Mgr. J. P. HUIBERS STADS NIEUWS 27ste Jaargang ZATERDAG 14 DECEMBER 1935 No. 8293 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week i 2.60 per kwartaal Franco per post f 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11! DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertenliën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt Jiet dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 BISSCHOP VAN HAARLEM Tot Bisschop van Haarlem is benoemd de hoogeerw. heer Deken J. P. Huibers, deekn te Hoorn. Mgr. Huibers heeft in alle functies en in alle kringen, waarin hij zich in zijn eer volle priesterlijke loopbaan heeft bewogen, oprechte hoogachting en eerbied voor zijn persoonlijkheid verworven-. Hij is een man, die kalm en waardig in zijn optreden, enthousiasme wekt door de bezielende geestdrift, die er. in zijn woorden gloeit. Mgr. Huibers is dfen priester, die aan al len, met wie hij samenwerkte, een voor beeld heeft gegeven van onvermoeide, doel bewuste activiteit, van onafgebroken bran denden zielenijver, van innig-diepe gods vrucht. Allen, die de persoonlijkheid van mgr. Huibers kennen, zullen zich oprecht over deze benoeming verheugen. Moge Gods zegen rijkelijk rusten op het episcopaat van Z. H. Exc. Mgr. J. P. Hui bers! Een rijk en gezegend priesterleven EEN LEVENSBEELD VAN DEN NIEUWEN BISSCHOP. Op 15 November werd Mgr. J. P. Hui bers geboren te Amsterdam, waar hij in de parochiekerk van St. Willibrordus bin nen de Veste het H. Doopsel ontving. Na te Amsterdam de lagere school te hebben doorloopen, wenschte hij zijn pries terroeping te volgen en ging daarom naar het Seminarie Hageveld, waar hij met goed succes alle klassen doorliep. Uit deze jongste periode van zijn leven valt te vermelden, dat hij als knaap de eerste steen legde van het.... Centraal Station te Amsterdam, in den bouw waar van de vader van Mgr. Huibers als bouw kundig ingenieur van den Rijkswaterstaat een groot aandeel heeft gehad. Na- zijn priesterstudies op het groot-Se minarie te Warmond te hebben voortgezet werd hij op 15 Augustus 1899 door den toenmaligen Bisschop van Haarlem Mgr. Bottemanne tot priester gewijd. Spoedig na zijn H. Priesterwijding volg de zijn benoeming tot Kapelaan te Moor drecht, waar hij drie jaar verbleef. Vandaar werd hij overgeplaatst naar Leiden, waar hij kapelaan werd in de Mon Perekerk onder pastoraat van Deken Des- sens z.g. Aardig is het hier te kunnen mededee- len, dat Mgr. Huibers aan dezen tijd steeds de aangenaamste herinneringen heeft be waard. Zeer dikwijls sprak hij in zijn latere' leven nog van zijn Leidschen tijd en zelfs nog zooveel later, n.l. als Deken van Hoorn, praatte hij met voorliefde over Leiden en de Mon Père. En het moge een getuigenis zijn voor Zijn priesterlijken ijver, dat hij juist deze werkkring als eenvoudig kapelaan, te mid den van het katholieke leven zoo lief had gehad. Hier kon hij zijn waarlijk grooten priesterlijken ijver ten volle ontplooien. Van zijn bijzondere vroomheid, die zich o.m. uitte in een groote liefde voor de H. Maria, kunnen getuigen de vele priesters, die op het Klein Seminarie „Hageveld", waar hij in 1906 tot leeraar werd benoemd, zijn lessen volgden en die in de kapel zijn warme Mariapreeken mochten aanhooren. Ook de stad Amsterdam kan hiervan ge tuigen. In 1916 werd hem n.l. door Mgr. Callier opgedragen aldaar een kerk te stichten en het spreekt wel vanzelf, dat hij aan deze kerk als patrones gaf Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand. Eerst bouwde hij een hulpkerk en daarna de nieuwe parochiekerk, genaamd „De Baarsjes" aan de Chasséstraat te Amster dam. Hier beverderde hij de devotie tot de H. Maria zeer sterk en zijn vurige Maria preeken hebben ook daar een indruk ach tergelaten, welke nog niet is uitgewischt. Een bijzondere voorliefde had hij voor zieken, armen en weezen en in Amsterdam was hij dan ook een krachtige steun voor het R. K. Weeshuis aan de Elandstraat. In 1928 ging hij Amsterdam verlaten, toen hij benoemd werd tot Deken van het Dekenaat Hoorn en Pastoor van de kerk van de H.H. Cyriacus en Franciscus. Hier werd het priesterlijk leven op de zelfde devote en vrome wijze voortgezet en zijn bescheidenheid en voorkomend heid deed hem spoedig aller harten win nen. Zoo sterk werkte zijn vriendelijkheid en hoffelijkheid, dat hij eenmaal zelfs een uitnoodiging kreeg van de „Jong Commu nisten" aldaar om eens op een vergade ring met hen te komen spreken! In Hoorn ijverde hij krachtig voor het St. Jans Ziekenhuis alhier. De Volkszang in de kerk werd door hem op buitengewone wijze bevorderd. Op de Zondagen van den Advent en de Groote Vasten liet hij de koorzangers op het priesterkoor plaats nemen, om zoo het contact tusschen pries ter en geloovigen inniger te maken. Voorts stichtte Mgr. Huibers als Deken van Hoorn een R. K. Meisjesschool, die wij behoeven het eigenlijk niet nadrukke lijk meer te vermelden den naam kreeg van „Mariaschool". De koepel van de zeer .mooie Hoornsche parochiekerk redde hij van den verderen ondergang. Deze prachtige koepel boven het hoofdaltaar vertoonde n.l. zoo ernstige gebreken, dat reeds van de gemeente op dracht was gekregen om de koepel af te breken. Maar de Deken wilde hiervan niet hooren en wist een oplossing te vinden, waardoor de koepel gerestaureerd kon worden en dius behouden bleef. Voor alle geledingen van het Katholieke leven had hij de grootste aandacht. Hij had belangstelling voor het katholiek orga nisatieleven, hij bezielde de congregaties en stichtte de Vereeniging „Katholiek Hoorn", waarvoor hij nog dezen winter en kele malen als spreker optrad. Op 15 November 1.1. vierde Katholiek Hoorn zijn 60sten verjaardag op hartelijke wijze mede. Bij die gelegenheid werd in de Parkzaal aldaar driemaal opgevoerd het bekende spel van Henri Ghéon „Het gast maal der kinderen". Het behoeft dan ook geen betoog, dat de blijdschap der Hoornsche Katholieken om de uitverkiezing van hun Pastoor en Deken op den bisschoppelijken zetel ven het Bisdom Haarlem wordt getemperd door het verlies van zulk een beminden priester. Uit het arbeidzaam leven van den nieu wen Bisschop kunnen wij voorts nog me- moreeren, dat hij als aalmoezenier van de Nationale Bedevaart naar Lourdes zeer veel deed voor en met een bijzondere voor liefde verbleef hij de zieken, die deze bedevaart medemaakten. Als voorzitter van de commissie Noord- Holland van de St. Radboudstichting maakte hij zich voor de katholieke weten schap zeer verdienstelijk. Habemus Pontificem. Wy hebben een Bisschop, die was en is en zyn zal een vrome en ijverige priester, een man van wetenschap, een bevorderaar van het ka tholieke leven in alle rangen en standen en.... een groot vereerder van de H. Maagd Maria, die hem geleiden en helpen moge in het moeilijke ambt op den bis schoppelijken zetel van Haarlem. HET ONTSLAG VAN PROF. VAN CALCAR. In het verslag van de Tweede Kamer heeft men gisteren kunnen lezen, dat de Tweede Kamer een motie heeft aangeno men, waarin o.m. de. regeering wordt ver zocht, het aan den Leidsohen hoogleeraar prof. van Calcar gegeven ontslag op te schorten. Naar aanleiding hiervan schrijft de „Maasbode": „Ondanks het beslist afwijzende advies van de medische faculteit te Leiden, werd aan den hoogleeraar in de algemeene hy giëne, professor R. P. van Carcar ontslag verleend, evenals aan de medewerkers in zijn bacteriologisch laboratorium. Nu schijnt de zaak zoo te zitten, dat de curatoren der Leidsche universiteit, met name de Leidsche burgemeester, die prae- ses en het Eerste Kamerlid mr. Briët, die lid van het curatoren-collegeis, van den heer Van Calcar hebben af gewild. (Wij kunnen ons niet voorstellen, dat twee cu ratoren tegen het inzicht van de anderen, de meerderheid, een dergelijk besluit kun nen nemen. Bovendien staan de beide met name genoemde curatoren te hoog, dan dat zij bij het nemen van besluiten eenig ander doel zouden hebben dan het belang van de univerisiteit, gezien in het algemeen lands belang. De termen van den professor „af willen", zich van den professor willen „ont doen" schijnen ons in dit verband zeker niet op hun plaats. Dit willen wij even opmer ken. Verder laten wij de Kameroverzioht- schrijver van de „Msbd." aan het woord, voor wiens verantwoording, natuurlijk, deze beschouwing blijft. Red. L. Crt.). Men had bepaalde bezwaren tegen dezen hooglee raar. De zaak is toen voorgelegd aan mi nister Marchant, maar, zoo openbaarde mr. Boon, deze bewindsman had geen termen aanwezig geacht, den hoogleeraar voor te dragen voor ontslag, Toen schijnt de ge dachte te zijn opgekomen, zich van den professor te ontdoen, door zijn leerstoel op te heffen. Een suggestie daartoe verscheen in het Voorloopig Verslag der begrooting en de nieuwe minister aanvaardde de ver antwoordelijkheid om een K. B. uit te lok ken, waarbij prof. Van Calcar werd ontsla gen en zijn algemeene hygiëne voortaan zou worden gedoceerd door den hooglee raar Flu. Dr. Möller bleek: over deze zaak weinig gesticht. De katholieke afgevaardigde was van oordeel, dat op die wijze de Leidsche geneeskundige faculteit onbehoorlijk was behandeld; dat het ontslag ongemotiveerd was en de berekende bezuiniging heelemaal niet vaststond. Met felheid sprong de libe rale mr. Boon, gevolgd door de soc. dem. arts mevrouw De Vries, den katholieken spreker bij. Toen minister Slotemaker bij zijn standpunt persisteerde, diende dr. Möl ler een motie in, waarbij werd gevraagd het ontslag op te schorten en de daarbij betrok ken stukken aan de Kamer over te leggen. Anti-revolutionairen en christelij k-histo- rischen betoogden met den minister, dat het hier gold een praerogatief van de Kroon, die bevoegd is, leerstoelen op te heffen; dat er bezuiniging werd bereikt en dat, zooals de minister zelf zei, de zaak sub judice was, daar prof. Calcar zich op het Ambtenarengerecht beroepen heeft. Daarop antwoordde dr. Moller, dat de Kamer wis en zeker het recht heeft achter af controle uit te oefenen op benoemingen en ontslagen. De Savornin Lohman zelf noemt inderdaad deze bevoegdheid der Ka mer in zijn standaardwerk „onbetwistbaar" en dat het hier niet allereerst ging om de persoonlijke affaire-van Calcar, maar om den zakelijken kant eener kwestie. De mo tie werd aangenomen met 58 tegen 19 stemmen. Tegen stemden alleen de anti-rev. en. christ-hist. fracties, benevens de heeren Zandt en van Dis. Alle andere afgevaardig den stemden vóór. Dit is een zeer moeilijke zaak voor den minister: een zoo duidelijk votum als een Sententia deolaratoria beschouwen, is niet wel mogelijk. Een nieuw K. B. uitlokken, waarbij het verleende ontslag wordt inge trokken en de vroegere leeropdrachten her steld, is mogelijk, maar ook weinig fraai. In tusschen begrijpen wij niet, hoe curatoren en departementen er toe kunnen komen een zaak zóó te regelen, dat een heel pro fessorencorps zich gekrenkt voelt en dat ook de Kamer gedwongen wordt uit te spreken, dat hier het recht niet is gediend. Wij hoorden den minister zeggen, dat het ontslag zakelijk gegrond was en dat hij de kwestie goed had behandeld. Maar uit de stukken blijkt dit niet. De Kamer, als controleerend lichaam, kóm er niet mee vol staan, zulke verklaringen te aanvaarden, als zij van het tegendeel overtuigd is. Haar taak is juist te zorgen, dat er geen on recht geschiedt of onrecht, ook al is dit niet met bewustheid gepleegd, te helpen herstell^®"- DIT NUMMER BESTAAT UiT VIJF BLADEN WAARONDER GE ÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De Parijsche vredesvoorstellen thans ge publiceerd. Pijnlijke verbazing in verschil lende kringen. Aan Italië worden groote stokken Abessijnsch grondgebied toegewe zen. (2de blad). De strijd tegen de Katholieke scholen m Beieren. (2de blad). Vandaag treedt president Masaryk af. (2de blad). BINNENLAND. Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers benoemd Bisschop van Haarlem. (1ste blad). Vragen van het Tweede Kamerlid Gese ling aan de ministers van buitenlandsche zaken en handel, nijverheid en scheep vaart naar aanleiding van het incident- Kortenhorst bij de onderhandelingen met Duitschland. (2de blad). De Tweede Kamer heeft gisteren het wetsontwerp tot bestendiging van de kor ting op de Indische pensioenen met 5427 stemmen aangenomen. (2de blad). Provinciale Staten van .Zuid-Holland hebben gisteren de begrooting voor 1936 aangenomen. (2de blad). Ernstig motorongeluk bij Apeldoorn. (lste blad). Ernstig ongeluk op het stationsemplace ment te Hoorn; een doode, een ernstig ge wonde. (Gem. Ber. 4de blad). Ongeluk bij schietoefening van de mili taire politie te Loenen (G.). (Gem. Ber. 4de blad). Verduistering bij de Groningsche Orkest- vereeniging. (Gem. Ber. 4de blad). Doodelijk mijnongeluk in de Maurits. (lste blad). Officieel heet het, dat prof. v. .Calcar met ingang van 1 Jan. a.s. zal heengaan en dus was het college, dat hij gisteren als laatste voor de Kerstvacantie gaf, zijn af scheidscollege. Voor dit laatste college bestond van de zijde van leerlingen zoowel als van oud- leerlingen groote belangstelling. Onder deze laatsten merkten we o.m. op de hooglee raren Rademaker, Carp, Lignac en Suer- mondt. De gedrukte stemming, die in den aan vang heerschte, werd door prof. Van Cal car zelf in enkele minuten weggewerkt, 'doordat hij op zijn vlotte wijze verklaarde, dat het steeds moeilijk is een aanloop te vinden, doch dat hij hierin geholpen was door den minister van binnenlandsche Za ken, die den vorigen dag in de Tweede Ka mer had gesproken over gassen contra na- turam, d.w.z. zonder selectie, zooals de na tuur die steeds toepast. Prof. Van Calcar twijfelde, of hij den minister hiervoor als hygiënist een pluim op den hoed of als bio loog een veer uit den staart nemen moest. Daarna volgde een uiteenzetting over de steeds weer wisselende kwaadaardadigheid der microben, die den mensch niet kan ver anderen, waarbij de hoogleeraar met piëteit de menschen herdacht, die zijn werk heb ben bein vloed: Korte weg als klinicus, Beye- rinck als bioloog. Een aantal met de nieuw ste middelen der techniek opgenomen mi cro-films werden vertoond, waardoor den toeschouwer een blik wordt gegund in de voor het gewone oog onzichtbare levende wereld der microben. Prof. Van Calcar had vooraf den wensch te-kennen gegeven, dat er niet zou worden gesproken, ook niet door studenten. Aan het einde van het college vroeg echter prof. Carp verlof het volgende te mogen zeggen: Beste Van Calcar, leermeester en collega. Veel zou ik kunnen zeggen en wiUen zeggen. Maar dat doe ik niet, want er is een soberheid en een stilzwijgendheid, die het verre en verre winnen van welke w -1- sprekendheid ook. Dat we uw van oor spronkelijkheid tintelende persoonlijkheid en figuur hier voor 't laatst hebben ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1