VRIJDAG 20 DECEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
GEMEENTERAAD VAN NOORD WIJK
RECHTZAKEN
MISDADIGERS UIT OSS VOOR HET
GERECHT.
Den 36-jarigen arbeider J. J. v. G. uit
Oss, die gisteren voor de rechtbank in
Den Bosch terecht stond, was ten laste
gelegd dat hij in den nacht van 23 op 24
November 1928 of daaromtrent te Heesch,
tezamen en in vereeniging met een of meer
anderen gedurende den nacht in de wo
ning van Gerardus Pijnappel heeft weg
genomen een geldbedrag van omstreeks
700 en eenige geldswaardige papieren,
alles toebehoorende aan de Coöp. Boeren
leenbank aldaar.
De 33-jarige Jac. de B., bekend als
Koosje, arbeider te Oss, gedetineerd, had
zich in deze strafzitting nogmaals te ver
antwoorden en wel voor een inbraak en
een overval met roof. Allereerst is tegen
hem een gelijkluidende dagvaarding uit
gebracht als tegen J. J. van G. ter zake
van inbraak bij de Boerenleenbank te
Heesch.
Verd. bekent. Hij weet echter niet meer
wanneer het precies is geweest. Jac. van
B. heeft een raampje uit den muur. geno
men, is naar binnen gegaan en heeft de
deur geopend. Wie de andere deur heeft
geopend, weet hij niet meer. Ze kwamen
in de keuken en hebben er een geldkast
meegenomen. Deze is op een wagen ge
legd die er toevallig stond. Met een door
verd. bij een smid gestolen voorhamer en
tang is de kast geopend. Verd. heeft van
den ouit een goede honderd gulden gekre
gen.
H. van B. (Dotje) erkent btf de in
braak geweest te zijn. Zijn broer Koosje
van B. K., van G. en de B. waren hem in
zijn kosthuis komen halen. "Met zijn vie
ren zyn zij bij Pijnappel naar binnen ge
gaan nadat een raampje en binnendeur ge
forceerd waren. Men had de brandkast op
een handwagen vervoerd. Een der inbre
kers had gereedschap gehaald. Toen is de
kast geopend en er is f 790 uitgehaald.
Het O. M. zegt, dat verd. meer dan 30
maal in de registers van Oss voorkomt. Re
kening er mee houdend dat verd. onlangs
tot 6 jaar is veroordeeld eischt spr. drie
jaar gevangenisstraf.
Verd. zegt dat hij als hij er drie jaar by
krijgt een ouwe vent is als hy uit de ge
vangenis komt. Dan kan hij geen werk
meer krijgen.
Mr. Boogaerts uit Boxtel pleit clementie.
Daarna staat voor dezelfde zaak terecht
de 33-jarige arbeider J. de B. (Koosje).
Verd. ontkent bij de inbraak geweest te
zijn,
President: De B. ontkent erby geweest
te zijn.
Get.: Dat moet hij weten, maar het is
toch zoo. Wij hebben het allemaal samen
gedaan. Bij de Louw in de schuur is het
geld verdeeld.
Verd. zegt dat het niet waar is.
Dotje van B. bevestigt zijn verklaringen
in de vorige zaak. De B. heeft ook zijn part
van het geld gehad.
Overval met roof te Dinter.
Koosje is verder ten laste gelegd, dat
hij in den nacht van 28 op 29 Januari 1929
of daaromtrent te Dinter tezamen en in
vereeniging met een of meer anderen ge
durende den nacht in de woning van P. G.
van Sleeuwen heeft weggenomen een be
drag van 500 of daaromtrent alles toe-
behoorend aan genoemden Van Sleeuwen
zulks na zich den toegang tot diiens wo
ning verschaft te hebben door gaten te
boren in een raamkozijn en door inklim
ming in een raam, welken diefstal hy en
zijn deelgenooten hebben doen voorafgaan
vergezeld gaan en volgen door geweld te
gen Van Sleeuwen en zijn dochter Johanna
Verdachte weet er niets van.
Get. Johanna A, van Sleeuwen deelt
mede wat er op den bewusten avond is ge
beurd.
A. .H (Toon de Soep) erkent met Koos
je de B., Van G. en nog iemand naar Din
ter te zijn gegaan. De B. is door het raam
naar binnen geklommen en heeft de deur
geopend. Toen get. binnenkwam stond
Van Sleeuwen gewapend met een knup
pel. Er was ook een juffrouw, die get.
echter niet herkende. Van Sleeuwen dreig
de met den knuppel en werd toen over
weldigd en in bedwang gehouden. De B.
heeft sleutels uit zyn zak genomen en een
ander heeft aan de brandkast gemorreld.
Ook De B. was bij de brandkast bezig.
Verd. herhaalt het niet gedaan te heb
ben.
Het O. M. acht verd. schuldig. H\j kan
hem niet anders kwalificeeren dan als
een misdadiger. De vader van Van Sleeu
wen heeft zulk een knak gekregen, dat hij
later is overleden, al kan men niet zeg
gen dat de dood het gevolg van deze mis
daad was..
Wegens beide ten laste gelegde feiten
eischte spr. tien jaar gevangenisstraf met
aftrek van voorloopige hechtenis.
De verdediger, mr. Bogaert, vindt deze
straf wel zeer hoog in verband met het
aandeel van verd. en pleit clementie.
De medeplichtige staat terecht.
Wegens medeplichtigheid aan den over
val met roof te Dinter stond terecht de 45-
jarige landbouwer A. J. van H. uit Heesch
bij Oss. Verd. zegt, dat hij naar Dinter was
gereden om er zaken te doen. Hij had
iemand meegenomen die er ook moest zijn,
maar weet niet wie dat was. De man vroeg
of hij Van Sleeuwen wist te wonen. Later
heeft hij van dien man 40 gekregen on
der mededeeling dat hij maar niets moest
zeggen. Verd. erkent op een vraag van den
president de woning van Van Sleeuwen te
hebben aangewezen. Hij wist echter niet
wat de mannen van plan waren.
De inspecteur van Politie, Van Kem
pen, verklaart, dat verd. niet ongunstig
bekend staat.
Dan wordt gehoord Jac. de B.
De president vraagt of hy aan verd. ge
vraagd heeft of deze in Dinter Van Sleeu
wen kende.
Get. zegt van H. niet te kennen, hy heeft
den man nooit gezien.
Johanna van Sleeuwen bevestigt haar
vorige verklaringegn, evenals Toon de
Soep. Deze verklaart dat verd. hem de
woning van Van Sleeuwen had gewezen.
De B. wordt weer gehaald en de presi
dent doet mededeeling van de verklarin
gen.
De B.: Hij zegt het, maar is het waar?
De president: Is het waar wat jij zegt?
De B.: Omdat ik het zeivers weet.
De president: H. weet het zei vers ook.
Een van beiden liegt.
Getuige H. zegt ook te weten van het
uitbetalen der 40,
De Bie weet van geen 40 en kent van
H. niet.
De president zegt tot De Bie, dat hij er
misschien wegens meineed nog een jaar
tje bij krijgt.
De B.: In Godsnaam!
Vervolging wegens meineed.
Medegedeeld wordt dat tegen De Bie een
vervolging wegens meineed zal worden
ingesteld.
Het O. M. gelooft, dat verd. er door an
deren is tusschengehaald. Hij staat gun
stig bekend. De eisch luidde negen maan
den gevangenisstraf na aftrek van de
voorloopige hechtenis.
De verdediger, mr. E. van Zinnicq
Bergmann, zegt dat men aan iedereen
had kunnen vragen waar Van Sleeuwen
woonde. PI. vraagt de in vrijheidstelling
van den verdachte.
Na in raadkamer te zyn geweest willigt
de rechtbank dit verzoek in.
Hanneke van Martekus komt voor.
Tenslotte staat terecht de 46-jarige J.
M. V., huisvrouw van M. van B. wonende
te Oss (Hanneke van Martekus). Haar
wordt ten laste gelegd dat zij in en om
streeks het jaar 1933 te Oss van het opzet
telijk koopen, inruilen en verbergen van
door misdrijf verkregen voorwerpen een
gewoonte heeft gemaakt.
Verd. zegt dat er niets van waar is.
De president: Dat is een brutaliteit.
Heel Oss weet het. Van alle misdadigers
te Oss bent u waarschijnlijk de grootste.
De misdadige jeugd is door u zoo opge
groeid. Waren ze maar niet zooveel bij u
gekomen.
Verd. ontkent gestolen goederen te heb
ben gekocht en zegt dat ze alles doen, om
haar in de kast te krijgen.
Eenige getuigen doen mededeelingen
van by hen gepleegde diefstallen. Wacht
meester de Gier zegt dat verd. zedelijk zeer
slecht bekend staat. Alle dieven en inbre
kers waren er welkom. Jongelui werden er
heen gelokt. Sinds September bestaat de
stille kroeg niet mee.
Pres.: De klandizie was verloopen om
dat ze allemaal hier zaten!
Inspecteur van Kempen zegt verd. al
27 jaar te kennen, ze was altijd verdacht.
Het is bij haar altijd de leerschool voor de
jeugd geweest. Steeds waren groote hoe
veelheden drank in haar woning aanwe
zig.
Zes jaar gevangenisstraf
gevraagd.
Het O. M. zegt, het als waardig slot van
de serie zittingen in 1935 te beschouwen,
dat de vrouw, die in vele der Ossche za
ken de slotacte speelde, terecht staat. De
getuigenverklaringen zyn overtuigend.
De invloed van deze vrouw op de Ossche
jongens is buitengewoon funest geweest.
Er zouden heel wat minder misdrijven ge
pleegd zijn als deze vrouw er niet was
geweest. Zij kan niet veroordeeld worden
als uitlokster, maar is toch als zoodanig
verantwoordelijk. Alleen is ten laste ge
legd, wat er in 1933 geheeld is, maar het
gaat over tientallen jaren. Spreker eischt
6 jaar gevangenisstraf.
De president zegt, dat als de officier kon
hy nog meer geëischt zou hebben.
Het O. M.: Inderdaad!
Verd.: Het is verschrikkelijk.
De pres. Wat jy gedaan hebt is nog veel
verschrikkelijker. Denk daar in de gevan
genis maar eens over na.
De verdediger, mr. Pulles uit Oss,
vraagt of verd. nu wel alleen schuldig is.
Haar reputatie was slecht, maar zij was
spaarzaam, waakzaam, en goed voor an
deren. Pleiter oppert de mogelijkheid van
erfelijke belasting. In haar familie komt
krankzinnigheid voor en verd. heeft drie
weken in de psychiatrische inrichting
Voorburg vertoefd. Een langdurige ge
vangenisstraf zou in dit verband wellicht
nadeelig kunnen zijn.
De uitspraak in deze en andere zaken
wordt bepaald over 14 dagen.
HAAGSCHE RECHTBANK.
DIERENMISHANDELING.
Een paard leeren trekken. Vrijspraak
gevraagd.
Voor de Haagsche" Rechtbank stonden
terecht de landbouwers K. en C. A. V. uit
Zoe term eer, ter zake van dierenmis
handeling, welke hierin zou hebben be
staan, dat zy op 28 Aug. jl. te zamen en
in vereeniging, zonder eenig redelijk doel,
althans met overschrijding van hetgeen
ter bereiking van zoodanig doel toelaat
baar is, opzettelijk een paard pijn en let
sel hebben veroorzaakt, door dit dier ter
wijl het voor een ploeg was gespannen,
vast te maken achteraan een boerenwa
gen en deze daarop door twee paarden te
doen voorttrekken.
Door deze handelwijze heeft het paard
bloedend letsel ondervonden, daar de hals
door een daarom bevestigd koord werd
dichtgesnoerd. Het dier viel tot tweemaal
toe en bleef toen dood liggen.
Als getuige werd gehoord een inspec-
Onder voorzitterschap van Burgemeester
J. B. V. M. J. van de Mortel kwam de
Raad dezer gemeente Woensdagmiddag te
vier uur in openbare vergadering bijeen.
Afwezig met kennisgeving de heeren van
der Wiel en Liefferink.
Na de opening der vergadering met ge
bed, zegt de voorzitter dat alle heeren wel
de tijding zullen vernomen hebben, dat
het lid de heer C. van der Wiel, zeer
ernstig ongesteld is. Spr. spreekt namens
allen de hoop uit, dat de heer van der Wiel
van zijn zware ziekte moge genezen.
In handen van B. en W. om advies werd
gesteld een adres van bewoners langs den
Duinkant onder deze gemeente, houdende
verzoek om den zeeweg van de grens der
gemeenten Noord wijkNoord wij kerhout
tot aan den Duinkant te voorzien van een
vast en stofvrij wegdek, en wel op dezelf
de wijze als door de gemeente Noord wij -
kerhout is geschied ten aanzien van het
eerste gedeelte van den zeeweg, van de
kom van Noord wij kerhout naar den len
ouden Schulpweg.
Het ambtenarenreglement.
In de raadsvergadering van 28 Nov. j.l.
werd de behandeling van het ambtenaren
reglement aangehouden, ten einde den
raad gelegenheid te geven dit reglement
beter te bestudeeren en zoo noodig voor
stellen tot wijziging in te dienen. Zes leden
van den raad t.w. de heeren W. P. de
Vreede, C. G. J. Alkemade Sr., C. van der
Wiel, J. C. van der Meer, G. Vogelaar en
H. Liefferink haden een aantal amende
menten in het ontwerp-ambtenarenregle-
ment schriftelijk ingediend, terwijl B. en
W. de voorstellen van genoemde heeren
schriftelijk hadden beantwoord. De debat
ten in deze vergadering over het ambtena
renreglement liepen nu grootendeels over
de amendementen der zes heeren en het
antwoord van B. en W. daarop.
Verrijking van de portemon-
naie!
Nadat nogal breedvoerig meerdere
kwesties van technischen en redactionee-
len aard waren besproken, kwamen meer
principieele kwesties voor den dag. Zoo
kwam in het ontwerp-reglement voor een
bepaling, dat het aan ambtenaren en werk
lieden verboden is nevenfuncties uit te
oefenen, doch dat B. en W. van dit ver
bod ontheffing kunnen verleenen. De zes
leden hadden voorgesteld den raad over
ontheffing te laten oordeelen. De heeren
Schelvis en de Monije vonden cumulatie
uit den booze, vooral in een tijd van groote
werkloosheid, ook onder de intellectueelen
en wilden voorstellen den ambtenaar
iedere betaalde nevenbetrekking te ver
bieden. De voorzitter ontraadde zulks ten
sterkste. Spr. noemde het verrijking van
den geest, wanneer een ambtenaar na een
volbrachte dagtaak zich ook nog aan iets
anders kon wijden. Zulks komt indirect
ook de gemeente ten goede. Verschillende
heeren waren het hier niet mee eens en
noemden het meer verrijking van de por-
temonnaie dan verrijking van den geest!
Ten slotte werd het voorstel der zes heeren
overgenomen, zoodat allen die in gemeen
tedienst zijn en een of ander „bijbaantje"
hebben, aan den Raad hiervoor toestem
ming moeten vragen.
De zes voorstellers hadden ook voorge
steld den werktijd der werklieden op 46 1/2
uur per week te bepalen in plaats van de
in het ontwerp-ambtenaren bepaalde
werktijd van 45 uur. De heeren Schelvis
en de Monije vinden het niet logisch in
dezen tijd met verlenging van werktijd aan
te komen, vooral nu er juist overal een
streven bestaat naar verkorting van werk-
teur van de Ned. Ver. tot bescherming van
Dieren, tevens onbezoldigd rijksveldwach
ter uit Hillegersberg, die verklaarde, dat
z. L deze behandeling volkomen ontoe
laatbaar moet worden geacht en dat dien
tengevolge de hals van het paard uit
elkaar is getrokken.
Een veearts uit Zoetermeer gaf als zijn
meening te kennen, dat het dier niet ten
gevolge van eenig letsel, maar aan hart
verlamming moet zijn gestorven. Dit komt
veel voor bij paarden, die in de klei wer
ken. Deskundige heeft dan ook geen let
sel en ook geen verbloeding geconstateerd.
Een landbouwer ter plaatse, die bij het
africhten van het dier tegenwoordig was,
had tegen een der verdachten gezegd:
„Cor, dat gaat zoo niet". Volgens getuige
was het touw over den neus van het paard
getrokken, waardoor het niet kon ademen.
Eenige andere getuigen verklaarden dat
de methode door verdachten toegepast, de
eenig deugdelijke was om een onwillig
paard te leeren trekken. Volgens hen,
moet het dier het den eerste keer doen,
zoo niet, dan is de kans verkeken dat het
het een volgende maal wèl zal doen. Het
paard mag dus onder geen omstandigheid
winnen.
Een getuige uit Friesland verklaarde,
dat men daar een andere methode toepast.
Men laat het paard eenvoudig oninge-
spannen naast het ploegpaard meeloopen.
Zoodoende leert het zelf ook trekken. Op
de vraag van den president wat men doet
wanneer het beest onwillig blijkt, ant
woordde de getuige laconisch: „dan pro-
beeren we het aan een ander te verkoo-
pen."
Het O. M., waargenomen door jhr. mr.
van Asch van Wijck, zeide, dat de tenlas
telegging in dezen niet volledig was. Af
gezien daarvan kon de officier uit de af
gelegde verklaring niet de conclusie trek
ken, dat de verdachten een redelijk doel,
in den zin der wet zouden hebben over
schreden. Mitsdien vroeg spr. vrijspraak.
Mr. Roeper Bosch, raadsman van de ver
dachten, zag hierop van het houden van
pleidooi af. De uitspraak werd bepaald
op 2 Januari a.s.
tijd. Weliswaar brengt verlenging van
werktijd minder personeel en dus bezui
niging met zich mede, maar het aantal
werkloozen wordt er toch weer door ver
groot.
De zes heeren handhaafden bij monde
van den heer Vogelaar evenwel hun voor
stel om den werktijd op gemiddeld 46 1/2
uur per week te brengen. Dit voorstel, in
stemming gebracht, werd verworpen met
7 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de
heeren Vink, Caspers, de Monije, Meijer,
van der Niet, Bulk en Schelvis. Voor stem
den de heeren Vogelaar, Wassenaar, van
der Meer, Alkemade, de Witt en de Vreede.
Het voorstel inzake wijzigingen van de
vergoeding voor overwerkuren, hetgeen
practisch neerkwam op geen vergoeding,
werd door de zes heeren teruggenomen, na
dat de voorzitter een warm pleidooi ge
houden had voor zijn ambtenaren. Spr.
vond het voorstel niet sympatiek, omdat
de goede ambtenaren toch niet zoo precies
naar de klok keken en vele malen een uur
tje cadeau geven aan de gemeente. Een
dergelijke bepaling als door de heeren
voorgesteld zou nu juist veroorzaken, dat
men wel naar de klok ging kijken.
Vervolgens hadden B. en W. in het
reglement het aantal verlofdagen voor de
werklieden in afwijking van het voorstel
van de commissie voor personeelsaangele
genheden onveranderd gehandhaafd op 6
dagen. (De commissie voor p.a. had 10 da
gen voorgesteld).
De heer Schelvis vroeg waarom een
ambtenaar 18 dagen verlof noodig had en
een arbeider 6. Spr. vond dit verschil te
groot. De heer de Vreede daarentegen vond
6 dagen genoeg. De bouwvakarbeiders krij
gen in het geheele land maar 5 dagen.
De hear Bulk wilde liever de R. K. feest
dagen als Maria Hemelvaart en Allerhei
ligen als verlofdagen voor R. K. werklie
den schrappen en dan aan ieder en ambte
naar 20 dagen per jaar verlof geven en aan
iederen arbeider 10 dagen.
Het voorstel van de commissie voor per
soneelsaangelegenheden (10 dagen per jaar
verlof voor de werklieden) werd hierna in
stemming gebracht en aangenomen met 7
tegen 6 stemmen. Voor stemden de heeren
Vink, Caspers, de Monije, Meyer, van der
Niet, Bulk en Schelvis. Tegen de heeren
Vogelaar, Wassenaar, van der Meer, Alke
made, de Witt en de Vreede.
De voorzitter geloofde niet dat men hier
mede in Den Haag accoord zou gaan.
Tenslotte ontspon zich een discussie om
trent de vraag of een berisping mondeling
of schriftelijk moet worden toegediend, wil
zij als straf worden aangemerkt. Besloten
werd om overeenkomstig het voorstel van
B. en W. alleen een schriftelijke berisping
,als straf aan te merken.
Hierna werd het ambtenarenreglement
na drie uren tijds in zijn geheel vastgesteld.
De heer Vogelaar wilde nog namens de
„zes voorstellers" de verklaring afleggen,
dat deze heeren alleen bij elkaar gekomen
waren om deze zaak nader onder de oogen
te zien, niet omdat zij geen vertrouwen in
het college van B. en W. stelden.
Aan alle raden ten voorbeeld
gesteld!
De heer van der Niet, lid van de com
missie van personeelsaangelegenheden, zei
na deze verklaring van den heer Vogelaar
niets beters te kunnen doen dan door niets
te zeggen. Ik zeg maar zoo, ik zeg maar
niks!
Het voorstel tot verhuring van het per
ceel Voorstraat 157, werd verwezen naar
de besloten zitting.
Voorts besloot de raad aan J. van Over-
beek, Voorstraat 19, met ingang van 1
Januari 1936 van jaar tot jaar, uiterlijk tot
1 Januari 1941, te verhuren het recht ach
ter het huis Zandvoortschestraat 7 gele
gen gedeelte van het perceel, groot onge
veer 160 M2 en wel voor den prijs van
5.50 per jaar.
De Katholieke Jongenscentrale had ge
vraagd een localiteit aan haar ter beschik
king te stellen voor het houden van licha
melijke oefeningen. De raad besloot daar
voor gratis een locaal aan de openbare
school aan de van Panhuijsstraat in ge
bruik te geven, mits de kosten voor het
schoonhouden en het onderhouden van dit
met in gebruik zijnde lokaal, alsmede de
kosten van licht en verwarming voor reke
ning van de K.J.C. komen. Voorts mogen
de kinderen van de vereeniging noch op
het terrein van de school, noch in de school
zelf zonder geleide aanwezig zijn en moet
er nauwlettend voor worden gewaakt, dat
de overige lokalen der school niet worden
betreden. De ingebruikgeving van het
lokaal gaat in per 1 Januari 1936 voor den
tijd van één jaar, met stilzwijgende ver
lenging van jaar tot jaar, doch uiterlijk
tot 1 Januari 1941.
Voorts besloot de Raad het terrein by
de voormalige openbare school aan den
St. Jeroensweg te verbeteren en dit object
m werkverschaffing te doen uitvoeren. Dit
werk eigent zich zeer bijzonder voor werk
verschaffing, daar 2/3 van de kosten be
staat uit arbeidsloonen, waarop de ge
meente een subsidie van het rijk van 76
k 78 procent kan krijgen. Voor dit werk
zal een crediet beschikbaar worden gesteld
van 600, waarin de gemeente subsidie
ontvangt ten bedrage van 304.75, zijnde
76% van de arbeidsloonen, welke 400.—
bedragen.
Er ontstond nog eenige discussie om
trent het al of niet laten staan van de hoo
rnen op dat plein. De commissie voor open
bare werken had voorgesteld om de hoo
rnen te laten staan, doch de voorzitter zei-
de, dat dit volgens den gemeente-architect
bezwaren zou opleveren, wat betreft de
wortels enz. De voorzitter vond die boomen
ook geen natuurmonumenten.
De heer de Vreede zou het betreuren,
als die boomen gerooid werden. Spr. stelt
voor, den architect in verbinding te doen
stellen met de commissie voor openbare
werken om na te gaan of die boomen kun
nen blyven staan. Hiertoe wordt besloten.
De heer Vogelaar merkt hieromtrent nog
op, dat wanneer B. en W. dit plan zou heb
ben opgezonden naar de schoonheidscom
missie, deze B. en W. wel beschuldigd zou
hebben van vandalisme!
Verlaging salarissen.
Naar aanleiding van de bekende cireu-
lairen van den Minister van Binnenland-
sche Zaken van September en November
j.l. hadden B. en W. ten aanzien van de
loonen der werklieden voorgesteld een
nieuwe loonschaal en een groepeering, die
neerkwam op een bemiddelde korting van
ongeveer 3%. Ten aanzien van de kortin
gen der ambtenaren had de meerderheid
van het college van B. en W. voorgesteld
een vaste korting toe te passen van 3% op
de salarissen van alle overige ambtenaren
en personen in gemeentedienst, met uit
zondering van het politiepersoneel en de
ambtenaren, wier bezoldiging niet door den
Raad wordt vastgesteld. De minderheid
van het ooilege had voorgesteld een kor
ting op even genoemde categorie toe te
passen van 5%, met uitzondering van de
laagst bezoldigden, waarmede bedoeld
werden, zy, wier bezoldiging ten naasten
bij 1100.niet te boven gaat.
Weth. Meijer, die zich direct ontpopte als
de minderheid van het college van B. en W.
zegt, dat hij uitgaat van het beginsel, dat
over het algemeen diegenen, die het groot
ste salaris verdienen, het best in staat zijn
offers te brengen, grootere offers dan die
genen, wier salaris beduidend lager is.
Spr. heeft hierbij ook gedacht aan ambte
naren, die een salaris verdienen, dat on
geveer gelijk aan of stukken lager is dan
den laagst bezoldigden arbeider. Spr. vindt
het onjuist iemand, die b.v. 4000.ver
dient, met 5% te korten en iemand met
een inkomen van b.v. 800.ook 5%.
De heer Schelvis wil voorstellen de sa
larissen beneden f 1250.niet te korten.
De heeren Vogelaar en Bulk willen dit
voorstel gaarne ondersteunen. De heeren
Caspers en van der Niet, beide leden van
de commissie voor personeelsaangelegen
heden en in die commissie hun stem gege
ven hebbende aan het voorstel van de
meerderheid van het college van B. en W.
trekken zich thans daarvan terug en dee-
len gemotiveerd mede, waarom zij nu mee
gaan met het- voorstel van 5%. De leden
van deze commissie hebben te weinig tijd
gehad om de zaak te bestudeeren en heb
ben zich alleen bepaald tot datgene waar
over advies werd gevraagd. Het voorstel
om de salarissen der ambtenaren met 5%
te korten, met uitsluiting van de tracta-
menten beneden" de 1250.wordt hier
na in stemming gebracht en aangenomen
met 11 tegen 2 stemmen. Tegen stemden
weth. de Witt en de heer de Monije. Het
voorstel van B. en W. tot herziening der
loonen en hergroepeering der werklieden,
wat neerkomt op een gemiddelde korting
van 3%, wordt z.h.st. aangenomen.
B. en W. hadden voorgesteld den thans
aan de beurt zijnde arts, den heer C. H.
Hermanides, voor het jaar 1936 tot ge
meentegeneesheer te benoemen. Verschil
lende heeren, o.a. de heeren van der Niet
en Alkemade, vonden het niet juist om,
hangende de onderhandelingen met de ge-
neesheeren omtrent de ziekenfondscontri
butie, den thans te benoemen geneesheer
voor het geheele jaar 1936 te benoemen.
Besloten werd in de besloten vergadering
hierover verder van gedachte te wisselen,
terwijl na heropening der openbare ver
gadering genoemde geneesheer voorloopig
voor den tijd van zes maanden tot genees
heer werd benoemd.
Tenslotte vraagt weth. de Witt, namens
B. en W. den Raad een blanco crediet toe
te staan voor een kerstgave voor de werk
loozen en voor degenen, die door de ker
kelijke armbesturen worden ondersteund.
Z.hst. wordt zulks toegestaan
Rondvraag.
Bij den rondvraag geeft de heer van der
Meer den voorzitter in overweging de va
cature voor agent van politie dezer ge
meente uit bezuinigingsoogpunt niet aan
te vullen. De voorzitter is daar zeer tegen,
op de eerste plaats omdat in de afgeloopen
jaren reeds 2 vacatures uit dit oogpunt niet
zyn aangevuld, en op de tweede plaats om
dat de "politie hier toch al handen vol werk
heeft, al gebeuren er weliswaar geen groote
dingen in de gemeente. Spr. meent hierin
niet verder te kunnen gaan. Wanneer er
bezuinigd moet worden, dan moet men
eerst nog eens kijken naar andere diens
ten.
Naar aanleiding van het laatste merkt de
heer van der Meer nog op, dat B. en W.
dan maar eens met voorstellen moeten
komen, wanneer het mogelijk is op andere
diensten te bezuinigen. De heer Vink is
tot de conclusie gekomen, dat er bij de
politie niet verder bezuinigd kan worden.
Spr. zegt, dat daar enorm veel werk ver
richt moet worden.
De heer de Vreede vraagt of er nog geen
werkverschaffingsobjecten in 't zicht zijn.
Spr. geeft in overweging de Woensdagsche
watering van de gasfabriek tot aan den
kwakel eens te laten" uitbaggeren. We heb
ben in de gemeente maar één baggerman,
die al geruimen tijd ziek is geweest. Er is
een groote achterstand. Het werk zou ge-
J makkelijk in werkverschaffing kunnen
worden uitgevoerd.
De heer Vogelaar informeert naar de uit
betalingen van de loonbijslagen voor de
bloembollenkweekers over de maanden
Sept., Oct. en Nov. Spr. dringt aan op
spoedige uitbetaling, aangezien er ver
schillende kleine kweekers zijn die het
allemaal voor hebben moeten schieten en
nu geen cent meer bezitten. De voorzitter
zegt dat nog deze week het grootste aan
tal aanvragen wordt uitbetaald.
Hierna sluit de voorzitter de vergadering
en gaat de Raad over in een zitting met
gesloten deuren