DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
27ste Jaargang
WOENSDAG 18 DECEMBER 1935
No. 8296
S)e £eid6elve(Boii/fca/iit
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per weekf 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 l
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 50 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0J>0
V Wereldkampioen
Waar» kampioenschappen in alle moge
lijke en „onmogelijke" vormen van sport
worden bejubeld, daar zou 't een schande
geweest zijn, als het kampioenschap scha
ken het wereld-kampioenschap niet
gevierd en bef eest zou zijn geworden!
Maar: er is gefeest en gejubeld; onze
Nederlandsche wereld-kampioen, onze
Euwe is feestelijk gehuldigd.
Het hersen-spel heeft dus niet behoeven
onder te doen voor het armen- of beenen-
spel!
Althans niet op een opvallende wijze.
Rondom een wereld-kampioen bokser b.v.
zou er een luider jubel zijn opgestegen,
maar 't is verheugend, dat men niet rede
loos gaat overdrijven bij dit kampioen
schap, zooals men dat zoo vaak doet bij
de kampioenen in armen- of beenen
kracht.
Dat het mooie schaakspel door het Ne
derlandsche wereld-kampioenschap gepro
pageerd wordt dat is ook een goed ding.
Men overdrijve echter ook hierin niet. Er
zijn al symptomen van overdrijving!
V Een van de leelijke dingen
in de politiek
Een van de leelijke dingen in de politiek
is, dat velen meenen, zich op dit terrein te
mogen stellen, buiten de regels van het
„burgerlijk fatsoen" of liever gezegd bui
ten de wetten, die de goede zeden stellen
aan den onderlingen omgang, buiten de
ware wellevendheid. Neen die ware
wellevendheid is nooit onoprechtheid, die
ware wellevendheid eischt heelemaal niet,
dat wij onze persoonlijke overtuiging om
trent de daden en den persoon van een
ander verdoezelen of wegmoffelen. Zij
eischt wel, dat wij vermijden zooveel als
mogelijk is wat een ander grieven kan,
wat een ander beleedigen kan; dat wij
alle hatelijke insinuaties nalaten.
Zóó wil zich ieder fatsoenlijk mensch
gedragen in den gewonen, dagelij kschen
omgang. En een dwaze opvatting heeft
den waan gebracht, alsof het in de poli
tiek anders mag! Zelfs tegenover de
hoogste autoriteiten, de hoogste gezags
dragers behoeft men zich op politiek ter
rein niet aan fatsoen te storen! zóó
blijkt herhaaldelijk de opvatting te zijn.
Een opvatting, die, helaae, wordt ge
vonden onder de „oude" politieke partijen,
maar een nog sterker aanhang blijkt te
vinden in de „nieuwe" politieke partij, in
de N.S.B.!
Dat de rechterlijke macht 'ns wil in
grijpen, om aan de hier bedoelde ontaar
ding van de goede zeden paal en perk te
stellen moet worden toegejuicht. Wij
verwijzen naar het verslag van de
strafzitting voor de Utrechtsche Recht
bank van gisteren (men zie de rubriek
„Rechtszaken"). Wjj willen hier bij dit
verslag opmerken, dat de verdediging ge
lijk had met zijn opmerking, dat er ook
eerder in Nederland zóó verkeerd is
gehandeld, als door de in deze strafzitting
gedagvaarde personen! De rechter zal met
deze overweging o.i. wel rekening hou
den bij zijn uitspraak.
TEGEN DE PARIJSCHE VREDES
VOORSTELLEN.
Een resolutie van het Comité van Actie
^oor Vrede.
LONDEN, 18 December. (A. N. P.)
Het Comité van Actie voor Vrede en We
deropbouw heeft gisteren een resolutie aan
genomen waarin wordt verklaard, dat de
Parijsche vredesvoorstellen noch in over
eenstemming zijn met het Volkenbonds
pact noch met de verkiezingspropaganda
der regeering en in het algemeen in strijd
zijn met de moreele gevoelens. De regee
ring wordt verzocht de voorstellen in te
trekken. Ten slotte wekt het comité op tot
een campagne als protest tegen de Parijsche
vredesvoorstellen.
BINNENLAND
HAAGSCHE BURGEMEESTER OVER
OPVOERING VAN „DE BEUL".
Het stuk overschrijdt de grenzen, aan een
kunstwerk te stellen.
Aan het antwoord van den burgemeester
van 's-Gravenhage op de vragen van het
gemeenteraadslid den heer Mobach inzake
het verbod van wederopvoering, althans in
het openbaar, van het tooneelstuk „De
Beul", wordt het volgende ontleend:
Uit hetgeen den burgemeester aangaan
de de eerste opvoering in den Kon. Schouw
burg van bevoegde zijde werd gerappor
teerd, was hem gebleken, dat het stuk, ge
lijk het werd opgevoerd, een fel polemi
sche strekking had, die door een deel van
het publiek met enthousiast applaus, dat
kennelijk niet de artistieke waarde van
tekst of spel gold, werd onderstreept.
Lag hierin op zichzelf geen reden om het
stuk te verbieden, het stond toen reeds
vqor den burgemeester vast, dat verdere
opvoeringen niet zouden kunnen worden
geduld, wanneer als waarschijnlijk zou
moeten worden aangenomen, dat partijen
tegen welke de strekking van het stuk zich
richtte, daartegen tijdens de voorstelling
zouden reageeren. Wanordelijkheden gelijk
dan zouden ontstaan en die in verband met
de besloten ruimte en de onmogelijkheid
zich daarin vrij te bewegen, nog afgezien
van de kans op beschadiging van het meu
bilair en de stoffeering van het gebouw,
waarin de voorstelling plaats heeft, allicht
gevaar voor het publiek kunnen opleveren,
behoor en naar het oordeel van den burge
meester in het algemeen belang te worden
voorkomen, waartoe bijzondere politiemaat
regelen niet kunnen baten.
Toen dan ook de gebeurtenissen bij de
opvoering tè Amsterdam het vrijwel zeker
maakten, dat ook hier eventueel van be
paalden kant scherp tegen het stuk en wel
licht ook tegen den daaraan van andere
zijde geschonken bijval zou worden gerea
geerd, heeft hij gemeend goed te doen zijn
verbod niet langer achter te houden.
Het is duidelijk dat, al moge het ge
beurde te Amsterdam de onmiddellijke
aanleiding zijn geweest tot.de uitvaardi
ging van het verbod, de eigenlijke reden
dieper ligt en wel in den aard van het
stuk, dat door zijn scherp stelling nemen
in den hedendaagschen partijstrijd de gren
zen, aan een kunstwerk te stellen, over
schrijdt en daardoor wel niet vatbaar is om
in het openbaar te worden opgevoed in een
schouwburg, die voor den politieken strijd
niet bestemd en door zijn inrichting ook
niet geschikt is.
De burgemeester is dan ook niet bereid
zijn verbod in te trekken.
BLUFT DR. KORTENHORST
ONDERHANDELAAR?
Besprekingen gedeeltelijk te 's Gravenhage
Naar het Handelsblad uit goede bron
zegt te vernemen, blijft dr. Kortenhorst
officieel onderhandelaar voor de handels
besprekingen tusschen Nederland en
Duitschland. De besprekingen zullen,
voor zoover zij het indixstrieele terrein be
strijken, naar verluidt niet te Berlijn,
maar te 's Gravenhage worden gevoerd.
WERKLOOSHEID STIJGT NOG STEEDS.
De toestand op 1 December.
De Directeur van den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbe
middeling deelt mede, dat in de week van
25 tot en met 30 November 1935 het aantal
leden van ingevolge het Werkloosheidsbe
sluit 1917 gesubsidieërde vereenigingen be
droeg 540.800, waarvan 74.600 landarbei
ders. In de maanden Mei tot en met No
vember worden geen gegevens betreffende
de werkloosheid van de vereenigingen van
landarbeiders ontvangen.
De werkloosheid onder de overige
466.200 verzekerden bedroeg 32.6 pCt. In
de vorige verslagperiode (4 tot en met 9
November 1935) bedroeg de werkloosheid
35.5 pCt. In de overeenkomstige week van
de jaren 1934 en 1933 was de werkloosheid
onderscheidenlijk 28.9 pCt. en 26,2 pCt.
Bij 1060 organen der openbare arbeids
bemiddeling stonden op 30 Nov. 1935 in
totaal 432038 werkzoekenden ingeschre
ven, noder wie 407724 mannen. Van deze
werkzoekenden waren er 413691 werkloos,
onder wie 394771 mannen.
RIJKSSTEUNREGELING.
Tot Juli 1936 verlengd.
Minister Slingenberg heeft aan de be
trokken gemeentebesturen medegedeeld,
dat de geldigheidsduur van de rijkssteun-
regeling is verlengd tot eind Juni 1936.
WIJZIGING IN DE REGEERINGS-
POLITIEK
Resolutie van de R.K. Werkgeversbeweging.
In de gecombineerde vergadering van het
Bestuur der Federatie van de Algemeene
R.K. Werkgeversvereeniging en van het
R.K. Verbond van Werkgevers-Vak vereeni
gingen in Nederland, gehouden op Maandag
16 December 1935 te 's-Gravenhage, werd
op voorstel van het Dagelijksch Bestuur
der Algemeene R.K. Werkgeversvereeni
ging de navolgende resolutie met algemeene
stemmen aangenomen:
„De vergadering, in aanmerking nemende:
1. dat op het op 13 Mei 1935 door de
vier katholieke sociale organisaties gehou
den Industrialisatie-Congres o.m. is erkend,
dat de Nederlandsche Volkshuishouding ge
teisterd wordt door rampen, die hun oor
sprong vinden in internationale factoren,
welke ons volk weinig of niet kan veran
deren, doch tevens werd vastgesteld, dat dit
geen reden mag zijn, om te berusten in een
toestand van voortdurende economische
achteruitgang, die noch voor het tegenwoor
dig geslacht, noch voor de opgroeiende
jeugd eenig perspectief biedt;
2. dat, naar op ditzelfde Congres werd
vastgesteld, het niet voldoende was, dat
's lands Regeering haar politiek richtte op
gezondmaking der Staatshuishouding, maar
ook de belangen der Volkshuishouding in
positieven zin opbouwend zouden worden
behartigd;
3. dat o.m. op ddt Congres t.a.v. de mone
taire politiek over-duidelijke taal is gespro
ken, zoowel in de richting van de noodza
kelijke aanpassingspolitiek, welke de Re
geering zou dienen te volgen, indien zij
prijs stelde op handhaving harer monetaire
politiek, als in de richting van devaluatie
als deze aanpassingspolitiek werd nagela
ten of niet stringent genoeg werd voortge
zet;
4. dat op bedoeld Congres werd betoogd:
a. de Regeering heeft zich bij haar poli
tiek laten leiden door de gedachte, dat de
valuatie moet worden voorkomen;
b. de Regeering is er echter niet in ge
slaagd de door haar voorgestane deflatie-
politiek op voldoend krachtige wijze door
te voeren;
dat daartegenover werd gesteld:
a. dat de tot nu toe gevoerde politiek
der Regeering er toe leidt, iedere onderne
ming, voorzoover dat nog niet het geval is,
haar rendabiliteit te ontnemen;
b. dat een deflatie-politiek als conse
quentie heeft een druk op het economisch
leven;
5. a. dat na het Industrialisatie-Congres
van 13 Mei 1935 t.a.v. de Staatshuishouding
na vele weeën het: z.g. „Bezuinigings-ont-
werp" is aangenomen, waarvan zeer veel
echter nog slechts perspectief is;
b. dat er wel is waar nog een wetsont
werp tot verlaging van sommige vaste las
ten is ingediend, hetwelk echter in menig
opzicht eerder op een verschuiving van las
te neerkomt en waaromtrent nog steeds op
de Memorie van Antwoord wordt gewacht;
c. dat de Staatsbegrooting 1936, na af
doening in de Kamers der Staten-Generaal,
nog een aanmerkelijk tekort zal aanwijzen;
d. dat het aantal werkloozen in het land
nog steeds onrustbarend stijgt, hetgeen
blijkt uit de navolgende cijfers der werk
loosheid in Nederland:
Juni 1934: 290.675, October 1934: 321.993.
Juni 1935: 333.600, October 1935: 381.900.
6. a. dat speciaal op het gebied van de
instandhouding en uitbreiding van het Be
drijfsleven de voornaamste maatregelen,
diie bijdragen tot het verlagen van den
kostprijs, zijn nagelaten of niet voldoende
bevorderd;
b. dat in verband hiermede op het ge
bied der verlaging van de kosten van le
vensonderhoud en wel in de eerste plaats
op dat der woninghuren, waardoor aanpas
sing der loonen sneller kan plaats hebben,
niet voldoende is bereikt;
c. dat voldoende aanpassing van de loo
nen in de beschermde bedrijven aan het
peil der loonen in de onbeschermde bedrij
ven uitblijft;
d. dat van de vermindering der vaste
lasten, zooals rente, tarieven van overheids
bedrijven enz., weinig valt te bemerken,
terwijl integendeel sommige belastingen
nog onlangs zijn verhoogd;
7. dat lederen dag meer, speciaal de be
staanszekerheid onzer bedrijven, die met
buitenlandsche concurrentie rekening heb
ben te houden, wordt bedreigd, aangezien
het niet mogelijk blijkt deze concurrentie
vol te houden;
8. dat eenzelfde ongunstige evolutie als
van de werkloosheid zich openbaart t.a.v.
den buitenlandschen handel, de inwendige
activiteit, de industrieele productie en den
Benesj president van
T sjecho-Slowaki je
PRAAG, 18 December. Dr. Benesj is
gekozen tot president der republiek Tsje-
cho Slowakije als opvolger van prof. dr.
Masaryk, die dezer dagen is afgetreden.
De levensloop van dr. Eduard Benesj
Eduard Benesj werd op 28 Mei 1884 in
het dorp Kozlany (Tsjecho Slowakije) ge
boren, waar zijn ouders arme boeren wa
ren. Niettemin werd de jongen opgeleid
aan de universiteit van Praag in de facul
teit der philosophie.
Toen de wereldoorlog uitbrak was Be
nesj 30 jaren oud, doch niettemin reeds
een der leiders van de Tsjechoslowaaksche
nationalistische beweging. Spoedig werd
hij de rechterhand van dr. Masaryk. In
1915 ging hij naar Parijs, waar hij als
journalist werkzaam was en ijverde voor
de bevrijding der Tsjechoslo waken van
het juk der Habsburgers. Hij werd secre
taris-generaal van den Tsjechoslowaak-
schen nationalen raad, het uitvoerend li
chaam van de nationale beweging, welke
in 1918 door de geallieerden werd erkendi,
als Voorloopige Regeering van Tsjecho
Slowakije.
Dr. Benesj werd in de nieuwe regeering
minister van buitenlandsche zaken en
vormde in 1921 zelf een regeering.
In Augustus 1920 heeft hij mede opge
richt de Kleine Entente. Dr. Benesj heeft
Tsjechoslowakije op verschillende diplo
matieke conferenties, waar Tsjechoslowa
kije na den oorlog aan heeft deelgenomen,
vertegenwoordigd. Namens zijn land, heeft
hij op 1 December 1925 te Londen het
Verdrag van Locarno geteekend.
Bij verschillende gelegenheden werd dr.
Benesj verweten dat hij te veel Fransch
gezind was.
Ht levensdoel van dr. Benesj is de poli
tieke en o economische consolidatie van
Tsjechoslowakije, welke hij het best ge
diend acht door de regionale methode, ni.
een samenwerking met de Kleine Entente
en door een algemeene stabilisatie van
Europa. Tegenover Rusland heeft dr. Be
nesj een zeer vooruitstrevende politiek
gevoerd en Tsjechoslowakije was het eer
ste land van Europa, dat de handelsbe
trekkingen met Sovjet Rusland hervatte.
Dr. Benesj heeft nimmer verheeld, dat
naar zijn meening en ook volgens zijn col
lega's in Joego Slavië en Roemenië een
belangrijke functie van de Kleine Enten
te is te voorkomen een vereeniging van
Oostenrijk en Hongarije onder de Habs-
burgsche dynastie. Voor een belangrijk
deel is het aan zijn invloed toe te schrij
ven, dat zoowel in April als in October
1921 de pogingen te Boedapest onderno
men voor het herstel van de Habsburg-
sche dynastie zijn mislukt.
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE
BLADEN.
rente-standaard in die landen, die een de-
flationistische politiek volgen;
9. dat devaluatie kan worden voorko
men in een land waar de Regeering met de
Volksvertegenwoordiging bereid is het mes
zeer diep zoowel in de Staatshuishouding
als in de Volkshuishouding te zetten, maar
noodzakelijk moet worden geacht, indien op
andere wijze geen aanpassing van het bin-
nenlandsch prijs- en kostenniveau aan het
buitenland kan worden verkregen, ofschoon
aanpassing ook dan nog noodzakelijk blijft;
10. dat het Bedrijfsleven in Nederland
op korten termijn weder tot rendabiliteit
dient te worden gebracht, wil niet de eerste
en voornaamste bron van onze welvaart op
drogen;
besluit,
deze overwegingen ter kennis te brengen
van de Regeering en de Volksvertegenwoor
diging en er ten sterkste bij Haar op aan
te dringen, de tot nu toe gevolgde politiek
te wijzigen en ten spoedigste maatregelen
te nemen, zoo noodig ook op monetair ge
bied, om het bedrijfsleven voor een tot een
ramp uitgroeiende verdere inzinking te be
hoeden".
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De Engelsche Labourpartij bereidt een
stormloop in het Engelsche Lagerhuis voor
tegen de Parijsche vredesvoorstellen. Van
daag komt de Volkenbondsraad bijeen.
Vanavond vergadert de Groote Fascistische
Raad in Italië. Een overwinning van de
Abessijnen in Tigre. (2de blad).
Laval krijgt opnieuw een meerderheid
in de Fransche Kamer (2de blad).
Herziening van een deviezen-proces (2e
blad).
Benesj heeft alle kans om vandaag tot
president van Tsjecho-Slowakije te wor
den benoemd (2e blad).
BINNENLAND.
Auto tusschen Houthem en Meerssen ge
slipt. Drie gewonden. (Gem. Ber., 3de blad)
Ongeluk bij brugbouw te Utrecht. Twee
gewonden. (Gem. Ber., 3de blad).
Roofoverval te Geleen. (Gem. Ber., 3de
blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Huldiging van dr. Max Euwe te Amster
dam. (1ste blad).
GOUDVOORRAAD NED. BANK
De goudvoorraad van de Nederlandsche
Bank liep blijkens den jongsten week
staat in de afgeloopen berichtperiode met
bijna 2H millioen op.
STOPZETTING VAN DE WERK
VERSCHAFFING EN DE KLEINE
BOEREN.
Deze laatsten uitgesloten van steun-
verleening?
De drie Centrale Landbouworganisaties
hebben gisteren het volgende telegram aan
den minister van sociale zaken gezonden:
„Drie Centrale Landbouworganisaties, t.
w. Christelijke Boeren- en Tuindersbond,
Katholieke Nederlandsche Boeren- en
Tuindersbond en Kon. Ned. Landbouw-Co-
mité vernamen, dat werkverschaffing ein
de dezes jaars is vervangen door steunver-
leening, waarvan in werkverschaffing ge
plaatste kleine boeren zijn uitgesloten. Door
deze uitsluiting heerscht noodtoestand in
kringen van deze kleine boeren, die daar
door van steunverleening en Kersttoelage
zijn verstoken. Drie Centrale Landbouw
organisaties verzoeken Uwe Excellentie be
leefd en dringend te bevorderen kleine boe
ren in dezen worden tegemoetkomen."
„HOE IK ER TOE KWAM"
Naar wij vernemen, zal in Januari a.s.
bij Teulings' Uitgeversmaatschappij te
's Hertogenbosch een beknopte geschiede
nis verschijnen van mr. Mar chant's over
gang tot het Katholicisme. De heer Mar-
chant titelde zijn boek: „Hoe ik er toe
kwam".
GOUVERNEUR VAN SLOBBE
Bestendiging van zijn functie op Curasao
gewenscht
Minister Colijn heeft in de Tweede Ka
mer, bij de behandeling van de begrooting
van Koloniën gezegd, dat hij den gouver
neur van Curasao heeft doen weten, dat
hij bestendigng van diens beleid op prijs
zal stellen, omdat hij veel voor het ge
west doet.
Consumptiemelk
De prijs voqr het taxegedeelte van con
sumptiemelk, gekocht op regeeringscon-
tract, is voor de volgende week bepaald
op 6)4 cent per liter, eventueel verhoogd
met premie of verminderd met de af
dracht voor de kwaliteit. De afdracht voor
andere in consumptie gebrachte melk is
vastgesteld op 2 X cent per liter.