DONDERDAG 12 DECEMBER 1935
No. 8291
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
27ste Jaargang
3)e£cid^eHeSou/fca/nt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbehfing:
Voor Leiden 19 cent per weeki 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week - 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustieerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
V Een verschrikkelijk wets
ontwerp.
Neen - niet het wetsontwerp zelf.
Het wetsontwerp inzake bescherming der
burgerbevolking bij luchtaanvallen, dat de
Tweede Kamer gisteren met 81 tegen 2
stemmen heeft aangenomen, is noodzake-
lija. Als de regeering het niet zou hebben
voorgesteld, zou zij in haar plicht heel
ernstig zijn te kort geschoten. En, als de
Tweede Kamer het zou hebben verworpen,
zou zij een onverantwoordelijke daad heb
ben gesteld.
Maar verschrikkelijk is dat
een dergelijk wetsontwerp noodzakelijk is.
Verschrikkelijk is 't, dat de wereld
leeft in een spanning, die naar oorlog is
gestrekt. Verschrikkelijk is 't, dat de
moderne oorlog zóó onmenschelijk-wreed
is inderdaad: onmenschelijk, ver
beneden de elementaire eischen, die door
redelijkheid en geweten worden gesteld.
Als wij ons dat alles indenken, dan wordt
in ons zelfs het geringste gevoel van trots
op onze beschaving-zonder-God wegge
vaagd, dan siddert in ons afschuw en wal
ging voor wat die „beschaving'' is en
doet.
Een wereld, waarin de economie, de
volkshuisvesting zoo verwrongen en ver
worden, zoo misbakken en misvormd is,
dat een redelooze menschheid ze haast
niet dwazer had kunnen maken!
En over diezelfde wereld is dreigend of
reeds uitgebroken de oorlog, die wat nog
staande is gebleven vernietigt en wat el
lendig is in nog diepere ellende stort!
O, wat moet 't stik-donker zijn en ver
stikkend benauwend rondom hen, die niet
gelooven in God; die het verblijf op deze
aarde niet beschouwen als het vertoeven
in een doorgangshuis van slechts zéér kor
ten duur onbeduidend kort in vergelij
king met de eeuwigheid, waarvoor wij zijn
bestemd....
Door der menschheid schuld is het ver
blijf in het doorgangshuis van deze aarde
zóó gemaakt als het nu is. En de noodza
kelijkheid van een wetsontwerp als het hier
bedoelde opent vóór ons nog verschrikke
lijker perspectieven, verschrikkelijker mo
gelijkheden. Heer, spaar uw volk!
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
BESCHERMING TEGEN LUCHT
AANVALLEN.
De Kamero verzichtschrijver van de
Maasbode schrijft:
Hoe moeilijk de menschen, die als vol
wassenen den wereldoorlog hebben beleefd,
het zich ook kunnen voorstellen, feit is, dat
er weer ernstig over oorlog wordt gespro
ken. En al sprak men er niet over, ieder
een weet, dat de bewapeningswedloop in
vollen gang" is en dat er in Afrika gevoch
ten wordt. Of en wanneer een conflict in
Europa zal uitbarsten, weet niemand. Dat
Nederland daarbij, ook tegen eigen wil be
trokken worden kan, weet ook eenieder. Dat
in den modernen oorlog het lucht wapen zijn
booze rol zal spelen, lijdt evenmin twijfel.
Ook zonder dat wij het willen, kan een
luchtbombardement ons overvallen.
Het is daarom, dat minister De Wilde
een wetsontwerp heeft ingediend, waarbij
de Luchtbeschermingsdienst op wettelijken
grondslag wordt geplaatst. Het ontwerp
werd samengesteld door een interdeparte
mentale commissie, drie jaar geleden inge
steld door minister Ruijs de Beerenbrouck.
Dit ontwerp stelt den Luchtbeschermings
dienst onder het ministerie van Binnenland-
sche Zaken, dat door een inspectie terzijde
wordt gestaan. De uitvoering van de wet
is in handen van de burgemeesters gelegd.
De wet vult het reeds hier en daar tot stand
gekomen particuliere initiatief aan; de kos
ten zullen grootendeels door de gemeenten
zelf, ten deele echter ook door het Rijk
worden gedragen. Hoeveel die kosten zul
len zijn, weet niemand. Uiteraard zullen zij
meer bedragen in gemeenten, die gerekend
worden te liggen in een gevaarlijke zone,
hetzij door eigen ligging, hetzij door de
aanwezigheid van bureaux, magazijnen, fa
brieken, strategische bruggen en stations.
Door allerlei maatregelen, met behulp
waarvan burgers tegen luchtaanvallen wor
den beschermd, zullen de burgemeesters
een afweerorganisatie kunnen regelen en
propageeren. Ieder burger is, volgens arti
kel 12 der wet, tot medewerking 'verplicht,
als de burgemeester deze schriftelijk gelast;
openbare voorschriften van uitvoering
moeten worden opgevolgd. Wie het opzet
telijk niet doet, kan gestraft worden met
gevangenisstraf van twee jaren of met dui
zend gulden boete; in geval van oorlogs
gevaar of van oorlog kunnen deze straffen
worden verdubbeld.
Zoo goed als de landverdecLiging pi-imaire
Overheidstaak is en zoo goed als deze
maatregelen moet nemen tegen overstroo-
ming, brand of besmettelijke ziekten, moet
zij de burgers ook beschermen en hen zoo
nooddg zichzelf leeren beschermen tegen
bom- of gasaanvallen uit de lucht.
De katholieke leden der Kamer vonden
dit blijkbaar zoo vanzelfsprekend, dat zij
er geen woord aan hebben verspild. Mr.
Arts was niet aanwezig en schijnt het er
dus ook mee eens te zijn.
Maar er zijn waarlijk menschen, die in
ernst beweren, gewetensbezwaren te heb
ben tegen medewerking aan zulk een be-
schermingsdienst. De heer Van Houten, die
zich christen-democraat noemt, maakte zich
tolk van deze georganiseerde vred es vrien
den. Dominee Van der Heide begreep dat
niet, de heer Tilanus begreep het niet, de
heer Amelink begreep het niet en minister
De Wilde begreep het evenmin.
De heer Wijnkoop, die met de sociaal
democraten vóór deze wet zal stemmen,
meende, dat deze gewetensbezwaren sa
menhangen met het standpunt der geweld
loosheid. Met den besten wil ter wereld
echter zien wij niet in, wat het beschermen
tegen luchtaanvallen met geweldloosheid
te maken heeft. Wij worden zoo ingescha
keld in het militaire apparaat, zei de heer
Van Houten. Dacht men soms, dat, als er
oorlog komt, een deel der burgers zich er
rustig buiten kan houden, dat zij ook alle
begeleidende verschijnselen kan negeerèn?
Dat bestaat immers niet.
Minister De Wilde heeft toegezegd, dat,
als er werkelijke gewetensbezwaren zijn,
die geëerbiedigd zullen worden. De dames,
die de beraadslagingen op de tribunes volg
den, kunnen dus gerust zijn.
De Tweede Kamer heeft het wetsontwerp
aangenomen met 81 tegen 2 stemmen. Te
gen stemden de heeren Sneevliet en van
Houten.
PROV. STATEN VAN Z.-HOLLAND.
Herziening der salarieering.
De heer Bolsius (Ged. Staten) merkt
in zijn dupliek nog op, dat prof. Kranen
burg en jhr. De Geer beiden erkennen, dat
een overeenstemming tusschen de salaris
sen bij Rijk en Provincie gewenscht is.
Nog deelt spr. mede, dat op grond van
nader overleg met den minister de 5 pet.
verlaging ten aanzien van de bezoldiging
der boden van de prov. griffie uit het voor
stel wordt gelicht.
Een van de leden van Ged. Staten heeft
spr. verzocht mede te deelen, dat hij te
gen het voorstel zal stemmen, ómdat hij
meent, dat een vergelijking met andere pro
vinciën de verlaging ongewenscht doet zijn.
Het voorstel wordt daarop, zooals reeds
gemeld, met 38 tegen 32 stemmen aange
nomen.
Aan de orde is vervolgens de brief van
Ged. Staten betreffende de jaarwedde der
leden van hun college.
De heer Peereboom (H.G.) vraagt
waarom Ged. Staten hebben gewacht op
een wenk van het Rijk, en niet zelf een
verlaging voorgesteld. Hij hoopt tevens,
dat deze verlaging niet de laatste zal zijn.
De heer Baars (R.K.) achtte de jaar
wedde van Ged. Staten reeds laag, gelet op
het vele werk, dat dit ambt meebrengt. Deze
verlaging is z.i. verkeerd.
De heer De Visser (Comm.) acht de
jaarwedden van Ged. Staten eveneens niet
te hoog, maar acht de verlaging juist, nu
zij ook voor de ambtenaren is geschiedt.
Provinciale begrooting 1936.
Aan de orde is de provinciale hegrooting
voor 1936.
De heer Peereboom (H.G.) heeft,
evenals de N.S.B.-leden totnutoe, doch op
andere gronden, reden om hier geen ver
antwoordelijkheid te .aanvaarden; hij is van
meening, dat de handhaving van het gere
formeerd karakter in óns Staatsbestuur
verre is. Eerst zal de Grondwet in her
vormden zin moeten worden herzien. Hij
spreekt den wensch uit, dat een politiek
zal worden gevoerd, welke er rekening mee
houdt, dat de draagkracht van de bevol
king reeds verre is overschreden.
De heer Ter Laan (S.D.) wijst op de
DE VLIEGRAMP BIJ
CROYDON
RELAAS VAN HET ONGEVAL.
De vermoedelijke oorzaak is motorstoring.
Omtrent het zeer ernstige vliegongeluk
met het „Sabena"-vliegtuig, nabij Croydon,
telefoneerde een bijzondere correspondent
uit Londen nog het volgende aan het
„Hbld.":
De vliegramp heeft plaats gehad bij Tats-
field, een klein dorp op de grens van Kent
en Surrey, op dertien K.M. afstand van
Croydon.
Dinsdagavond laat lagen de lijken nog
om en nabij de vernielde machine daar het
bergingswerk door de duisternis en den
aard van de beboschte heuvelhelling ten
zeerste bemoeilijkt werd. Het tooneel van
de ramp is een heuvel aan den zoom van
een bosch boven een vallei, die van Tats-
field naar Biggin Hill loopt en bijna in
zicht van een welbekend draaiend lichtba
ken van Tatsfield, dat daar is opgesteld ter
oriënteering van vliegtuigen van het con
tinent naar Croydon. Een doornen haag
scheidt het terrein waar het ongeluk plaats
vond van wat vroeger een mooie tuin was
achter een groot huis, dat toebehoort aan
den heer O'Neilly.
Tusschen halfvijf en vijf uur, aldus de
heer O'Neilly, hoorden we het vliegtuig uit
Brussel, zooals gewoonlijk uit het Zuiden
komen, maar toen het bijna boven het huis
was, hoorden we een hevige ontploffing
en vlak daarna een verschrikkelijken slag.
Het huis en de tuin werden begoten met
benzine en stukken van vleugels van de
machine vielen er op neer, voordat het
den grond raakte. De heer O'Neilly en nog
een of twee andere menschen, die dit bij
woonden bereikten de plaats in eenige mi
nuten, maar zagen direct, dat niemand in
de machine nog in leven was. Ze sleeplen
er drie of vier lijken uit, waaronder één
vrouw. Meer konden ze niet doen. In tus
schen telefoneerde mevrouw O'Neilly naar
de politie en ambulance, die heel spoedig
aanwezig waren.
De gewoonlijk zoo stille heuvelzijde was
vol menschen, gereed om te helpen, maar
zij konden in werkelijkheid niets doen vóór
het aanbreken van den dag. Het vliegtuig
was geheel en al vernield. De neus wees
naar het Noorden en de voorzijde zat half
in den grond. De andere helft lag in stuk
ken en brokken over het terrein verstrooid
in een straal van dertig meter.
Geen brand.
Ofschoon de benzine naar alle kanten
vloeide brak er geen brand uit en daar men
geen ander licht veroorloofde, dan dat van
zaklantaarns aan hen, die trachtten de lij
ken uit de ruïne van stukken gebroken me
taal, hout, doornstruiken en boomstronk
jes te halen, brak er ook later geen brand
uit.
De doornstruiken en de gladde modder
van het trrein maakten het reddingswerk
bovenmatig lastig.
Na hard werken slaagde de politie en
ambulanceverplegers, met eenige plaatse
lijke inwoners, er in, vijf van de vermink
te lichamen uit de geheel ontzette kabine
te halen. Deze werden op den grond ge
legd en eerbiedig bedekt. In het donker, bij
een zwiependen regen, kon men weinig
meer doen.
Motorstoring oorzaak? -
De oorzaak van het ongeluk schijnt mo
torstoring te zijn, want velen der omwo
nenden, die gewend zijn de vliegers van
Brussel regelmatig te zien en te hooren
vingen 's avonds ongewone en alarmeeren-
de geluiden op, toen het vliegtuig naderde.
Toch schijnt men normaal gevlogen te heb
ben en langs de gewone route. Door een
lichten mist was het zich slecht, maar het
was toch niet geheel en al donker.
Er stond een tamelijk sterke wind uit
het Noorden. Volgens eenige berichten sloeg
een motor herhaaldelijk af en maakte een
kloppend geluid. De machine dook vrij
plotseling met haar neus naar beneden.
Andere berichten zeggen, dat het vlieg
tuig lager passeerde dan gewoonlijk, met
een onregelmatig loopenden motor, dat het
een keer boven Tatsfield cirkelde en toen
als een steen naar beneden viel.
-Zij die dicht bij waren toen het gebeur
de hoorden geen enkel geluid uit de val
lende machine. Het was opmerkelijk hoe
ver de wrakstukken van de machine ver
spreid lagen. Een groot stuk van den vleu
gel viel op den weg voor het huis, het olie
reservoir van een motor viel bij de keu
ken van het huis, een ander machine-on
derdeel lag vijftien meter van den puin
hoop en deelen van den vleugel en andere
geraamte-onderdeelen lagen over den ge-
heelen tuin achter het huis verspreid.
toenemenue w^rvciuosneiu. ie xvOLLeivxain
waren op 21 October 1934 bij de Arbeids
beurs 48901 personen als werkeloos inge
schreven op 21 October 1935 was dit aantal
toegenomen tot 54150. Spr. veroordeelt de
politiek van aanpassing. Voorts oefent hij
critiek uit op de houding van de N.S.B.-le
den in deze Staten, welke leden op bevel
van hun chef zich hebben verwijderd. Wat
deze leden totnutoe hebben gepresteerd, is
niet meer dan kwajongens werk.
De voorzitter: Deze uitdrukking kan
ik hier niet toelaten.
De heer Ter Laan wil dan gewagen
van werk van minder allooi.
Spr. leest eenige passages voor uit mani
festen van de N.S.B. en betwist de juist
heid van in „Volk en Vaderland" geoefen
de critiek op de houding der sociaal-demo
craten. Het program van de N.S.B. is ont
leend aan de Duitsche politiek en het is al
dus spr., in strijd met onze begrippen om
trent de vrijheid en met onze historie en
traditie.
Wat is er, zoo vraagt spr., terechtgeko
men van de corporatieve staatsgedachte
zoowel in Duitschland als in Italië?
Spr. critiseert verder de politiek van
Ged. Staten om een begrootingstekort te
verhalen op de salarissen.
Hij herinnert aan de herhaalde voorstel
len van zijn partijgenoot mr. Van Eek om
twee ton uit te trekken voor werkverschaf
fing, welke nimmer een meerderheid heb
ben kunnen vinden. Ook het voorstel der
sociaal-democraten om tot duinbeplanting
op groote schaal over te gaan, vond hier
geen ingang.
De heer Z ij p (Lib.) maakt eenige op
merkingen over het wegenplan ten aan
zien van de Alblasserwaard. Het is thans
10 jaar geleden, dat met de behandeling van
dit wegenplan werd begonnen, doch aan
een begin van uitvoering is men nog steeds
niet toegekomen.
Mevr. BakkerVan Bosse (Lib.)
betreurt de toenemende terzijdestelling van
de vrouw als ambtenares. In de laatste ja
ren n.l. is het aantal vrouwen in den pro
vincialen dienst aanmerkelijk verminderd.
De grondwettelijke zinsnede: „Iedere Nè-
derlander is tot elke opnbare betrekking
benoembaar" schijnt alleen op mannen en
niet op vrouwen van toepassing te zijn.
Spreekster gaat de geschiedenis van deze
materie uitvoerig na; zij waarschuwt tegen
een opvatting, als vervat in de ministe-
rieele circulaire betreffende vrouwelijke
ambtenaren om de uitsluiting van de vrouw
in het ambtelijke leven regel te doen wor
den. Spr. vraagt Ged. Staten of zij bereid
zijn een einde te maken aan de verdere uit
sluiting van de vrouw tot de provinciale
betrekkingen.
De heer Vrijenhoek (S.D.) heeft met
genoegen gezien, dat Ged. Staten willen
medewerken tot behoud van natuurschoon.
Aanleg van rijwielpaden door de duinen
dient te worden voortgezet en wel van
Kijkduin tot Hoek van Holland en van
Scheveilingen tot Katwijk.
Een oplossing van het verkeersprobleem
bij de Hoornbrug dient met spoed te wor
den ter hand genomen.
De heer ter Laan (S.D.) wil opneming
van de bepalingen der collectieve arbeids
overeenkomst in de provinciale bestekken,
zooals deze vóór 1930 geschiedde.
Hoewel zeer noode kan spr. zich er mee
vereenigen, dat de werken ingevolge het
werkfonds ter verbetering van wegen wor
den uitgevoerd tegen loonen beneden die
ingevolge de collectieve arbeidsovereen
komst, indien daarvoor op andere wijze
geen gelden kunnen worden verkregen.
De heer Kersten (S,G.) bestrijdt de
sociaal-democratische politiek in provin
ciale aangelegenheden.
Tenslotte bepleit hij een versobering van
de bezetting der provinciale bureaux.
De heer In 't Veld (S.D.) bestrijdt de
lintbebouwing: Indien wij met deze wijze
van bebouwing voortgaan als tot dusverre,
dan zal over eenigen tijd de schoonheid
van ons landschap van den weg af niet
meer waarneembaar zijn. De vreemdeling
zal dan ten aanzien van ons landschap kun
nen zeggen: „Helaas onttrok men het aan
ons oog; men zag het alleen als men erover
vloog".
Te 5.15 wordt de vergadering verdaagd
tot hedenochtend elf uur.
In de hedenochtend elf uur voortgezette
vergadering van de Provinciale Staten van
Zuid-Holland, vervolgde de heer I n 't
Veld (S.D.) zyn rede bij de behandeling
van de aan de orde zijnde Provinciale be
grooting. Spr. hield eenige beschouwingen
over de industrialisatie. De Nederlandse he
bevolking neemt jaarlijks met 100.000 zielen
toe, het aantal personen voor de arbeids
markt met 40.000. Naar verhouding ver
krijgt de industrie daarvan een veel te ge
ring gedeelte en dat moet worden toege
schreven aan gebrek aan industriefinancie
ring.
Het vraagstuk van de industrialisatie
heeft de belangstelling van de Regeering;
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De vredesplannen zijn overhandigd te
Rome en Addis Abeba. Vandaag vergadert
de Commissie van 18. Wordt het petro
leum-embargo uitgesteld? (2de blad).
Plotselinge kabinetscrisis in Tsjecho-
Slowakije. (2de blad).
Japan bezet een nieuw punt. (2e blad).
BINNENLAND.
N. O.-Inpoldering kost 126 millioen.
Jaarlijks werk voor 5600 arbeiders. (2de
blad).
De behandeling van de Prov. Begroo
ting in de Provincie Zuid-Holland. (1ste
blad).
OMGEVING.
De burgemeester van Voorschoten, de
heer E. Vernède heeft met ingang van
1 Maart a.s. ontslag aangevraagd. (2de
blad).
in het bijzonder minister Gelissen heeft zich
daarvoor gespannen. Men wil van de tech-
nologisch-economische voorlichting een
Rijkszaak maken, met regionale vertakkin
gen. Het instituut voor Zuid-Holland en
Zeeland draagt nog te zeer een zelfstandig
karakter, doch de Provincie kan ertoe me
dewerken, dat dit instituut in het groote
verband wordt opgenomen zooals dit met de
instituten in vrijwel alle overige provin
ciën reeds is geschied.
Wil men den socialen vrede inderdaad
bevorderen, dan zal men moeten beseffen,
dat de arbeiders dienen te worden erkend
als volwaardige medeburgers. Een verbree
ding van de basis van het Economisch
Technologisch Instituut Is in dit verband
gewenscht. Spr. rekent daarbij op de mede
werking van de Staten.
De heer Jansen Manesch ij n (A.R.)
acht niet slechts een sluitende begrooting
nooddg, maar wil daarbij tevens nagaan, op
welke wijze zij sluitend is gemaakt. Wij
moeten tot verdere verlaging van uitgaven
komen, omdat de inkomsten uit de belas
tingen sterk dalende zijn, een daling, welke
bij de Provincie sterker is dan die bij het
Rijk. De grootere inkomens waren voor een
belangrijk percentage in Zuid-Holland ge
concentreerd; de daling van die groote in
komens komt door de sterke progressie
daarom het meest tot uiting in deze provin
cie. Belastingverhooging zou in deze tijden
nog sterker dan in normale tijden worden
gevoeld.
De begrooting voor 1936 sluit zeer krap;
de eenige reserve is de post voor onvoor
ziene uitgaven, welke post tevens de on
voorziene daling van inkomsten moet op
vangen. Een kleine tegenslag zal dezen
geheelen post voor onvoorziene uitgaven
noodig maken.
Daarom kon de salarisverlaging niet
worden gemist.
Wat het provinciale wegenplan betreft,
dat oorspronkelijk op 80 millioen was ge
steld, doch door de daling van prijzen is
teruggebracht tot 60 millioen, de uitvoe
ring daarvan is nu een jaar of zeven aan
den gang en de financiering daarvan ge
schiedt door den buitengewonen dienst. De
leening aanvankelijk op 25 jaren gesteld,
is op 40 jaren aflossing gebracht. Tevens
rekent men erop, dat de Provincie 40 ja
ren lang de uitkeeringen van het Rijk uit
het verkeersfonds zal ontvangen en dat
het accres zal voortgaan. Doch hoe garan
deert men dat? De post „onderhoud van
wegen" zal wel met 2 ton per jaar toene
men, waartegenover z.i. geen evenredige
vermeerdering van inkomsten zal staan.
In de groote steden wordt aan de werk
verschaffing veel te weinig gedaan.
De heer Sandifort (S.D.) bepleit
verbetering van de verbindingen met de
Zuid-Hollandsche plassen, teneinde meer
personen in de gelegenheid te stellen van
de watersport te profiteeren.
De heer Drost (Lib.) dringt erop aan,
de N.S.B.-leden in deze vergadering op
gelijke wijze zullen worden behandeld als
de overige leden der Staten. Hij acht het
in het algemeen belang gewenscht dat de
N.S.B.-leden zoo spoedig mogelijk aan de
wèrkzaamheden in de Staten deelnemen.
Spr. is intusschen van oordeel dat de N S B.