De voetbalwedstrijd IerlandNederland te Dublin. Twee staatslieden contereeren. Laval met sir Samuel Hoare op het Quai d'Orsay te Parijs ter gelegenheid van het onderhoud tusschen deze twee belangrijke figuren Maandag is in de Locamo-zaal van het Ministerie van Buitenlandsche Zaken te Londen de Vlootconferentie oHicieel door den premier van Groot-Brittanië, mr. Stanley Baldwin, geopend Harrington, de lersche doelverdediger mist in den wedstrijd Ierland Nederland en ziet den goal van Drok in het net verdwijnen ipf «p Het ss. .Rotterdam" van de Holland-Amerika-Lijn, dat door het vastloopen op het rif van Morant Cays bij Kinston op Jamaica eenige schade had opgeloopen, is Maandag op de werf Wilton-Feyenoo/d te Schiedam gedokt Prof ir. J. Klopper, die benoemd is tot lid van het college van curatoren der Technische Hoogeschool te DelH De sprong naar den bal in den Internationalen voetbalwedstrijd Ierland-Neder land te Dublin FEUILLETON. ALS IEMAND VERRE REIZEN DOET Een avontuurlijk verhaal van drie studenten. ARNOLD BARTEL. (Nadruk verboden). 21) Voor de passagiers der eerste klasse staat een bal op het programma van dezen avond. In de eetzaal zijn reeds de noodige voorbereidingen getroffen; de tafels zijn opzij geschoven en langs de muren zijn slingers van bontgekleurde lampjes opge hangen. Alles, wat aan bladplanten aan boord is, wordt naar de danszaal gesleept en voor de muziek is een klein podium ge bouwd. De stewards draven in hun witte jasjes heen en weer en de dikke hoofd steward, die zich in zijn gala-uniform ge stoken heeft, transpireert daarbij het meest, hoewel hij eigenlijk niets anders doet dan commandeeren. Het is hem aan te zien, dat hij zich verantwoordelijk voelt voor den goeden gang van zaken. De heer van Berquem heeft via Nini Col- lyn van de avontuurlijke reis der drie stu denten van Granada naar Malaga gehoord en daarbij heeft Diesel's tegenwoordigheid van geest zoo'n indruk op hem gemaakt, dat hij hem persoonlijk gaat uitnoodigen om aan het bal in de eerste klasse deel te nemen. Hij vindt het drietal in ligstoelen op het tusschendek en wendt zich met zijn invitatie rechtstreeks tot Diesel, maar deze is alleen bereid daaraan' gevolg te geven, als ook zijn beide kameraden van de partij zullen zijn; zij vormen nu eenmaal een on verbreekbare drieëenheid. Van Berquem glimlacht begrijpend en zegt, dat de invi tatie natuurlijk voor hen drieën geldt. Hij weet wel, dat de scheepsleiding uit prin- cipieele overwegingen ernstig bezwaar heeft tegen dit „vermengen van klassen", maar hij weet ook, dat een wensch van hem zeker zal worden ingewilligd. Eerst als van Berquem vertrokken is, denken zij er aan, dat zij eigenlijk geen passende kleeding bij zich hebben voor een dergelijke festiviteit. In de eerste klasse draagt men zelfs mij het diner reeds een smoking en zij hebben slechts een donker blauw colbert bij zich. Geruimen tijd wordt nu over dit probleem van gedach ten gewisseld, maar als Volkers ten slotte vraagt: Zijn wij nu uitgenoodigd of onze kleeren? blijft er niets anders over dan te erkennen, dat met van Berquem over hel toilet geen woord gesproken is, zoodat zy deze factor gevoegelijk kunnen uitschake len. En zoo begeven zij zich dan 's avonds, na elkaar eerst nog eens zorgvuldig afgebor steld te hebben, in hun blauw pak naar de balzaal. Na het orkest zijn zij de eersten. De hoofd-steward ontvangt hen met ijzige reserve. Het is hem aan te zien, dat hy hen voor een schandvlek van zijn, op zoo groot- sche wijze opgezet feest houdt. Onder zijn vernietigenden blik voelen zij zich werke lijk een oogenblik klein en minderwaardig. Maar daar komt gelukkig Hendrik van Berquem, die hun hartelijk beide handen toesteekt en onmiddellijk na hem verschijnt Nini ten tooneele. Nini Collyn heeft vandaag haar groote dag. Zij draagt een avondtoilet van witte crêpe georgette. Diesel vindt het den een voud zelve, maar de, in de zaal aanwezige dames steken de hoofden bijeen en zijn het er spoedig over eens, dat deze „eenvoud", welke van een der eerste Parijsche mode huizen afkomstig is, een burgermans-ka- pitaaltje moet hebben gekost. Nochtans schijnt dit smaakvolle toilet slechts te die nen om de schat van juweelen, welke Nini bij zich draagt, beter tot hun recht te doen komen. Aan haar beide polsen glinsteren een paar schitterende armbanden, bezet met de fijnst geslepen brillanten en enkele harer vingers zijn getooid met de kostbaar ste ringen, die men zich denken kan. Om den slanken hals draagt zij 't is haast niet te gelooven, dat het echt is een ket ting van betooverend glanzende solitairen en zelfs de wit zijden schoentjes zijn voor zien van gespen uit louter edelgesteenten. Zy gelijkt een prinses uit een sprookje en wederom bekruipt het drietal, en in het bij zonder Diesei, een gevoel van minderwaar digheid. Beklemd vragen zij zich af, of zij in hun blauw colbertje, dat bovendien nog het stempel van confectiewerk vertoont met een dame, die zulke walgelijk dure sieraden draagt, kunnen dansen. Alle drie zeggen zij: Neen.Maar Nini, die zich een klein beetje over hun verlegen bewonde ring amuseert, lacht hun aanmoedigend toe en dat lachje zegt gedecideerd: Ja Van Berquem heeft sinds eenige dagen vriendschap gesloten met een automobiel fabrikant, die in Ceuta aan boord is ge komen. Deze, dié naar den naam Spörcke luistert, heeft met een klein wagentje ge heel Marokko doorkruist. Hij raakt niet uitgepraat over zijn reis en nog minder over zy'n auto'tje dat hem, naar hij telkens weer beweert, geen minuut in de steek heeft gelaten. Eigenlijk staan de beide heeren in het dagelijksch leven lijnrecht tegenover el kaar, want Van Berquem heeft iets tegen auto's en meneer Spörcke spreekt bepaald minachtend over juweelen. Van Berquem stamt uit een oud Vlaamsche patriciërsfa milie, meneer Spörcke is zijn loopbaan als bankwerker begonnen. Van Berquem is van meening, dat het diamanten sieraad de vrouw adelt en haar schoonheid eerst recht doet uitkomen, meneer Spörcke daarente gen vindt het „allerzotst en absoluut uit den tijd om je met zulke kraaltjes op te dirken." Het orkest heeft intusschen den avond geopend met een concertstuk: Weber's Aufforderung zum Tanz". Meneer Spörcke tracht naarstig met zijn wat al te luid orgaan de muziek te over stemmen. Wat kost nou eigenlijk zoo'n steentje? informeert hij belangstellend op een groote, bijzonder mooie diamant aan Van Ber quem's vinger wijzend. Wat die kost? Och, vijf van die kin derwagentjes van u zal ik er zeker wel voor kunnen krijgen! antwoordde de dia mantenkoning geanimeerd. Ja. ja, dat dacht ik wel. Wat een geld er toch in dergelijke steenen belegd wordt. En bovendien is het nog dood kapi taal, dat aan de maatschappij Onttrokken is Mijn wagentjes hebben ten minste nog een nuttig doel. Ze geven werk, brengen geld in omloop en wat het belangrijk ste is: zij sparen tijd. En tijd is meer waard dan geld. Tijdsbesparing beteekent een lan ger lt en. Best mogelijk maar wat is uw lang leven waard zonder mooie dingen, waar toe ik ook mijn juweelen meen te mogen rekenen? Het antwoord van meneer Spörcke gaat verloren in het applaus, dat losbarst als waardeering voor de vertolking van We ber's compositie. Het doet er ook weinig toe, wat de automobielfabrikant nog te be weren heeft. Deze twee zakenmenschen zul len het toch nooit eens worden. Eén ding staat echter wel vast: de jeugd rekent dit bal aan boord tot de mooiste dingen van het leven. Het orkest speelt een wals van Johann Strauss. Het schijnt over het algemeen nog al geporteerd voor „klassieke muziek". Harry Diesel danst met Nini. Lou Vol kers heeft reeds eenigen tijd scherp rond gekeken. Eindelijk ontdekt hij naast me neer Pirzel de knappe Roemeensche, die zij in Tetuan in een vertrouwelijk gesprek met den notenkraker hebben verrast. Hij baant zich tusschen de dansende paren door een weg naar haar tafeltje, maakt een uiterst correcte buiging en vraagt haar ten dans. Mevrouw Manescu werpt meneer Pirzel een koketten blik toe, welke als een ver zoek van toestemming bedoeld is en deze knikt met een welwillend glimlachje. Volkers danst min of meer houterig, maar daaraan schijnt de Roemeensche geen aanstoot te nemen Zij is zeer spraakzaam en Volkers voelt zich, mede door de char me, die er van haaar uitgaat, zoo op zijn gemak, dat hij besluit van deze ongezochte gelegenheid gebruik te maken om zijn nieuwsgierigheid te bevredigen. (Wordt verv-lgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5