in 1935 minder teruggele- yerd, dan wordt het verschil in mindering gebracht op de in betrekkelijke week voor toeslag in aanmerking komende hoeveel heid ondermelk II. of de hoeveelheid ondermelk, die op melkproducten is verwerkt in de geheele beperkingsperiode 1935, al dan niet gelijk is aan de hoeveelheden, in ieder der we ken van basisperiode op melkproducten verwerkt, vermenigvuldigd met het op ieder dier weken betrekking hebbende verhoudingsgetal, en vervolgens samenge steld. Is in de beperkingsperiode 1935 minder ondermelk op melkproducten verwerkt dan dit totaal aangeeft, dan wordt deze hoe veelheid, in k.g. uitgedrukt, vermenigvul digd met den gemiddelden toeslag per kg. over de geheele beperkingsperiode en het aldus verkregen bedrag in mindering ge bracht op het bedrag, verkregen door de wekelijksche toeslagbedragen op te tellen. Met verwerken op melkproducten wordt gelijkgesteld de verwerking tot elk ander product, voor de bereiding waarvan onder melk heeft gediend, alsmede aflevering aan melkproductenfabrieken. GOEDERENVERKEER MET DUITSCHLAND Nieuwe overeenkomst Maandag te Berlijn onderteekend Men bericht uit Berlijn aan de „Tijd": In het Rijksministerie van Buitenland- sche Zaken te Berlijn is Maandag een ver drag onderteekend tot regeling van het DuitschNederlandsche goederenverkeer in 1936. Voor den afzet van landbouwproducten uit Nederland, in het bijzonder van boter, eieren en kaas, is een regeling getroffen, die een vermeerderden afzet van genoemde producten in vergelijking met het vorige jaar mogelijk maakt. De overeenkomsten inzake de bij den invoer in Nederland gecontingenteerde goederen maken het Duitschland mogelijk, zyn waren in ongeveer gelijke hoeveelheid ln Nederland af te zetten. De Regeeringsdienst bericht nog: Maandag 23 December 1935, heeft aan het Auswertige Amt te Berlijn de onder- teekening plaats gevonden van een ver drag nopens de regeling van het Neder- landschDuitsche goederenverkeer voor het jaar 1936. Voor wat den afzet van landbouwproduc ten uit Nederland naar Duitschland be treft, is in het bijzonder ten aanzien van boter, eieren en kaas in dit bedrag een regeling vastgelegd, die voor het jaar 1936 een vermeerderden afzet van de genoemde producten, in vergelijking met het jaar 1935, mogelijk maakt. De in het bedoelde verdrag getroffen regeling ten aanzien van den invoer van Duitsche artikelen, die in Nederland ge- contingenteerd zijn, komt daarop neer, dat ten aanzien van den invoer in Nederland uit Duitschland van die artikelen geduren de het jaar 1933 een aanpassing aan de verhouding op de Nederlandsche markt is nagestreefd, waardoor verschillende be drijfstakken verderen steun zullen ge nieten. Prof. Dr. F. J. A. Huart. f Gisteravond is te Amsterdam op 39-ja rigen leeftijd, na geruimen tijd ziek te zijn geweest, overleden Professor Dr. F. J. A. Huart, hoogleeraar in het staats- en admi nistratief recht aan de Gemeente Univer siteit van Amsterdam. Prof. Huart werd op 16 April 1896 te Delft geboren. Hij bezocht het gymnasium te 's-Gravenhage en werd in 1915 inge schreven als student aan de Rijksuniversi teit te Leiden, waar hij eerst klassieke let teren en daarna rechtswetenschap stu deerde. In 1918 deed hij cum laude het can- didaatsexamen in de klassieke letteren. In de periode, die hierop volgde, was Huart als tijdelijk leeraar in de oude talen aan het Gymnasium te Delft verbonden. In 1925 promoveerde hij, wederom cum laude, tot doctor in de rechtswetenschappen op een proefschrift, getiteld „Grondwetsher ziening 1917 en 1922". In 1924 werd dr. Huart benoemd tot hoofdcommies bij de Provinciale Griffie van Friesland. Hij maakte promotie en werd in 1927 referendaris-plaatsvervan gend griffier der Provinciale Staten van Friesland. In 1930 volgde zijn benoeming tot hoog leeraar aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam in het Nederlandsch staats- en LAND- EN TUINBOUW WENKEN VOOR IEDERE MAAND. 2de helft December. Een proef boomgaard. Een zeer belang rijke proef is genomen in een boomgaard te Amby (L.) door leerlingen van de Fruit- teeltschool te Maastricht. In een deel, on geveer een halve H.A., van den boomgaard, welke reeds een halve eeuw oud is, wilde men demonstreer en, dat de oogst van een kleinen, wèlverzorgden boomgaard grooter kan zijn dan die van een welke onvoldoen de wordt verzorgd. Behalve een volledige ziektebestrijding door vang- en lijmbanden en verschillende bespuitingen, werd een vrij ruime bemes ting toegepast, omdat gebleken was, dat de bemesting in de meeste onzer boomgaar den te wenschen overlaat. Gegeven werd per Hectare:400 K.G. kalizout 40 pet., 1000 K.G. slakkenmeel en 600 K.G. Ammon- salpeter. 't Is mogelijk, dat deze hoeveel heden nog moeten worden opgevoerd: in een fruitaanplanting te Grathem werd na melijk de laatste jaren, met zeer gunstig gevolg, een stikstof bemesting gegeven van 900 K.G. ammonsalpeter. De oogsten wa ren daar zoo groot, dat gedimd moest wor den. Voor zulk een rijke stikstifbemesting behoeft men niet te vreezen, indien tevens een ruime minerale bemesting, dus van kali, fosforzuur en kalk, wordt aange wend. Voorts is het tijdstip van toediening van groot belang: een vroegtijdige uitstrooiing is in grasboomgaarden zeer gewenscht. Ge schiedt dit te laa.t, dan profiteert in droge zomers alleen het gras er van. Niet enkel kali en fosforzuur moeten vroeg in den winter worden aangewend en daarna de stikstof in Maart-April wanneer de kalk- ammonsalpeter wordt gegeven in Januari- Februari dan zal de werking er van bedui dend grooter zijn dan bij een latere uit strooiing. Er kan wat meer uitspoelen, dat is waar, maar dit wordt ruimschoots door de grootere werking vergoed. Vermelding verdient nog: de andere wijze van snoeiing, welke werd toegepast: vooral de kroon in het jonge hout werd gedund waarodor een betere belichting en betere kwaliteit van het fruit werd verkregen en ook de schot- groei weer werd opgewekt. De resultaten dezer goede verzorging waren alleszins bevredigend, zoo zelfs, dat bezoekers in den gepasseerden zomer den oogst van het proefpercecl, du*- van de 54 Are, waarop 41 appelboomen staan, evenhoog schatten als dien van het onbe handelde gedeelte, dat ruim 3 Hectaren groot is. De juiste hoeveelheid, inbegrepen het door den storm afgewaaide fruit, was: 9560 K.G. Terwijl alle 41 boomen zwaar geladen waren .iet le kwaliteit fruit, zag men in de rest van den boomgaard slechts hier en daar appels hangen, waarvan vele nog door schurft waren aangetast. Omtrent de rentabiliteit der gemaakte kosten behoefde niet de minste twijfel te bestaan. VOOR DE KEUKEN. (Voeding en ge zondheid). Onze huisvrouwen dienen ook wat te weten van de samenstelling der voedingsmiddelen, om daaruit een goede keus te doen. Dit behoeft nu niet zoo angst vallig te geschieden, maar toch met eenig oordeel. Zij dienen eenzijdigheid te vermij den; bij eenvoudige kost kan men toch de noodige verscheidenheid in acht nemen, zoodat men geen gevaar loopt, dat de voe ding een tekort heeft aan één of meer be paalde stoffen, die voor de gezondheid en de instandhouding van ons lichaam noodig zijn. Zoo bijvoorbeeld wat de vi taminen betreft, waarover de laatste jaren zooveel is geschreven. Men heeft alle ver schillende soorten vitaminen edel- stoffen, levensstoffen, aanvullingsstoffen) gevonden. Hier volgt er iets over. Vit. A komt veel voor in boter, eigeel, levertraan, maar ook in groene, werkzame planten- deelen: in spinazie, kool» sla, in roode wor tels en tomaten. Zij bevordert den groei en verhoogt de weerstandskracht. Ont breekt deze vit. dan komt er groeistilstand, vermagering, beenderverzwakking en oog aandoening. Een tweede soort is vit. B. Zij bevordert ook de groei en wekt de af scheiding der verteringssappen op; bij ge- brek aan deze vit. ontstaat eveneens groei stilstand en vermagering. Zij komt in vol doende hoeveelheid voor in alle natuur lijke voedingsmiddelen, met meest in plant aardige; in het graan alleen in de kiemen en de buitenste vliezen, dus de zemelen. Vit. C. voorkomt scheurbuik, zij ontbreekt geheel in conserven, gedroogde groenten, erwten, boonen en in lang gekookt voedsel. Daarentegen komt zij veel voor in groene plantendeelen en vruchten, en bijzonder in citroenen, sinaasappels, frambozen, jonge wortelen en tomaten. Er is ook een Vit. D., bij gebrek hieraan ontstaat langzame vermindering der spierkracht; zij waar borgt de normale verzorging der spieren met fosforverbindingen. Zij wordt aange troffen in alle natuurlijke voedingsmidde len, maar ontbreekt in 't binnenste van den graankorrel en in conserven. Tenslotte noemen we Vit. E., waardoor de normale werkkracht der zenuwen wordt bevorderd. Ook deze soort komt in alle natuurlijke voedingsmiddelen voor, en ontbreekt in conserven. Gebrek aan E. veroorzaakt ver minderde zenuwkracht. administratief recht. Van de hand van prof. Huart zijn vele wetenschappelijke publicaties verschenen. Hiervan kunnen worden genoemd: „Taak en methode bij de beoefening van het ad ministratief recht" (Rede, 1930); Opstellen van staats- en administratief-rechterlijken aard. o.a. in ..Gemeentebestuur" (1926 1930), in de „Gids" (1927); „Staatsrechter lijke opstellen, aangeboden aan professor Mr. H. Krabbe (1927 dl. II); verder arti kelen in „Rechtsgeleerd Magazijn" (1929. 1934) en „Jahrbuch des öffentlichcn Rechts" (1930).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 7