Na de
Bisschopskeuze
HONIG'S BOUILLONBLOKJES óvoorlOct.
WOENSDAG 18 DECEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TSEEDE BLAD - PA'r. 7
HOE DE DAGEN VAN MGR. HUIBERS
GEVULD ZIJN.
Enthousiasme in Hoorn.
Hoe groot het enthousiasme is, waarmede
de Hoornsche katholieken hun deken als
bisschop begroeten bleek Dinsdagmorgen.
Maandag had mgr. Huibers een bezoek
afgelegd bij den internuntius, Z. H. Exc.
Mgr. Paolo Giobbe, in Den Haag.
Na afloop daarvan keerde Mgr. naar
Hoorn terug en Dinsdagmorgen heeft hij
voor het eerst als benoemd bisschop een
plechtige Hoogmis opgedragen, met assisten
tie van zijn parochie-kapelaans, de weleerw.
heer G. Regeer, als diaken en C. Pauw, als
subdiaken.
Ondanks het feit, dat het een gewone
werkdag was, bleek dé kerk bijna te klein,
om alle geloovigen te bevatten.
Het enthousiasme van katholiek Hoorn
heeft zich thans ook naar buiten gedemon
streerd. Iedereen heeft de vlag uitgestoken
en het is trouwens niet alleen bij de katho
lieken gebleven. Ook niet katholieken zijn
er wel, die uit hoogachting voor den deken
van Hoorn, het voorbeeld van hun katho
lieke medeburgers gevolgd hebben, zoodat
Hoorn thans een zeer feestelijk aanzien
heeft.
Wat er de laatste dagen gaande is ge
weest, daarvan kunnen de ambtenaren van
de Telegraaf en Telefoon vertellen.
Vooral Zatèrdag was natuurlijk de dag,
waarop de drukte haar toppunt bereikte.
Toen kwamen er in enkele uren driehon
derd telegrammen binnen voor Mgr. Hui
bers, een stortvloed, die natuurlijk door het
kleine telegraafkantoor van Hoorn niet in
eens verwerkt kon worden. Ten laatste
werden de telegrammen maar telefonisch
doorgegeven.
Slechts enkele bezoekers zijn te Hoorn
aangekomen, want Mgr. Huibers is tenge
volge van de vele verplichtingen die de
voorbereiding van zijn ambtsaanvaarding
hem opgelegt, bijna voortdurend afwezig.
Zaterdag, toen Mgr. nog thuis was, kwa
men de secretarissen van het bisdom Mgr.
persoonlijk het borstkruis, de paarse sjerp
en de verdere versierselen, behoorend bij
het bisschoppelijk ornaat, overhandigen.
Gelukwenschen.
Onder de talrijke gelukwensch-telegram-
men, die zijn binnengekomen, bevinden er
zich o.m. van de katholieke ministers, van
alle religieuse orden en congregaties in Ne
derland, evenals van sociale en maatschap
pelijke organisaties.
Ook de zoon en de kleinzoon van wijlen
architect Cuypers, den bouwer van het Cen
traal station te Amsterdam, hebben de at
tentie gehad, mgr. Huibers, den zoon van
den hoofdopzichter bij den bouw van het
Centraal station, een telegrafischen geluk-
wensch te zenden.
Gistermorgen, na afloop van de Hoogmis,
heeft mgr. Huibers Hoorn verlaten, om be
zoeken af te leggen, bij de leden van het
hoogwaardig Episcopaat.
Mgr. Huibers wordt pas Donderdagavond
te Hoorn terugverwacht. Ook daarna zal hij
geen gelegenheid hebben, bezoeken te ont
vangen.
Huldiging van Hoorn's
Katholieken.
Er is onder Hoorn's katholieiv^» een
spontane beweging in gang gekomen, om
den bisschop een geschenk aan te bieden.
En de keuze is gevallen op een bisschops
staf. Vereenig in gen en particulieren dra
gen daaraan bij.
De huldiging, die katholiek Hoorn den
bisschop bereidt, zal plaats hebben op Zon
dagmiddag as., in de Parkzalen, aanvang 3
uur. Het gemeentebestuur van Hoorn zal op
deze bijeenkomst tegenwoordig zijn. Ook
burgemeesters uit den omtrek van Hoorn
worden verwacht.
Ook den avond daarop zal men mgr. Hui
bers nog in het openbare parochieleven zien
verschijnen. Op Maandag 23 December zal
n.l. mr. H. P. Marchant spreken voor den
katholieken kring en mgr. Huibers zal daar
bij tegenwoordig zijn. Dit zal wel de laat
ste vergadering zijn, die mgr. Huibers als
deken van Hoorn meemaakt. Wel hoopt
mgr. de Kerstdagen nog in Hoorn te vieren,
EEN EXECUTIE TE BERLIJN.
Gistermorgen is te Berlijn Rudolf Claus
terechtgesteld. Op 25 Juli 1935 was hij we
gens voorbereiding van hoogverraad door
het volksgerechtshof ter dood veroordeeld.
Claus is een van de handlangers van Max
Hoelz geweest. Reeds eerder is hij tot le
venslange en later tot acht jaren tuchthuis
straf veroordeeld, doch na de amnestie-wet
ten van 1921 en 1928 werd hij weer op vrije
voeten gesteld.
Voorts heeft de rijkskanselier de dood
straf, welke op 2 Augustus j.l. over den ge
wezen communistischen Rijksdagafgevaar
digde Albert Kayser was uitgesproken, ge
wijzigd in levenslange tuchthuisstraf.
WANHOOPSDAAD VAN
GEARRESTEERDEN DIEF.
Toen de politie te Londen een van ju
weelendiefstal verdachten man wilde ar
resteeren, viel hij plotseling onder teeke
nen van hevige pijn op den grond. Hij werd
naar een ziekenhuis overgebracht, waar
men onmiddellijk operatief ingreep. Uit zijn
maag haalde men een geopend pennemes,
een diamanten ring, zilveren manchetknoo-
pen en een parelsnoer, voorwerpen, die hij
gestolen had en voor zijn arrestatie had in
geslikt, opdat zij niet op hem gevonden zou
den worden.
MYSTERIE-FAWCETT NA 10 JAAR
OPGEHELDERD?
In den staat Matto Grosso is, naar uit
Cuyaba in Brazilië wordt gemeld, het lijk
van een blanke gevonden, dat naar men
aanneemt, het stoffelijk overschot is van
den ongeveer tien jaar geleden verdwenen
Engelschen onderzoekingsreiziger kolonel
Fawcett. Het lijk is door telegraaf-arbeiders
ontdekt nabij een worp, bewoond door in
boorlingen van den Chavante-stam. Alle
teekenen wijzen er op, dat hel slachtoffer
door inboorlingen is gedood en gescal
peerd.
Omtrent het lot van kolonel Fawcett heb
ben steeds allerlei geruchten de ronde ge
daan. In 1928 geloofde men eindelijk be
wijzen te hebben, dat hij nog in leven was.
Er werd toen een Engelsche expeditie uit
gezonden die echter geen spoor van hem
ontdekte.
TWEEDE KAMER
De aflossing van hypotheken.
Crisis-regeling goedgekeurd.
WILT IETS WETEN?
Vraag: A., B., C. en D. spelen pandoer.
A. en D. passen. C. biedt Pandoer met
80; hij heeft n.l. een driekaart van een Ko
ning.
D. biedt daarop; Pandoer met 40; hij
heeft een driekaart van een Koning en een
driekaart van een Boer.
C. beweert, dat D. de roem niet kan af
keuren daar hij geen hoogere driekaart
heeft; terwijl D. de meening is toegedaan,
dat hij kan spelen, daar hij toch een drie
kaart meer heeft. Telt „Stuk" bij Pandoer
ook mee voor roem?
Antwoord: U heeft toch altijd ge
leerd, dat hoogste roem, d.w.z. meeste roem
geldt; 40 is meer dan 20, dus heer C. niets
te vertellen. Natuurlijk telt „stuk" ook
mee.
lederen Dinsdag- en Donderdagmiddag
van 34 uur gelegenheid tot het verkrijgen
van mondelinge rechtskundige inlichtin
gen aan ons bureau.
De Tweede Kamer heeft gisteren de be
grooting van Koloniën behandeld. Aan deze
behandeling ging vóóraf de goedkeuring
van een twintigtal kleine wetsontwerpen.
Bij het wetsontwerp no. 15, wijziging van
de begrooting 1934 voor Sociale Zaken,
voerde de heer Steinmetz (R.K.) het
woord. Van het crediet van 2 millioen, het
vorige jaar door de Kamer toegestaan voor
kleeding, dekking en huisraad van werkloo-
zen, is slechts 2 ton gebruikt. Zal het geld
alsnog worden aangewend?
De Minister van Sociale Zaken, de heer
Slingenberg, zegt, dat zijn ambtsvoor
ganger reeds in het voorjaar van 1935 aan
het Nationaal Crisis-Comité heeft geschre
ven, dat het restant van de 2 millioen ter
beschikking werd gesteld. Spr. zelf zal nu
den gemeenten laten weten, dat zij uit dit
bedrag een en ander kunnen bekostigen.
Een wetsontwerp inzake het heffen van
een. uitvoerrecht op rubber keurt de Ka
mer goed.
Aan de orde is daarna de begrooting
van het Zuiderzeefonds, welke in de mid
dagvergadering niet werd afgehandeld.
In de Avondvergadering was aan de orde
het wetsontwerp: bijzondere maatregelen
ter voorkoming van onredelijke terugvor
dering van onder verband van hypotheek
op onroerend goed uitgeleende gelden.
De heer Goseling (R.K.) zegt, dat we
een stap doen op het gebied van het exe-
cutierecht. Spr. gaat na wat er in verband
met de voorbereiding van dit wetsontwerp
reeds is geschied en aangekondigd, als mede
met het ontwerp betreffende de vaste las
ten. Wil men aanpassen in prijzen en kos
ten, dan snel; niets is noodlottiger dan ver
traging. Dat leert de ervaring hier en
elders. Spr. dringt er op aan, dat we krij
gen zekerheid omtrent wat de regeering wil,
en zij dan niet zich beperke tot afwijzen
van devaluatie alleen. In verband daar
mede wijst spr. op den samenhang van dit
wetsontwerp en het vaste-lasten-ontwerp.
Dat dit ontwerp den voorrang nu heeft,
is voor spr. geen bezwaar. Er moet worden
vooruitgezien.
Spr. behandelt de beperkte strekking van
het ontwerp, wat betreft den aard der on
derwerpen. Spr. zegt, dat ten onrechte de
scheepshypotheek er buiten valt; dat de
landbouwhypotheek er onder is gebracht,
acht spr. een verbetering.
De heer Coops (Lib.) betoogt, dat deze
wet het hypothecaire crediet aantast, als
ook de rechtszekerheid op hypotheekgebied.
Wanneer deze wet leidt tot lichtvaardigheid,
is bovendien het middel erger dan de
kwaal.
Zeer sterke waarborgen voor een goede
toepassing der wet zijn gewenscht. In dit
opzicht kunnen we wel gerust zijn.
De heer Donker (S.D.) wijst op het
vaste 1 asten-ontwerp, veel belangrijker dan
het thans aan de orde zijnde wetsontwerp,
doch waarvan de memorie van antwoord
nog niet is verschenen.
Het onderhavige wetsontwerp is van be
trekkelijk geringe strekking. In feite wor
den alleen de solvabele debiteuren gehol
pen. Het element om vaste lasten te ver
lagen, is aan dit wetsontwerp eigenlijk ge
heel vreemd. Het heeft dan ook geen zin,
thans te discussieeren over devaluatie, con
sequente deflatie enz. Dit wetsontwerp
opent alleen de mogelijkheid om vermin
dering van af looping mogelijk te maken, en
het werkt alleen voor zoover het eigen goed
met hypotheek bezwaard is, en heeft be
perkende bepalingen t.a.v. borgen, mede-
eigenaren en derden wier goed voor de
schuld verbonden is.
De nader in het ontwerp gebrachte 2
betreffende de vexataire beslagen hebben
tot gevolg, dat de tweede en derde hypo
theekhouders zich niet rechtstreeks tot den
kantonrechter kunnen wenden. Het wets
ontwerp maakt, dat de verhouding tusschen
geldnemer en geldleener onder hypothecair
verband kan veranderd worden buiten den
wil van partijen; doch dit is niet met de
acte ingeschreven ten hypotheekkantore. En
de wet geldt alleen voor vorderingen, vóór
1 Sept. 1931 tot standgekomen.
Ook de heer Westerman (N.H.)
klaagt over het uitblijven van het vaste-
lasten-ontwerp. Ook dit ontwerp komt te
laat.
De heer v. d. W e y d e n (R.K.) had ver
wacht, dat ook de zwakke crediteuren zou
den zijn geholpen, al ware het slechts tij
delijk, tot het vaste-lasten-ontwerp wet zou
zijn geworden. Het ontwerp is in het geheel
niet voldoende, maar spr. zal er toch voor
stemmen. Men had er echter ook de scheeps-
hypotheken in moeten betrekken.
De heer Schouten (A.R.) verheugt
zich, dat de regeering zich niet heeft laten
verleiden de oorspronkelijke bedoeling van
dit ontwerp te wijzigen. Over het vaste-las
ten-ontwerp behoort later te worden ge
sproken, en devaluatie brengt, dit is nu
wel gebleken, geen oplossing in zake ver
lichting van vaste lasten, noch lost het span
ningen op.
De heer De Geer (C.H.) heeft geen be
zwaar tegen het ontwerp. In de memorie
van antwoord staat, dat de regeering zelf
de aantasting van de hoofdsommen ten stel
ligste heeft ontraden, en ook als onnoodig
verworpen. Spr. meent, dat de regeering
zich ten deze wel eens minder stellig uit
gelaten heeft. Ook de bewering van de re
geering, dat dit ontwerp de werking zal
hebben, dat het vaste-lasten-ontwerp soe
peler kan worden gemaakt en derhalve be
vorderlijk zal zijn aan de geneigdheid
nieuw geld op hypotheek te verstrekken,
bestrijdt spr.
De minister van Justitie aai
het woord.
De Minister van Justitie, de heer Van
S c h a i k, zegt, dat een groot deel van de
discussie zich buiten dit onderwerp begeeft.
Spr. zal daarop niet ingaan. Binnen zeer
korten tijd zal de memorie van antwoord
t.a.v. het vaste-lasten-ontwerp verschijnen.
De critiek is zoo heterogeen, dat het vrij
moeilijk voor haar is aan een groot deel
van de bezwaren tegemoet te komen. De
ervaring leert, dat het erg moeilijk voor den
wetgever is in de privaatrechtelijke verhou
dingen in te grijpen en niet meer schade te
maken dan goeds te brengen.
Inderdaad is het ontwerp van beperkte
strekking, maar het kan desniettemin van
groote beteek en is zijn".
In het laatste half jaar zyn vele hypothe
caire debiteuren in moeilijkheden geraakt,
doordat hypotheken werden opgezegd.
Nieuwe geldgevers konden niet worden ge
vonden. Menig crediteur heeft doorgezet en
geëxecuteerd. Meer dan eens wordt opge
zegd zonder noodzaak, uit motieven van
eigenbelang. Hoeveel onredelijke executies
hebben plaats gehad kan de regeering niet
mededeelen, maar het is een vrij belangrijk
getal.
Hulp aan zwakke debiteuren, die reeds
in gebreke zijn gebleven, zou de kwestie
veel te ingewikkeld maken. Jan, Piet en
Klaas, die in financieele moeilijkheden ver-
keeren, kan de regeering niet helpen, het
maatschappelijk leven moet zichzelf als re
gel helpen.
Spr. weerlegt dan verschillende bezwa
ren uit de Kamer; hij is het niet eens met
hen, die het ontwerp overbodig achten of
meenen, dat het niets meer uitrichten zal.
Mocht het vaste-lasten-ontwerp te lang uit
blijven, dan zal spr. nadere maatregelen
overwegen. Borgen en derde bezitters wor
den in zekere mate beschermd; verder kan
spr. niet gaan.
De regeering is er van overtuigd, dat, als
men nieuwe hypotheken liet vallen onder
dit ontwerp en dat van de vaste lasten, dit
een zeer ongunstige werking op hét crediet
zou hebben.
De resultaten van dit ontwerp mag men
niet onderschatten. Een aantal minnelijke
schikkingen zullen er het gevolg van zijn.
In dit verband zegt spr., dat de commissie
Dobben voor landbouw-hypotheken zeer
goed werk heeft gedaan, vooral in zake min
nelijk overleg.
Het ontwerp wordt, na een kleine amen
deering aangenomen z.h.s. en de ver
gadering te half twaalf verdaagd tot Woens
dag 1 uur.
RECHTZAKEN
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
Alleen de tram mag ronder richting
•an te geven en met een altijd geldend
voorrangsrecht rijden. Voor auto
mobilisten en wielrijders zijn de regel»
van weg en veiligheid gegeven en
het is hun eigen belang om geen
„trammetje te spelen".
SCHRIJVENDE N.S.B.-ERS STAAN
TERECHT.
Eisch tegen één hunner drie maanden,
tegen twee andere 100 gld. boete.
In aansluiting op hetgeen is -medege
deeld omtrent de gistermiddag gehouden
zitting der Arrondissements-Rechtbank te
Utrecht, waarin strafzaken gediend heb
ben tegen de heeren mr. Samuel Adrianus
van Lunteren, mr. Hermanus Reyden en
Jan Hollander, resp. hoofdredacteur, plaats
vervangend hoofdredacteur en redacteur
van „Volk en Vaderland", weekblad voor
de Nationaal-Socialistische Beweging in
Nederland, alsmede tegen dr. Emile Gerard
Hubert Verviers, redactieleider van het
maandblad „Nieuw Nederland", kan nog
het volgende worden gemeld.
Van de strafzaken tegen de heeren Rey
den, Hollander en Van Lunteren beveelt
de Rechtbank voeging, zoodat deze drie
verdachten zich gezamenlijk te verant
woorden hebben.
Verdachte mr. Reyden bevestigt op een
vraag van den president, mr. D. Kaars Sij-
pesteijn, dat hij in October als hoofdredac
teur van „Volk en Vaderland" was opge
treden en in deze functie er voor verant
woordelijk is geweest dat de advertentie,
in het eerste deel van de tenlastelegging
genoemd, in dit blad was opgenomen. Ver-
dachte's verweer is dat de advertentie niet
doelt op een persoon, in casu den gewe
zen Minister van Defensie, maar op een
systeem, dat hij demo-liberaal noemt.
Wat het geïncrimineerde artikel „Vis-
schers in Nood" betreft, dat volgens de
dagvaarding een zin met uitlatingen in
opzettelijk beleedigenden vorm voor de
Varkens-Centrale, Tarwe-Centrale en Zui-
vel-Centrale bevatte, zegt de verdachte
van meening te zijn, dat de schrijver van
dit artikel geen bepaalde Centrale op het
oog heeft gehad, dus dat er ook geen opzet
is geweest, om te beleedigen.
Verdachte Hollander ontkent eveneens
het hem tenlaste gelegde. De gewraakte
zinsnede in zijn artikel, getiteld „Uit den
Praathof; van Beide Fronten geen Nieuws",
zegt hij een persoonlijke conclu
sie zijnerzijds uit het in het artikel voor
komende rekensommetje.
President: Als van de redactie „Volk en
Vaderland" Iets dergelijks werd gezegd,
meent U dat deze dan niet beleedigd zou
zijn?
Verdachte: Ik denk dat de redactie zich
er niets van aan zou trekken.
President: Dus U bedoelt dat de Eerste
Kamer zich van Uw artikel niets behoeft
aan te trekken.
Mr. van Lunteren, de derde verdachte,
hoofdredacteur van „Volk en Vaderland",
noemt het hem ten laste gelegde (beleedi-
ging van de regeering des lands in een door
hem in hetzelfde nummer van het blad
geschreven artikel, getiteld „Het Roode
Gevaar") „ten eenenmale een vergissing".
Verdachte tracht aan de hand van een uit
voerige nota, waarin hij tal van citaten
o.a. van Dr. Colijn uit staatkundige wer
ken heeft vastgelegd, aan te toonen dat in
zijn artikel geen enkele zinsnede voorkomt,
welke beleedigend is in den zin der wet.
De officier van 'justitie, jhr. mr. Twiss
Quarles van Ufford, acht de ten laste ge
legde beleedigingen bewezen.
Dat met de advertentie minister Deckers
bedoeld wordt, is voor iedereen duidelijk.
Ware het bij dit geschrift alleen gebleven,
dan zou de regeering waarschijnlijk geen
vervolging gelast hebben; er wordt echter
al langer dan een jaar in „Volk en Vader
land" stelselmatig tegen de regeering ge
ageerd.
De feiten ten aanzien van verdachte
mr. Reyden achtte spr. zeer ernstig; de
eisch tegen hem luidde drie maanden ge
vangenisstraf.
Wat de beide andere verdachten betreft,
zij hebben hun artikelen geschreven voor
gewone menschen en niet voor philoso-
phische studenten, die elke passage meer
critisch zouden beschouwen.
Zoowel tegen verdachte Hollander als
tegen verdachte mr. Van Lunteren eischt
de officier honderd gulden boete, subs,
dertig dagen hechtenis.
De verdediger van de drie verdachten,
mr. A. J. van Vessem, gaat in zijn pleidooi
uitvoerig in op den inhoud van de ge-
Wraakte advertentie; spr. noemt daarbij de
namen van een groot aantal ministers, tot
dat pl., op verzoek van den president, die
opmerkt dat de persoonlijke omstandig
heden van ministers hier niet ter zake
doen, van dit punt afstapt. Pl. zegt met
geen mogelijkheid in de advertentie een
beleediging te kunnen zien, wel scherts.
Ook de andere tenlasteleggingen acht pl.
allerminst bewezen, zoodat z.i. vrijspraak
zal moeten volgen.
Pl. is van oordeel dat de vervolgingen
ten onrechte van regeeringszijde gelast
zijn; het komt pL voor dat er een zekere
staatsgreep heeft plaats gehad ten opzichte
van de taak van het parket, zulks in strijd
met de wet op de rechterlijke organisatie.
In zijn repliek zegt de officier dat de re
geering een vervolging heeft gelast om een
waarschuwing te geven. Nadien is niet ge
bleken, dat nieuwe beleedigende artikelen
in „Volk en Vaderland" zijn verschenen.
Uitspraak 31 December.
MINISTER COLIJN BELEEDIGD.
Eisch 200 gld. boete.
Hierna staat, terzake van het zich uit
laten in beleedigenden vorm over den Ne-
derlandschen Ministerraad en opzettelijke
beleediging van den minister-president,
tevens Minister van K r.i dr. Ccl^n,
HET GEVAL-KORTENHORST.
DeMaasbode schrijft:
„In ons ochtendblad van heden heeft mem
het antwoord kunnen lezen, door de regee
ring gegeven op de vragen van mr. Gose
ling.
We zullen wel niet uitdrukkelijk behoeven
te verklaren, dat wij voor dit antwoord
slechts een zeer matige bewondering koes
teren.
Het komt neer op een erkenning van de
feiten, maar tevens op een wraken van de
rede door den heer Kortenhorst als afge
vaardigde in het Nederlandsch parlement
gehouden.
En dat nog wel na eene, ook in het ant
woord weergegeven, zoo gelukkige en juiste
verklaring, door onze gezant te Berlijn aan
de Duitsche regeering verstrekt.
Alleen om één scherpe uitdrukking op
het punt van de in Duitschland zoo sterk
bedreigde om niet te zeggen aangetaste on
afhankelijkheid van de rechterlijke macht
meende de regeering den heer Kortenhorst
te mogen verwijten, zich onvoldoende re
kenschap te hebben gegeven van zijn posi
tie als lid der handelsdelegatie.
Er rest dan na onze meening slechts één
conclusie: dat het voor Kamerleden, die
voor zich opeischen de vrijheid om in volle
onafhankelijkheid te doen en te zeggen, wat
zij hun recht en hun plicht achten, eenvou
dig onmogelijk is, een benoeming in een
dergelijke delegatie te aanvaarden.
Want dan zou hij meteen het recht ver
spelen, critiek uit te oefenen op staats- of
rechtsopvattingen in het buitenland, die hij
principieel verwerpelijk acht.
Wij gelooven ook niet, dat in vroeger
dagen een critiek van een Kamerlid, zoo
volledig mogelijk in zijn functie van volks
vertegenwoordiger in het parlement optre
dende, als mr. Kortenhorst meende te moe
ten uitoefenen, tot eenige moeilijkheid aan
leiding zou hebben gegeven.
Dat is alleen mogelijk geworden by de
opgewonden gemoedsstemming en de ge-
exalteerde begrippen, die thans in vele
kringen en op menig gebied heerschen.
Wij gelooven niet, dat het op den weg
der Nederlandsche regeering ligt om daar
aan voet te geven".
't Is duidelijk en frisch gezegd!
de redactioneele leider van het maandblad
„Nieuw Nederland", dr. Verviers terecht.
Verdachte zeide niet de bedoeling te heb
ben gehad den minister-president te belee
digen. „Ik bestrijd geen personen, doch een
stelsel, dat vervangen moet worden". Dan
wilde verdachte het beleid van den heer
Colijn bespreken, ten einde aan te toonen
„dat het een nationale schande is...."
„Neen, dat kan ik niet toestaan!" onder
brak de president der rechtbank.
Onverstoorbaar vervolgde verdachte:
„Het is niet mogelijk den heer Colijn te
beleedigen, als ik schrijf of zeg, dat het een
sluwe brutale zet is, om dat of dat te doen.
Daarmee heb ik niet gezegd, dat de heer
Colijn sluw en brutaal is, maar die eene
en bepaalde handelwijze.
Sluwheid is tot de spits opgedreven slim
heid en ik kan toch niet zeggen, dat Co
lijn
„Pas op! waarschuwde de president
„u moet voorzichtig zijn!"
„Hier is het een gewone politieke hande
ling van Colijn, die bijzonder slim en uit
dagend is uitgevoerd, zoo ging verdach
te weer verder dus niet brutaal in den
zin van onbeschoft.
Ik hoop dat de heeren door mijn poli
tieke woorden.eindigde verdachte
nadat hij nog verschillende handelingen
aangehaald had, die door Z.Exc. dr. H. Co
lijn verricht zouden zijn in Indië en die
volgens verdachte niet door den beugel
kunnen. De president stelde hem echter ge
rust, dat hij niet bang behoefde te zijn, dat
het edelachtbaar college door zijn woor
den besmet zou worden.
De officier van justitie vond de uitdruk
kingen als „onwelwillend; onbekwaam en
onbevoegden" door verdachte gebezigd be
leedigend.
Spr. zou verdachte willen aanraden in
den vervolge bij vele woorden voetnooten
te plaatsen voor tekstuitleg, want hij blijkt
omtrent de beteekenis van verschillende
woorden eigenaardige opvattingen te heb
ben.
Ten slotte eischte spr. f 200 boete subs.
60 dagen.
Mr. van Vessem concludeerde vrijspraak.
Over 14 dagen zal de rechtbank uitspraak
doen.
Stem uit den luidspreker: En nu legt
U zich plat op de buik....