Na de Bisschopskeuze HONIG'S BOUILLONBLOKJES óvoorlOct. WOENSDAG 18 DECEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT TSEEDE BLAD - PA'r. 7 HOE DE DAGEN VAN MGR. HUIBERS GEVULD ZIJN. Enthousiasme in Hoorn. Hoe groot het enthousiasme is, waarmede de Hoornsche katholieken hun deken als bisschop begroeten bleek Dinsdagmorgen. Maandag had mgr. Huibers een bezoek afgelegd bij den internuntius, Z. H. Exc. Mgr. Paolo Giobbe, in Den Haag. Na afloop daarvan keerde Mgr. naar Hoorn terug en Dinsdagmorgen heeft hij voor het eerst als benoemd bisschop een plechtige Hoogmis opgedragen, met assisten tie van zijn parochie-kapelaans, de weleerw. heer G. Regeer, als diaken en C. Pauw, als subdiaken. Ondanks het feit, dat het een gewone werkdag was, bleek dé kerk bijna te klein, om alle geloovigen te bevatten. Het enthousiasme van katholiek Hoorn heeft zich thans ook naar buiten gedemon streerd. Iedereen heeft de vlag uitgestoken en het is trouwens niet alleen bij de katho lieken gebleven. Ook niet katholieken zijn er wel, die uit hoogachting voor den deken van Hoorn, het voorbeeld van hun katho lieke medeburgers gevolgd hebben, zoodat Hoorn thans een zeer feestelijk aanzien heeft. Wat er de laatste dagen gaande is ge weest, daarvan kunnen de ambtenaren van de Telegraaf en Telefoon vertellen. Vooral Zatèrdag was natuurlijk de dag, waarop de drukte haar toppunt bereikte. Toen kwamen er in enkele uren driehon derd telegrammen binnen voor Mgr. Hui bers, een stortvloed, die natuurlijk door het kleine telegraafkantoor van Hoorn niet in eens verwerkt kon worden. Ten laatste werden de telegrammen maar telefonisch doorgegeven. Slechts enkele bezoekers zijn te Hoorn aangekomen, want Mgr. Huibers is tenge volge van de vele verplichtingen die de voorbereiding van zijn ambtsaanvaarding hem opgelegt, bijna voortdurend afwezig. Zaterdag, toen Mgr. nog thuis was, kwa men de secretarissen van het bisdom Mgr. persoonlijk het borstkruis, de paarse sjerp en de verdere versierselen, behoorend bij het bisschoppelijk ornaat, overhandigen. Gelukwenschen. Onder de talrijke gelukwensch-telegram- men, die zijn binnengekomen, bevinden er zich o.m. van de katholieke ministers, van alle religieuse orden en congregaties in Ne derland, evenals van sociale en maatschap pelijke organisaties. Ook de zoon en de kleinzoon van wijlen architect Cuypers, den bouwer van het Cen traal station te Amsterdam, hebben de at tentie gehad, mgr. Huibers, den zoon van den hoofdopzichter bij den bouw van het Centraal station, een telegrafischen geluk- wensch te zenden. Gistermorgen, na afloop van de Hoogmis, heeft mgr. Huibers Hoorn verlaten, om be zoeken af te leggen, bij de leden van het hoogwaardig Episcopaat. Mgr. Huibers wordt pas Donderdagavond te Hoorn terugverwacht. Ook daarna zal hij geen gelegenheid hebben, bezoeken te ont vangen. Huldiging van Hoorn's Katholieken. Er is onder Hoorn's katholieiv^» een spontane beweging in gang gekomen, om den bisschop een geschenk aan te bieden. En de keuze is gevallen op een bisschops staf. Vereenig in gen en particulieren dra gen daaraan bij. De huldiging, die katholiek Hoorn den bisschop bereidt, zal plaats hebben op Zon dagmiddag as., in de Parkzalen, aanvang 3 uur. Het gemeentebestuur van Hoorn zal op deze bijeenkomst tegenwoordig zijn. Ook burgemeesters uit den omtrek van Hoorn worden verwacht. Ook den avond daarop zal men mgr. Hui bers nog in het openbare parochieleven zien verschijnen. Op Maandag 23 December zal n.l. mr. H. P. Marchant spreken voor den katholieken kring en mgr. Huibers zal daar bij tegenwoordig zijn. Dit zal wel de laat ste vergadering zijn, die mgr. Huibers als deken van Hoorn meemaakt. Wel hoopt mgr. de Kerstdagen nog in Hoorn te vieren, EEN EXECUTIE TE BERLIJN. Gistermorgen is te Berlijn Rudolf Claus terechtgesteld. Op 25 Juli 1935 was hij we gens voorbereiding van hoogverraad door het volksgerechtshof ter dood veroordeeld. Claus is een van de handlangers van Max Hoelz geweest. Reeds eerder is hij tot le venslange en later tot acht jaren tuchthuis straf veroordeeld, doch na de amnestie-wet ten van 1921 en 1928 werd hij weer op vrije voeten gesteld. Voorts heeft de rijkskanselier de dood straf, welke op 2 Augustus j.l. over den ge wezen communistischen Rijksdagafgevaar digde Albert Kayser was uitgesproken, ge wijzigd in levenslange tuchthuisstraf. WANHOOPSDAAD VAN GEARRESTEERDEN DIEF. Toen de politie te Londen een van ju weelendiefstal verdachten man wilde ar resteeren, viel hij plotseling onder teeke nen van hevige pijn op den grond. Hij werd naar een ziekenhuis overgebracht, waar men onmiddellijk operatief ingreep. Uit zijn maag haalde men een geopend pennemes, een diamanten ring, zilveren manchetknoo- pen en een parelsnoer, voorwerpen, die hij gestolen had en voor zijn arrestatie had in geslikt, opdat zij niet op hem gevonden zou den worden. MYSTERIE-FAWCETT NA 10 JAAR OPGEHELDERD? In den staat Matto Grosso is, naar uit Cuyaba in Brazilië wordt gemeld, het lijk van een blanke gevonden, dat naar men aanneemt, het stoffelijk overschot is van den ongeveer tien jaar geleden verdwenen Engelschen onderzoekingsreiziger kolonel Fawcett. Het lijk is door telegraaf-arbeiders ontdekt nabij een worp, bewoond door in boorlingen van den Chavante-stam. Alle teekenen wijzen er op, dat hel slachtoffer door inboorlingen is gedood en gescal peerd. Omtrent het lot van kolonel Fawcett heb ben steeds allerlei geruchten de ronde ge daan. In 1928 geloofde men eindelijk be wijzen te hebben, dat hij nog in leven was. Er werd toen een Engelsche expeditie uit gezonden die echter geen spoor van hem ontdekte. TWEEDE KAMER De aflossing van hypotheken. Crisis-regeling goedgekeurd. WILT IETS WETEN? Vraag: A., B., C. en D. spelen pandoer. A. en D. passen. C. biedt Pandoer met 80; hij heeft n.l. een driekaart van een Ko ning. D. biedt daarop; Pandoer met 40; hij heeft een driekaart van een Koning en een driekaart van een Boer. C. beweert, dat D. de roem niet kan af keuren daar hij geen hoogere driekaart heeft; terwijl D. de meening is toegedaan, dat hij kan spelen, daar hij toch een drie kaart meer heeft. Telt „Stuk" bij Pandoer ook mee voor roem? Antwoord: U heeft toch altijd ge leerd, dat hoogste roem, d.w.z. meeste roem geldt; 40 is meer dan 20, dus heer C. niets te vertellen. Natuurlijk telt „stuk" ook mee. lederen Dinsdag- en Donderdagmiddag van 34 uur gelegenheid tot het verkrijgen van mondelinge rechtskundige inlichtin gen aan ons bureau. De Tweede Kamer heeft gisteren de be grooting van Koloniën behandeld. Aan deze behandeling ging vóóraf de goedkeuring van een twintigtal kleine wetsontwerpen. Bij het wetsontwerp no. 15, wijziging van de begrooting 1934 voor Sociale Zaken, voerde de heer Steinmetz (R.K.) het woord. Van het crediet van 2 millioen, het vorige jaar door de Kamer toegestaan voor kleeding, dekking en huisraad van werkloo- zen, is slechts 2 ton gebruikt. Zal het geld alsnog worden aangewend? De Minister van Sociale Zaken, de heer Slingenberg, zegt, dat zijn ambtsvoor ganger reeds in het voorjaar van 1935 aan het Nationaal Crisis-Comité heeft geschre ven, dat het restant van de 2 millioen ter beschikking werd gesteld. Spr. zelf zal nu den gemeenten laten weten, dat zij uit dit bedrag een en ander kunnen bekostigen. Een wetsontwerp inzake het heffen van een. uitvoerrecht op rubber keurt de Ka mer goed. Aan de orde is daarna de begrooting van het Zuiderzeefonds, welke in de mid dagvergadering niet werd afgehandeld. In de Avondvergadering was aan de orde het wetsontwerp: bijzondere maatregelen ter voorkoming van onredelijke terugvor dering van onder verband van hypotheek op onroerend goed uitgeleende gelden. De heer Goseling (R.K.) zegt, dat we een stap doen op het gebied van het exe- cutierecht. Spr. gaat na wat er in verband met de voorbereiding van dit wetsontwerp reeds is geschied en aangekondigd, als mede met het ontwerp betreffende de vaste las ten. Wil men aanpassen in prijzen en kos ten, dan snel; niets is noodlottiger dan ver traging. Dat leert de ervaring hier en elders. Spr. dringt er op aan, dat we krij gen zekerheid omtrent wat de regeering wil, en zij dan niet zich beperke tot afwijzen van devaluatie alleen. In verband daar mede wijst spr. op den samenhang van dit wetsontwerp en het vaste-lasten-ontwerp. Dat dit ontwerp den voorrang nu heeft, is voor spr. geen bezwaar. Er moet worden vooruitgezien. Spr. behandelt de beperkte strekking van het ontwerp, wat betreft den aard der on derwerpen. Spr. zegt, dat ten onrechte de scheepshypotheek er buiten valt; dat de landbouwhypotheek er onder is gebracht, acht spr. een verbetering. De heer Coops (Lib.) betoogt, dat deze wet het hypothecaire crediet aantast, als ook de rechtszekerheid op hypotheekgebied. Wanneer deze wet leidt tot lichtvaardigheid, is bovendien het middel erger dan de kwaal. Zeer sterke waarborgen voor een goede toepassing der wet zijn gewenscht. In dit opzicht kunnen we wel gerust zijn. De heer Donker (S.D.) wijst op het vaste 1 asten-ontwerp, veel belangrijker dan het thans aan de orde zijnde wetsontwerp, doch waarvan de memorie van antwoord nog niet is verschenen. Het onderhavige wetsontwerp is van be trekkelijk geringe strekking. In feite wor den alleen de solvabele debiteuren gehol pen. Het element om vaste lasten te ver lagen, is aan dit wetsontwerp eigenlijk ge heel vreemd. Het heeft dan ook geen zin, thans te discussieeren over devaluatie, con sequente deflatie enz. Dit wetsontwerp opent alleen de mogelijkheid om vermin dering van af looping mogelijk te maken, en het werkt alleen voor zoover het eigen goed met hypotheek bezwaard is, en heeft be perkende bepalingen t.a.v. borgen, mede- eigenaren en derden wier goed voor de schuld verbonden is. De nader in het ontwerp gebrachte 2 betreffende de vexataire beslagen hebben tot gevolg, dat de tweede en derde hypo theekhouders zich niet rechtstreeks tot den kantonrechter kunnen wenden. Het wets ontwerp maakt, dat de verhouding tusschen geldnemer en geldleener onder hypothecair verband kan veranderd worden buiten den wil van partijen; doch dit is niet met de acte ingeschreven ten hypotheekkantore. En de wet geldt alleen voor vorderingen, vóór 1 Sept. 1931 tot standgekomen. Ook de heer Westerman (N.H.) klaagt over het uitblijven van het vaste- lasten-ontwerp. Ook dit ontwerp komt te laat. De heer v. d. W e y d e n (R.K.) had ver wacht, dat ook de zwakke crediteuren zou den zijn geholpen, al ware het slechts tij delijk, tot het vaste-lasten-ontwerp wet zou zijn geworden. Het ontwerp is in het geheel niet voldoende, maar spr. zal er toch voor stemmen. Men had er echter ook de scheeps- hypotheken in moeten betrekken. De heer Schouten (A.R.) verheugt zich, dat de regeering zich niet heeft laten verleiden de oorspronkelijke bedoeling van dit ontwerp te wijzigen. Over het vaste-las ten-ontwerp behoort later te worden ge sproken, en devaluatie brengt, dit is nu wel gebleken, geen oplossing in zake ver lichting van vaste lasten, noch lost het span ningen op. De heer De Geer (C.H.) heeft geen be zwaar tegen het ontwerp. In de memorie van antwoord staat, dat de regeering zelf de aantasting van de hoofdsommen ten stel ligste heeft ontraden, en ook als onnoodig verworpen. Spr. meent, dat de regeering zich ten deze wel eens minder stellig uit gelaten heeft. Ook de bewering van de re geering, dat dit ontwerp de werking zal hebben, dat het vaste-lasten-ontwerp soe peler kan worden gemaakt en derhalve be vorderlijk zal zijn aan de geneigdheid nieuw geld op hypotheek te verstrekken, bestrijdt spr. De minister van Justitie aai het woord. De Minister van Justitie, de heer Van S c h a i k, zegt, dat een groot deel van de discussie zich buiten dit onderwerp begeeft. Spr. zal daarop niet ingaan. Binnen zeer korten tijd zal de memorie van antwoord t.a.v. het vaste-lasten-ontwerp verschijnen. De critiek is zoo heterogeen, dat het vrij moeilijk voor haar is aan een groot deel van de bezwaren tegemoet te komen. De ervaring leert, dat het erg moeilijk voor den wetgever is in de privaatrechtelijke verhou dingen in te grijpen en niet meer schade te maken dan goeds te brengen. Inderdaad is het ontwerp van beperkte strekking, maar het kan desniettemin van groote beteek en is zijn". In het laatste half jaar zyn vele hypothe caire debiteuren in moeilijkheden geraakt, doordat hypotheken werden opgezegd. Nieuwe geldgevers konden niet worden ge vonden. Menig crediteur heeft doorgezet en geëxecuteerd. Meer dan eens wordt opge zegd zonder noodzaak, uit motieven van eigenbelang. Hoeveel onredelijke executies hebben plaats gehad kan de regeering niet mededeelen, maar het is een vrij belangrijk getal. Hulp aan zwakke debiteuren, die reeds in gebreke zijn gebleven, zou de kwestie veel te ingewikkeld maken. Jan, Piet en Klaas, die in financieele moeilijkheden ver- keeren, kan de regeering niet helpen, het maatschappelijk leven moet zichzelf als re gel helpen. Spr. weerlegt dan verschillende bezwa ren uit de Kamer; hij is het niet eens met hen, die het ontwerp overbodig achten of meenen, dat het niets meer uitrichten zal. Mocht het vaste-lasten-ontwerp te lang uit blijven, dan zal spr. nadere maatregelen overwegen. Borgen en derde bezitters wor den in zekere mate beschermd; verder kan spr. niet gaan. De regeering is er van overtuigd, dat, als men nieuwe hypotheken liet vallen onder dit ontwerp en dat van de vaste lasten, dit een zeer ongunstige werking op hét crediet zou hebben. De resultaten van dit ontwerp mag men niet onderschatten. Een aantal minnelijke schikkingen zullen er het gevolg van zijn. In dit verband zegt spr., dat de commissie Dobben voor landbouw-hypotheken zeer goed werk heeft gedaan, vooral in zake min nelijk overleg. Het ontwerp wordt, na een kleine amen deering aangenomen z.h.s. en de ver gadering te half twaalf verdaagd tot Woens dag 1 uur. RECHTZAKEN WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN Alleen de tram mag ronder richting •an te geven en met een altijd geldend voorrangsrecht rijden. Voor auto mobilisten en wielrijders zijn de regel» van weg en veiligheid gegeven en het is hun eigen belang om geen „trammetje te spelen". SCHRIJVENDE N.S.B.-ERS STAAN TERECHT. Eisch tegen één hunner drie maanden, tegen twee andere 100 gld. boete. In aansluiting op hetgeen is -medege deeld omtrent de gistermiddag gehouden zitting der Arrondissements-Rechtbank te Utrecht, waarin strafzaken gediend heb ben tegen de heeren mr. Samuel Adrianus van Lunteren, mr. Hermanus Reyden en Jan Hollander, resp. hoofdredacteur, plaats vervangend hoofdredacteur en redacteur van „Volk en Vaderland", weekblad voor de Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland, alsmede tegen dr. Emile Gerard Hubert Verviers, redactieleider van het maandblad „Nieuw Nederland", kan nog het volgende worden gemeld. Van de strafzaken tegen de heeren Rey den, Hollander en Van Lunteren beveelt de Rechtbank voeging, zoodat deze drie verdachten zich gezamenlijk te verant woorden hebben. Verdachte mr. Reyden bevestigt op een vraag van den president, mr. D. Kaars Sij- pesteijn, dat hij in October als hoofdredac teur van „Volk en Vaderland" was opge treden en in deze functie er voor verant woordelijk is geweest dat de advertentie, in het eerste deel van de tenlastelegging genoemd, in dit blad was opgenomen. Ver- dachte's verweer is dat de advertentie niet doelt op een persoon, in casu den gewe zen Minister van Defensie, maar op een systeem, dat hij demo-liberaal noemt. Wat het geïncrimineerde artikel „Vis- schers in Nood" betreft, dat volgens de dagvaarding een zin met uitlatingen in opzettelijk beleedigenden vorm voor de Varkens-Centrale, Tarwe-Centrale en Zui- vel-Centrale bevatte, zegt de verdachte van meening te zijn, dat de schrijver van dit artikel geen bepaalde Centrale op het oog heeft gehad, dus dat er ook geen opzet is geweest, om te beleedigen. Verdachte Hollander ontkent eveneens het hem tenlaste gelegde. De gewraakte zinsnede in zijn artikel, getiteld „Uit den Praathof; van Beide Fronten geen Nieuws", zegt hij een persoonlijke conclu sie zijnerzijds uit het in het artikel voor komende rekensommetje. President: Als van de redactie „Volk en Vaderland" Iets dergelijks werd gezegd, meent U dat deze dan niet beleedigd zou zijn? Verdachte: Ik denk dat de redactie zich er niets van aan zou trekken. President: Dus U bedoelt dat de Eerste Kamer zich van Uw artikel niets behoeft aan te trekken. Mr. van Lunteren, de derde verdachte, hoofdredacteur van „Volk en Vaderland", noemt het hem ten laste gelegde (beleedi- ging van de regeering des lands in een door hem in hetzelfde nummer van het blad geschreven artikel, getiteld „Het Roode Gevaar") „ten eenenmale een vergissing". Verdachte tracht aan de hand van een uit voerige nota, waarin hij tal van citaten o.a. van Dr. Colijn uit staatkundige wer ken heeft vastgelegd, aan te toonen dat in zijn artikel geen enkele zinsnede voorkomt, welke beleedigend is in den zin der wet. De officier van 'justitie, jhr. mr. Twiss Quarles van Ufford, acht de ten laste ge legde beleedigingen bewezen. Dat met de advertentie minister Deckers bedoeld wordt, is voor iedereen duidelijk. Ware het bij dit geschrift alleen gebleven, dan zou de regeering waarschijnlijk geen vervolging gelast hebben; er wordt echter al langer dan een jaar in „Volk en Vader land" stelselmatig tegen de regeering ge ageerd. De feiten ten aanzien van verdachte mr. Reyden achtte spr. zeer ernstig; de eisch tegen hem luidde drie maanden ge vangenisstraf. Wat de beide andere verdachten betreft, zij hebben hun artikelen geschreven voor gewone menschen en niet voor philoso- phische studenten, die elke passage meer critisch zouden beschouwen. Zoowel tegen verdachte Hollander als tegen verdachte mr. Van Lunteren eischt de officier honderd gulden boete, subs, dertig dagen hechtenis. De verdediger van de drie verdachten, mr. A. J. van Vessem, gaat in zijn pleidooi uitvoerig in op den inhoud van de ge- Wraakte advertentie; spr. noemt daarbij de namen van een groot aantal ministers, tot dat pl., op verzoek van den president, die opmerkt dat de persoonlijke omstandig heden van ministers hier niet ter zake doen, van dit punt afstapt. Pl. zegt met geen mogelijkheid in de advertentie een beleediging te kunnen zien, wel scherts. Ook de andere tenlasteleggingen acht pl. allerminst bewezen, zoodat z.i. vrijspraak zal moeten volgen. Pl. is van oordeel dat de vervolgingen ten onrechte van regeeringszijde gelast zijn; het komt pL voor dat er een zekere staatsgreep heeft plaats gehad ten opzichte van de taak van het parket, zulks in strijd met de wet op de rechterlijke organisatie. In zijn repliek zegt de officier dat de re geering een vervolging heeft gelast om een waarschuwing te geven. Nadien is niet ge bleken, dat nieuwe beleedigende artikelen in „Volk en Vaderland" zijn verschenen. Uitspraak 31 December. MINISTER COLIJN BELEEDIGD. Eisch 200 gld. boete. Hierna staat, terzake van het zich uit laten in beleedigenden vorm over den Ne- derlandschen Ministerraad en opzettelijke beleediging van den minister-president, tevens Minister van K r.i dr. Ccl^n, HET GEVAL-KORTENHORST. DeMaasbode schrijft: „In ons ochtendblad van heden heeft mem het antwoord kunnen lezen, door de regee ring gegeven op de vragen van mr. Gose ling. We zullen wel niet uitdrukkelijk behoeven te verklaren, dat wij voor dit antwoord slechts een zeer matige bewondering koes teren. Het komt neer op een erkenning van de feiten, maar tevens op een wraken van de rede door den heer Kortenhorst als afge vaardigde in het Nederlandsch parlement gehouden. En dat nog wel na eene, ook in het ant woord weergegeven, zoo gelukkige en juiste verklaring, door onze gezant te Berlijn aan de Duitsche regeering verstrekt. Alleen om één scherpe uitdrukking op het punt van de in Duitschland zoo sterk bedreigde om niet te zeggen aangetaste on afhankelijkheid van de rechterlijke macht meende de regeering den heer Kortenhorst te mogen verwijten, zich onvoldoende re kenschap te hebben gegeven van zijn posi tie als lid der handelsdelegatie. Er rest dan na onze meening slechts één conclusie: dat het voor Kamerleden, die voor zich opeischen de vrijheid om in volle onafhankelijkheid te doen en te zeggen, wat zij hun recht en hun plicht achten, eenvou dig onmogelijk is, een benoeming in een dergelijke delegatie te aanvaarden. Want dan zou hij meteen het recht ver spelen, critiek uit te oefenen op staats- of rechtsopvattingen in het buitenland, die hij principieel verwerpelijk acht. Wij gelooven ook niet, dat in vroeger dagen een critiek van een Kamerlid, zoo volledig mogelijk in zijn functie van volks vertegenwoordiger in het parlement optre dende, als mr. Kortenhorst meende te moe ten uitoefenen, tot eenige moeilijkheid aan leiding zou hebben gegeven. Dat is alleen mogelijk geworden by de opgewonden gemoedsstemming en de ge- exalteerde begrippen, die thans in vele kringen en op menig gebied heerschen. Wij gelooven niet, dat het op den weg der Nederlandsche regeering ligt om daar aan voet te geven". 't Is duidelijk en frisch gezegd! de redactioneele leider van het maandblad „Nieuw Nederland", dr. Verviers terecht. Verdachte zeide niet de bedoeling te heb ben gehad den minister-president te belee digen. „Ik bestrijd geen personen, doch een stelsel, dat vervangen moet worden". Dan wilde verdachte het beleid van den heer Colijn bespreken, ten einde aan te toonen „dat het een nationale schande is...." „Neen, dat kan ik niet toestaan!" onder brak de president der rechtbank. Onverstoorbaar vervolgde verdachte: „Het is niet mogelijk den heer Colijn te beleedigen, als ik schrijf of zeg, dat het een sluwe brutale zet is, om dat of dat te doen. Daarmee heb ik niet gezegd, dat de heer Colijn sluw en brutaal is, maar die eene en bepaalde handelwijze. Sluwheid is tot de spits opgedreven slim heid en ik kan toch niet zeggen, dat Co lijn „Pas op! waarschuwde de president „u moet voorzichtig zijn!" „Hier is het een gewone politieke hande ling van Colijn, die bijzonder slim en uit dagend is uitgevoerd, zoo ging verdach te weer verder dus niet brutaal in den zin van onbeschoft. Ik hoop dat de heeren door mijn poli tieke woorden.eindigde verdachte nadat hij nog verschillende handelingen aangehaald had, die door Z.Exc. dr. H. Co lijn verricht zouden zijn in Indië en die volgens verdachte niet door den beugel kunnen. De president stelde hem echter ge rust, dat hij niet bang behoefde te zijn, dat het edelachtbaar college door zijn woor den besmet zou worden. De officier van justitie vond de uitdruk kingen als „onwelwillend; onbekwaam en onbevoegden" door verdachte gebezigd be leedigend. Spr. zou verdachte willen aanraden in den vervolge bij vele woorden voetnooten te plaatsen voor tekstuitleg, want hij blijkt omtrent de beteekenis van verschillende woorden eigenaardige opvattingen te heb ben. Ten slotte eischte spr. f 200 boete subs. 60 dagen. Mr. van Vessem concludeerde vrijspraak. Over 14 dagen zal de rechtbank uitspraak doen. Stem uit den luidspreker: En nu legt U zich plat op de buik....

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 7