VRIJDAG 20 DECEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 GEMEENTERAAD VAN NOORD WIJK RECHTZAKEN MISDADIGERS UIT OSS VOOR HET GERECHT. Den 36-jarigen arbeider J. J. v. G. uit Oss, die gisteren voor de rechtbank in Den Bosch terecht stond, was ten laste gelegd dat hij in den nacht van 23 op 24 November 1928 of daaromtrent te Heesch, tezamen en in vereeniging met een of meer anderen gedurende den nacht in de wo ning van Gerardus Pijnappel heeft weg genomen een geldbedrag van omstreeks 700 en eenige geldswaardige papieren, alles toebehoorende aan de Coöp. Boeren leenbank aldaar. De 33-jarige Jac. de B., bekend als Koosje, arbeider te Oss, gedetineerd, had zich in deze strafzitting nogmaals te ver antwoorden en wel voor een inbraak en een overval met roof. Allereerst is tegen hem een gelijkluidende dagvaarding uit gebracht als tegen J. J. van G. ter zake van inbraak bij de Boerenleenbank te Heesch. Verd. bekent. Hij weet echter niet meer wanneer het precies is geweest. Jac. van B. heeft een raampje uit den muur. geno men, is naar binnen gegaan en heeft de deur geopend. Wie de andere deur heeft geopend, weet hij niet meer. Ze kwamen in de keuken en hebben er een geldkast meegenomen. Deze is op een wagen ge legd die er toevallig stond. Met een door verd. bij een smid gestolen voorhamer en tang is de kast geopend. Verd. heeft van den ouit een goede honderd gulden gekre gen. H. van B. (Dotje) erkent btf de in braak geweest te zijn. Zijn broer Koosje van B. K., van G. en de B. waren hem in zijn kosthuis komen halen. "Met zijn vie ren zyn zij bij Pijnappel naar binnen ge gaan nadat een raampje en binnendeur ge forceerd waren. Men had de brandkast op een handwagen vervoerd. Een der inbre kers had gereedschap gehaald. Toen is de kast geopend en er is f 790 uitgehaald. Het O. M. zegt, dat verd. meer dan 30 maal in de registers van Oss voorkomt. Re kening er mee houdend dat verd. onlangs tot 6 jaar is veroordeeld eischt spr. drie jaar gevangenisstraf. Verd. zegt dat hij als hij er drie jaar by krijgt een ouwe vent is als hy uit de ge vangenis komt. Dan kan hij geen werk meer krijgen. Mr. Boogaerts uit Boxtel pleit clementie. Daarna staat voor dezelfde zaak terecht de 33-jarige arbeider J. de B. (Koosje). Verd. ontkent bij de inbraak geweest te zijn, President: De B. ontkent erby geweest te zijn. Get.: Dat moet hij weten, maar het is toch zoo. Wij hebben het allemaal samen gedaan. Bij de Louw in de schuur is het geld verdeeld. Verd. zegt dat het niet waar is. Dotje van B. bevestigt zijn verklaringen in de vorige zaak. De B. heeft ook zijn part van het geld gehad. Overval met roof te Dinter. Koosje is verder ten laste gelegd, dat hij in den nacht van 28 op 29 Januari 1929 of daaromtrent te Dinter tezamen en in vereeniging met een of meer anderen ge durende den nacht in de woning van P. G. van Sleeuwen heeft weggenomen een be drag van 500 of daaromtrent alles toe- behoorend aan genoemden Van Sleeuwen zulks na zich den toegang tot diiens wo ning verschaft te hebben door gaten te boren in een raamkozijn en door inklim ming in een raam, welken diefstal hy en zijn deelgenooten hebben doen voorafgaan vergezeld gaan en volgen door geweld te gen Van Sleeuwen en zijn dochter Johanna Verdachte weet er niets van. Get. Johanna A, van Sleeuwen deelt mede wat er op den bewusten avond is ge beurd. A. .H (Toon de Soep) erkent met Koos je de B., Van G. en nog iemand naar Din ter te zijn gegaan. De B. is door het raam naar binnen geklommen en heeft de deur geopend. Toen get. binnenkwam stond Van Sleeuwen gewapend met een knup pel. Er was ook een juffrouw, die get. echter niet herkende. Van Sleeuwen dreig de met den knuppel en werd toen over weldigd en in bedwang gehouden. De B. heeft sleutels uit zyn zak genomen en een ander heeft aan de brandkast gemorreld. Ook De B. was bij de brandkast bezig. Verd. herhaalt het niet gedaan te heb ben. Het O. M. acht verd. schuldig. H\j kan hem niet anders kwalificeeren dan als een misdadiger. De vader van Van Sleeu wen heeft zulk een knak gekregen, dat hij later is overleden, al kan men niet zeg gen dat de dood het gevolg van deze mis daad was.. Wegens beide ten laste gelegde feiten eischte spr. tien jaar gevangenisstraf met aftrek van voorloopige hechtenis. De verdediger, mr. Bogaert, vindt deze straf wel zeer hoog in verband met het aandeel van verd. en pleit clementie. De medeplichtige staat terecht. Wegens medeplichtigheid aan den over val met roof te Dinter stond terecht de 45- jarige landbouwer A. J. van H. uit Heesch bij Oss. Verd. zegt, dat hij naar Dinter was gereden om er zaken te doen. Hij had iemand meegenomen die er ook moest zijn, maar weet niet wie dat was. De man vroeg of hij Van Sleeuwen wist te wonen. Later heeft hij van dien man 40 gekregen on der mededeeling dat hij maar niets moest zeggen. Verd. erkent op een vraag van den president de woning van Van Sleeuwen te hebben aangewezen. Hij wist echter niet wat de mannen van plan waren. De inspecteur van Politie, Van Kem pen, verklaart, dat verd. niet ongunstig bekend staat. Dan wordt gehoord Jac. de B. De president vraagt of hy aan verd. ge vraagd heeft of deze in Dinter Van Sleeu wen kende. Get. zegt van H. niet te kennen, hy heeft den man nooit gezien. Johanna van Sleeuwen bevestigt haar vorige verklaringegn, evenals Toon de Soep. Deze verklaart dat verd. hem de woning van Van Sleeuwen had gewezen. De B. wordt weer gehaald en de presi dent doet mededeeling van de verklarin gen. De B.: Hij zegt het, maar is het waar? De president: Is het waar wat jij zegt? De B.: Omdat ik het zeivers weet. De president: H. weet het zei vers ook. Een van beiden liegt. Getuige H. zegt ook te weten van het uitbetalen der 40, De Bie weet van geen 40 en kent van H. niet. De president zegt tot De Bie, dat hij er misschien wegens meineed nog een jaar tje bij krijgt. De B.: In Godsnaam! Vervolging wegens meineed. Medegedeeld wordt dat tegen De Bie een vervolging wegens meineed zal worden ingesteld. Het O. M. gelooft, dat verd. er door an deren is tusschengehaald. Hij staat gun stig bekend. De eisch luidde negen maan den gevangenisstraf na aftrek van de voorloopige hechtenis. De verdediger, mr. E. van Zinnicq Bergmann, zegt dat men aan iedereen had kunnen vragen waar Van Sleeuwen woonde. PI. vraagt de in vrijheidstelling van den verdachte. Na in raadkamer te zyn geweest willigt de rechtbank dit verzoek in. Hanneke van Martekus komt voor. Tenslotte staat terecht de 46-jarige J. M. V., huisvrouw van M. van B. wonende te Oss (Hanneke van Martekus). Haar wordt ten laste gelegd dat zij in en om streeks het jaar 1933 te Oss van het opzet telijk koopen, inruilen en verbergen van door misdrijf verkregen voorwerpen een gewoonte heeft gemaakt. Verd. zegt dat er niets van waar is. De president: Dat is een brutaliteit. Heel Oss weet het. Van alle misdadigers te Oss bent u waarschijnlijk de grootste. De misdadige jeugd is door u zoo opge groeid. Waren ze maar niet zooveel bij u gekomen. Verd. ontkent gestolen goederen te heb ben gekocht en zegt dat ze alles doen, om haar in de kast te krijgen. Eenige getuigen doen mededeelingen van by hen gepleegde diefstallen. Wacht meester de Gier zegt dat verd. zedelijk zeer slecht bekend staat. Alle dieven en inbre kers waren er welkom. Jongelui werden er heen gelokt. Sinds September bestaat de stille kroeg niet mee. Pres.: De klandizie was verloopen om dat ze allemaal hier zaten! Inspecteur van Kempen zegt verd. al 27 jaar te kennen, ze was altijd verdacht. Het is bij haar altijd de leerschool voor de jeugd geweest. Steeds waren groote hoe veelheden drank in haar woning aanwe zig. Zes jaar gevangenisstraf gevraagd. Het O. M. zegt, het als waardig slot van de serie zittingen in 1935 te beschouwen, dat de vrouw, die in vele der Ossche za ken de slotacte speelde, terecht staat. De getuigenverklaringen zyn overtuigend. De invloed van deze vrouw op de Ossche jongens is buitengewoon funest geweest. Er zouden heel wat minder misdrijven ge pleegd zijn als deze vrouw er niet was geweest. Zij kan niet veroordeeld worden als uitlokster, maar is toch als zoodanig verantwoordelijk. Alleen is ten laste ge legd, wat er in 1933 geheeld is, maar het gaat over tientallen jaren. Spreker eischt 6 jaar gevangenisstraf. De president zegt, dat als de officier kon hy nog meer geëischt zou hebben. Het O. M.: Inderdaad! Verd.: Het is verschrikkelijk. De pres. Wat jy gedaan hebt is nog veel verschrikkelijker. Denk daar in de gevan genis maar eens over na. De verdediger, mr. Pulles uit Oss, vraagt of verd. nu wel alleen schuldig is. Haar reputatie was slecht, maar zij was spaarzaam, waakzaam, en goed voor an deren. Pleiter oppert de mogelijkheid van erfelijke belasting. In haar familie komt krankzinnigheid voor en verd. heeft drie weken in de psychiatrische inrichting Voorburg vertoefd. Een langdurige ge vangenisstraf zou in dit verband wellicht nadeelig kunnen zijn. De uitspraak in deze en andere zaken wordt bepaald over 14 dagen. HAAGSCHE RECHTBANK. DIERENMISHANDELING. Een paard leeren trekken. Vrijspraak gevraagd. Voor de Haagsche" Rechtbank stonden terecht de landbouwers K. en C. A. V. uit Zoe term eer, ter zake van dierenmis handeling, welke hierin zou hebben be staan, dat zy op 28 Aug. jl. te zamen en in vereeniging, zonder eenig redelijk doel, althans met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zoodanig doel toelaat baar is, opzettelijk een paard pijn en let sel hebben veroorzaakt, door dit dier ter wijl het voor een ploeg was gespannen, vast te maken achteraan een boerenwa gen en deze daarop door twee paarden te doen voorttrekken. Door deze handelwijze heeft het paard bloedend letsel ondervonden, daar de hals door een daarom bevestigd koord werd dichtgesnoerd. Het dier viel tot tweemaal toe en bleef toen dood liggen. Als getuige werd gehoord een inspec- Onder voorzitterschap van Burgemeester J. B. V. M. J. van de Mortel kwam de Raad dezer gemeente Woensdagmiddag te vier uur in openbare vergadering bijeen. Afwezig met kennisgeving de heeren van der Wiel en Liefferink. Na de opening der vergadering met ge bed, zegt de voorzitter dat alle heeren wel de tijding zullen vernomen hebben, dat het lid de heer C. van der Wiel, zeer ernstig ongesteld is. Spr. spreekt namens allen de hoop uit, dat de heer van der Wiel van zijn zware ziekte moge genezen. In handen van B. en W. om advies werd gesteld een adres van bewoners langs den Duinkant onder deze gemeente, houdende verzoek om den zeeweg van de grens der gemeenten Noord wijkNoord wij kerhout tot aan den Duinkant te voorzien van een vast en stofvrij wegdek, en wel op dezelf de wijze als door de gemeente Noord wij - kerhout is geschied ten aanzien van het eerste gedeelte van den zeeweg, van de kom van Noord wij kerhout naar den len ouden Schulpweg. Het ambtenarenreglement. In de raadsvergadering van 28 Nov. j.l. werd de behandeling van het ambtenaren reglement aangehouden, ten einde den raad gelegenheid te geven dit reglement beter te bestudeeren en zoo noodig voor stellen tot wijziging in te dienen. Zes leden van den raad t.w. de heeren W. P. de Vreede, C. G. J. Alkemade Sr., C. van der Wiel, J. C. van der Meer, G. Vogelaar en H. Liefferink haden een aantal amende menten in het ontwerp-ambtenarenregle- ment schriftelijk ingediend, terwijl B. en W. de voorstellen van genoemde heeren schriftelijk hadden beantwoord. De debat ten in deze vergadering over het ambtena renreglement liepen nu grootendeels over de amendementen der zes heeren en het antwoord van B. en W. daarop. Verrijking van de portemon- naie! Nadat nogal breedvoerig meerdere kwesties van technischen en redactionee- len aard waren besproken, kwamen meer principieele kwesties voor den dag. Zoo kwam in het ontwerp-reglement voor een bepaling, dat het aan ambtenaren en werk lieden verboden is nevenfuncties uit te oefenen, doch dat B. en W. van dit ver bod ontheffing kunnen verleenen. De zes leden hadden voorgesteld den raad over ontheffing te laten oordeelen. De heeren Schelvis en de Monije vonden cumulatie uit den booze, vooral in een tijd van groote werkloosheid, ook onder de intellectueelen en wilden voorstellen den ambtenaar iedere betaalde nevenbetrekking te ver bieden. De voorzitter ontraadde zulks ten sterkste. Spr. noemde het verrijking van den geest, wanneer een ambtenaar na een volbrachte dagtaak zich ook nog aan iets anders kon wijden. Zulks komt indirect ook de gemeente ten goede. Verschillende heeren waren het hier niet mee eens en noemden het meer verrijking van de por- temonnaie dan verrijking van den geest! Ten slotte werd het voorstel der zes heeren overgenomen, zoodat allen die in gemeen tedienst zijn en een of ander „bijbaantje" hebben, aan den Raad hiervoor toestem ming moeten vragen. De zes voorstellers hadden ook voorge steld den werktijd der werklieden op 46 1/2 uur per week te bepalen in plaats van de in het ontwerp-ambtenaren bepaalde werktijd van 45 uur. De heeren Schelvis en de Monije vinden het niet logisch in dezen tijd met verlenging van werktijd aan te komen, vooral nu er juist overal een streven bestaat naar verkorting van werk- teur van de Ned. Ver. tot bescherming van Dieren, tevens onbezoldigd rijksveldwach ter uit Hillegersberg, die verklaarde, dat z. L deze behandeling volkomen ontoe laatbaar moet worden geacht en dat dien tengevolge de hals van het paard uit elkaar is getrokken. Een veearts uit Zoetermeer gaf als zijn meening te kennen, dat het dier niet ten gevolge van eenig letsel, maar aan hart verlamming moet zijn gestorven. Dit komt veel voor bij paarden, die in de klei wer ken. Deskundige heeft dan ook geen let sel en ook geen verbloeding geconstateerd. Een landbouwer ter plaatse, die bij het africhten van het dier tegenwoordig was, had tegen een der verdachten gezegd: „Cor, dat gaat zoo niet". Volgens getuige was het touw over den neus van het paard getrokken, waardoor het niet kon ademen. Eenige andere getuigen verklaarden dat de methode door verdachten toegepast, de eenig deugdelijke was om een onwillig paard te leeren trekken. Volgens hen, moet het dier het den eerste keer doen, zoo niet, dan is de kans verkeken dat het het een volgende maal wèl zal doen. Het paard mag dus onder geen omstandigheid winnen. Een getuige uit Friesland verklaarde, dat men daar een andere methode toepast. Men laat het paard eenvoudig oninge- spannen naast het ploegpaard meeloopen. Zoodoende leert het zelf ook trekken. Op de vraag van den president wat men doet wanneer het beest onwillig blijkt, ant woordde de getuige laconisch: „dan pro- beeren we het aan een ander te verkoo- pen." Het O. M., waargenomen door jhr. mr. van Asch van Wijck, zeide, dat de tenlas telegging in dezen niet volledig was. Af gezien daarvan kon de officier uit de af gelegde verklaring niet de conclusie trek ken, dat de verdachten een redelijk doel, in den zin der wet zouden hebben over schreden. Mitsdien vroeg spr. vrijspraak. Mr. Roeper Bosch, raadsman van de ver dachten, zag hierop van het houden van pleidooi af. De uitspraak werd bepaald op 2 Januari a.s. tijd. Weliswaar brengt verlenging van werktijd minder personeel en dus bezui niging met zich mede, maar het aantal werkloozen wordt er toch weer door ver groot. De zes heeren handhaafden bij monde van den heer Vogelaar evenwel hun voor stel om den werktijd op gemiddeld 46 1/2 uur per week te brengen. Dit voorstel, in stemming gebracht, werd verworpen met 7 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de heeren Vink, Caspers, de Monije, Meijer, van der Niet, Bulk en Schelvis. Voor stem den de heeren Vogelaar, Wassenaar, van der Meer, Alkemade, de Witt en de Vreede. Het voorstel inzake wijzigingen van de vergoeding voor overwerkuren, hetgeen practisch neerkwam op geen vergoeding, werd door de zes heeren teruggenomen, na dat de voorzitter een warm pleidooi ge houden had voor zijn ambtenaren. Spr. vond het voorstel niet sympatiek, omdat de goede ambtenaren toch niet zoo precies naar de klok keken en vele malen een uur tje cadeau geven aan de gemeente. Een dergelijke bepaling als door de heeren voorgesteld zou nu juist veroorzaken, dat men wel naar de klok ging kijken. Vervolgens hadden B. en W. in het reglement het aantal verlofdagen voor de werklieden in afwijking van het voorstel van de commissie voor personeelsaangele genheden onveranderd gehandhaafd op 6 dagen. (De commissie voor p.a. had 10 da gen voorgesteld). De heer Schelvis vroeg waarom een ambtenaar 18 dagen verlof noodig had en een arbeider 6. Spr. vond dit verschil te groot. De heer de Vreede daarentegen vond 6 dagen genoeg. De bouwvakarbeiders krij gen in het geheele land maar 5 dagen. De hear Bulk wilde liever de R. K. feest dagen als Maria Hemelvaart en Allerhei ligen als verlofdagen voor R. K. werklie den schrappen en dan aan ieder en ambte naar 20 dagen per jaar verlof geven en aan iederen arbeider 10 dagen. Het voorstel van de commissie voor per soneelsaangelegenheden (10 dagen per jaar verlof voor de werklieden) werd hierna in stemming gebracht en aangenomen met 7 tegen 6 stemmen. Voor stemden de heeren Vink, Caspers, de Monije, Meyer, van der Niet, Bulk en Schelvis. Tegen de heeren Vogelaar, Wassenaar, van der Meer, Alke made, de Witt en de Vreede. De voorzitter geloofde niet dat men hier mede in Den Haag accoord zou gaan. Tenslotte ontspon zich een discussie om trent de vraag of een berisping mondeling of schriftelijk moet worden toegediend, wil zij als straf worden aangemerkt. Besloten werd om overeenkomstig het voorstel van B. en W. alleen een schriftelijke berisping ,als straf aan te merken. Hierna werd het ambtenarenreglement na drie uren tijds in zijn geheel vastgesteld. De heer Vogelaar wilde nog namens de „zes voorstellers" de verklaring afleggen, dat deze heeren alleen bij elkaar gekomen waren om deze zaak nader onder de oogen te zien, niet omdat zij geen vertrouwen in het college van B. en W. stelden. Aan alle raden ten voorbeeld gesteld! De heer van der Niet, lid van de com missie van personeelsaangelegenheden, zei na deze verklaring van den heer Vogelaar niets beters te kunnen doen dan door niets te zeggen. Ik zeg maar zoo, ik zeg maar niks! Het voorstel tot verhuring van het per ceel Voorstraat 157, werd verwezen naar de besloten zitting. Voorts besloot de raad aan J. van Over- beek, Voorstraat 19, met ingang van 1 Januari 1936 van jaar tot jaar, uiterlijk tot 1 Januari 1941, te verhuren het recht ach ter het huis Zandvoortschestraat 7 gele gen gedeelte van het perceel, groot onge veer 160 M2 en wel voor den prijs van 5.50 per jaar. De Katholieke Jongenscentrale had ge vraagd een localiteit aan haar ter beschik king te stellen voor het houden van licha melijke oefeningen. De raad besloot daar voor gratis een locaal aan de openbare school aan de van Panhuijsstraat in ge bruik te geven, mits de kosten voor het schoonhouden en het onderhouden van dit met in gebruik zijnde lokaal, alsmede de kosten van licht en verwarming voor reke ning van de K.J.C. komen. Voorts mogen de kinderen van de vereeniging noch op het terrein van de school, noch in de school zelf zonder geleide aanwezig zijn en moet er nauwlettend voor worden gewaakt, dat de overige lokalen der school niet worden betreden. De ingebruikgeving van het lokaal gaat in per 1 Januari 1936 voor den tijd van één jaar, met stilzwijgende ver lenging van jaar tot jaar, doch uiterlijk tot 1 Januari 1941. Voorts besloot de Raad het terrein by de voormalige openbare school aan den St. Jeroensweg te verbeteren en dit object m werkverschaffing te doen uitvoeren. Dit werk eigent zich zeer bijzonder voor werk verschaffing, daar 2/3 van de kosten be staat uit arbeidsloonen, waarop de ge meente een subsidie van het rijk van 76 k 78 procent kan krijgen. Voor dit werk zal een crediet beschikbaar worden gesteld van 600, waarin de gemeente subsidie ontvangt ten bedrage van 304.75, zijnde 76% van de arbeidsloonen, welke 400.— bedragen. Er ontstond nog eenige discussie om trent het al of niet laten staan van de hoo rnen op dat plein. De commissie voor open bare werken had voorgesteld om de hoo rnen te laten staan, doch de voorzitter zei- de, dat dit volgens den gemeente-architect bezwaren zou opleveren, wat betreft de wortels enz. De voorzitter vond die boomen ook geen natuurmonumenten. De heer de Vreede zou het betreuren, als die boomen gerooid werden. Spr. stelt voor, den architect in verbinding te doen stellen met de commissie voor openbare werken om na te gaan of die boomen kun nen blyven staan. Hiertoe wordt besloten. De heer Vogelaar merkt hieromtrent nog op, dat wanneer B. en W. dit plan zou heb ben opgezonden naar de schoonheidscom missie, deze B. en W. wel beschuldigd zou hebben van vandalisme! Verlaging salarissen. Naar aanleiding van de bekende cireu- lairen van den Minister van Binnenland- sche Zaken van September en November j.l. hadden B. en W. ten aanzien van de loonen der werklieden voorgesteld een nieuwe loonschaal en een groepeering, die neerkwam op een bemiddelde korting van ongeveer 3%. Ten aanzien van de kortin gen der ambtenaren had de meerderheid van het college van B. en W. voorgesteld een vaste korting toe te passen van 3% op de salarissen van alle overige ambtenaren en personen in gemeentedienst, met uit zondering van het politiepersoneel en de ambtenaren, wier bezoldiging niet door den Raad wordt vastgesteld. De minderheid van het ooilege had voorgesteld een kor ting op even genoemde categorie toe te passen van 5%, met uitzondering van de laagst bezoldigden, waarmede bedoeld werden, zy, wier bezoldiging ten naasten bij 1100.niet te boven gaat. Weth. Meijer, die zich direct ontpopte als de minderheid van het college van B. en W. zegt, dat hij uitgaat van het beginsel, dat over het algemeen diegenen, die het groot ste salaris verdienen, het best in staat zijn offers te brengen, grootere offers dan die genen, wier salaris beduidend lager is. Spr. heeft hierbij ook gedacht aan ambte naren, die een salaris verdienen, dat on geveer gelijk aan of stukken lager is dan den laagst bezoldigden arbeider. Spr. vindt het onjuist iemand, die b.v. 4000.ver dient, met 5% te korten en iemand met een inkomen van b.v. 800.ook 5%. De heer Schelvis wil voorstellen de sa larissen beneden f 1250.niet te korten. De heeren Vogelaar en Bulk willen dit voorstel gaarne ondersteunen. De heeren Caspers en van der Niet, beide leden van de commissie voor personeelsaangelegen heden en in die commissie hun stem gege ven hebbende aan het voorstel van de meerderheid van het college van B. en W. trekken zich thans daarvan terug en dee- len gemotiveerd mede, waarom zij nu mee gaan met het- voorstel van 5%. De leden van deze commissie hebben te weinig tijd gehad om de zaak te bestudeeren en heb ben zich alleen bepaald tot datgene waar over advies werd gevraagd. Het voorstel om de salarissen der ambtenaren met 5% te korten, met uitsluiting van de tracta- menten beneden" de 1250.wordt hier na in stemming gebracht en aangenomen met 11 tegen 2 stemmen. Tegen stemden weth. de Witt en de heer de Monije. Het voorstel van B. en W. tot herziening der loonen en hergroepeering der werklieden, wat neerkomt op een gemiddelde korting van 3%, wordt z.h.st. aangenomen. B. en W. hadden voorgesteld den thans aan de beurt zijnde arts, den heer C. H. Hermanides, voor het jaar 1936 tot ge meentegeneesheer te benoemen. Verschil lende heeren, o.a. de heeren van der Niet en Alkemade, vonden het niet juist om, hangende de onderhandelingen met de ge- neesheeren omtrent de ziekenfondscontri butie, den thans te benoemen geneesheer voor het geheele jaar 1936 te benoemen. Besloten werd in de besloten vergadering hierover verder van gedachte te wisselen, terwijl na heropening der openbare ver gadering genoemde geneesheer voorloopig voor den tijd van zes maanden tot genees heer werd benoemd. Tenslotte vraagt weth. de Witt, namens B. en W. den Raad een blanco crediet toe te staan voor een kerstgave voor de werk loozen en voor degenen, die door de ker kelijke armbesturen worden ondersteund. Z.hst. wordt zulks toegestaan Rondvraag. Bij den rondvraag geeft de heer van der Meer den voorzitter in overweging de va cature voor agent van politie dezer ge meente uit bezuinigingsoogpunt niet aan te vullen. De voorzitter is daar zeer tegen, op de eerste plaats omdat in de afgeloopen jaren reeds 2 vacatures uit dit oogpunt niet zyn aangevuld, en op de tweede plaats om dat de "politie hier toch al handen vol werk heeft, al gebeuren er weliswaar geen groote dingen in de gemeente. Spr. meent hierin niet verder te kunnen gaan. Wanneer er bezuinigd moet worden, dan moet men eerst nog eens kijken naar andere diens ten. Naar aanleiding van het laatste merkt de heer van der Meer nog op, dat B. en W. dan maar eens met voorstellen moeten komen, wanneer het mogelijk is op andere diensten te bezuinigen. De heer Vink is tot de conclusie gekomen, dat er bij de politie niet verder bezuinigd kan worden. Spr. zegt, dat daar enorm veel werk ver richt moet worden. De heer de Vreede vraagt of er nog geen werkverschaffingsobjecten in 't zicht zijn. Spr. geeft in overweging de Woensdagsche watering van de gasfabriek tot aan den kwakel eens te laten" uitbaggeren. We heb ben in de gemeente maar één baggerman, die al geruimen tijd ziek is geweest. Er is een groote achterstand. Het werk zou ge- J makkelijk in werkverschaffing kunnen worden uitgevoerd. De heer Vogelaar informeert naar de uit betalingen van de loonbijslagen voor de bloembollenkweekers over de maanden Sept., Oct. en Nov. Spr. dringt aan op spoedige uitbetaling, aangezien er ver schillende kleine kweekers zijn die het allemaal voor hebben moeten schieten en nu geen cent meer bezitten. De voorzitter zegt dat nog deze week het grootste aan tal aanvragen wordt uitbetaald. Hierna sluit de voorzitter de vergadering en gaat de Raad over in een zitting met gesloten deuren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9