STADS NIEUWS DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN 27ste Jaargang V KI JU AG 13 DECEMBER 1935 No. 8292 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij yooruitbehfing: Voor Leiden 19 cent per week i 2.50 per kwartaal By onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 1 2.95 per kwartaal Het Geïllusti eerd Zondagsblad is voor de Abonnè's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 l GIRONUMMER 103003, POStBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. TWEEDE KAMER. Het ontslag van prof. van Calcar Motie aangenomen, waarin opschorting gevraagd wordt De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de heer Slotemaker de Bruïne, heeft gisteren de sprekers beantwoord, die bij de behandeling van zijn begrooting het woord hadden gevoerd. Hij bespreekt de toepassing van art. 185 Gemeentewet bij schorsing en vernietiging van de raadsbesluiten en verleening van medewerking aan oprichting van bijzon dere scholen. Minister Terpstra heeft des tijds getoond, dat de mogelijkheid vaststaat van hanteering van het art. voor genoem de materie. Ook spr. meent, dat instelling van een beroep op grond van de Lageron- derwijswet verre de voorkeur verdient bo ven toepassing van art. 185 Gemeentewet. Maar vaak krijgen wij eerst kennis van een raadsbesluit, als de beroepstermijn is ver streken. Het motief van stryd met het al gemeen belang dit is ook spr.'s meening zij zoo veel mogelijk uitgesloten. Het is* maar eenmaal gebruikt bij een schorsings besluit. Maar in verband met een juist van morgen binnengekomen advies van den Raad van State zal spr. deze materie een maal onder de oogen moeten zien. Inderdaad meent spr., dat de overheid thans beter doet zich niet te bemoeien met het voorbereidend onderwijs. De maatschap pij blijkt genegen het over te nemen van .de overheid. De gemeentebesturen moeten er op bezuinigen. Maar het aantal neutrale bijzondere voorbereidende scholen neemt -toe. In 1929 waren er 253 met 13.412 leer lingen, in 1934 355 met 21.155 leerlingen. Vervolgens besprak de Minister de spel lingsmoeilijkheden. Aan de orde is daarna de afdeeling hoo- ger onderwijs. Mevrouw De VriesBruins (S.D.) keurt af, dat de eenige leerstoel voor sociale hygiëne te Utrecht wordt opgeheven, hoe wel het onderwijs er zeer wordt gewaar deerd. Men had den leerstoel voor tropische ge neeskunde te Leiden moeten laten vallen en tot de Indische artsen moeten zeggen: „Jelui kunt te Amsterdam terecht". Dit ware beter geweest dan de concentratie van het onderwijs in de bacteriologie, hygiëne en tropische geneeskunde. De minister echter is eenige weken geleden reeds daar toe overgegaan, voordat wij gelegenheid hadden gehad, er bij de begrooting over te spreken. Men heeft tot die concentratie be sloten om één der twee hoogleeraren, die erbij betrokken waren, te treffen. Men be grijpt wel, dat spr. dit niet zonder reden zegt. Zij uit haar misnoegen over het ge beurde. De heer Moll er (R.K.) bespreekt het laatste feit eveneens. Curatoren hebben eenigen tijd geleden aan den hoogleeraar in de tropische geneeskunde gevraagd, of deze ook de algemeene hygiëne en de bac teriologie wilde doceeren. Daarna werd in het voorloopig verslag over het bezuini- gingsontwerp de aandacht gevestigd op de mogelijkheid van zoodanige concentratie. Dit doet denken aan iets, dat bij het kaart spel wel voorkomt, en dat spr. verder niet zal definieeren. Daarna hebben curatoren verklaard, dat es. in de Tweede Kamer een suggestie was gegeven. Zoo deden zij, „alsof hun neus bloedde". Nadat de memorie van antwoord inzake het bezuinigingsontwerp was ver schenen, waarin van de concentratie aan kondiging werd gedaan, is aan prof. Van Calcar gevraagd, of deze ook tropische hy giëne wilde doceeren. Dit noemt men: in extremis. Hij antwoordde niet, zooals de mi nister schrijft, het niet te kunnen, maar het niet te willen. Daarna werd hem ontslag verleend. Diepe bekommering heerscht over dit ontslag aan de universiteit. De minis ter schorte het op, totdat wij kennis heb ben kunnen nemen van alles, wat geschied is. Spr. hoopt, geen motie te behoeven voor te stellen. De heer Boon (Lib.) bespreekt de con centratie te Leiden. Als men in de Kamer een denkbeeld oppert, duurt het gewoonlijk langen tijd, voordat de regeering het over neemt. Maar het ongezonde concentratie denkbeeld uit het voorloopig verslag werd dadelijk overgenomen. De minister schrijft in zijn memorie van antwoord, dat het ont slag aan prof. Van Calcar is verleend, na dat gebleken was, dat de hoogleeraar in de bacteriologie en hygiëne had verklaard, de tropische hygiëne niet op zich te kunnen mem en. Prof. Van Calcar heeft echter ge antwoord, dat hij zich niet wetenschappe lijk verantwoord achtte, het te doen. Dit is iets anders dan het niet te kunnen. Overi gens stond van te voeren reeds vast dat de hoogleeraar in de tropische hygiëne ook algemeene bacteriologie en hygiëne zou geven. Spr. waardeert het in den vorigen minister van onderwijs, dat deze zich niet voor dat karretje heeft laten spannen. Maar de tegenwoordige minister heeft helaas niet geweigerd. Spr. sluit zich aan bij den heer Moll er, wat betreft de wenschelijkheid van opschorting van het ontslag. De heer Z ij 1 s t r a A.R.) steunt den mi nister in de Leidsche kwestie. Hij had niet anders kunnen handelen. Minister Slotemaker de'Bruïne zegt: In de Leidsche zaak hebben verschei dene afgevaardigden een element gemengd, dat niet voor bespreking vatbaar is. Spr.'s meening en dit van curatoren is louter. De beslissing is op zakelijke gronden genomen. Spr. kan het ontslag niet opschorten. In de memorie van antwoord staat, dat prof. Van Calcar heeft gezegd het onderwijs in de tro pische hygiëne „niet op zich te kunnen ne men". Maar dit beteekent volstrekt geen disqualificatie. Hij achtte zich weten schappelijk niet verantwoord, dit te doen. Maar de hoogleeraar in tropische hygiëne was wel bereid, bacteriologie en hygiëne er bij te nemen. De vereeniging voor tropische hygiëne te Rotterdam, die bij Leiden is be trokken, kon met den leerstoel te Amster dam geen genoegen nemen. Ook interna tionale conventies e.d. maakten opheffing van den leerstoel in tropische hygiëne te Leiden niet doenlijk. Spr. kon met het ont slag niet wachten tot na het Kamerdebat. Dit ware een aantasting van het preroga tief van de Kroon. MOTIE-MOLLER INGEDIEND. De heer M o 11 e r (R.K.) repliceert. Hij dient een motie in, waarin de Kamer uit spreekt, dat de samenvoeging van den leer stoel in bacteriologie en algemeene hygiëne met dien in de tropische hygiëne te Leiden zakelijk niet voldoende gegrond schijnt, en aan de regeering verzoekt het ontslag van prof. Van Calcar op te schorten en aan de Kamer alle adviezen en verder gewis selde stukken over te leggen. De heer Boon (Lib.) repliceert. Er zijn voor hem in deze zaak zoovele duistere en niet-duistere, maar minder fraaie punten en het elementaire rechtsgevoel is zoozeer aangetast, dat spr. voor de motie-Moller zal stemmen. Mevrouw De VriesBruins (S.D.) steunt de motie. De internationale conventie betreft behandeling van zeelieden. Daarmee heeft de leerstoel te Leiden niet te maken. De heer Zijlstra (A.R.) bestrijdt de motie, die met het benoemingsrecht der Kroon in strijd is. De heer T i 1 a n u s (C.H.) is eveneens te gen de motie. Elke bezuinigingsmaatregel levert bezwaren op. Men moet zich niet te gen zoo'n maatregel verzetten. Minister Slotemaker de Bruïne zegt, dat hij het met alle vier colleges van curatoren eens is geworden. Over benoemingen praat niet de Kamer met de faculteit, maar de minister der Kroon. Het ontslag van prof. Van Calcar is za kelijk gegrond. Aanvaarding der motie is een mcdedeeling aan den minister, dat deze de zaak niet goed behandeld heeft. Spr. heeft de zaak wel goed behandeld. De heer Van Calcar is in beroep bij het ambtenaren gerecht. Over de doelmatigheid heeft spr. met de Kamer gesproken. Maar nu de zaak bij den rechter is, staat de rechtmatigheid niet meer ter beoordeeling van de Kamer. De heer Mol Ier (R.K.) handhaaft zijn motie. Het ambtenarengerecht beslist aan gaande de persoonlijke quaestie van prof. Van Calcar. Wij moeten beoordeelen, wat eraan vastzit. De Kamer keurt de motie-Moller goed met 58 tegen 19 stemmen. Tegen: de A.R., de S.G., de C.H. Avondvergadering. In de avondvergadering is het Nijver heidsonderwijs ter sprake gekomen, waarbij mej. Meyer (R.K.) de vakscholen voor meisjes heeft verdedigd, de heer Groen (R.K.) het landbouw-huishoudonderwijs, en de heer Steinmetz (R.K.) de noodzake lijkheid van vakonderwijs heeft gepropa geerd. De heer K. terLaan (S.D.) diende een motie in van den volgenden inhoud: „De Kamer, van oordeel, dat het in zeer vele gevallen niet mogelijk is, aan am bachtsscholen met een cursus van twee jaar een voldoenden pracfischen en theoreti- schen grondslag te geven over de noodige ontwikkeling van as. vaklieden, verzoekt de regeering, de plannen tot omzetting van 3-jarige ambachtsscholen in 2-jarige in na- PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND. De heer Van Eek (S.D.) na de pauze zijn read voortzettend, zegt, dat er thans meer nog dan in vorige jaren aanleiding is om geldein beschikbaar te stellen voor werkverruiming De lange duur van de cri sis werkt hoe langer hoe meer uitputtend. Kapitaal en' arbeid liggen voor een groot deel ongebruikt. Er zou veel meer kunnen worden gedaan tot verhooging van het welvaartspeil. De verantwoordelijkheid van de publieke lichamen is in deze tijden grooter dan ooit. De heer De Geer (C.H.) stemt in met het voorzichtig beleid van Ged. Staten. De provinciën zijn allerminst als o-weeërs on der de publieke lichamen te beschouwen. In drie jaar tijds liep de belastingopbrengst per opeen t in deze provincie met 52 pet. terug. De heer Schilthuis (V.D.) erkent de urgentie van verbetering van de tertiaire wegen. Er dient een blijvende verbetering te worden tot stand gebracht. De heer Spronkers (S.D.A.P.) meent, dat er voor de stedelingen meer moet wor den gedaan voor bevrediging der behoefte aan ontspanning in de vrije natuur. Hier ligt een terrein voor werkverschaffing. Een groot terrein zou men kunnen bebosschen ten Noordén van Rotterdam, dicht bij Bos koop, dat vele boomen en heesters als on verkoopbaar. heeft. De heer v. VoorsttotVoorst (R.K.) zegt. dat er voor de katholieken onoverko melijke bezwaren waren tegen het verkie zen van een tweeden sociaal-democraat Spr. stemt in met het beleid van Gedepu teerde Staten. In de kwestie van de Hoorn brug hebben Ged. Staten gedaan wat zij konden. Hier ligt een taak voor het Rijk. Tegen het stichten van een natuurpark mid den in de polders bestaan groote bezwaren. De grond is zeer drassig in Zuid-Holland. De heer Drees (S.D.) bestrijdt de op vatting inzake een tweeden sociaal-demo craat in het college van Ged. Staten. Wan neer men de medewerking van bepaalde partijen eenmaal aanvaardt, dan is het een practische zaak om de zetels te verdeelen. Die verdeeling is thans hoogst onbillijk. Spr. deelt niet de pessimistische finan- cieele beschouwingen van verscheidene sprekers. Tot 1933 zijn er groote overschotten ge weest, die in reserve -zijn gehouden. En thans is de belast in gtostand gunstig, het be- lastingpeil is laag. De vergadering werd verdaagd. De zitting van de Provinciale Staten van Zuid-Holland werd hedenochtend elf uur voortgezet (behandeling der Provinciale begrooting). De heer L de Visser (Comm.) be toogt, dat het ontbindend kapitalistisch systeem waarvan de Regeering alleen langs internationalen weg herstel verwacht niet meer past in onze maatschappelijke verhoudingen. De N.S.B. tast z.i. de grond slagen van het kapitalisme niet aan, doch voert tot geweld en terreur. In dit ver band acht spr het verkeerd gezien van den heer Drost om de N.S.B.-leden in deze Staten op gelijken voet met de anderen te behandelen. De heer Drost (Lib.): U wenscht toch zelf eveneens op dien voet te worden be handeld? De heer De Visser: De Vrijheidsbond yvert wel voor uitsluiting van het re- volutionnair gezinde proletariaat, maar niet van de N.S.B. Spreker zet uiteen, dat alleen langs re- volutionnairen weg een betere toestand voor het proletariaat is te verkrijgen en hij verwijst daarbij naar Sovjet-Rusland, waar geen verarming en bestaansonzeker- heid heerschen. De heer Schouten (A.R.): Ook geen hongersnood. De heer De Visser: Ook geen hongers nood, maar wel groote welvaart en cultuur- verhooging. Kunst en wetenschap zijn daar eigendom van de massa. De voorzi tter verzoekt den spreker, zich te beperken tot de begrooting van Zuid-Holland. De heer De Visser: Wilt u dan den blik niet buiten onze grenzen zien gewor pen? De voorzitter: Dat is hier niet aan de orde. De heer De Visser, zich verder tot de provinciale begrooting beperkend, meent, dat de bezittende klasse en de groote inkomens te weinig en de arbeiders te veel belasting hebben te offeren. Spr. acht de uitvoering van het plan van zijn partij en die van het „Plan van den Arbeid" middelen om verbetering in den toestand te verkrijgen. In elk geval moet de provincie uitzien naar middelen tot werkverruiming. Dr. Beekenkamp (Lib.) bepleit ver betering van de tertiaire wegen. De heer Peters (K.D.P.) zet aan de hand van het program van zijn partij uit een, dat de beginselen, waarop deze is op gebouwd, dienen te worden gevolgd om tot verbetering van maatschappelijke toe standen te geraken, in de eerste plaats tot steun aan de maatschappelijk zwakkeren. De eenheid in de R.K. Staatspartij is al leen organisatorisch aanwezig; voor de rest zijn daarbinnen groote verschillen waar te nemen. Ten opzichte van den grooten aanhang van de N.S.B. meent spr., dat velen door politieke wanhoop daartoe worden gedre ven en dat de leiding berust op valsche beginselen. De samenstelling van het college van Ged. Staten is geen weerspiegeling van de Provinciale Staten en het democratisch element is daarin onvoldoende vertegen woordigd. Spr. aarzelt niet te verklaren, dat hij bij de jongste verkiezing voor Ged. Staten heeft gestemd op een tweeden so ciaal-democraat en niet op een katholiek, die aanhanger is van het kapitalistische bestuursstelsel. Spr. verdedigt de koopkracht-theorie en wijst op den plicht der overheid om juist in deze tijden veel geld beschikbaar te stellen niet alleen voor wegenaanleg en uitvoering van diverse andere werken, maar ook voor alles wat direct de koop kracht van de massa kan vergrooten. Een actieve welvaartspolitiek dient te worden gevolgd. Ingrijpen van de overheid in het econo misch leven is meer dan ooit noodig. Spr. haalt tenslotte een uitlating van Paus Pius XI aan, die zich verheugde over degenen die werk hadden, die het betreur de, dat de geesel der werkloosheid door zoovele anderen wordt gevoeld, maar die daaraan toevoegde, dat er véél meer geld dient te worden beschikbaar gesteld om de werkloosheid te bestrijden. De heer Von Fisenne (Ged. Staten) VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND, Zoolang het antwoord van Italië nog niet ontvangen is, wordt een besluit omtrent het petroleum-embargo uitgesteld. De beslis sing ligt in handen van den Volkenbonds raad, die waarschijnlijk Dinsdag of Woens dag a.s. bijeenkomt. (2de blad). Het motief van de arrestatie van mgr. Bannasch. (2de blad). Egypte herstelt de grondwet van 1923. (2de blad). BINNENLAND. De Tweede Kamer heeft gisteren een motie-Moller aangenomen inzake de kwes tie-van Calcar te Leiden. (1ste blad). De Tweede Kamer heeft gisteravond bij de begrooting van onderwijs het nijver heidsonderwijs behandeld; een motie-ter Laan inzake de 2-jarige cursus der am bachtsscholen. (1ste blad). De uitspraak van den kantonrechter te Leeuwarden inzake ie wet op het houden van uitverkoopen. (Rechtzaken 2de blad). De vergadering van de Prov. Staten van Zuid-Holland. (1ste blad). De kwestie van graaf Marchant et d'An- sembourg in de Eerste Kamer. (1ste blad). antwoordt ten aanzien van de Hoornbrug, dat het standpunt van Ged. Staten is, dat deze brug een schakel vormt in een be langrijken Rijksweg en dat daarom de ver betering van den verkeerstoestand ter plaatse in de eerste plaats Rijkszaak is. Bij geruchte weten Ged. Staten, dat by het Rijk te dezen aanzien iets hangende is. Ged. Staten zouden bereid zijn aan de Prov. Staten voor te stellen een bijdrage te geven voor den bouw van een nieuwe brug. Verder zou overleg kunnen worden gepleegd met de meest belanghebbende gemeentebesturen. Overigens dient te worden afgewacht, wat van Rijkswege zal worden voorgesteld om verbetering in den verkeerstoestand te dezer plaatse te bren gen. dere overweging te nemen; en gaat over tot de orde van den dag". De motie wordt voldoende ondersteund en in deze afdeeling behandeld. Minister Slotemaker de Bruïne zegt betreffende de omzetting van am bachtsscholen, dat deze zaak een kwestie is van de Kroon, en dus buiten het Bezui nigingsontwerp dient te vallen. Het algemeen vormend onderwijs zal er niet bij te kort komen. De omzetting is zeer wed verdedigbaar. Doel van de ambachts school is niet sDecialisten te kweeken. RONDOM „JUDAS". Men heeft gisteren in ons blad kunnen le zen de afkeuring van het tooneelstuk „Ju das", opgevoerd door het Leidsch Studen ten Tooneel. Ook in de „Maasbode" van gisteravond werd dit tooneel werk van Rat- ti onaanvaardbaar verklaard. De recensent van de socialistiche pers schrijft echter, dat hij „de dichterlijke diepzinnigheid en goede katholiciteit" van het tooneelstuk heeft gewaardeerd, al aan vaardt hij het dan niet persoonlijk als rich tinggevend. Neen wij aanvaarden die „goede katholiciteit" ook niet, onder geen enkel opzicht! Dezelfde recensent gaat dan verder en geeft als zijn meening, dat wellicht in het katholieke Nijmegen het tooneelstuk beter op zijn plaats zou zijn geweest! Die voor lichter in de socialistische pers is wél op de hoogte van de katholieke leer! Wat 'n dwaasheid! Intusschen hebben de studenten zelf besloten, om de verdere voorgenomen opvoeringen van het stuk te staken, daar zij moeten erkennen, dat Christenen aan dit stuk ergernis moeten nemen.... Men vroeg ons, hoe het kwam, dat „De Leidsche Courant", die een betrouwbare gidse is voor tooneel- en bioscoopbezoek, van dit tooneelgebeuren een advertentie had geplaatst. De verklaring daarvan is vrij eenvoudig. Dit is de eerste keer geweest, dat in ons land een stuk is opgevoerd van den hier onbekenden Italiaanschen tooneel- schrijver. De aanbevelingen voor dit stuk die wij ontvingen en niet geplaatst heb ben, deden bij ons wel een vermoeden rij zen omtrent een on-katholieke, on-christe- lijke strekking van het stuk, maar eenige zekerheid daaromtrent konden wij niet krijgen. DE STADHUIS-BOUW. Benoeming van deskundigen door de Haagsche Rechtbank. Tegen morgenmiddag half één zijn voor den president der Haagsche Rechtbank in kort geding door de gemeente Leiden ge dagvaard de N.V. Hillen en Roozen te Am sterdam, die het grondwerk v. d. bouw van het Leidsche Stadhuis heeft aangenomen, alsmede de firma G. W. Zandvoort en mevr. de wed. Feld, wier perceelen, resp. aan de Maarsmanssteeg en de Vischmarkt, zijn gescheurd en verzakt tengevolge van het heiwerk. Het betreft hier in hoofdzaak de benoe ming van drie deskundigen, die den toe stand hebben op te nemen, waarin de per ceelen zich op dit oogenblik bevinden en de schade vast te stellen. Voor de aannemersfirma zal optreden mr. Terwindt uit Amsterdam en voor de beide andere gedaagden mr. Cosman te Leiden. Zooals reeds gemeld, zal door de arbi trage worden uitgemaakt, wie de aange brachte schade moet betalen: de gemeente of de aannemersfirma. Over deze vraag spreken dus de aan te wijzen deskundigen zich niet uit. De gemeente wil blijkbaar en terecht door de hierboven vermelde gang van zaken voorkomen, dat later- de schade en de oorzaak er van niet meer kan worden vastgesteld door de amoveering van ge deelten der perceelen. Naai krans „Sint Clara" Gistermiddag heeft de uitloting plaats gehad van de loterij ten bate van den Naaikrans voor de Armen. Daarbij is de 1ste prijs gevallen op na 147, de 2e op no. 974, de 3e op no. 315, de 4e op 809, en de 5e op 923. Verder ver wijzen wy naar de advertentie in het blad, waar ook wordt medegedeeld, wan neer de prijzen aan de Bewaarschool Haagweg 14 kunnen worden afgehaald.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1